Algemeen Historisch Archief (AHA)

Transcripción

J.H.G. te Boekhorst – Lijst van dossiers en trefwoorden in het Algemeen Historisch Archief – pag. 1
LIJST VAN DOSSIERS EN TREFWOORDEN
IN HET ALGEMEEN HISTORISCH ARCHIEF
Het Algemeen Historisch Archief (AHA) is een collectie
digitale afschriften van allerlei aard (akten van de burgerlijke stand,
notariële akten, kerkregisters, bevolkingsregisters, brieven enz.).
Deze afschriften geven de oorspronkelijke tekst letterlijk weer en zijn
op elke ingang alfabetisch en chronologisch verwerkt in daartoe
aangelegde dossiers. Sommige van deze dossiers zijn inmiddels op
het internet gepubliceerd (zie het overzicht aan het eind van deze
lijst).
De hiernavolgende voorlopige lijst (waarin de voorvoegsels bij
familienamen zijn weggelaten) is afgesloten op 3 maart 2005. Sindsdien is het aantal documenten aanzienlijk toegenomen, alsook het
aantal nieuwe dossiers. Voor nadere informatie hierover kunt u contact opnemen met de samensteller van het AHA:
J.H.G. (Johan) te Boekhorst
e-mail: [email protected]
Doetinchem, 15 maart 2009
Deze lijst is gepubliceerd op de site www.genealogiedomein.nl
AA, ook van der AA enz.
Aabeles: zie Aalbers
Aack, Aacken, Aak, Aaken: zie Aken
Aageling: zie Agelink
Aagenhorst: zie Agenhorst
Aagte: zie Aagten
AAGTEN, ook Aagte enz.
Aaken: zie Aken
AAKSCHIP
AALBERINK, ook Elberinck, Elberink enz.
AALBERS, ook Aalberts, Aalten (als patroniem
van Aalt = Albertus), Aaltje, Aelberts, Albers,
Alberts, Elbers, Elberts, Elbertsen enz.
Aalberts, Aalbertse, Aalbertsen: zie Aalbers
AALDERINK, ook Eelderinck, Eeldrink,
Elderink, Ellerink, Groote Elderinck, Ilderink,
Jaaldering, Kleyne Elderinck, Kleyn Elderink,
Oelderik, Oelerink, Oildrink, Uuldrink enz.
AALDERKAMP
AALDERS, ook Alders enz.
Aaldtkamp: zie Veldkamp
AALES
Aallofs, Aallofsen: zie Alofs
AALMAN
aalmoezen
aalmoezeniersweeshuis
AALST, ook Aelst, Alst enz.
Aalt (voornaam): zie Albertus (bijvoorbeeld sub
Maas); zie voor het hiervan afgeleide
patroniem Aalten sub Aalbers
AALTEN (plaatsnaam en de daarvan afgeleide
familienaam Van Aalten; zie voor het patroniem "Aalten" (afgeleid van "Aalt" = "Albertus") sub AALBERS)
AALTHORST
Aaltink: zie Altink
Aaltje: zie Aalbers
Aaltsen: zie Aalten
aambeeld
aamborstigheid, ook aamborst
Aammerongen: zie Amerongen
AAMSCHOT, ook Ameschot enz.
aanbesteding
aanbeveling
aanborstig: zie aamborstig
aanbrengst
AANDEMAAL
aandrang
aangebreide kousen
aangehuwde broeder
aangehuwde moei
aangehuwde neef
aangehuwde oom
aangehuwde stiefvader
aangehuwde stiefzoon
aangenomen geslachtsnamen
aangespoeld ...
aangever
aangevist lijk
aangifte
aanhanger van de doleantie
Aanhold, Aanholdt, Aanholt: zie Anholt
aanhouden
aankoop
aanleg
aanmaning
aanmerkingen
Aanneke: zie Manneke
aannemen
aannemer
aanneming
aanplakking
aanschaf
aanschrijving
aanspoelen: zie aangespoeld ...
aanspraak
aanspreker
aanstelling
AANSTOOT, ook Aanstoter Bosch enz.
Aanstoter Bosch, Aanstoter bos: zie sub Aanstoot
aantal
aantekening
aanvangstijd
aanvangsuur
aanvaring
aanvissen: zie aangevist lijk
AANWEND, ook Aanwende enz.
aanwinstenlijsten
AARD, ook Aardt, Aerdt enz.
aardappel, ook aardappelen, aardappels enz.
AARDBODEM
aarde
aarden ...
aardewerk
Aardsen: zie Arends
Aardt: zie Aard
Aarem: zie Arnhem
Aarends, Aarens, Aarensen, Aarents, Aarentsen:
zie Arends
AARHUIS, ook Ohrhuisen enz.
AARLE
AARNINK
Aarns, Aarnsen, Aarnts, Aarntsen: zie Arends
Aart: zie Aerdt
aartsbisschop
Aartse, Aartsen, Aartze, Aartzen: zie Arends
Aasem: zie Azewyn
AATS
ABBENHUIS
ABBENSETS
ABBINK, ook Abbenck, Abbynck enz.
ABCOUDE
ABERSKAMP
ABERSON, ook Abresch, Abreson, Alberson
enz.
Abesteeg, Abesteege, Abestege: zie Absteeg
Abraham, Abrahams, Abram: zie Abrams
ABRAMS, ook Abrahams, Abram enz.
Abresch: zie Aberson
absent: zie absentie
absentie
ABSPOEL, ook Apspol, Aptspoel enz.
ABSTEEG
abtsboeken
abuijsen
academie
academische school
acatholicus
acceptatie
accommodatie
accoord, ook accoort, accorderen, akkoord,
akkorderen enz.
accountantskantoor
accijns, ook accijnzen enz.
ACHELEN, ook Agchelen, Aggelen enz.
acht (div.)
ACHTERBERG, ook Agterberg enz.
Achter den Berg, Achter den Bergh: zie
Achterberg
ACHTERBOS
Achter den Bos, Achter den Bosch: zie Achterbos
ACHTERBUURT
ACHTERHOEK
ACHTERHOF, ook Agterhof enz.
achterhuis
achter het huis
achterkamer
ACHTERKAMP, ook Agterkamp enz.
ACHTERKERSPEL
ACHTERKLEP
ACHTERMAAT, ook Agter de Maat enz.
achterneef
ACHTERSTAL, ook Agterstal
achterstallig
ACHTERSTE WEIDE
ACHTERSTRAAT
Achter Valburg: zie sub Nymegen
ACHTERVEEN, ook Agterveen enz.
ACHTERWEG
ACHTHOVEN
achttien (div.)
Ackerman, Ackermans: zie Akkerman
acta
actaboeken
Acta Historica
acte: zie akte
acte-examen: zie akte-examen
actiegroep
Actiëngesellschaft
actieve dienst
actueel ...
ADAMA, ook ADAMA van SCHELTEMA enz.
ADAMS
ADDINK
adel: zie sub Hoge Raad van Adel
ADELBERTUS
adelborst
Adeldarp, Adeldarps: zie Oudendorp
adeldom
adellijk huis
adjoint délégué
adjudant
adjunct-agent (municipaal)
adjunct-directeur
adjunct-maire
adjudant-onderofficier
administrateur, ook administrator enz.
administratie
administratiekantoor
administrator: zie sub administrateur
administratrice
Adolphs: zie Alofs
ADOLPHUS
adressen: zie onder het trefwoord huisnummers
ADRIAANS, ook: ADRIAANSE, ADRIAANSEN, ARIENS, ARIëNS, ARIESE, ARIESEN,
ARIS, ARISEN, ARISSE, ARISSEN, ORRIENS enz.
Adriaanse, Adriaansen, Adriaens, Adriaense,
Adriaensen: zie Adriaans
ADRIENE JOANE
advies
adviesboek
adviseur
advocaat, ook advocaten enz.
advocaat-fiscaal
Aecken: zie Aken
Aelbers, Aelberts: zie Aalbers
Aelde Koelaicke: zie Oude Koelaak
Aeldendarp, Aeldendorp: zie Oudendorp
Aelders, Aeldres, Aellers, Aelsder: zie Aalders
Aendemael: zie Aandemaal
Aensen: zie Ansum en Arendsen
Aensuem, Aensum: zie Ansum
Aerd, Aerdt: zie Aard; zie ook sub Hugenpoth
Aard
Aerents, Aerns, Aernts, Aerrens, Aers, Aersen,
Aerts, Aertsen: zie Arends
Aersen: zie Ansum en Arends
Aeswyn: zie Azewyn
AEYELTS, ook AYELTS enz.
afbakenen
afbeelding
afbraak, ook afbreken enz.
afdak
afdekken
afdekker
afdeling
affaire: zie timmeraffaire
AFFERDEN, ook AFFEREN, OFFERDEN,
OFFEREN enz.
affictie
affuit
afgebroken ... (afgebroken huis, enz.)
afgedekt
afgekeurd
afgelopen dijk
afgescheidenen
afgescheiden lidmaten
afgevaardigde
afgifte
afgoeding
afgraving
AFHAKKER
afhoring kerkrekening
afkoop
afkoopsom
aflezen
aflopen: zie sub afgelopen
AFRIKA
afschaffen
afscheiding
afscheidingsbeweging
afschieten
afschrift
afslaan
afslager
afstand
afsteken
aftreding
afval
afvoer
afwatering
afwezigheid
afzetting
afzijn
AGELINK, ook AAGELING, EEGELING,
EEGELINK, EGELINCK, EGELINK, EUGELINK, OEGELINK enz.
AGENERDENN
AGENHORST
agent
agent municipaal: zie adjunct agent municipaal
agent van politie
agentschap
Aggelen: zie Achelen
AGNES
AGNESKERK
AGNETA
Agterbos, Agterbosch: zie Achterbos
Agterhof: zie Achterhof
Agterstal: zie Achterstal
Agterstraat: zie Achterstraat
Agterveen: zie Achterveen
AHA
AHA-naam
AHA-volgnummer
AHB (Archief Huis Bergh)
AHG, ook Archief Hof Gelre
Ahlders: zie Aalders
Ahold, Aholt, Ahoud, Ahout: zie Anholt
Ahran: zie Ahren
Ahrem: zie Arnhem
AHREN
Ahrendorp: zie Oudendorp
Aicken, Aiken: zie Aken
Aisswiin, Aiswyn, zie Azewyn
AKEN, ook AACHEN, AAK, AAKEN, ACHEN,
van AKEN enz.
AKKER, ook ACKER, van den ACKER, AKKEREN, van AKKEREN, AKKERS enz.
akkerbouwer
AKKERDAAS
Akkeren: zie Akker
akkerlieden
akkermaals: zie akkermaalshout
akkermaalshout
akkerman, ook akkerlieden enz.
AKKERMAN, ook ACKERMAN, ACKERMANS, AKKERMANS enz.
Akkermans: zie Akkerman
AKKERMANSWEG
Akkers: zie Akker
akkoord, akkorderen: zie sub accoord
Akkrum: zie Akrum
AKRUM, ook AKKRUM enz.
akte, ook acte, akten enz. (algemeen)
akte van aanstelling
akte van afstand
akte van alimentatie
akte van bekendheid, ook acte van bekendheid
enz.
akte van boedelscheiding
akte van boedelverdeling
akte van borgstelling
akte van cautie
akte van cessie
akte van eerbied
akte van grensregeling
akte van huwelijksvoorwaarden
akte van indemniteit
akte van notoriteit (akte van notoriëteit, akte van
notorieteit)
akte van overdracht
akte van pacht
akte van royement
akte van ruiling
akte van scheiding
akte van schuldbekentenis
akte van testament
akte van toestemming
akte van verdeling
akte van verhuur
akte van verklaring
akte van verkoop
akte van verpachting
ALADNAWEG
ALARTS
ALBANI
ALBERG
Alberge, Albergen: zie Alberg
Albers: zie Aalbers
Alberson: zie Aberson
Albert (patroniem): zie Aalbers
ALBERT
ALBERTI
Alberts: zie Aalbers
Albertus = Bart = Engbart = Engelbertus, maar
ook: Bart = Lambertus
ALBESLO
ALBLASSERDAM
Alckmaar, Alckmaer, Alcmaer: zie Alkmaar
ALDAG
ALDEGONDISKERK
Aldegunda: zie Aldegonda en Aldegondis
Aldenburg: zie Oldenburg
Aldendarp, Aldendarps: zie Oudendorp
Aldering: zie Aalderink
ALDERKAMP
Alderkamps: zie Alderkamp
Alders: zie Aalders
Ale: zie Alen
Alebart: zie Aalbers
Alefen: zie Aleven
Aleffsen: zie Alofs
Aleman, Alemans: zie Aalman
ALEN, ook ALE, van ALE enz.
Alendarp, Alendorp: zie Oudendorp
Alers: zie Aalders
ALERTGEN
ALEVEN, ook ALEFEN enz.
ALEWYN
ALEX
Alfabetisch Historisch Archief
alfabetische tafel
Alfen: zie Alphen
Alferink, Alfferink, Alfrink: zie Elferink
algemeen, algemene ...
algemene begraafplaats
algemeen college
algemeen depot
Algemeen Historisch Archief
algemeen kantoor
Algemeene Nederlandsche Maatschappij
algemeen reglement
algemeen secretaris
algemene straat
algemene synodale commissie
algemene synode
ALGERIE, ook ALGERIë, ALGERYE enz.
ALI BEY
ALICE BUCK
alienatie (aliënatie)
Aligh, Alighs: zie Alink
alimentatie
alimentatieakte: zie sub alimentatie
alimentatiecontract: zie sub alimentatie
Alings: zie Alink
ALINK, ook ALINGS, ELINCKS, EULINK enz.
ALIVALNORTH
ALJIE
ALKMAAR
alkoof
Allebers, Alleberts: zie Aalbers
ALLENSPACH
Allerkamp: zie Alderkamp
Allers, Allerts: zie Aalders
Almaar: zie Alkmaar
almanak
ALMELO
ALMEN
ALMERAS, ook D’ALMERAS, EXALTO
D’ALMARAS, EXALTO D’ALMERAS enz.
Alndarpo: zie Oudendorp
ALOFS, ook ALEFFS, ALOFSEN enz.
Alofsen: zie Alofs
Alpen: zie Alphen
ALPHEN, ook ALFEN, ALPEN, ALPHEN
(AAN DEN) RYN enz.
Alphen aan den Ryn: zie sub Alphen
Als: zie Alst
Alsders: zie Aalders
ALSEMGEEST
Alst: zie Aalst
alstadt poert: zie Oudstadpoort
ALSTEDEN
ALSTINK, ook ALSTENXS enz.
ALSTINKSHOF
Altena, Altenaa: zie Altona
ALTENASE MOLEN
Altendorf: zie Altendorp
ALTENDORP, ook ALTENDORF enz.
ALTEREN
ALTINK, ook AALTINK enz.
ALTIUS (1x op 27-10-2003)
ALTONA, ook ALTENA, ALTENAA,
AUTENA enz.
ALTVORST
Alysleger: zie Olieslager
AM
AMAJUBA
AMAND, zie ook FERRAGEAU
AMBACHTSTRAAT
AMBROSIUS
ambt
Ambt Doetinchem: zie sub Doetinchem
Ambt Hardenberg: zie sub Hartenberg
ambtenaar
ambtman, ook amtman, amtmann enz.
ambtsbestuurslid
ambtsbode
ambtshuis
ambtstermijn
ambulance
AMBY
Ameele: zie Amelis
AMEIDE
AMELINK
AMELIS, ook AMEELE enz.
America: zie Amerika
AMERIKA, ook AMERICA, NIEUWE
WERELD enz. (zie ook sub "Verenigde
Staten")
Amerikaans geld
Amerikaanse typhus
AMEROM
AMERONGEN, ook AAMMERONGEN, van
AMERONGEN, AMRINK enz.
AMERSBEEK
Amersfoordt: zie Amersfoort
AMERSFOORT, ook AMERSFOORDT enz.
Ameschot: zie Aamschot
AMMAN
AMMON
ammunitie
Ampel: zie Tempel
ampliatie
AMPT
AMPTINK, ook AMTINK enz.
Amrink: zie Amerongen
AMSHOLT
Amsem: zie Ansum
AMSTEL
AMSTELHOTEL
AMSTELVEEN, ook AMSTERVEEN enz.
AMSTERDAM, ook A’DAM, AMSTELDAM,
AMSTELREDAM enz.
Amsterveen: zie Amstelveen
Amting, Amtink: zie Amptink
amtmann: zie ambtman
ANBEEK
ANCHORIA
ancilla
ANDEL
ANDELST
ANDERNACH
ANDERSON
Andre, Andrea: zie Andreae
ANDREAE, ook ANDRE, ANDREA, ANDREE,
ANDRéE, ANDREEN, ANDREëN, ANDRES
enz.
ANDREASKERK en ANDREASPAROCHIE
Andreen, Andres: zie Andreae
Andriesse, Andriessen: zie Dries
ANDRINGA, ook ANORING enz.
ANGELHOT (vgl. Langelot)
ANGELIER
ANGELINO, ook de KAT ANGELINO
Angeloo: zie Angerlo
Angeneind: zie Angenent
ANGENENT, ook ANGENEIND, ANGENYNT
enz.
Angenynt: zie Angenent
ANGEREN
ANGERENSTEIN
Angerhen: zie Angeren
ANGERLO
Angloo: zie Dangloo
ANHALT
ANHOLT, ook Ahold, Aanhold, Aanholt enz.
ANHOLTSE BROEK, ook Anholtsche Broek
enz.
ANHOLTSEWEG
ANKER
Ankersmid: zie Ankersmit
ANKERSMIT, ook Ankersmid enz.
Annales
Annamaat, Anna Maat: zie Tannemaat
ANNA PAULOWNA
ANNASTRAAT, ook Sintannastraat, Sint
Annastraat, Sint Anna Straat
ANNEVELD, ook Anneveldt, Annevelink enz.
Anneveldt, Annevelink, Annevelts: zie Anneveld
annonce
anoniem
Ansem: zie Ansum
Ansen: zie Ansum en Arends
ANSINK
Anssesn: zie Ansum en Arends
Anssum: zie Ansum
ANSUM, ook Ansem, Anssum enz.
ANTEN
Anthonius: zie Antonius
antiek, antiquiteiten
ANTINK
ANTINKHOF
antiquiteiten: zie antiek
Anton (familienaam): zie Antonis (cf. Teunis)
ANTONIA
ANTONIDES
ANTONIS, ook Anton, Antonisse, Antonissen
enz. (cf. TEUNIS)
Antonisse, Antonissen: zie Antonis
ANTONIUSHOF
Antoniushove: zie Antoniushof
ANTONIUSKERK
ANTONIUSWAL
Antons: zie Antonis
Antsink: zie Ansink
Antverpia: zie Antwerpen
ANTWERPEN, ook Antwarpen enz.
Antzink: zie Ansink
Anvers: zie Antwerpen
Anzink: zie Ansink
APEL
APELDOORN, ook Appeldoorn, Appeldorn enz.
Apell: zie Apel
APENHORST
Apol, Apoll: zie Apel
apothecar: zie apotheker
apotheek
apotheker
apothekersbediende
apothekersgezel
apothekersknecht
apothekersprovisor
appel (= appèl, beroep)
APPEL
appelboom
Appeldoorn, Appeldorn: zie Apeldoorn
appelen: zie appels
APPELO
appels, ook appel, appelen
Appels: zie Appel
apprentif marin
approbatie
Apspoel, Apspol: zie Abspoel
Aptspoel, Aptspol: zie Abspoel
ARAU
arbeider
arbeidersvrouw
arbeidster
arbeidsloon
arbeidswet
Arberink: zie Erdbrink
ARBES
Arbrink: zie Erdbrink
archief
archiefstukken
archiepiscopus: zie aartsbisschop
architect
Archiva Humana Aeterna
archivalia
archivariaat: zie streekarchivariaat
archivaris
Arem, Arenacum, Arenakum: zie Arnhem
ARENDS, ook Aardsen, Aartsen, Arends, Arendse, Arendsen, Arissen, Arntzen, Erntsen, Erntzen enz.
Arendse: zie Arends
ARENDSHORST
Arents, Arentse, Arentsen, Arentz, Arentze,
Arentzen, Ares: zie Arends
ARFMAN, ook Arfmans, Arftman, Warfman enz.
Arfmans, Arftman: zie Arfman
Arfurt, Arfurth: zie Erfurt
Ariaans, Ariens, Ariëns: zie Adriaans
ARINK
Aris, Arissen: zie Adriaans en Arends
ARK
ARKEL
arm (adj./subst.)
armbestuur
armbezorger
arme dienaar
arme diender
arme jood
armen
ARMEN
armenboek
armenfonds
armengoederen
armenhuis
armenhut
ARMENKAATSTEDE
armenkamer
armenmeester, ook armmeester
armenrekening
arme wever
armenzorg
armenzorgers
arm gegageerd soldaat
armmeester: zie armenmeester
armoede
armwezen
ARNAUD, ook Arnould enz.
ARNHEM
Arnhemsche Courant
ARNHEMSEWEG
Arnold, Arnolds, Arnoldussen, Arnoud, Arnould,
Arns, Arnts, Arntz: zie Arends
ARPAD
ARPEKA, ook ERPEKA enz.
Arpelink, Arperink, Arpink, Arprink: zie
Erdbrink
ARRAGON, ook ARGON, ARGONS enz.
Arred (voornaam) = Arred (zie Schallenberg)
arrestant
arrestatie
ARREWYN, ook ARREWYNE, ARREWYNEN
enz.
Arrewyne, Arrewynen: zie Arrewyn
Arriaans, Arriaens, Arriens, Arriëns, Arris,
Arrisse, Arrissen: zie Adriaans
arrondissement
arrondissementsrechtbank
arsenaal
Arth: zie Aard
ARTHUR
artiest: zie artist
artieste: zie artiste
artificieel
artikel
artikelnummer
artillerie
artilleriekapitein
artillerist
artist, ook artiest enz.
artiste, ook artieste enz.
arts
ARTS
ARUBA
Arve, Arwe: zie Erve
AS, ook ASCH enz.
ASAKKERWEG
ASBREE
ASBROEK, ook ASCHBROEK enz.
Asch: zie As
Aschbroek: zie Asbroek
ASCHETHE
ascripsie
Asem: zie Azewyn
Asinus: zie Asmus
ASKAMP
ASMAN
Asmes, Asmis, Asmouth: zie Asmus
ASMUS, ook ASINUS, ASMES, ASMIS,
ASMOUTH, ASSEMUS enz.
ASPEL
ASPEREN
ASSELDER, ook ASSELER enz.
ASSELT
Assemus: zie Asmus
ASSEN
ASSENDELFT
assessor
Assings: zie Assink
ASSINK, ook ASSINGS enz.
assistent
assistent-deurwaarder
assistent-directeur
assistent-gerechtsdienaar
assistent-resident
assurantie
assurantiemaatschappij
AST, ook de AST enz.
ASTAVEREN
ASTEN
ASTLEITNER
astmafonds
ASTRID
ATHLONE, ook ATLONE enz.
ATJEH
atlas
ATRECHT
attentaat, ook attentaten
attest van onvermogen
attestatie, ook attestatum enz.
attestatieboek
audiëntie, ook opwachting enz.
AUE
Auf-: zie ook sub OpAUFTERHEIDE
AUGUSTE
AUGUSTINUS
AUGUSTINUSKERK
AUMANAN (?)
AUSSEMORT
AUSTRALIE
Autena: zie Altena
autorisatie
AVELINK, ook AVERLINK enz.
AVENARIUS, ook AVENORIUS enz.
Avenorius: zie Avenarius
Averbeek: zie Overbeek
Avercamp: zie Overkamp
Averdonk: zie Overdonk
Averdyck, Averdyckinck, Averdyk, Averdykink:
zie Overdyk
AVEREEST, ook AVERES enz.
Averes: zie Avereest
Avergoor: zie Overgoor
Averlink: zie Avelink
Avervelt: zie Overveld
Avesaat, Avesaath, Avesaet, Avesathen: zie
Avezaat
Aveskamp: zie Overkamp
AVEZAAT, ook AVESAAT, AVESAATH,
AVESAET, AVESATHEN, AVEZATHEN,
VOSCH AVESAET enz.
AVINK (cf. Ovink)
AVOND, ook AVONDS, AVONS enz.
avondmaal
avondmaalsbediening
avondmaalsbeker
avondmaalsschotel
avondmaalszilver
avondschool
Avons: zie Avons
AWALMER (Swalmen?)
Azem, Azen: zie Azewyn
AZEWYN, ook Aeswyn, Azem, Azen enz.
Baack, Baacker Weert: zie Baak
Baaden: zie Baden
BAAI, ook Baay, Baayen, Booy enz.
BAAK
Baake: zie Baak
BAAKER MARKT
Baaker Waard (Baacker Weert): zie Baakse
Waard
Baakman: zie Beekman
BAAKMEYER
BAAKSEKAMPWEG
BAAKSE MOLEN
BAAKSE WAARD
Baalen: zie Balen
BAALMAN
BAAN
BAANK
Baanks: zie Baank
BAAR
Baard: zie Baart
baardscheerder
Baarends: zie Berends
Baarken: zie Baarkens
BAARKENS, ook Baarken, Baerken, Baerkens,
Baerkes enz.
BAARLE, ook Baerl enz.
BAARN
BAARS, ook Baas, Baers, Baerts, Baes enz.
Baarsen, Baarssen: zie Baars
BAART SMINIA
BAART VERSPYK, ook Baerdt Verspyck, Baert
Verspyck enz.
Baartwijk: zie Scholten
baas
Baas: zie Baars
Baay, Baayen, Baayes, Baayien, Baays: zie Baai
BABBERICH, ook Babberick, Babberik enz.
Babberik: zie Babberich
Bach: zie Beek
Bachman, Bachmans: zie Beekman
Bachoven: zie Bakoven
Back: zie Bak
Backer: zie Bakker
Backer Hager: zie Bakker Hager
Backhorst: zie Bakhorst
Backman: zie Beekman
Bade: zie Baden
BADEN, ook Baade, Bade enz.
Badenburg: zie Batenburg
BADINK
Baek: zie Beek
Baeker: zie Bekker
Baeneman: zie Baneman
Baerd, Baerdt: zie Baard
Baerenschot: zie Berenschot
Baerken, Baerkens, Baerkes: zie Baarkens
Baers, Baerts, Baes: zie Baars
Baete: zie Beek
Baey: zie Baai
BAGGEL
baggeraar
Bagh: zie Langenbach
BAILLUT
bailluw: zie baljuw
Bajen: zie Baai
Bajink: zie Buunk
bak
BAK, ook Back enz.
BAKE
Baken: zie Bake
Bakenburg: zie Papenburg
BAKENHOF
baker
Baker Waard, Bakerwaard: zie Baakse Waard
BAKHORST, ook Backhorst
bakhuis
BAKHUIS, ook Bakhuizen, Bakhuys enz.
BAKKEBIER
Bakken: zie Bakker
BAKKENES
bakker
BAKKER, ook Backer enz.
BAKKER HAGER
Bakkers: zie Bakker
bakkersbaas
bakkersche: zie bakkerse
bakkerse
bakkersgezel
bakkersknecht
BAKKERSTRAAT
bakkerij
BAKOVEN, ook Bachoven enz.
Baks: zie Beks en Beek
bakster
balans
BALASSE
BALDUK
BALDUS
BALEN
Balgooyen: zie Ballegooyen
BALINK
BALIQUE
baljuw
BALK
BALKBRUG
balkenslieten
BALKUM
BALLEGOOYEN
BALLOT
Balosse: zie Balasse
BALSINK
BALSTER
Baltes: zie Baltus
BALTUS
BALVERT
BAMBERGEN, ook Bamberg enz.
BAMS
BAN
BANDHUIZEN
BANDOENG
BANEMAN, ook Baeneman, Banemans enz.
Bang: zie Lomm
Bangens: zie Bannink
Bangers: zie Bongers
BANGMA
Banink: zie Bannink
BANJAARD
bank
BANK, ook Banck enz.
bankenpacht
banketbakker
bankhouder: zie leenbankhouder
Bankman (?): zie Beekman
bankwerker
Banneslaegen: zie Banneslagen
BANNESLAGEN
BANNINK, ook Klein Bannink enz.
Banninks, Bannynck: zie Bannink
BANNINKWEG
BANS
barbarin
Barben: zie Berben
barbier
BARCHEM
BARDET
BARE
Barendonk: zie Berendonk
BARENDRECHT, ook Barendregt enz.
Barendregt: zie Barendrecht
Barends, Barendse, Barendsen, Barendts: zie
Berends
Barenhegge: zie Barnhegge
Barenk: zie Barink
Barents, Barentsen: zie Berends
Barg, Barge: zie Berg
Bargelschlag, Bargelslag: zie Bergerslag
Bargeman: zie Bergman
Bargerbos: zie Bergerbos
BARGEUS
Barger: zie Berger
Bargerman, Bargmans: zie Bergman
BARINK
Barkens: zie Boekhorst
BARLO
BARMENTLOO
BARNEVELD, ook Barnevelt enz.
Barnevelt: zie Barneveld
BARNHEGGE
BARNOUW, ook Barnauw enz.
Barns, Barnsen: zie Berends
baron
barones
baronesse: zie barones
BARONIE
Bars-: zie Baars
Bart: zie Barten
BARTELINK
BARTELS, ook Bertels enz.
Bartelt: zie Bartels
BARTEN
Bartens: zie Barten
BARTHOLOMAEUS, ook Bartholomeus enz.
Bartholomeus: zie Bartholomaeus
BARTMAN
Bartten: zie Barten
BARUWS
BARVELINK
bas
Basel: zie Bazel
BASSEN JONGBLOED
Bassen Jongbloet: zie Bassen Jongbloed
BASSINK
bastaard
BASTEN
BASTIAANS, ook Bastiaens enz.
Bastiaens: zie Bastiaans
BATAAFSE REPUBLIEK
bataillon
bataillon infanterie
bataillon landmilitie
bataillon veldartillerie
bataillonsgeweermaker
BATAVIA
BATEL
BATELAAR
BATEN
BATENBURG, ook Badenburg enz.
BATH
Bathem: zie Bathmen
BATHMEN
Battekamp, Battenkamp: zie Bettekamp
BATS
Bauer: zie Bouwer
Bauhaus: zie Bouwhuis
Baum: zie Boom
Bauman, Baumann: zie Bouwman
BAUMHAUER, ook Baumhaver enz.
Baumhaver: zie Baumhauer
BAUTONET, ook Boutonnet enz.
Bautonnet: zie Bautonet
Bauwman: zie Bouwman
Bavenstal: zie Bovenstal
BAVOKERK
Bax: zie Beks en Beek
Bay, Bayen: zie Baai
Bayer: zie Beyer
Bayern: zie Beyeren
Bayers: zie Beyer
Bayes: zie Baai
BAYI
BAZEL, ook Basel enz.
beambte
BEAUMONT
BEAUSEU
BEAUVAIS
BEBBER
BECHLER
Beck: zie Beek
Becker: zie Beuker en Boekhorst
Beckerink: zie Bekkerink
Beckers: zie Boekhorst
Beckien, Beckink: zie Bekkink
Beckker, Beckkers: zie Boekhorst
Beckkink: zie Bekkink
Beckman, Beckmans: zie Beekman
Becks: zie Beek, Beekman
Becks: zie Beek
BECKUM
Becman: zie Beekman
Becquer: zie Bekker
bed, ook bedden
bedankbrief
bedanken
beddegoed
beddekast
beddepan
bedelaar
bedelaarsdoelen: zie bedelaar
bedelaarswijf, ook bedelares, bedelaresse enz.
bedeling, bedeeling
bedevaart
bediende
bediening
bedlinnen
bedpeluw
bedrijfsleider
bedrijfsongeval
Beeck: zie Beek
Beecker, Beeckers: zie Beuker
Beeckink: zie Bekkink
Beeckman, Beeckmans: zie Beekman
Beecks: zie Beek
beëdiging, beediging
Beefftink: zie Beeftink
BEEFTINK
beëindiging kerkelijke functie
beëindiging kerklidmaatschap
beek
BEEK, ook Beeck, Beken, Beks enz.
BEEKBERGEN, ook Bekbergen enz.
BEEKER
BEEKHOVEN
Beekhuis: zie Beekhuizen
BEEKHUIZEN, ook Beekhuis enz.
Beekhuysen, Beekhuyzen: zie Beekhuizen
Beekink: zie Bekkink (en Dierkink)
BEEKMAN, ook Baakman, Backman, Beekmans, Boekman, Buekman enz.
Beekmans: zie Beekman
Beeks: zie Beek
BEEKWEVER, ook Beekwevers enz.
beeldenstorm
BEEM
been, beenaandoening, beenkwaal, beenongemak,
benen, kwaad been enz.
beenhakker
Beenen: zie Benen
BEENHULST
BEER
BEERDHUIS, ook Beerdhuys, Beerthuys enz.
BEERHORST
BEERLINK, ook Baerlings, Boerlings enz.
Beerman, Beermans: zie Bierman
BEERNE
BEERNINK
Beernts: zie Berends
Beerntschot: zie Berenschot
Beerntsen, Beers, Beersen: zie Berends
Beert (als voornaam): zie Bernardus
Beertje (als voornaam): zie Berendina
Beerts, Beertz: zie Berends
Beesd: zie Beest
BEESMAN, ook Beesmann enz.
Beesmann: zie Beesman
beest, beesten enz.
BEEST, ook Best enz.
beesten: zie beest
Beesten: zie Beest
BEESTHORST, ook Klein Beesthorst enz.
BEETS, ook Betz enz.
BEEUW
BEEUWKES
Beftink: zie Beeftink
BEGEMAN
BEGGELDER
begraafboek
begraafbriefje
begraafplaats
begrafenis
begrafeniskosten
begrafenisondernemer
begrafenisonderneming
begraven
begroting
behanger
behangersknecht
beheer
beheerder
Behm Wentholt: zie Wentholt
Behnen: zie Benen
behoefte, behoeftige, behoeftigen, behoeftigheid
enz.
behoud
BEHR
behuizing
behuwdbroeder
behuwdvader
behuwdzoon
behuwdzuster
Beier: zie Beyer
Beieren: zie Beyeren
BEIERENLAAN
Beierink: zie Beyerink
Beiers: zie Beyer
BEILOOS, ook BEYLOOS enz.
Beimans: zie Bieman
BEINS
BEINUM, ook Beynum enz.
BEISTER, ook Biesters, Byster enz.
beitel
bejaarden
bejaardencentrum
Bejer: zie Beyer
Bek: zie Beek
Bekbergen: zie Beekbergen
beken: zie beek
Beken: zie Beek
bekendheid
BEKENSCHOT, ook Beekenschot
BEKENUTTE, ook Bekkenutte enz.
BEKER
bekeuring
Bekhorst: zie Boekhorst
Bekink, Bekken: zie Bekkink
Bekkenkamp: zie Bettekamp
Bekkenutte: zie Bekenutte
BEKKER, ook Baeker, Beckers, Beckkers,
Becquer, Bekkers enz.
BEKKERINK, ook Beckerink enz.
Bekkers: zie Bekker (en Bakker)
BEKKINK, ook Beckink, Beeckink, Bekink,
Bekken enz.
Bekman, Bekmans: zie Beekman
Beks: zie Beek
BEKVELD
Bekynk: zie Bekkink
BEL
belangen
belasting, belastingen
belastingcontroleur
belastingontvanger
BELDER
beledigende uitdrukkingen, beledigende woorden:
zie belediging
belediging, beledigende uitdrukkingen,
beledigende woorden
belening
Belgen: zie België
BELGIE
BELKUM
BELLAARD
BELLEGA
Bellegoes, Bellegoors: zie Bellega
Bellinchaven, Bellinckhaeven: zie Bellinkhaven
Bellingwoude: zie Bellinkwoude
BELLINKHAVEN
BELLINKWOUDE
BELLO
beloning
BELT
Belterman: zie Bulterman
BELTINK
Beltinks: zie Beltink
BELTJES, ook Bieltjes enz.
BELTMAN
BELTRUM
belijdenis
Bemel: zie Bemmel
Bemen, Bemener: zie Bemer
BEMER, ook Beemer, Bemen, Bemener enz.
BEMMEL
Bemmel Luyck, Bemmelen: zie Bemmel
BENDER
Bendern: zie Bender
BENDIX
BENEDENBUURT
BENEDENDORPSEWEG
BENEDICTUS
beneficiën
benen: zie been
BENEN, ook Beenen, Behnen enz.
Benenberg, Benenburg: zie Bonenberg
BENGEVOORD, ook Bengevoort enz.
Bengevoort: zie Bengevoord
Benink: zie Bennink
BENJAMIN
BENNEKOM
BENNEMAN
Bennik, Benniks: zie Bennink
BENNINK, ook Benink, Bennik enz.
benoeming
BENSCHOP
Bense: zie Bensel
BENSEL, ook Benzel enz.
Bensink: zie Bentink
Benssel: zie Bensel
BENTELMAN
Bentem: zie Bentheim
BENTHEIM, ook Bentem, Benthem enz.
Benthem, Benthum: zie Bentheim
BENTINK, ook Bensink, Bentzink enz.
BENTINKSTEEG
Bentum: zie Bentheim
BENTVELD
Bentzink: zie Bentink
Benzel: zie Bensel
bepoting
Berbé: zie Berben
BERBEN
Berbice: zie Rio de Berbice
BERCHEM
Berck, Bercke, Berckel, Bercken: zie Berken
Berckelder: zie Berkelder
Berckum, Bercum: zie Berken
BERENDHOUS
BERENDONK
Berendpas: zie Berenpas
BERENDS, ook Baarends, Barends, Barentsen,
Beerends, Beerndsen, Beerntsen, Beerts,
Beertz, Berendse, Berendsen, Berndsen, Berns,
Berntsen, Berntz, Berntzen, Brands, Brandse,
Brandsen, Brantsen enz.
Berendschot: zie Berenschot
Berendse: zie Berends
Berendts-: zie Berends
BERENPAS, ook Berendpas enz.
Berenpashoek: zie Berenpas
BERENSCHOT, ook Berendschot,
Kleynberenschot enz.
BERENSKLEIN
Berents: zie Berends
Berentschot: zie Berenschot
Berentse, Berentsen, Berentz-: zie Berends
Berfgeef: zie Borggreven
BERG, ook Bergh, ’s-Heerenberg enz.
Bergbos: zie Bergerbos
BERGEIK
BERGEL
Bergelslag, Bergelslagh: zie Bergerslag
Bergem: zie Barchem
BERGEN
BERGEN OP ZOOM, ook Bergen Zoom enz.
Bergenschlagh, Bergenslag: zie Bergerslag
BERGENTHEIM
Bergenthuyn: zie Bergentheim
BERGER, ook BERGERS enz.
BERGERBOS, ook Bargerbos, Bergbos enz.
Bergers: zie Burgers (zie ook Berger)
BERGERSLAG, ook Bergerslagh enz.
Bergervoet, Bergervoort: zie Bergevoet
BERGEVOET, ook Bergervoet, Bergervoort,
Bergevoert enz.
Bergeyk: zie Bergeik
Bergh: zie Berg
BERGHEGE
BERGHEM
Berghse Broek
Berghse lenen
BERGHUIS, ook Berghuizen enz.
Berghuys: zie Berghuis
BERGKOTTE
BERGMAN, ook Bargeman, Bargerman,
Bargmans enz.
BERGPOORT
BERGSMA
BERGSTEDE
Bergstedenn: zie Bergstede
BERGSTRAAT
bergwerker
berk: zie berken
BERKEL
Berkelaar, Berkelaer: zie Berkelder
BERKELDER, ook Berkelaar enz.
Berkelders, Berkeler-: zie Berkelder
Berkelschipper
berken, berk
BERKEN, ook Bercum, Berkum enz.
BERKENHOVE
BERKENPAS, ook Berkepas enz.
BERKENSTOK
Berkepas: zie Berkenpas
Berkeraers: zie Berkelder
BERKERIE
Berkers: zie Berkerie
Berkestok: zie Berkenstok
BERKHOF, ook Berkhoff, Birkenhoven enz.
Berkhoff: zie Berkhof
Berkhout: zie Tedink Berkhout
BERKINK, ook Berking enz.
Berkom, Berkum: zie Berken
BERLAGE
BERLICUM
Berlin: zie Berlyn
BERLYN, ook Berlin enz.
berm
BERN
Bernard-: zie Berends
BERNARDUSKERK
BERNDES
Bernds-, Berndts-: zie Berends
BERNEN
Bernink: zie Beernink
Berns-: zie Berends
Berntschot: zie Berenschot
Berntsen, Berntzen: zie Berends
beroep
beroeping
berouw
BERT
Bertels, Bertoltss: zie Bartels
Bertens: zie Barten
BERTHRAY
BERTRAM
BERTRAND
BERVE
BERWER
BES
beschaard laten
beschadiging
bescharen
beschrijving
besef
beslapen
Beslink: zie Besselink
besloten jachttijd
besluit
BESOYEN
bespoediging
BESSELDER
Besselers: zie Besselder
BESSELINK, ook Bisselink enz.
BESSELS, ook Besselsen enz.
Besselse: zie Bessels
BESSEM
BESSINKPAS
BEST
bestek
besteller
bestemming
BESTEN
BESTERDKERK
bestrijding
bestuur
bestuurder
bestuursbode
betaalmiddel
betaling
BETHLEHEM
BETHRAY
BETH SAN
Betouw: zie Betuwe
betrekking: zie ondergeschikte betrekking
betrouwbaarheid
BETRUM
Bets: zie Beets
BETTEKAMP, ook Battekamp, Battenkamp,
Bekkenkamp, Bettenkamp enz.
Bettenkamp: zie Bettekamp
BETTERT
BETTINK
Betuw: zie Betuwe
BETUWE, ook Betouw, Betuw enz.
Betz: zie Beets
Beucker, Beuckers, Beuckert: zie Beuker
BEUGEL, ook BöGEL, Buchel, Büchel enz.
Beugels: zie Beugel
Beugevoort: zie Beukevoort
Beuhel, Beuhl: zie Buil
Beuink: zie Buunk
Beuitink: zie Buitink
beuk, beuken, beukenbomen enz.
Beukel: zie Beukels
BEUKELAAR
Beukelaer: zie Beukelaar
BEUKELS
beuken, beukenbomen: zie beuk
BEUKENBORG
Beukenhorst: zie Boekhorst
BEUKER, ook Becker, Beucker, Beuckers,
Beuckert, Beukers, Beukkert, Bocker, Boekers,
Bokkers, Bucker enz.
BEUKERINK
Beukers, Beukes: zie Beuker (en Boekhorst)
BEUKEVOORT, ook Beugevoort, Bueckevoort
enz.
BEUKHOF
Beukker, Beukkers: zie Beuker (en Boekhorst)
Beulen: zie Boelen
BEULINK, ook Beulingen, Bolink, Bullingen
enz.
BEUMER, ook Boemer, Böhme, Bomers,
Buemer, Buimers enz.
BEUMER MIDDELHOVEN
Beumken: zie Beumkes
BEUMKES, ook Beumken enz.
Beunck, Beunink: zie Buunk
BEUNINGEN
BEUNINGSTRAAT
Beunink, Beunks: zie Buunk
BEURNEIKE
beurs
BEURS
beurtschip
beurtschipper
BEUSE
Beuseken, Beuseker: zie Boeseken
BEUSEKOM, ook Beusekamp, Beusichem,
Beuzekamp, Beuzichem enz.
Beusichem: zie Beusekom
Beusink: zie Bussink
BEUSKER, ook Beuseker enz.
Beustink: zie Buitink
Beutink: zie Buitink
Beutingsteeg: zie Buitinksteeg
Beuytink: zie Buitink
Beuzekamp, Beuzekom: zie Beusekom
Beuzink: zie Bussink
bevelhebber
BEVER
BEVERLEI
BEVERLO
Beverly: zie Beverlei
BEVERMAN
Bevermans: zie Beverman
BEVERMEYER
Bevers: zie Bever
BEVERWYK
bevestiging
beving
bevrijder
bewaarder
bewaarplaats
bewaarschool
bewaarster
bewaren
bewaring
beweging: zie afscheidingsbeweging,
rustverstorende beweging enz.
beweiding
bewerking
bewoonbaarheid
bewijs
BEYER, ook Beier enz.
BEYEREN, ook Bayern, Beieren enz.
BEYERINK
Beyers: zie Beyer
Beyloos: zie Beiloos
beijman: zie bijenman
Beynum: zie Beinum
Beyrs: zie Beyer
Beyschoten: zie Byschoten
Beyyer, Beyyers: zie Beyer
BEZELHORSTWEG
bezembinder
BEZENRAAD, ook Besenraath, Bezenraath enz.
bezetting
bezigheid, bezigheden
bezirk: zie regeringsbezirk
bezit
bezorger: zie krankenbezorger
bezwaard zijn
bezwering
BIBEN
biddag
BIDDINK
Bieius: zie Binius
Biegs: zie Bygs
BIELDER
Bielefeld: zie Bieleveld, Byleveld
BIELEVELD, ook Bielefeld
Bieltjen, Bieltjens, Bieltjes: zie Beltjes
BIEMAN, ook Beimans, Byëman enz.
BIENEN
bier
BIER
bierbrouwer
bierdrinker
bieren: zie bier
bierhandelaar
bierhuishouder
bierkan
BIERMAN
Biermann: zie Bierman
bierton, biertonnen
biertonnen: zie bierton
BIESEN
Biesensteeg: zie Biezensteeg
Biester, Biesters: zie Beister, Bresser en Brester
BIESTHORST
BIETEMAN
bieten
Bieter: zie Bitter
Bietstap: zie Rietstap
Bietters: zie Bitter
Bieuinck, Bievink: zie Buvink
BIEZELINGE
biezen: zie pachtcontract
BIEZEN, ook Biesen enz.
BIEZENMOLEN
BIEZENSTEEG
BIEZENWEIDE, ook Bieze Weide enz.
BIFFINK
BIGGENDORP
BIK
BIKKER
BILDERBEEK, ook Billerbeek enz.
Bilevelt: zie Byleveld
BILJON
billet
Billonnien: zie Boulogne sur Mer
BILSTEIN
Bilsteyn: zie Bilstein
BILT
Bilties: zie Beltjes
Binckhorst: zie Binkhorst
BINGEN
BINGERDEN
Bingsbergen: zie Binsbergen
BINIUS, ook Bieius enz.
BINKHORST
BINNEMAN
Binnemans: zie Binneman
binnen: zie Keppel binnen
BINNENHEURNE
binnenlandse zaken
binnenmuurwerk
binnenstraat
BINNENVELD
Binneveld, Binneveldt: zie Binnenveld
Binsel: zie Bensel
BINSBERGEN, ook Biensbergen, Bingsbergen
enz.
BINSER
BINTEWEEG, ook Binteweg enz.
Binteweg: zie Binteweeg
BINTHORST
Binzer: zie Binser
Birkhoven: zie Berkhof
BIRTEN
bisbilles
Bischop: zie Bisschop
Bislich, Bislik: zie Bisslich
Bislink: zie Besselink
Bisman: zie Bosman
BISPERINK
bisschop
BISSCHOP, ook Bischop enz.
bisschoppelijk archief
Bisselik: zie Besselink en Bisslich
Bisselink: zie Besselink
BISSINK
BISSLICH
Bister, Bisters: zie Beister
BISTOR
BITEREY
BITTER, ook Bieter, Bitters enz.
Bitters: zie Bitter
Bivink: zie Buvink
BLAAR, ook Blare enz.
BLAASBALG, ook Blaasbalk
Blaasbalk: zie Blaasbalg
blaaspijp
Blaauwe Kamer: zie Blauwe Kamer
blaauwverver: zie blauwverver
BLADEL
BLAIR
blaker
BLANC, ook Leblan, Leblanc enz.
BLANKEN, ook Blank enz.
Blankenborg: zie Blankenburg
BLANKENBURG
BLANKENBYL
Blankenspoor: zie Blankespoor
Blankenstein, Blankensteyn: zie Blankestein
BLANKESPOOR, ook Blankenspoor enz.
BLANKESTEIN
Blankestyn: zie Blankestein
BLANKMAN
Blankmans: zie Blankman
BLANSAARD, ook Blansaart enz.
Blansaart: zie Blansaard
Blare: zie Blaar
BLARICUM, ook Blarikum, Bleerkum enz.
Blarikum: zie Blaricum
BLASIUSKERK
blauw
BLAUWE KAMER, ook Blaauwe Kamer enz.
BLAUWKAPEL
blauwverver, ook blaauwverver enz.
Bleckink, Bleckkink: zie Blekkink
BLECOURT
Blecur: zie Blecourt
BLEEK
BLEEKMAN
Bleercum, Bleerkum: zie Blaricum
Bleidenstein, Bleidenstyn: zie Blydenstein
Bleienberg: zie Blydenberg
Bleienstein, Bleienstyn: zie Blydenstein
bleker
BLEKERS
BLEKKINK, ook Bleckink enz.
Blekman: zie Blikman
Bleksche Poort: zie Bleksepoort
BLEKSEPOORT
BLES
Bless: zie Bles
BLEU
BLEUMER, ook Bleumers, Bloemers, Blommert,
Bluemer, Blumer enz.
Bleumers: zie Bleumer
BLEUMINK, ook Bloemink, Bluemink,
Bluimink, Blumink, Groot Bleumink, Groot
Bluemink, Klein Blumink, Kleyn Bluemink,
Kleyn Bluimink enz.
Bleyenberg: zie Bleienberg
Bleyenstein, Bleyenstyn: zie Blydenstein
Blicourt: zie Blecourt
BLIEK
BLIGNAUT
BLIKKENHORST
Blikkink: zie Blekkink
BLIKMAN, ook Blekman, Blekmans enz.
Bliksche Poort, Bliksepoort: zie Bleksepoort
blikslager
blikslagersknecht
blind: zie blinde
blinde, ook blind, buitenblind enz.
blindheid, blind
BLINKVLIET
Blitterswyck: zie Linden Blitterswyk
BLOEM, ook Bloemen, Blom enz.
Bloemarts: zie Bleumer
BLOEMBERG, Blombergen enz.
Bloeme, Bloemen: zie Bloem
BLOEMENDAAL, ook Bloemendal,
Blumenthal, Klein Bloemendaal,
Kleinbloemendaal enz.
Bloemendaals: zie Bloemendaal
BLOEMENDAALSEMOLEN
Bloemer, Bloemers, Bloemert, Bloemerts: zie
Bleumer
BLOEMHOF
Bloemink: zie Bleumink
bloemist
BLOEMKOLK
Blokhuis, Blokhuisen: zie Blokhuizen
BLOKHUIZEN
Blokhusen, Blokhuysen: zie Blokhuizen
BLOKLAND
BLOKZYL
Blom: zie Bloem
Blomberg, Blombergen: zie Bloemberg
Blommers: zie Bleumer
BLONK
BLOOMINGTON
BLOTENBURG
BLOYSTER
Bluemer, Bluemers: zie Bleumer
Bluemink, Bluimink: zie Bleumink
Blumendahl: zie Bloemendaal
Blumer, Blümer, Blumers: zie Bleumer
Blumink: zie Bleumink
Blummer, Blummers: zie Bleumer
Blunsaart: zie Blansaard
BLY
BLYDENBERG, ook Bleienberg, Bleyenberg
enz.
BLYDENSTEIN, ook Bleydenstein, Blydenstyn,
Blydestyn enz.
BLYDENVEEN, ook Bleyeveen enz.
Blydestein, Blydestyn: zie Blydenstein
Blyenberg, Blyenburg: zie Bleienberg
Blyenstein: zie Blydenstein
Blyenveen, Blyeveen: zie Blydenveen
BOBBINK
bochel, gebocheld
Bochel: zie Boehel
Bochold, Bocholdt: zie Bocholt
BOCHOLT, ook Bochold, Boekhold, Boekholt,
Boekhout enz.
Bocholte: zie Bocholt
BOCHOLTSTRAAT, ook Boekholdstraat,
Boekholtstraat enz.
BOCHT
BOCHUM
Bock: zie Bok
Bockenhorst: zie Boekhorst
Bockers, Böckers, Bockes: zie Beuker
Bockhorst: zie Boekhorst
Böckkers: zie Beuker
Bocktink: zie Boktink
Bocquet: zie Bouquet
BOD: zie Bodden
Bod: zie Bodart, Bodden
BODART
Bodde: zie Bodden
BODDEN, ook Bod, Bodd, Bodde enz.
bode
BODE
BODEGRAVEN
Bodelink: zie Buttelink
bodemvondst, bodemvondsten
Bodt: zie Bodden
Boecker, Boeckers: zie Beuker
Boeckholt: zie Bocholt
Boeckhorst: zie Boekhorst
Boeckkers: zie Beuker
boedel
boedelafstand
boedelbeschrijving
boedelhouderse
boedelscheiding
boedelverdeling
Boedsveld: zie Boesveld
BOEGMAN, ook Boegmans enz.
Boehel, Boehl: zie Buil
Boeitink: zie Buitink
boek
BOEK
boekbinder
boekdrukker
boekdrukkersknecht
Boekel: zie Beukels
Boekelaar, Boekelaer: zie Boekelder
BOEKELDER, ook Boekelaar enz.
Boekelers: zie Boekelder
BOEKELMAN, ook Bookelman enz.
BOEKELO, ook Boekeloo
Boekeloo: zie Boekelo
Boekels: zie Beukels
Boekers: zie Beuker
boekhandel
boekhandelaar
Boekholt: zie Bocholt
Boekholtstraat: zie Bocholtstraat
BOEKHOORN
Boekhors: zie Boekhorst
BOEKHORST, ook te B… enz.
boekhouder
Boekhout: zie Bocholt
boeking
boekjes
Boekkel, Boekkele: zie Bokkel
Boekker, Boekkers: zie Beuker
Boekman: zie Beekman
Boekors, Boekorst: zie Boekhorst
boekverkoper
boekweit
Boeland, Boelandt, Boelant, Boelants: zie Boland
Boelard: zie Boellart
BOELEE
Boelem (als voornaam): zie (Jacobus Boelem)
Heins
Boelen, BOELEN, Boell: zie Buil (en Huender)
BOELHOUWER
BOELLART
Boellen: zie Buil
(Rosen) Boem: zie Rozeboom
Boemer, Boemers: zie Beumer
BOENDER
Boenink: zie Buunk
boer
BOER, ook BOUR, BOERS enz.
BOERBEEK
Boerbeeks: zie Boerbeek
BOERBOOM, ook BOEREBOOM,
BOURBOOM enz.
BOER DEINUM
Boereboom: zie Boerboom
Boereman, Boeremans: zie Boerman
boerenarbeider
boerenknecht
boerenleenbank
boerenwerk
boerenzoon
Boerhaavelaan: zie Boerhavelaan
BOERHAVELAAN, ook BOERHAAVELAAN
enz.
boerin
Boerkes: zie Borkes
Boerlings, Boerlink: zie Beerlink
BOERMAN
BOERMISTROVA
BOERRICHTER, ook BOERRIGTER enz.
Boerrigter: zie Boerrichter
Boers: zie (Baars en) Boer
BOERSHOF, ook BOERSHOFF enz.
Boershoff: zie Boershof
BOERSKAMP
BOERSTAL
BOERVIANT
Boerviants, Boervyant-: zie Boerviant
boerwerker
Boes: zie Bos
Venderick Boes, Vendrich Boes: zie
Venderbosch
BOESCHOTEN
BOESE, ook BOEZE enz. (cf. BEUSE
(samenvoegen!))
Boeseke, Böeseke, Boeseken: zie Beusekom
Boesewinkel: zie Boswinkel
Boeshuys: zie Boshuizen
Boesink (?): zie Buvink
Boesmans: zie Bosman
Boess: zie Bos
BOESTEN
BOESTINK
BOESVELD, ook BOETSFELT, BOSVELD,
BOUSVELT enz.
Boesvelds, Boesveldt, Boesvelt, Boesvelts: zie
Boesveld
Boeswinkel: zie Boswinkel
boete
BOETSELAAR, ook BUTSELAAR,
BUTSELER, BUTZELAAR enz.
Boetsveld, Boetsvelt: zie Boesveld
BOEVE, ook BOEVé enz.
Boevé: zie Boeve
BOEVELD, ook BOEVELDT, BOEVELT enz.
Boeveldt, Boevels, Boevelt, Boevelts,
Boevelveld: zie Boeveld
Boevenslagh: zie Bovenslag
Boevink: zie Buvink
Boeytink: zie Buitink
Boeze, Boezen: zie Boese
BOGAARD
Bogel, Bögel, Bögels: zie Beugel en Nerink
(Bögel)
Bogt: zie Bocht
Böhel: zie Buil
Bohlen: zie Boelen
Böhme, Böhmer, Böhmers: zie Beumer
Bohrkes: zie Borkes
Bohtlingk: zie Rochlink
Boickhorst: zie Boekhorst
Boichoirst, Boickhorst: zie Boekhorst
Boie: zie Baaien
Bois: zie Dubois
Boisink, Böisink: zie Bussink
BOITEN
Boitink: zie Buitink
BOK, ook BOCK, BUCK enz.
BOKELMAN
Bokhorst: zie Boekhorst
BOKKEL
BOKKEL HUININK
BOKKEL TRICHT
BOKKEN
BOKKENBURG
Bokker, Bökkers, Bokkers: zie Beuker
Bokkink: zie Boktink
BOKS, ook BOX enz.
BOKSLAG
BOKTINK, ook BOCKTINK, BOKKINK enz.
BOL, ook BOLL enz.
BOLAND, ook BOELAND, BOLLAND, BOOLANDT enz.
Bolands, Bolandt, Bolandts, Bolant, Bolants: zie
Boland
Bolcks Hoff: zie Bolkshof
BOLDER, ook BOLDEREN, BOLDERT enz.
Bolderen: zie Bolder
BOLDERIK, ook BOLDERICK enz.
BOLDERMAN
Boldert: zie Bolder
Boldewin, Boldewyn, Bolduin: zie Boudewyn
BOLGERYEN
BOLGERYSE MOLEN
Bolink: zie Beulink
Boljon: zie Bouillon
BOLK
BOLKSHOF, ook BOLCKS HOFF enz.
Boll: zie Bol
Bolland: zie Boland
BOLLEN
BOLLENBAKKER
Bollman-: zie Bolman
Bollwerck: zie Bolwerk
BOLMAN, ook BOLLEMAN, BOLLMAN enz.
BOLSENBROEK
BOLSWARD
Bolswert: zie Bolsward
Bolte, Bolten: zie Bulten
BOLTHOF
Boltink, Böltink: zie Bultink
Bolvelt: zie Boesveld
Bolwanks, Bolwark, Bolwerck: zie Bolwerk
BOLWERK, ook BOLWANKS, BOLWARK,
BOLWERCK enz.
BOLWIENDER, ook BOLWIERDER enz.
Bolwierder: zie Bolwiender
BOM
Bomans, Bomas: zie Bouwman
bombardier
Bombergen: zie Bambergen
bomen: zie boom
Bomer, Bömer, Bomers, Bömers: zie Beumer
Bömers Middelhoven: zie Beumer Middelhoven
BOMERS
Bomgers: zie Bongers
BOMHOF
Bomleart: zie Boellart
Bommel, BOMMEL: zie Zaltbommel
BOMMELERWAARD
BOMMENAAR
BOMMESEY
bomontploffing: zie mijnscherf
Boms: zie Bongers
BOMTHUIS
Bomthuijs: zie Bomthuis
BON
Bönck: zie Buunk
bond: zie protestantenbond
Bond, Bondt: zie Bont
BONELLO
bonen
BONEN
BONENBERG, ook BEENENBERG,
BENENBERG, BONENBURG,
BONNENBERG enz.
BONENBURGERLAAN
BONENKAMP
Bonenkampbitter
Bones: zie Boon
bonestaak, bonenstaak, bonenstaken, bonestaken
enz.
bonestaken: zie bonestaak
BONGA
Bongards: zie Bongers
BONGENAAR
BONGERD, ook BONGERT enz.
BONGERDSTUK, ook BONGERSTUK enz.
BONGERS, ook BONGARDS, BONGERTS enz.
BONGERSHOF
BONGERSSTRAAT
Bongerstuk: zie Bongerdstuk
Bongert, Bongerts: zie Bongers
BONIFATIUSKERK
Bonis: zie Boon
Bonnenberg: zie Bonenberg
BONNEVAL
Bonnink: zie Bonnink
Bönninghausen: zie Bonninkhuis
BONNINK
BONNINKHUIS, ook BöNNINGHAUSEN enz.
Bonnis: zie Boon
BONNUER
Bonnus: zie Boon
bons
BONT, ook BOND, BONDT, BONTE enz.
BONTAN
BONTEBRUG, ook BONTE BRUG enz.
Bontenackels: zie Bontenagel
BONTENAGEL, ook BONTENACKELS enz.
BONTINK
Bonus: zie Boon
Booans: zie Boland
Boode: zie Bode
boodschaploper
Boogers: zie Bogaard
Boogert: zie Viaansedyk in de Boogert
BOOGMAN
Booi, Booje, Booy, Booyen: zie Baai
Booke (?): zie Boole
Bookelman: zie Boekelman
Bookhold-, Bookholt-: zie Bocholt
Boolan-: zie Boland
BOOLE
BOOLTINK
boom, bomen
BOOM, ook BAUM, BOOMS enz.
Boomans: zie Bouwman
BOOMBERGEN
boomgaard
BOOMGAARD
Boomgaart: zie Bogaard en Boomgaard
BOOMHOF
Boomhoff: zie Boomhof
BOOMHOUWER
BOOMKAMP
Booms: zie Boom
boomvruchten
BOON, ook BONES, BONIS, BONNIS,
BOONEN, BOONS enz.
Boonen: zie Boon
Boonks: zie Buunk
BOON MES, ook BOON MESCH
Boon Mesch: zie Boon Mes (en Mes)
Boons: zie Boon
BOONZAAIER, ook BOONZAAYER, BOON
ZAYER enz.
Boonzaayer, Boon Zayer: zie Boonzaaier
boord, aan boord enz.
Boorgaerde: zie Bogaard
boot
BOOT
bootsgezel
Booy: zie Baai
Bor: zie Borren
BORBECK
Borch, BORCH, VAN DER BORCH: zie
Terborg
BORCHARD, ook BORCHERT, BURCKARD,
BURCKART enz.
Borck: zie Bork
Borckelo, Borckeloo: zie Borculo
Borcken, Borckens: zie Boekhorst
Borcken: zie Borken
Borckens, Borckers, Borckes: zie Borkes
Borckhorst: zie Boekhorst
Borcks: zie Boekhorst en Borkes
Borcks, Borckus: zie Borkes
BORCULO
Borcus: zie Borkes
bord, borden
borderel
bordon
BOREE
BOREEL
Boreus: zie Borkus
borg
borgstelling
Borg: zie Bork en Terborg
Borgemeester: zie Burgemeester
Borgerhoff: zie Burgerhof
Borgers, Börgers: zie (Boekhorst, Borkes en)
Burgers
Borgerschlag: zie Bergerslag
Borgert: zie Bongers
Borges: zie Borkes
Borggraaf, Borggraef, Borggraeve, Borggreef,
Borggreve: zie Borggreven
BORGGREVEN, ook BERFGEEF, BORGGRAAF, BORGGRAEF, BORGGREEF,
BURGGRAAF, BURGGRAAFF, BURGGRAFF, BURGGREEF enz.
BORGHEES
Borghman-: zie Borgman
Borghuis: zie Berghuis
Borgkes: zie Borkes
BORGLENGHEL
BORGMAN
BORGMEYER
BORGNES
Borgonje: zie Bourgonje
Borg Steinfurt: zie Steinfurt
borgstelling
borgtocht
BORK, ook BORG, BORKE enz.
Borke: zie Bork
BORKEN, ook BURKEN enz.
Borkens: zie Boekhorst en Borkes
BORKES, ook BORCKES, BORGES, BORKENS, BORKUS enz.
BORKINK, ook BURKINK enz.
Borkops, Borkus: zie Boekhorst en Borkes
BORN
BORNAEUS
BORNE
BORNERBROEK
Borns: zie Bongers
Borrel: zie Borren
BORREN, ook BOR enz.
borst, borstaandoeningen, borstklachten,
borstkwaal, borstkwalen, kwade borst enz.
borstaandoeningen: zie borst
borstel
borstelfabrikant
borstelmaker
borstkanker, borstklachten, borstkwaal,
borstkwalen, borstziekten: zie borst,
lichaamsgebreken, ziekten enz.
bos
BOS, ook BOSCH, BOSKE, BUS enz.
Bosavld: zie Boesveld
BOSBOOM, ook BOCHSBOOM, BOSBOOM
WILDT, BOSCHBOOM enz.
Bosboom Wildt: zie Bosboom
Boscapel: zie Boskapel
Bosch: zie Bos, Hertogenbos, Laarderbos,
Venderbosch enz.
Boschboom: zie Bosboom
Boschen: zie Bos
Boschenschmidt: zie Bussensmid
Boscher, Boschers, Boschschers: zie Busser
Boschman: zie Bosman
Bosenschmidt: zie Bussensmid
Boschfeld, Boschfelt: zie Boesveld
Boschman: zie Bosman
Boschveld, Boschvelt: zie Boesveld
BOSGOED
BOSHART, ook BOSSHART enz.
BOSHOVEN
Boshuis, Boshuisen, Boshuisje: zie Boshuizen
BOSHUIZEN, ook BOSHUIS, BOSHUYS,
BOSHUYSJE enz.
Boshuys, Boshuysen, boshuisje, Boshuys,
Boshuysje, Boshuyzen: zie Boshuizen
Bösink: zie Bussink
BOSKAMP
BOSKAPEL, ook BOSCAPEL, BOSCH
CAPPELLE enz.
Boskasy: zie Nakken
Boske: zie Bos
BOSMAN, ook BOSCHMAN, BOSSMAN,
BUSCHMAN enz.
Bosmans: zie Bosman
BOSPOORT
Boss: zie Bos en Ingenbosch
BOSSAARD, ook BOSSCHAARD enz. (vgl. ook
BOSHART en BUSSER)
Bosschaerd: zie Bossaard
Bosschar, Bosscher, Bosschers: zie Busser
Bosse, BOSSE: zie Bos
Bossen...: zie Bussen...
BOSSENBROEK
Bossensmid: zie Bussensmid
Bosshart: zie Boshart (zie ook Bossaard)
Bosshuisen, Bosshuysen: zie Boshuizen
Bossink: zie Bussink
bosslag
Bossman: zie Bosman
Bosveld, BOSVELD: zie Boesveld
BOSVOGEL
boswachter
BOSWINKEL, ook BOESEWINKEL,
BOESWINKEL enz.
Bot: zie Both
boter
BOTER
boterfabriek
BOTERHUT
botermaker
BOTERSTRAAT
BOTH, ook BOT enz.
BOTLOON
BOTSCHOEFER
Botse: zie Botsen
BOTSEN, ook BOTZE, BOTZEN enz.
Botsveld: zie Boesveld
BOTTERAM
Botterop: zie Bottrop
BOTTICHER, ook BöTTICHUIS enz.
Bötticher, Böttichuis: zie Botticher
Bottop: zie Bottrop
BOTTROP
Botze, Botzen: zie Botsen
Boubroek: zie Rouwbroek
BOUCHER
Boucum: zie Bochum
BOUDEWYN, ook BOLDEWYN,
BOUWDEWYN enz.
BOUDIER
Bouhaus, Bouheus, Bouhus: zie Bouwhuis
BOUILLON
BOUKS
BOULEMAN
Boulogne sur Mer
BOUMA
Boumaens: zie Bouwman
Boumans, Boumant: zie Bouwman
Boumeester, Boumeister: zie Bouwmeester
Bouneveel (?): zie Bonneval
Bounhuis: zie Bouwhuis
BOUQUET
Bour: zie Boer
Bourboom: zie Boerboom
Bourgondiën: zie Bourgonje
BOURGONJE
BOURICIUS
BOURNONVILLE
BOUS
BOUTON
Boutonnet:: zie Bautonet
bouw
BOUW
Bouwdewyn: zie Boudewyn
BOUWENS, ook BOUWENSCH enz.
Bouwensch: zie Bouwens
BOUWER
Bouwers: zie Bouwer
bouwerij
Bouwes, Bouweys: zie Bouwhuis
bouwgeld
bouwhoeve
bouwhof
BOUWHOF
BOUWHORST
BOUWHUIS, ook BAUHAUS, BOUHAUS,
BOUHEUS, BOUHUIS, BOUWEYS enz.
bouwing
bouwknecht
bouwland
Bouwlanden
bouwman
BOUWMAN, ook BOMAS, BOUMAN,
BOUWMANS enz.
Bouwmans: zie Bouwman
bouwmansknecht
bouwmanszoon
BOUWMEESTER, ook BAUMEISTER,
BOUMEESTER enz.
bouwplaats
bouwplaatsje
bouwvergunning
bouwvrouw
bouwweide
Bovekamp: zie Bovenkamp
Bovelt: zie Boeveld
BOVENBUURT
BOVENDORP
BOVENEIND
Bovenend: zie Boveneind
BOVENKAMP, ook BOVEKAMP enz.
bovenlandse wagens
BOVENSLAG
BOVENSTAL, ook BAVENSTAL enz.
BOVENSTRAAT
BOVEN-YSSEL, ook BOVENYSEL,
BOVENYSSEL, DEPARTEMENT VAN
DEN BOVEN-YSSEL enz.
Box: zie Boks
BOXEM
BOXMA
BOXMEER
Boye: zie Baai
Boyink: zie Buunk
Boytink: zie Buitink
Braadhorst: zie Braathorst
BRAAFHART
BRAAK, ook BRAAKE, BRAKE, BRAKER
enz.
Braake: zie Braak
Braakel: zie Brakel
BRAAKHORST
BRAAKMAN
BRAAM, ook BRAANT, BRAMEL, BRAUMEL
enz.
BRAAMBERG
Braambergs: zie Braamberg
BRAAMKAMP
Braampt, Braams: zie Braam en Braamt
BRAAMT, ook BRAAMPT enz.
Braant: zie Braam
BRAAT
Braathart, Braathorst: zie Braafhart
Braband: zie Brabant en Noord-Brabant
BRABANT
Braeck: zie Braak
Braeckel: zie Brakel
Braeckhorst: zie Braakhorst
Braek: zie Braak
Braem, Braemel, Braems, Braemt, Braham,
Brahm: zie Braam (zie ook onder de
plaatsnaam Braamt)
Braickell, zie Brakel; zie ook bron 5580226a
Brake: zie Braak
BRAKEL, ook BRAAKEL, BRAECKEL,
BRAICKELL enz.
Braker: zie Braak
Bramel, Brampt: zie Braam en Braamt
Brams: zie Braam
brand
BRAND
brandassurantiemaatschappij
Brande: zie Brand
Branden: zie Berends
Brandenberg: zie Brandenburg
BRANDENBURG, ook BRANDENBARG,
BRANDENBORG enz.
brandende lamp
brandend vuur
BRANDER
BRANDERHORST, ook BRANDHORST,
BRANTHORSTenz.
branderknecht
brandgeld
brandgevaar
BRANDHOF
Brandhorst: zie Branderhorst
brandhout, brandhouten
BRANDKAMP
brandmerk: zie brandmerken
brandmerken
brandreglement
Brands: zie Berends
brandschadeverzekering: zie brandverzekering
Brandse, Brandsen: zie Berends
BRANDSENBORG
Brandsenborgh: zie Brandsenborg
BRANDSGOED
BRANDSMA
BRANDSMAPLEIN
brandspuit
Brandssen, Brandt, Brandts, Brandtse, Brandtsen:
zie Berends
brandverzekering, ook brandschade-verzekering
brandweer
brandwonden
brandijzer
Bransen, Branssen, Branten: zie Berends
Branthorst: zie Branderhorst
Branthsguet: zie Brandsgoed
Brants, Brantsen, Brantssen: zie Berends
Brants gued: zie Brandsgoed
BRAS, ook BRASSE enz.
BRASGEURDEN
BRASKAMP, ook KLEIN BRASKAMP enz.
BRASSARD
Brasse: zie Bras
Brauer, Brauers: zie Brouwer
Braumel: zie Braam
Braumkamp, Braumkamps: zie Braamkamp
Bräungen (voornaam) = Bräungen (zie Mozes)
BRAUT
Brauts: zie Braut
Brauwer, Brauwers: zie Brouwer
BRAVEN
BRECHTE
bred (= bord)
BREDA
BREDELAAR, ook BREDELAR, BREELER,
BREILER, BRELER, BRYLER
Bredelar: zie Bredelaar
Bredenbach: zie Breitenbach
BREDENBROEK, ook BREEDENBROECK,
BREEDENBROEK enz.
BREDENOORD
BREDERO
Brederode: zie Bredero
BREDEVELD, ook BREEDVELD enz.
Bredeveldt, Bredevelt: zie Bredeveld
Bredevoord: zie Bredevoort
BREDEVOORT, ook BREDEVOORD enz.
Bredvelt: zie Bredeveld
BREE
Breedenbach: zie Breitenbach
Breedenbroeck, Breedenbroek: zie Bredenbroek
breedtegraad
Breedveld: zie Bredeveld
Breeler: zie Bredelaar
Breemer: zie Bremer
Brees (:?): zie Bree
BREESCHOTEN, ook BRESCHOTEN
BREGGEN
Breier: zie Breyer
Breiler: zie Bredelaar
Breintjes: zie Brentjes
breischool
BREITENBACH, ook BREDENBACH,
REITENBAGH enz.
BREK
Brekveld: zie Bretveld
Breler: zie Bredelaar
BREMEN
BREMENKAMP
BREMER, ook BREEMER, BREMERS enz.
Brenck, Brencke: zie Brinke
BRENDANUSKERK
Brendel: zie Brundel
Brendjens, Brendjes: zie Brentjes
Brengenberch: zie Bringenborg
BRENNER
BRENNINKMEYER
BRENTJES, ook BREINTJES, BRENDJES enz.
BRES
Breschoten: zie Breeschoten
BRESEMAN, ook BRESEMANN enz.
BRESKENS
BRESLAU
BRESSER
BRESSTRAAT
BREST
Brester: zie Bresser, Biester
BRESTMAN
BRETVELD, ook BREKVELD, BRETFELT,
BRETVELT enz.
Breuenissen: zie Bruens
BREUER
Breuers: zie Breuer
BREUKELAAR, ook BREUKELDER,
BREUKELER, BREUKKELAAR,
BRUKKELDER enz.
Breukelder, Breukeler: zie Breukelaar
BREUKELDERHOF
BREUKELEN
BREUKER, ook BREUKERS, BROKERS enz.
Breukers, Breukes: zie Breuker
BREUKINK, ook BREUKING enz.
BREULIE
Breunes, Breunessen, Breunis, Breunissen: zie
Bruens
Breuyel: zie Bruil
brevet
BREVET
BREYER
BRICHEAU
BRIEDEE
brief
briefje
BRIEG
BRIEL, ook BRIELLE enz.
Brielle: zie Briel
Briene: zie Brienen
BRIENEN, ook BRIENE enz.
BRIER ARTUS
BRIERS
brieven: zie brief en brievenbrievenbesteller
brievenbode
brievengaarder
brievenpost, ook brievepost
brievenpostillon
brigadier
brigadier titulair: zie brigadier
BRILMAN
Brinck, Brincke, Brincken, Brincker, Brinckers,
Brincks: zie Brink
Bringenberg: zie Bringenborg
BRINGENBORG, ook BRENGENBERCH,
BRENGENBORG, BRINKENBERG enz.
Bringenburg: zie Bringenborg
BRINK, ook BRINCKEN, BRINCKS, BRINKE,
BRINKEN, BRINKS, KLEINBRINKE, TEN
BRINKE, VAN DEN BRINK enz.
Brinke: zie Brink
Brinkenberg, Brinkenborg: zie Bringenborg
Brinker: zie Brinkers
BRINKERKAMP
BRINKERLAND
BRINKERS, ook BRINKER, BRINKERT enz.
Brinkert: zie Brinkers
BRINK EVERS
Brinkfoort: zie Brinkvoort
BRINKHEURNE
BRINKHOF
BRINKHORST
BRINKHUIS, ook BRINKHUIZEN,
BRINKHUYS enz.
Brinkhuizen, Brinkhuys: zie Brinkhuis
BRINKMAN
BRINKMEYER, ook BRINKSMEYER enz.
Brinks: zie Brink
Brinksmeyer: zie Brinkmeyer
BRINK VOLGERS
BRINKVOORT, ook BRINKFOORT
BRISSINK, ook PRISSING enz.
BRIT, ook: BRITT enz.
Britt: zie Brit
Brock, Brocken, Broeck, Broecke: zie Broek
Broeckhuysen, Broeckhuyzen: zie Broekhuizen
broederdienst
broederskinderen
Bröeil: zie Bruil
broek
BROEK, ook BROCKEN, BROEKE enz.
Broeke: zie Broek
BROEKENSTUK, ook BROEKENSTUCK enz.
BROEKER, ook BROEKERS, BROEKKER enz.
Broekers: zie Broeker
BROEKGAARDEN
broekgespen; zie document 8201009a
BROEKHEES, ook BROEKHEESCH,
BRUKHEES enz.
Broekheese fundatie: zie Broekhees
BROEKHOF
Broekhorst: zie Boekhorst
BROEKHUIS, ook BROEKHUISEN,
BROEKHUIZEN, BROEKHUYSE,
BROEKHUYSEN, BROEKHUYSJE enz.
Broekhuys, Broekhuysen: zie Broekhuizen
Broekker, Broekkers: zie Broeker
BROEKKETEL
BROEKMAAT
BROEKMAN, ook BRUCKMANN enz.
BROEKSLAG, ook BROEKSLAGH enz.
Broekslagh: zie Broekslag
BROEKSTRAAT
broekweide, ook BROEKWEIDE
BROEKWILLER, ook BROEKWILDER enz.
Broemers: zie Bloemers
Broene, Broenen, Broens: zie Bruens
BROER, ook BROERE, BROERS enz.
BROERDYK
Broere, Broeren: zie Broer
BROERENKERK
BROERENSTRAAT, ook BROERESTRAAT
enz.
Broers: zie Broer
broertje
Broil, Broilen, Broils: zie Bruil
Brokke: zie Brokken
BROKKEN, ook BROKKE, BROKKER enz.
Brokker: zie Brokken
Brome (?): zie Boom
BROMMAN
Bronbeck: zie Bronbeek
BRONBEEK, ook BRONBECK enz.
Bronckhorst: zie Bronkhorst
BRONGERS
BRONKHORST, ook BRONCKHORST enz.
Bronner, Brönner: zie Brunner
Brons: zie Bruens
Bronsin, Bronsinck: zie Brunsink
Bronsveld: zie Brunsveld
Broock: zie Broek
BROOD
broodbakker
broodwinner, ook broodwinnaar
BROSHUIS
Brouwens: zie Bruens
brouwer
BROUWER, ook BRAUER, BROUWERS enz.
Brouwers: zie Brouwer
brouwersknecht
BROUWERSTEEG
Brouwr: zie Brouwer
BROWN
Brtveen: zie Ortvan
Bruckker: zie Breuker
Bruckman: zie Broekman
Brucks: zie ten Broek
BRUDEN
Bruechusen: zie Broekhuizen
Bruekellaar: zie Breukelaar
Bruen: zie Bruin en Bruens
Bruener: zie Brunner
Bruenink: zie Bruinink
BRUENS, ook BREUENISSEN, BREUNESEN,
BREUNESSEN, BREUNISSEN, BREUNS,
BROENS, BRONS, BRUINIS, BRUINISSEN,
BRUNISSE, BRUNISSEN, BRUNNISSEN
enz.
BRUINS, BRUNS enz., zie ook BRUIN
brug, ook bruggen enz.
BRUGGE
bruggeld
Bruggeman, Bruggemans: zie Brugman
Bruggen: zie Bruggink
BRUGGERS
BRUGGINK, ook BRUGGEN, BRUGINK enz.
brugknecht
BRUGMAN, ook BRUGGEMAN enz.
Brugmans: zie Brugman
Bruhn: zie Bruens
Bruiel: zie Bruil
Bruiens: zie Bruens
BRUIL, ook BREUYEL, BRUYEL, BRUYL
enz.
bruiloftsbieren
bruin
BRUIN, ook BRAUN, BRUYN, BRUYNE enz.
(cf. BRUENS)
BRUINDERINK
BRUINDERINKKAMP
BRUINENBERG, ook BRUNENBERG,
BRUNENBERGH, BRUYNENBURG enz.
Bruinenburg: zie Bruinenberg
BRUINHOEVE, ook BRUYNHOEF enz.
BRUINHORST, ook BRUYNHORST enz.
BRUINIER
BRUININK, ook BRUENINK, BRUNINK,
KLEIN BRUNINK enz.
Bruininks: zie Bruinink
Bruinis, Bruinisse, Bruinissen: zie Bruens
Bruins, BRUINS: zie Bruens
BRUINSMA
BRUINVIS
BRUIS, ook BRUIST enz.
Bruist: zie Bruis
Brukhees: zie Broekhees
Brukkelder: zie Breukelaar
Brukker: zie Breuker
Brukkink: zie Breukink
Bruksfoort: zie Bruksvoort
BRUKSVOORT, ook BRUXVOORT enz.
BRUMMELBOS
BRUMMELINK
BRUMMELKAMP
BRUMMELMAN
BRUMMELSTROET, ook
BRUMMELSTROETE enz.
Brummelstroete: zie Brummelstroet
BRUMMEN
Brun: zie Bruens en Bruin
Brunchorst: zie Bronkhorst
BRUNDEL, ook BRUNSEL enz.
Brune: zie Bruens en Bruin
Bruneberg: zie Bruinenberg
Brunekreeft: zie Brunnekreeft
BRUNEN, ook BRUENEN enz.
Brunenberg: zie Bruinenberg
Brunenkreef, Brunenkreeft: zie Brunnekreeft
Brunes: zie Bruens
Bruningkreef: zie Brunnekreeft
Bruningsen: zie Bruens
Brunink: zie Bruinink
Bruninkreef, Bruninkreeft: zie Brunnekreeft
Brunis: zie Bruens
Brunissen: zie Bruens
BRUNNE, ook BRUNNEN enz.
BRUNNEKREEFT, ook BRUNINGKREEF,
BRUNINKREEF enz.
Brunnen: zie Brunne
BRUNNER, ook BRONNER, BRUENER enz.
Brunnissen: zie Bruens
Bruns: zie Bruens
Brunsel: zie Brundel
Brunsenck: zie Brunsink
Brunsfeld: zie Brunsveld
BRUNSHORST
BRUNSINK
BRUNSMAN
Brunss: zie Bruens
BRUNSVELD, ook BRONSVELD,
BRUNSVELT enz.
BRUNSWYK
BRUNTINK
Bruntsink: zie Brunsink
BRUS, ook BRUSSE, BRUSSEN enz.
Brusch, Bruss, Brusse: zie Brus
BRUSSEL, ook BRUSSELT enz.
Brusselt: zie Brussel
Brussen: zie Brus
BRUSSENDYK
Brussink
brutaliteit
Bruuens: zie Bruens
Bruunderink: zie Bruinderink
Bruuns: zie Bruens
Bruuwer: zie Brouwer
Bruyl, Bruylen: zie Bruil
Bruyn: zie Bruens, Bruin, Oosten de Bruin,
Troostenburg de Bruin
Bruynderink: zie Bruinderink
Bruynenburg: zoe Bruinenberg
Bruynhoef: zie Bruinhoeve
Bruynier: zie Bruinier
Bruyns: zie Bruens
Bryler: zie Bredelaar
Buccker: zie Beuker
Buchel, Büchel: zie Beugel
Buchelen: zie Verbuchelen
Bucherus: zie Beuker
BUCHLER
Büchner: zie Buchner
BUCHNER
Buchorst: zie Boekhorst
Buck: zie Bok
Bucker, Buckers: zie Beuker en Boekhorst
Buckhorst: zie Boekhorst
Buckker, Buckkers: zie Beuker
Buddelink: zie Buttelink
BUDDENBROEK HETTERSDORF
Buddensiek: zie Budensiek
BUDDINK, ook BUDDINGH enz.
BUDENBEG
BUDENSIEK
Budenziek: zie Budensiek
Buecker: zie Beuker
Bueckevoort: zie Beukevoort
Buefink: zie Buvink
Bueiens, Bueink: zie Buunk
Buekman: zie Beekman
Buelen, Buelle, Buellen: zie Boelen
Buelloo, Bueloel, Bueloo: zie Bulo
Buenck, Buenink, Buenk: zie Buunk
Buerick, Buerik: zie Burik
Buerkes: zie Buurkes
Bueselman: zie Buisman
Buesink, Buessink: zie Bussink
Buevenck, Buevink: zie Buvink
Bueyink: zie Buunk
Bugchelen: zie Verbuchelen
BUGGENHAGEN
Buhel: zie (Wilhelmus) Boehel (1766) en Buil
Buicker-: zie Boekhorst
BUIDELMAN
BUIKSLOOT
BUIL, ook BOELEN, BöHEL, BULENS,
BUYEL enz.
BUILMAN
Buink, Buinink, Buink-: zie Buunk
buis
BUIS, ook BUYS, PUYS enz.
BUISKES
BUISMAN, ook BUESELMAN enz.
Buissienck, Buissienik: zie Bussink
Buisvelt: zie Boesveld
BUIT
BUITENBERG
buitenblind
buitengewoon ...
BUITENHAVEN
BUITENHUIS
BUITENOM
buitenvroedvrouw: zie stadsvroedvrouw en
vroedvrouw
BUITINK, ook BEUTINK enz.
Bukeborg: zie Beukenborg
Buker, Bukers: zie Beuker
Bukhorst: zie Boekhorst
Bukker, Bukkers: zie Beuker
Bulen, Bulens: zie Buil
Bulheem: zie Bethlehem
Bulloo: zie Bulo
BULO, ook BUELLOEL, BULLOO, BULOO
enz.
Buloes, Buloo: zie Bulo
BULSINK, ook BULTSINK enz.
BULT, ook TENBULT, TENBüLT enz.
Bulte: zie Bulten
BULTEN, ook BOLTEN enz.
Bultenslag-: zie Bulten
BULTERMAN, ook BELTERMAN,
BELTERMANS, BELTMAN enz.
BULTERS
BULTINK
Bultmans: zie Bulterman
Bultsink, Bulzink: zie Bulsink
BUMA
Bunck: zie Buunk
Bungartzhoff: zie Bongershof
Bunink: zie Buinink
Bunk, Bunks: zie Buunk
Bunnink: zie Buinink
Bunschooten: zie Bunschoten
BUNSCHOTEN
BUNSKOEKE
BUNT
Bunten: zie Bunt
Buntschoten: zie Bunschoten
Bunynck: zie Buinink
Burch: zie Burgt
Burchard: zie Borchard
Burchschwalbach: zie Burg Schwalbach
Burcht: zie Burgt
Burckard, Burckart: zie Borchard
BURDEHAERDIN
bureau
BUREL
BUREN, ook BUUREN, BUURREN enz.
burengerucht
Burg: zie Burgt (en Berg)
BURGEL
BURGELAAR
burgemeester
BURGEMEESTER
burgemeester en wethouders
burgemeesterij
Burgemeister: zie Burgemeester
burger
burgerdochter
BURGERHOF
burgerlijke gemeente
burgerlijk hospitaal
burgerlijke overheid
burgerlijke rechtsvordering
burgerlijk register
burgerlijke stand
Burgerlijk Wetboek
BURGERS, ook BORGERS, BURGER enz.
Burggraaf, Burggraff, Burggreef, Burghgraef: zie
Borggreven
Burgh: zie Burg
Burghard, Burghart, Burgharten: zie Borchard
BURGHORST
BURG SCHWALBACH
Burg Steinfurt, BURG STEINFURT: zie
Steinfurt
BURGSTRAAT
BURGT, ook BURCHT, BURG enz.
Burick: zie Burik
BURIK, ook BURRIK enz.
BURINK, ook KLEIN BURINK enz.
Burken: zie Borken
Burkink: zie Borkink
Burrik: zie Burik
BURTIG
BURTNER
Bus: zie Bos
inde Bus: zie Ingenbosch
BUSBROEK, ook GROOT BUSBROEK,
KLEIN BUSBROEK, KLEYN BUSBROEK,
KLEYN WUSBROEK enz.
Busch: zie Bos
Buscher: zie Busser
Buschman: zie Bosman
Busé: zie Busee
BUSEE, ook BUSé enz.
Buselder, Buser, Busers: zie Busser
BUSEWALD
Busgers: zie Busser
Busink: zie Bussink
Busken, Buskens, Buskers, Buskes, BUSKES,
Buskus: zie Busser
BUSLO
Busman: zie Bosman
Busscher, Busschers: zie Busser
Busschink: zie Bussink
BUSSENSMID
BUSSER, ook BOSCHER, BOSCHSCHERS,
BOSSCHER, BUSELDER, BUSER,
BUSGERS, BUSKEN, BUSKENS,
BUSKERS, BUSKUS, BUSSCHER,
BUSSCHERS enz.
BUSSERSLAG
Bussinck, Bussing: zie Bussink
Bussingsmit: zie Bosenschmidt
BUSSINK, ook BEUSINK, BUESINK, BUSINK
enz.
Bussinksmidt: zie Bussensmid
Bussman, Bussmans: zie Bosman
BUSSUM
Busveld: zie Boesveld
BUTER, ook BüTER enz.
BUTIN
BUTJES
Butselaar, Butseler: zie Boetselaar
BUTTE
BUTTELINK, ook BöDELINCK enz.
Butzelaar: zie Boetselaar
Buuink, Kleine Buuink: zie Buunk
BUUK
Buukers: zie Beuker
BUUNK, ook BEIIJENK, BEUJENK, BEUNCK,
BEUNINK, BEUNK, BOENINK, BOENINCK, BöONK, BUENK, BUININK,
BUNK, BUIJINK, BUYINK enz.
Buuren: zie Buren
BUURKES, ook BUERKES (= BORKES?)
BUURMAN
buurmeester
Buurren: zie Buren
buurschap, ook buurt, buurtschap enz.
BUURSE
BUURSINK
buurt: zie buurschap; zie ook Achterbuurt en
Silvoldse Buurt
buurtschap: zie buurschap
buurtweg
Buvinck, Buving: zie Buvink
BUVINK, ook BEUVINK, BEYEUINCK,
BIEVINK, BIVINK, BOEVINK, BUEVINK,
BYVINK, KLEIN BUEVINK enz.
Buvinks: zie Buvink
BUXDORF
BUY
Buyck: zie Buunk (en Buyks)
Buyel: zie Boelen
Buyes: zie Baaien
Buyenck, Buyink: zie Buunk
BUYKS
Buyl, Buyll: zie Boelen
Buync-: zie Buunk
Buynink: zie Buunk (en Buitink)
Buynk-: zie Buunk
Buys: zie Buis
Buysink, Buyssink: zie Bussink
Buytink: zie Buitink
BUZTERT
bijbel
bijbelvertaling
bijdrage predikantenopleiding
bijeenharken: zie harken
bijeenverzameling: zie dennenloof
bijeman: zie bijenman
Byeman: zie Bieman
bijenhouder
bijenman, ook bijeman, bijëman, bijman enz.
Byer, Byers: zie Beyer
Byester: zie Beister
Byeuinck: zie Buvink
bijgeloof, ook bijgelovig, bijgelovigheid enz.
bijgelovig(heid): zie bijgeloof
bijgenaamd: zie bijnaam
BYGS
BYL
Bylaard: zie Bylert
bijlagen
BYLAND, ook BILAND, BYLANDT, BYLANT
enz.
BYLERT, ook BYLAARD enz.
BYLEVELD
BYLTJE
Byltjens, Byltjes: zie Beltjes
bijman: zie bijenman en imker
bijnaam, ook bijnamen, bijgenaamd enz.
BYSCHOTEN
bijslaap
Byster, Bysters: zie Beister
BYTELAAR
BYTHOVEN
BYVANK
Byvink: zie Buvink
bijwerk
bijziendheid, bijziend
bijzonder schoolmeester
bijzondere strafgevangenis
Caal: zie Kaal
Caaltjes: zie Keultjes
Caarels: zie Kaal
Caatmans goet: zie Kaatmansgoed
Cabel: zie Kabel
Cabo Goede Hoop: zie Kaap Goede Hoop
cachet
cachetsnijder
CADENAU
CADZAND, ook Kadzand enz.
Caeltjes: zie Keultjes
Caemermans: zie Kamerman
Caermans: zie Kaarman
café
caféhouder
cafésluiting
CAILLEAU
calange
CALCAR, ook Kalkar enz.
CALGARY
CALIS
CALJON
Calkar: zie Calcar
CALLEGOED
Calles: zie Kals
CALLIXTUSKERK
CALOT
Cals, Calts: zie Kals
Calvermaetjen: zie Kalvermaatje
calvinisme
Camer: zie Kamer
Camerlinck: zie Kamerlink
Camerman, Camermans: zie Kamerman
Cammann: zie Kamman
camp de Billonnien
Camp, Campe: zie Kamp
Campen: zie Kampen
Camperdiek: zie Kamperdyk
CAMPHERBEK
CANADA
Canadees ...
CANAWAY
candidaat: zie kandidaat
Caninenberg, Caninnenberg: zie Konynenberg
canton: zie kanton
cantor
Capel, Capelle: zie Kapel
Capelle aan den Yssel: zie Kapelle Yssel
Capetti: zie Cappetti
Capon: zie Cappon
Cappele: zie Koppel
Cappelle: zie Kapel
CAPPETTI
CAPPON
CAPRI
capucijn
carabinier
CARAIBISCHE ZEE
CARDOL
CAREE
Carels: zie Kaal
CARLIER
carmeliet: zie karmeliet
Carmichel, Carmigel: zie Karmichel
CARO
CAROLUS, ook Carl, Karel enz.
CARON
carousselhouder
CARPENTIER
Carree: zie Caree
CARSTEN
CARTEN
cartularium
caserne: zie kazerne
Casperen: zie Caspers
CASPERS, ook Caspars, Kaspers enz.
Casperse, Caspersen, Caspes: zie Caspers
Cassander: zie Kassander
Casselder, Casselders: zie Ketelaar
Casterops, Casterup: zie Castrop
CASTLEDINE
CASTROP, ook Kasterop, Kasterup enz.
Castrup: zie Castrop
Cate: zie Kaat
catechisatie
catechismus
CATHARINAGASTHUIS
Cats, Catz: zie Kats
CAUDRI
cautie
cautiebriefje
CAVADINO
cavalier
CAVALIER, ook Cavelier enz.
Cavelier: zie Cavalier
Caventh: zie Convent
cazerne: zie kazerne
CBG
CEDERLAAN
Ceegers: zie Segers
CEELEN
CEELY
cel
CELEBES
Celle: zie Sellen
cellulair huis van arrest
Cely: zie Ceely
Cemper: zie Kemper
censuur
Cent: zie Centen
CENTEN, ook Cent, Sent, Senten enz.
Centraal Bureau voor Genealogie
centrifugist
certificaat van onvermogen
cessie
Ceunhorst: zie Keurhorst
Ceupen, Ceuper, Ceupers: zie Keuper
CHALLIE
CHAMARANT
CHARLOIS
Charloos: zie Charlois
CHARVET
chauffeur
chef-gemeenteveldwachter
CHERET
CHERIX
CHEVALIER, ook Chevallerau enz.
Chevallerau: zie Chevalier
chirurg, chirurgijn
chirurgijn: zie chirurg en chirurgijn-majoor
chirurgijn-majoor
chirurgijnsvrouw
Chrispens: zie Crispens
Christan: zie Christiaans
christelijk
christen, christenen
CHRISTIAANS, ook Christan, Christiaansen,
Christians enz.
Christiaanse, Christiaansen: zie Christiaans
Christus
chronische hoofdpijn: zie gedurige hoofdpijn en
hoofdpijn
CHURCHILLLAAN
Chut: zie Schut
Chyliam: zie Chyliam-Bertha Derks
CIELOOR
Cienhorst: zie Keurhorst
Cingelshoek: zie Lelieveld Singelshoek
CIO
cipier
cipiersknecht
circulaire
CIRKEL
civiel hospitaal
civiel wetboek
civique: zie régistres civiques
Claas, Claase, Claasen, Claasse, Claassen: zie
Klaas
Claepsink: zie Klaapsink
Claesen, Claessen, Claessens: zie Klaas
Clarisse: zie Clarys
CLARYS, ook Clarisse enz.
classicale aanmaning
classicale acta
classicale approbatie
classicaal bestuur
classicaal boek
classicale commissie
classicaal gezag
classicale goedkeuring
classicale indeling
classicale kosten
classicale synode
classicale toestand
classicale vergadering
classis
classis der Engelse predikanten
classis ordinair
classis Veluwe
classis Zutphen
claviger
CLEBAN, ook Cléban, Cleran enz.
Cleef, Cleeve, Cleefslant: zie Kleef
CLEFFIUS
Cleininck: zie Kleinink
CLEMENS, ook Clement enz.
CLEMENSKERK
Clement: zie Clemens
Cleran: zie Cleban
clerc: zie klerk
Clev: zie Reinhard
Cleve: zie Kleef
Cleverham: zie Kleverham
Cleymans: zie Kleinman
Cleyninck: zie Kleinink
CLICQUENNOI
Cloeck: zie Kloek
Clopper: zie Klopper
Closs: zie Klos
Clouten Oir
Cluitgen: zie Kloet
Clumpener: zie Klumpener
Clutten, Cluyten: zie Kloet
Cobes, Cobus, Cobussen: zie Koops
Cochemheim: zie Cochenheim
COCHENHEIM, ook Cochemheim enz.
Cock: zie Kock
Cockenheim: zie Cochenheim en Tenkink
Cocks: zie Kock
CODDE
code pénal (C.P.): zie Wetboek van Strafrecht
Coek, Coekinck, Coeks: zie Kok
Coelen: zie Kuil
Coelmate: zie Kolksmaat
Coenders: zie Koen
Coenen: zie Koen
Coenen (van der) Stroom: zie Koen en Stroom
Coenraads, Coenraadts, Coensen: zie Koen
Coerhorst: zie Keurhorst
Coerman: zie Koerman
Coernhorst: zie Keurhorst
Coers: zie Koers
Coerten: zie Koerten
COESE
COESVELD, ook Koesveld (cf. Koetsveld)
Coesveldstraat, Coesveldstraat: zie
Koetsveldstraat
Coesveldt, Coesvelt: zie Coesveld
Coets: zie Koets
Coeur: zie Keur
COEUTES
Coeverden, Coevorden: zie Koevorden en Ruis
cognomen
COHEN
Cok, Coks: zie Kok
Colberg: zie Kaalberg
COLBYN
Colderveen: zie Kolderveen
Coldewey, Coldewy: zie Koldewei
Colebrander, Colenbrander: zie Kolenbrander en
Hekkink Kolenbrander
Collaard, Collaerd, Collaert, Collart: zie Collaard
collatie
collatierecht
collatiestrijd
collectant
collecte
collectegeld
collecteren
Collee, Collée: zie Koller
college
Collen: zie Keulen
Collenberg: zie Kaalberg
Coller: zie Koller
Colln, Cölln, Cöln: zie Keulen
COLMSCHATE, ook Kolmschate enz.
COLSON
Colste, Colstee, Colsteeg: zie Kolsteeg
COLWAGEN
COLYN
COLYNWEG
Comans: zie Koeman
combinatie
comes
commandant
commies
commies der belasting
commies derde klasse
commies bij de in- en uitgaande rechten
commies te paard
commies ter secretarie
commissaris
commissaris der beurtschepen
commissaris van politie
commissaris ter recherche
commissaris der veerschepen
commissarius: zie commissaris en
justitiecommissaris
commissie
commissionair
commune
compagnie
compagnie curassiers
compagnie grenadiers
compagnie infanterie
compagnie landmilitie
compagnie mineurs en sappeurs
compagnie nationale infanterie
compagnie nationale militie
compagnie te paard
compagnie rijdende artillerie
compagnie te voet
componist: zie hofcomponist
COMPTE
Comte: zie Compte
CONCELAAR
concentratiekamp
conciliatie, conciliation
CONCOURT
concubine
Conders: zie Koen
conditie
conducteur
Coners: zie Koen
confessie
confiscatie
conflict
Conradi, Conradis, Conradtz, Conraetz: zie Koen
conrector
CONRINGH ROESSINGH
Conschoor: zie Cornegoor
conscrit
consent
consistorie
CONSTABLE, ook Konstapel enz.
CONSTANT
CONSTANTYNLAAN
constitutie
CONTANT
contanten
Conte: zie Compte
Content: zie Convent
contraboek
contract
contradictoir vonnis
controleur
controleur surnumerair
Convens: zie Convent
CONVENT
conventikelen
Convents: zie Convent
convooi
Coolberg: zie Kaalberg
Cooldeweij: zie Koldewei
Coolenbrander: zie Kolenbrander
Coolhaas: zie Koolhaas
Coolhof: zie Koolhof
Cools: zie Keulen
Coolwaay: zie Koldewei
Coolwyk: zie Leeuw Koolwyk
Cooman, Coomans: zie Koeman
COOMES
Cooper, Cööper: zie Keuper
coöperatieve landbouwvereniging
Coopman: zie Koopman
Coops: zie Koops
Coppendreijer: zie Koppendraaier
COPRAY
Cops, Cöps: zie Koops
COPYN
COQUET
Corbesier, Corbezier: zie Corbusier
CORBUSIER
CORDES
CORDEWYN
CORDOBA
cordonnier
CORELYE
cor Jesu
CORLE
CORNEGOOR, ook Conschoor, Karnegoor,
Kornegoor enz.
CORNEILLE
CORNELIS, ook Cornelisse, Cornelissen,
Kornelis, Knelissen enz.
Cornelisse, Cornelussen: zie Cornelis
cornet, ook kornet
CORNGIEBIL
Cornielje: zie Corneille
Corntges: zie Keurentjes
corps
corps mineurs en sappeurs: zie mineur en sappeur
corps rijdende artillerie
corps veldartillerie
correctie
CORREN
correspondentie
CORRII
Cors: zie Kosten
Corscamps, Corskamps: zie Koskamp
Corsten: zie Kosten
Cortbeeck: zie Kortbeek
Cortenberghe: zie Kortenburg
Cortinck: zie Kortink
Cost, Coste, Costen: zie Kosten
Coster, Costers, Costerus: zie Koster
Cottard, Cottart: zie Collaard
COTTONSTRAAT
Coufman: zie Kaufman
Couleman: zie Keuleman
Coumans: zie Koeman
Counders: zie Koen
courantenartikelen
COURON
COUROU
Cousin, Cousine: zie Kozyn
Cousman: zie Kaufman
COUSSEN
COUVEE
Couvents: zie Convent
Cox: zie Kok
C.P. (code pénal): zie Wetboek van Strafrecht
Craanen: zie Kranen
Craasenberg, Craassenberg: zie Kraassenberg
Craats: zie Kraats
Crachten: zie Kracht
Craemer, Craemers: zie Kremer
Craenen: zie Kranen
Craesenbargs, Craessenbergs: zie Kraassenberg
Craey: zie Kraai
Craeyenbrinck: zie Kraaienbrink
Craghten, Cragten: zie Kracht
Crajenbrinck: zie Kraaienbrink
Cramer, Cramers: zie Kremer
CRANAT
Crane, Cranen: zie Kranen
Cranendonck: zie Kranendonk
Crang: zie Krang
credentie
Creemer, Creemers: zie Kremer
Crefeld, Crefelt: zie Krefeld
Creil, Creils: zie Kreil
crematorium
Cremer, Cremers: zie Kremer en Pathuis
(Cremers)
CREPU LATERRIERE
Creuk, Creuse: zie Kroes
Creutzberg, Creutzburg: zie Kruisberg
Creyenbrinck: zie Kraaienbrink
Creveld: zie Krefeld
CREYGTHON
Creyl, Creyls: zie Kreil
Croese, Croesen, Croetz: zie Kroes
CRIPPERS
CRISPENS
CROISET
CROISIER
Crom: zie Krom
CROMMELO
CROMT
Cromwyk: zie Kromwyk
CRONDE
Cronnie: zie Kronnie
Croon: zie Kroon
Croonheim: zie Kroonheim
Croosen: zie Kroes
Crop: zie (Johanna) Kramp
Cropp: zie Kruip
Crousen: zie Kroes
Crouwers: zie Krouwer
CROY
CRUCIUS
Cruese: zie Kroes
Cruip: zie Kruip
Cruipenninck, Cruipinninck: zie Kruipennink
Cruiss, Cruissen, Cruse: zie Kroes
Crumers: zie Kruimer
Crupp: zie Kruip
Cruset: zie Croiset
Cruydpenning, Cruypenning: zie Kruipennink
Cuilemborg, Cuilemburg, Cuilenborg,
Cuilenburg: zie Kuilenburg
Cuilhof: zie Koolhof
Cuiper: zie Keuper en Kuiper
Culemborg, Culemburg, Culenborg, Culenburg:
zie Kuilenburg
cultivateur
cultiveren
Cuntz: zie Kunst
curassier, ook kurassier enz.
curator
curé: zie pastoor
cursus
CURTIUS
Custer: zie Koster
custerij: zie kosterij
custos
Cuulhof: zie Koolhof
Cuyck, Cuyk: zie Kuik
Cuylenborg: zie Culemborg
Cuypers: zie Kuipers
Cymes: zie Siemes
CYPRIANUS
CYRILLUS
Daagen: zie Degen
Daal, Daalen, Daalen Wetters: zie Dalen
Daales: zie Dales
DAALDERS
Daales, Daalles: zie Dales
DAALMAN, ook DAHLMAN enz.
Daals, DAALS: zie Dales
Daam, Daamen: zie Daams
DAAMS, ook Dame, Damen, Damme, Dammers
enz.
Daanen: zie Danen
DAAS
DAATSELAAR
Dael, Daeles: zie Dales
Daem: zie Daams en Dam
Daemen: zie Daams
dagboek
dagbouwer
dagelijkse werktijd
Dagen: zie Degen
daggeld
daghuurder
daghuurderse: zie daghuurster
daghuurster, ook daghuurderse
dagloner, ook dagloonder enz.
dagloneres
dagloon
dagloonster
dagvaarding
Dahles: zie Dales
DAHLHAUS
Dahlman: zie Daalman
dakdekker
dakraam
Dalem: zie Dalen
DALEN, ook Daalen, Daalen Wetters, Dale,
Dalee enz.
Dalen Wetters: zie Dalen
Dalers: zie Dales
DALES, ook Daals, Dalers enz.
Dalfren: zie Dalfsen
DALFSEN
DALMATIUS
DALSUM
Dalum: zie Dalen
dam
Dam: zie Daams
DAM, ook Dams enz.
DAMASUS
Damatius: zie Daams
dame
Dame, Damen, Dam~ers, Dames, Damesius: zie
Daams
dameskerkkoor
DAMHUIS
DAMKOT, ook Damkotte enz.
DAMMAN
Dammen
Dammers: zie Daams
Dams: zie Dam en Daams
Damstat: zie Kranen
DAMVELD
DANEN, ook Daanen enz.
DANGLOO
Daniel, Daniël: zie Daniels
DANIELS, ook Daniel enz.
dankdag
Dankers: zie Denkers
Dankermans: zie Donkerman
dansen
Dansenberg: zie Dunsenborg
dansmeester
DARPERS
Dartsen: zie Diersen
DAS, ook Dassen, Dossen enz.
DASHOF
Dashuys: zie Dofhuis
Dassen: zie Das
DASVELD, ook Dasvelt enz.
Dasvelt: zie Dasveld
DATHEEN, ook Datthyn enz.
Dathyn, Datthyn: zie Datheen
DAVE
DAVELAAR, ook Develaar enz.
David, Davidis: zie Davids
DAVIDS, ook David, Davidis enz.
DAVIDSON
Debbenck: zie Debbink
DEBBESHOEK
DEBBINK, ook Dibbink enz.
DEBISE
debiteur
decenaat
Deckers, Deckker, Deckkers: zie Dekkers
declaratie
decreet
DEDEL
Dedem: zie Didam
DEDEMSVAART
Dederichs, Dederiks: zie Dideriks
DEDERT
DEDOMAJE
dédommagement
Deegender, Deegeners: zie Degenaar
Deekelink, Deekerink: zie Dekkerink
deel
Deelen: zie Delen
deelgereedschap
deellamp
Deen, Deenen: zie Denen
Deersen: zie Derks
DEESKER, ook Deeskers enz.
Deeskers: zie Deesker
DEEST
DEETMAN
DEGARD
DEGELINK
DEGEN, ook Daagen, Daegen, Dagen, Degens
enz.
DEGENAAR, ook Deegeners enz.
Degenaers, Degender, Degeners: zie Degenaar
Degens: zie Degen
Dehne: zie Denen
DEIL
Deinse: zie Deinsen
DEINSEN
DEINUM
Dekelink: zie Dekkerink
deken
DEKEN REUVEKAMPLAAN
deker: zie dekker
Dekerink: zie Dekkerink
dekker
DEKKER, ook Deckers, Dekkers enz.
DEKKERINK
Dekkers: zie Dekker
DEKKERSKAMP
DEKKINK
dekmass
deksel
DELBROEK
DELDEN
DELEN, ook Deelen enz.
Delfhave: zie Delfshaven
DELFSHAVEN, ook Delfhave enz.
DELFT
DELFZYL
Delgado: zie Quero
DELLAR
DELLEMAN, ook Dellemann, Delman enz.
Dellemann: zie Delleman
DELLEMYN
Dellen: zie Dillen
Dellepoot, Dellepoort: zie Delpoort
Delman: zie Delleman
DELPOORT, ook Dellepoot, Dellepoort enz.
DELSINK, ook Dilsink enz.
DELTEYK
DELTOMBE
DELVEAUX
Delvoets: zie Dolvos
DELWICH, ook Delwig enz.
DELWYNEN
DEMERARY
DEMETER
DEMINI
DEMISSEAUX
DEMKES
DEMMINK
Demoed: zie Demoet
DEMOET, ook Demoed enz.
Demond, Demont: zie Mond
demontage
den: zie dennen
DENDEREN
DENEMARKEN
DENEN, ook Dehne, Déhne enz.
DENGERINK
denkelijk
DENKERS
DENNEBOOM
DENNEKAMP
dennen, ook den
DENNEN
DENNENBURG
Dennenkamp: zie Dennekamp
dennenloof, denneloof enz.
DENNENLUST
dennenscheren
Dennikhof: zie Denninkhof
DENNINKHOF, ook Dennikhof enz.
DENTZ
departement
departementaal bestuur
departementsdrukker
depossideren
depot
depotbataillon
depotcompagnie
deputatie
deputatierecht
deputatus
deputatus classis
deputatus synodi
Dercks, Derckse, Dercksen, Derckson, Dercx
enz.: zie Derks
derde bataillon
derde divisie
derde regiment
Derics, Deriks, Derix: zie Derks
Derk (voornaam) = Theodorus
Derken, Derkink: zie Derks
Derkje (voornaam) = Theodora
DERKS, ook Derkson, Derkssen, Dirksen enz.
Derkse: zie Derks en Dierkink
Derkse Voorst, Derksen Voorst: zie (Theodorus)
Voorst
Derkson, Derkssen: zie Derks
DERLASEN
DERMOND
Derpman, Derpmans: zie Dorpman
Derriks, Derriksen: zie Derks
Derris = Theodora (overtuigende bewijsplaats: zie
Ketel)
Derrix, Derrixen: zie Derks
dertien
Dervorst: zie Deurvorst
Derxsen: zie Derks
DERY
Desek: zie Desik
DESIK, ook Desek, Dezek, Dezik enz.
deskundige
Desmeth, de Smeth: zie Smits
DESSAU, ook Dessauw enz.
Dessauw: zie Dessau
Destervelt: zie Westerveld
detentie
Dethmar, Dethmer, Detmar, Detmer: zie Dithmar
Deubelink: zie Deuvelink
DEUGEWEERDT
Deuink: zie Duenk
Deuis: zie Duis; zie ook bron 673aa nr. 103
DEULINK, ook Döling enz.
Deunck, Deunink, Deunk: zie Duenk
Deurforst: zie Deurvorst
DEURINK
Deurnink: zie Doornink
DEURSEN
Deurvoorst: zie Deurvorst
DEURVORST
deurwaarder
deurwaardersexploit
Deuthaij: zie Thay
Deutschland: zie Duitsland
DEUVELINK, ook Deubelink enz.
Deuvelinks: zie Deuvelink
DEUX NETHES
Deuys: zie Duis
Develaar: zie Davelaar
DEVELWEG
DEVENTER
DEVENTERWEG
Dewenter: zie Deventer
DEYENBORG
DEYNEN
DEYNOOT
Dezek, Dezik: zie Desik
diaconaal ...: zie diaconiediaconessenhuis
diaconie
diaconiearmen
diaconiebestuur
diaconiefonds
diaconiegoederen
diaconiekamer
diaken
dialect
Diamandecou, Diamandekauw, Diamandekou:
zie Diamandekouw
DIAMANDEKOUW
Dibbes Westerhoud, Dibbes Westerwout, Dibbet:
zie Dibbets
DIBBETS, ook Dibbetz, Dibbetz Westerwout,
Dibbits, Dibbitte enz.
Dibbetz, Dibbez: zie Dibbets
Dibbink: zie Debbink
Dibbits: zie Dibbets
DICHTEREN, ook Digteren enz.
Dick: zie Dyk
Dicker, Dickers: zie Dieker
Dickman: zie Dykman
Dicks: zie Dyk
DIDAM, ook Dedem, Dydam enz.
DIDAMSEPOORT
Didamsche Poort: zie Didamsepoort
Didamsche Straat: zie Didamsestraat
DIDAMSESTRAAT
Diderichs, Diderik: zie Dideriks
DIDERIKS, ook Diederik, Diederink, Diedriks,
Dietrichs enz.
Diders: zie Dieters
Diecker: zie Dieker
Dieckink: zie Dierkink
Dieckman: zie Dykman
Diedam: zie Didam
Diedamsche Poort: zie Didamsepoort
Diedamsche Straat: zie Didamsestraat
DIEDENWEG, ook Oude Diedenweg
Diederichs, Diederiks, Diederink: zie Dideriks
Diedert: zie Dedert
diefstal
Diek: zie Dyk
DIEKER, ook Dicker, Diker, Dycker, Dyker enz.
Diekers: zie Dieker
Diekerscheid: zie Dikkenscheid
Diekink: zie Dierkink
Diekstra: zie Dykstra
Dielen, Diellen: zie Dillen
Dieltjens: zie Dieltjes
DIELTJES
DIEMEN
Diemer: zie Diemen
Diemond: zie Diemont
DIEMONT, ook Diemond enz.
dienaar, ook diender
dienaar van politie
Dienckelo, Dienkeloen: zie Dinkelo
diender: zie dienaar
diender van politie: zie dienaar van politie
dienst
dienstbaar, dienstbare
dienstbode
dienstknecht
dienstlieden
dienstmaagd
dienstmeid
dienstplicht
dienstverband
Diepenbrock, Diepenbroeck: zie Diepenbroek
DIEPENBROEK, ook Diepenbrock enz.
Diepennbroick: zie Diepenbroek
DIEPENBRUG
Diepenbrugge: zie Diepenbrug
DIEPENHEIM
Diepenhem: zie Diepenheim
DIEPENHORST
DIEPENMAAT
DIEPENS
DIEPENVEEN, ook Dieperveen, Diepeveen enz.
DIEPENVEENSEWEG
DIEPER
DIEPERINK
Dieperveen, Diepeveen: zie Diepenveen
Diepeveld: zie Diepveld
Diepsteeg, Diepsteegen: zie Diepstegen
DIEPSTEGEN, ook Diepsteeg, Diepstege enz.
DIEPVELD, ook Diepeveld enz.
dier
DIER, ook Dir enz.
DIERAS
Dierckink: zie Dierkink
DIEREN
Dierens: zie Dieren
Dierings: zie Dierink
DIERINK
Dierkenck, Dierkienck, Dierkinck: zie Dierkink
DIERKINK, ook Derkink, Dirkink enz.
DIERSEN, ook DARTSEN, DIERSSEN enz.
DIERSFORT
Dierssen: zie Diersen
Diesel: zie Dissel
DIESELWEERD
DIESERVEEN
Diesfeld, Diesfelt: zie Diesveld
DIESVELD, ook Diesfeld, Dietsveld, Dixvelt
enz.
Dieterichs, Dieteriks: zie Dideriks
DIETERS, ook Ditters enz.
DIETS
Dietsveld: zie Diesveld
Dietterichs, Dietteriks: zie Dideriks
Dietters, Diettiers: zie Dieters
Diettrichs, Diettriks: zie Dideriks
Dietz, Diez: zie Diets
DIEVELMAN
Digteren: zie Dichteren
DIKHORST
DIKKENBERG
DIKKENSCHEID, ook Dikkers, Dikkerscheid
enz.
Dikker: zie Dieker
Dikkers, Dikkerscheid, Dikkersscheid,
Dikkescheid, Dikkesscheid enz.: zie
Dikkenscheid
Dikman, Dikmann: zie Dykman
Diks: zie Dyk, Leenders Dyk
Dil: zie Dillen
Dilborg, Dilburg: zie Dillenburg
Dilden, Dilen: zie Dillen
Dilcamp: zie Dilkamp
diligentverklaring
DILKAMP
DILKORT
Dilkout: zie Dilkort
Dille, Dillem: zie Dillen
DILLEN, ook Dielen, Dil enz.
DILLENBURG
DILLENDONK
DILLESSEN
DILLEWICH
Dilsink: zie Delsink
Dimmedaal, Dimmedaals, Dimmedal,
Dimmedals: zie Dimmendaal
DIMMENDAAL, ook Dimmedaal, Dimmedal,
Dimmendal enz.
Dimont: zie Diemont
Dingelo, Dingeloe, Dingeloo, Dingelor, Dingloo:
zie Dinkelo
Dingslaken: zie Dinslaken
dingslieden
DINKELMAN
DINKELO, ook Dingelo, Dingloo, Dinkeloo,
Dinklo, Dinkloo enz.
Dinkeloo, Dinklo, Dinkloo: zie Dinkelo
DINSLAKEN, ook Dingslaken enz.
DINXPERLO
DINXPERLOSESTRAATWEG
diocees
diocesaan bestuur
DIONYSIUS
Dir: zie Dier
Dirckinck: zie Dierkink
directe belastingen
directeur
directeur-generaal
dirigent
Dirking, Dirkings: zie Dierkink
Dirksen, Dirkson: zie Derks en Dierkink
DIRKSLAND
Dirrics, Dirriks: zie Derks
DISBERGEN
DISPA
dispensatie
DISSEL, ook Diesel, Ditsel, Ditzel enz.
dissent
distels
distillateur
distributeur
district
districtscommissaris
Disveld: zie Diesveld
dit (F.)
Diters: zie Dieters
DITHMAR, ook Dethmar, Ditmar enz.
Ditsel: zie Dissel
Ditshuis: zie Ditshuizen
DITSHUIZEN, ook Ditzhuyzen enz.
Ditshuysen, Ditshuyzen: zie Ditshuizen
Ditter, Ditters: zie Dieters
Ditzel: zie Dissel
Ditzhuis, Ditzhuyzen: zie Ditshuizen
diversen
divisie
Dix: zie Dyk, Leenders Dyk
Dixfeld, Dixfelt: zie Diesveld
DOBBEL
DOBBELAAR
Dobelink: zie Deuvelink, Rabelink
docilis
Docter, Docters: zie Dokter
doctor
documentatie
DODEBIER
dode en levende
dode houtstukjes: zie houtsprokkelen
dodelijke ziekte
Dodenbier: zie Dodebier
dodenboek: zie (ook) dodenlijst
dodenlijst
DODEWAARD, ook Dodeweerd enz.
Dodeweerd, Dodeweerth: zie Dodewaard
DOEDEN
Doeink: zie Duenk
doek
doel
DOEL
doelen: zie doel
DOELEN
DOELENPOORT
DOENDEREN
Doenderiks, Doenderink: zie Doornink
Doendren: zie Doenderen
DOENEN
Doeppegieter: zie Duppegieter
DOERBEEK
Doernink: zie Doornink
DOES
Doesboerg: zie Doesburg
DOESBURG
Doesburgh: zie Doesburg
DOESSCHATE
DOETINCHEM, ook Deutighem enz.
Doetinchemse Inrichtingen: zie Doetinchem,
inrichting
DOETINCHEMSEWEG, ook Oude
Doetinchemseweg enz.
DOEVE REYER
DOEVEREN
DOFHUIS
Dofhuys: zie Dofhuis
dogmatisme
Döink: zie Dölink
DOKHOORN
DOKKUM
dokter
DOKTER, ook Docter, Dokters enz.
Dokters: zie Dokter
dol
Dol: zie Dul
DOLDER
Dolderen: zie Dolder
doleantie
dolerende kerk
Dolffs: zie Dolvos
DOLFYN, ook Dolphyn enz.
Dolink, Dölink: zie Deulink
Doll: zie Dul
Dollemans: zie Dolman
Dollevoets, Dollevos: zie Dolvos
DOLMAN, ook Dollemans enz.
Dolphyn: zie Dolfyn
DOLSTRA
DOLVOS, ook Delvoets, Dellevoets, Dollevoets,
Dollevos, Dolffs enz.
domeinen
domeinengrond
DOMHOF
domicella
DOMINICUSKERK
dominus
DOMMELEN
DOMPSELAAR, ook Domseler, Donselaar enz.
DON
Donck: zie Duenk
DONDERBERG
donderhamer
DONDERWINKEL
Donekamp: zie Doornekamp
DONGEN
DONIA
Donink: zie Doornink
DONIS
Donisi: zie Donnis
Donk: zie Duenk
DONKELAAR
Donker: zie Donkers
DONKERMAN
DONKERS, ook Donker enz.
DONKERSLOOT
DONKERSTEEG
DONKERVOORT
Donks: zie Duenk
Donne: zie Donner
DONNEBOSCH
Donnee: zie Donner
DONNER
Donnis: zie Donis
DONSBRUGGE
Donsbergen, Donsburgen: zie Dunsenborg
Donselaar: zie Dompselaar
Donsenberg: zie Dunsenborg
dood, dode
DOOD
doodextract
doodgeboren tweeling
doodgraver
doodregister
doodschieten
doodschulden
doodsoorzaak
doof, doofheid enz.
doofstom, doofstomheid
Doonderik, Doonderiks, Doonderink, Doondrik,
Doondriks: zie Doornik (plaatsnaam) en
Doornink (familienaam)
doop
doopbekken
doopbewijs
doopboek
doopceel
doopregister
doopsgezinden
doopweigering
Dooren: zie Doorn
Doorenkamp: zie Doornekamp
doorhaling
DOORMAN, ook Doormans enz.
Doormans: zie Doorman
Doormink: zie Doornink
doorn: zie kattendoorn
DOORN, ook Dooren, Doorne enz.
Doornburg: zie Doornenburg
Doorne: zie Doorn
DOORNEBOS, ook Doornebosch enz.
Doornebosch: zie Doornebos
DOORNEKAMP, ook Doorenkamp,
Doornenkamp, Donekamp enz.
Doornekamps: zie Doornekamp
DOORNEMAAL
DOORNENBURG, ook Doornburg enz.
doornenheggen
Doornenkamp: zie Doornekamp
Doornick, Doornicks, Doornik, Doorniks: zie
Doornik en Doornink
DOORNINK, ook Doornick, Doornicks, Doornik
enz.
Doornmaale: zie Doornemaal
Doornnink: zie Doornink
Doorntjes: zie Vorentjes
DOORNUM
Doorschodt, Doorschos: zie Doorschot
DOORSCHOT
DOORNSPYK
Doorspyk: zie Doornspyk
Doorvorst: zie Deurvorst
doorwerken
DOORWERTH
dopen
doper
DOPPEN
Döppen: zie Doppen
Dorberschaik: zie Harberschaik
DORDRECHT
Dörink: zie Deurink
DORISSEN
DORLAS
Dornick, Dornink: zie Doornink
Dornnemaal: zie Doornemaal
DORNSEIFER
Dornynck: zie Doornink
dorp
DORP, ook Dorper, Durper enz.
DORPBOER
Dorper: zie Dorp
DORPMAN
dorpsbode
dorpshuis
dorpsomroeper
dorpsschool
DORRESTEIN
Dorresteyn: zie Dorrestein
dorsen
dorsloon
dorsmachine
dorsmolen
Dorst: zie Dorsten
DORSTEN, ook Dorst, Durst enz.
DORSTHORST
dorsvlegel
DORT
Dorus: zie Teeuwsen (patroniem) of Theodorus
(voornaam)
Dorvoerst, Dorvorst: zie Deurvorst
Dossen: zie Dassen
douairière
DOUMEN
Douvejanes: zie Dovejan
DOVEJAN, ook Douvejanes enz.
Doys: zie Duis
draagton
draaier
DRAAIER, ook Draayer, Drajer, Drayer enz.
DRAANEN
DRABERS, ook Draebers, Droeber enz.
DRACHT, ook Dragt enz.
DRAFWINKEL
Dragt: zie Dracht
Drajer: zie Draaier
drank: zie slijter en sterke drank
Drayers: zie Draaier
DRAYTON
Dreefken: zie Rentmeesters Dreefken
Drees, Dreesen, Dreessen: zie Dries
Dreeven: zie Dreven
Drek: zie Dyk
DREKMAN
DREMPT
Dremt: zie Drempt
drenkeling
DRENTEL
DRESDEN
Dresen: zie Dries
DRESENWAGT
DREUMEL
DREUNINK
DREUX
DREVELSE VELD
DREVEN, ook Dreeven enz.
Drever, Drevers: zie Dryver
DRIE
DRIEBERGEN
Drieënhuizen: zie Driehuis
drieëntwintig
DRIEHARINGENPLAATS
driehonderd
DRIEHUIS, ook Drieenhuisen, Drieënhuizen,
Driehuizen, Drienhuijsen enz.
Driehuys Rabe: zie Driehuis
DRIEHUIS-WESTERVELD
Driek: zie Ryken
DRIEL
DRIES, ook Andriessen, Drees, Dreesen,
Driesen, Driessen enz.
Driesberg: zie Didam
Driesen: zie Dries
Driesjes: zie Drieskes
DRIESKES, ook Driesjes enz.
DRIEST
Drieuer, Driever: zie Dryver
Drilborg: zie Drilburg
DRILBURG
DRINGENBORG
drinken
drinkgelag
Drissens: zie Dries
Driver, Drivers: zie Dryver
DROBBENSLAG
Droeber, Droebers: zie Drabers
DROESBOOM
drogist
DROHTWARD
dronkenschap
Dropper, Droppers, Dröpper, Dröppers: zie
Drupper
Dropsee: zie Dropsie
DROPSIE, ook Dropsee enz.
drossaard: zie drost
drost, ook drossaard enz.
DROST, ook Droste, Drosten enz.
Droste: zie Drost
Drostenborg: zie Drostenburg
DROSTENBURG, ook Drostenbarg,
Drostenberg, Drostenborg enz.
DRU
Druesboom: zie Droesboom
drukker
drukkerij
Druppen: zie Drupper
DRUPPER
Druppers: zie Drupper
DRUTEN, ook Druyten enz.
Druyten: zie Druten
drijven
DRYVER, ook Drevers, Driever, Driver enz.
dubbele boete
dubbele ploeg
DUBERO
DUBOIS, ook Du Bois enz.
ducaat
DUCHART
Ducker, Duckers: zie Duker
Duckink: zie Dukink
Duden: zie Doeden
Dudock: zie Dudok
DUDOK
Dueckers, Dueker: zie Duker
DUENK, ook Deunk, Donck, Donks, Duink,
Duunk enz.
Duersvorst: zie Deurvorst
Duesberg: zie Duisburg
Duets: zie Duits
DUFFELINK
DUFFELS
duif, duiven
Duifels: zie Duffels
Duifje
DUIK
Duiker, Duikers: zie Duker
duim
DUIM
DUIMELAAR, ook Dümler, Duymelaar enz.
DUINEN, Duin enz.
DUIN MAASDAM
DUINSTEE
DUIS, ook Doys, Duss, Duys, Duysen enz.
DUISBURG, ook Duesberg, Duisberg enz.
DUISTERMAAT
DUISTERSTEEG
DUISTERVOORDE
DUITMAN
Duits
DUITS, ook Duets, Duitz enz.
Duitschland: zie Duitsland
Duitsen: zie Duits
Duitser
DUITSHOF
Duitshoff, Duitzhoff: zie Duitshof
DUITSLAND, ook Deutschland, Duitschland
enz.
DUITSMAN
Duitz: zie Duits
Duiuen: zie Duiven
DUIVEL
duivelbezweerder
DUIVEN
DUIZENDSTEEG
DUKER, ook Ducker, Duckers, Duiker enz.
DUKINK
DUL, ook Dull enz.
Dulcken, Dulgen, Dulk: zie Dulken
DULKEN, ook Dulcken, Dulgen, Dulk enz.
Dull: zie Dul
DULLAARD, ook Dullaert enz.
Dullaert: zie Dullaard
Dullemen: zie Dulmen
DULLEMOND, ook Dullemont, Dulmond enz.
Dullemont: zie Dullemond
DULMEN, ook Dullemen, Dulmers, Dulmes enz.
Dulmers, Dulmes: zie Dulmen
Dulmond: zie Dullemond
DUMEN
Dümler: zie Duimelaar
DUN
DUNDEE
Dunk: zie Duenk
DUNNEWOLD, ook Dunnewolt enz.
Dunnewolt: zie Dunnewold
DUNNINK NYHUIS
Dunsbergen, Dunsborgen: zie Dunsenborg
DUNSENBORG, ook Dansenberg, Dunsbergen,
Dunsbergh, Dunsborg, Dunsenberg enz.
DUPPEGIETER
Duppegieters: zie Duppegieter
Duran: zie Durant
DURANT, ook Duran enz.
DUREN, ook Duuren enz.
Durper: zie Dorp
DURSELEN
Durst, Dursten: zie Dorsten
Durvorst: zie Deurvorst
Dus, Duss: zie Duis
DUSSCHOTEN
Düsseldorff: zie Dusseldorp
DUSSELDORP
DUSSEN
Dutaay, Dutay, Duthay: zie Thay
DUTRY
Dutz: zie Duits
Duufke: zie Duifje
Duunk, DUUNK: zie Duenk
Duunsborg: zie Dunsenborg
duurte
Duwel: zie Duivel
Duycker: zie Duker
Duyffelink: zie Duffelink
Duyink: zie Duenk
Duyk: zie Duik
Duyker: zie Duker
Duymelaar: zie Duimelaar
Duyn Maasdam: zie Duin van Maasdam
Duys: zie Duis
Duysburg: zie Duisburg
Duysen: zie Duis
Duyshof: zie Duitshof
Duyts: zie Duits
dwaling
DWARS
Dweelgrau: zie Dweelgraven
DWEELGRAVEN, ook Dweelgrau enz.
Dyckman: zie Dykman
Dydam: zie Didam
Dyenborg: zie Deyenborg
dijk
DYK, ook Diek, Diks, Dikx, Dyke, Dyken enz.
dijkbode
Dykebosch: zie Dyksbos
Dyker, Dykers: zie Dieker
dijkgraaf
DYKGRAAF, ook Dykgraaff, Dykgraav enz.
Dykgraaff, Dykgraav: zie Dykgraaf
Dykhuis: zie Dykhuizen
DYKHUIZEN
DYKKAMP
DYKLAND
DYKMAN, ook Diekman enz.
dijkrecht
DYKSBOS, ook Dykebosch enz.
DYKSPAS
DYKSTRA, ook Diekstra enz.
Dykveld, Dyksveld: zie Diesveld
DYKWEVER
DYMAN
Dymont: zie Diemont
DYNSEN
DYST
Dytters: zie Dieters
EBBEKINK, ook Ebberink, Ebbrink enz.
EBBEN
EBBENHORST
EBBERINK, zie Ebbekink
EBBERS, ook Ebbersche enz.
Ebbink: zie Eppink
Klein Ebbink: zie de Wiel
Ebbrigh, Ebbrighs: zie Ebbers
Ebbrink: zie Ebbekink
Ebbrs: zie Ebbers
Eberhards: zie Everhard
EBERT
Ebink: zie Eppink
ecclesia
ECHT
ECHTELD
Echtelt: zie Echteld
ECHTEREN
echting
echtorder
ECK, ook Neck, Nek enz.
Eckelers: zie Eikelder
Eck en Wiel: zie Eck
Eckenck: zie Eggink
Eck en Wiel: zie Eck
Eckhoff: zie Eekhof
Eckkers: zie Ekkers
econoom
EDE
EDELHORST
EDELHORSTERSTRAAT
edelmogenden
Eden: zie Ede
EDERINK
EDERVEEN, ook Eereveen, Ereveen enz.
EDESEWEG
edict
EDUARDS
Eduwards: zie Eduards
Ee (familienaam): zie Ede
Eeckeler: zie Eikelder
Eeckhof, Eeckhoff, Eeckhoffs, Eeckhofs: zie
Eekhof
Eeckhold, Eeckholds, Eeckholt, Eeckhout: zie
Eekhout
Eeckinck: zie Ikink
Eecloo: zie Eekloo
eed
Eede, Eeden: zie Ede
eedsaflegging
eedsformulier
EEFDE
Eefsink: zie Eeftink
EEFTINK, ook Eefsink, Eftink enz.
eegden
Eegelienck, Eegelinck, Eegeling, Eegelings: zie
Agelink
Eegeren: zie Egeren
Eegginck, Eeginck: zie Eggink
EEK
Eekeren: zie Ekeren
EEKHEURNE
EEKHOF, ook Eckhoffs, Eeckholds, Eekhoffs,
Eikholt, Eykholt enz.
Eekhoff, Eekhofs, Eekhold, Eekholt, Eekhout: zie
Eekhof
EEKHUIS
Eekink: zie Ikink
EEKLOO, Eecloo enz.
Eekofs: zie Eekhof
EEL, ook Eele enz.
Eelderink, Eeldink: zie Aalderink
Eele: zie Eel
Eelsink: zie Elsink
Eeltink: zie Eltink
EEM
Eemers: zie Eimers
Eemsink: zie Emsink
EENDENKOOI
EENDRACHT
eenentwintigste predikant
Eengelbron: zie Engelbron
eenhandigheid
Eenhuisen: zie Eenhuizen
EENHUIZEN, ook Eenhuis, Eenhuisen enz.
Eenink: zie Enink
EENRUM
eenwinter
EEP
Eepe: zie Epe
eer: zie legioen van eer
EERBEEK, ook Eerdbeek enz.
eerbied
Eerdbeek: zie Eerbeek
Eerde, Eerden: zie Eerten
EERDMAN
Eerdmans, Eerdtmans: zie Eerdman
EERDWEG
Eerengveld, Eerentveld, Eerenveld: zie Erinkveld
Eereveen: zie Ederveen
Eerhard, Eerhart: zie Ehrhard
Eerinckveld, Eeringveld, Eerinkveld: zie
Erinkveld
Eerlichs, Eerligs, Eerlings: zie Eerlink
EERLINK, ook Eerlich, Eerlichs, Eerligh, Eerling
enz.
EERNISSE
Eerste: zie Eersten
EERSTEN, ook Eerste enz.
Eertmans: zie Eerdman
Eerlink: zie Eerligh
Eernst: zie Ernst
eerste aanleg: zie rechtbank van eerste aanleg
eerste assessor
eerste compagnie
eerste instantie
eerste luitenant
eerste luitenant-adjudant
eerste officier
eerste predikant
eerste regiment
eerste suppliant
EERTEN, ook Eerde, Eerden enz.
Eertsmans: zie Eerdman
Eertwegh: zie Eerdweg
Eeschoten: zie Eschoten
Eessink: zie Essink
EESTERMAN
Eevers: zie Everts
EFFINK
Efting: zie Eeftink
Efting Knippenborg, Efting Knippenburg: zie
Eeftink en Knippenborg
eg, eegden, eggen enz.
EGBERINK
Egbers: zie Egberts
EGBERTS, ook Egbers, Engbertsen enz.
Egberts: zie Egbers
Egchor: zie Ekgoor
EGDOM
Egelink: zie Agelink
EGEREN, ook Eegeren enz.
EGGE
Eggelink: zie Agelink
eggen: zie eg
EGGERS
Eggienk: zie Eggink
Egginghare: zie Eggink
EGGINK, ook Eeginck enz.
Eghkienk, Egink: zie Eggink
Eglink: zie Agelink
EGMOND, ook Egmond aan de Hoeve enz.
Egmond aan de Hoeve: zie Egmond
Ehrenfeld: zie Erinkveld
EHRHARD
EIBERGEN, ook EybergeN enz.
EIBERS, ook Eybers, Eybertsz enz.
Eichenouwer: zie Eikenhouwer
EIFFERT
eigenaar
eigen bank
eigendom
eigendomsrecht
eigengeërfden
eigenhorigen
Eigenhouwer, Eigenouwer, Eigenouwers: zie
Eikenhouwer
eigenwaarde
eigenwoningbezit
Eikel: zie Eikelder
EIKELDER, ook Eikel, Eikelen, Eikelhard,
Eykeln, Eykelhard enz.
Eikele, Eikelen: zie Eikelder
EIKELENBERG, ook Eikelberg enz.
EIKELENBOOM, ook Eikelboom enz.
EIKELENBOOMSEWEG
EIKELENBURGLAAN
Eikelhard: zie Eikelder
EIKELKAMP
eiken ...
EIKEN, ook Eekken enz.
eiken akkermaalshout
EIKENBULTEN, ook Ykenbulten enz.
EIKENDAL
EIKENHOF
EIKENHOUWER, ook Eichenouwer,
Eigenhouwer, Eigenouwers, Eisenhower,
Eygenhouwer, Felchenauwer enz.
eiken kist
Eikholt: zie Eekhof
EIKHORST
EIKMANLAAN, ook Eykmanlaan enz.
eiland
EILAND
EILANDER, ook Elands, Elans, Eylander enz.
EILBRACHT
EILDERS
EILOF
EIMANS
Eimbers, Eimeren: zie Eimers
EIMERS, ook Eemers, Eibers, Eimeren, Eimerts,
Eymbers, Eymers enz.
Eind: zie Einde
einde
EINDE
EINDHOVEN
Eindthoven, Eindthooven: zie Eindhoven
Einink: zie Enink
eis
Eischen: zie Ungern Sternberg
EISDEN, Eysden enz.
EISELIN
Eisenhower: cf. Eichenhauer, Eikenhouwer e.d.
EISINK, ook Eitink, Eysink, Eytink, Ising, Isink,
Itink enz.
Eisinks: zie Eisink
Eisman: zie Ysman
EIT
Eitink: zie Eisink
Ekelder, Ekeler: zie Eikelder
EKEREN, ook Eekeren enz.
EKGOOR
EKHORST
EKKERS
el: zie ellemaat
Elands, Elans: zie Eilander
ELARDS
Elberfeldt: zie Elberveld
ELBERGEN
Elberink: zie Aalberink
Elbers: zie Aalbers
Elberti: zie Alberti
ELBERVELD
Elborg: zie Elburg
ELBURG, ook Elborg enz.
ELDEN
Elderik: zie Eldrik
Elderink: zie Aalderink
Elders: zie Aalders
ELDIK
ELDRIK, ook Elderik enz.
ELEAZAR
elect
electie
electr-: zie elektrELERIE
elektriciteit
elektriciteitsbeambte
elektriciteitsbedrijf
Elferdink: zie Elferink
ELFEREN
ELFERINK, ook Alfrink, Elferdink, Elferkamp,
Elfferdink, Elfferich, Elfrink, Elverink enz.
Elferinkkamp, Elferkamp: zie Elferink
ELFERS, ook Elfvers, Elvers enz.
Elfferich, Elfferink, Elfrink: zie Elferink (en
Alferink)
Elfvers: zie Elfers
Eliesen: zie Elis
Elincks, Elink: zie Alink
ELIS, ook Eliassen, Eliesen, Elissen, Elizen enz.
ELISABETHGASTHUIS
Elise, Elisen, Elissen, Eliszen: zie Elis
ELK
ELKERMAN
ELKINK
Elkom, Elkum: zie Ellecom
ELLAART
Ellecamp: zie Ellenkamp
ELLECOM, ook Elkum, Ellekom, Ellekum enz.
Ellekamp: zie Ellenkamp
Ellekom, Ellekum: zie Ellecom
ellemaat, el
ELLENKAMP
ELLER
Ellerdink, Ellerink: zie Aalderink
ELLERMAN
Ellerts: zie Aalbers
Ellsen: zie Elsen
ELMENDORP
ELMENHORST WESTERMAN
Els: zie Elsen
ELSBERG, ook Elsbergen enz.
Elsbergen: zie Elsberg
Elsbos: zie Elsebos
ELSBROEK, ook Elsebroek, Elsenbroek,
Elzenbroek enz.
Elscamp: zie Elskamp
ELSCHOT, ook ELSSCHOT enz.
ELSDORP
ELSEBOS
Elsebroek: zie Elsbroek
ELSEMAN
ELSEN, ook Elzen enz.
ELSENAAR, ook Elzenaar enz.
Elsenbroek: zie Elsbroek
ELSENPAS
Elsepas: zie Elsenpas
ELSEVIER
Elsewaerd, Elsewaert: zie Elzewaard
Elshoeff: zie Elshof
ELSHOF, ook Elshoeff, Elshoff enz.
Elshoff, Elshoffs: zie Elshof
ELSINK, ook Ilsink, Iltink enz.
ELSINKHORST, ook Elsinghorst, Elzinghorst
enz.
ELSKAMP, ook Elscamp enz.
ELSKENS
Elslo: zie Elsloo
ELSLOO
ELSPAS
ELSPEET
Elssen: zie Elsen
Elsschot: zie Elschot
Elsshofs: zie Elshof
ELST
ELTEN, ook Eltenberg enz.
Eltenberg, Eltenerberg, Elterberg: zie Elten
ELTEX
ELTINK, ook Eeltink enz.
d’El Tombe: zie Deltombe
elucidatie
ELVENDORP
Elverdingen: zie Nypoort
ELVERICH
Elverink: zie Elferink
Elvers, ELVERS: zie Elfers
ELVERVELD, ook Elvervelt enz.
Elvervelt: zie Elverveld
ELYS
Elze, Elzen: zie Elsen
ELZEARIUS
Elzebos: zie Elsebos
Elzen: zie Elsen
Elzenbos: zie Elsebos
Elzenbroek: zie Elsbroek
Elzenpas: zie Elspas
ELZEWAARD
Elzink: zie Elsink
emaille
emailleerfabriek
emancipatie
EMBDEN, ook Emden, Emdre enz.
Embdre: zie Embden
Embrica: zie Wassenberg
Embrick: zie Emmerik
Emden, Emdre: zie Embden
EMELAAR
Emeler: zie Emelaar
emeritaat: zie emeritus-predikant
emeritus-predikant
EMICH
emigratie
Emint: zie Immink
EMMAUS
EMMENES
emmer, emmers
EMMER
Emmeric, Emmerick, Emmericks: zie Emmerik
EMMERIK, ook Emmerich, Emmerick, Emrik
enz.
Emmeriks, Emmerks: zie Emmerik
Emming, Emmings: zie Immink
Emolding
emolumenten
EMOND
EMPE
emptepollen
EMSBROEK
EMSINK
Enck: zie Enk
Enclaar: zie Enklaar
Ende: zie Einde
Endegeest: zie Gronsveld
ENDEMAN
Endemans: zie Endeman
Enden: zie Einde
ENDERS
ENDREN
enfermement: zie opsluiting
Eng: zie Enk
engagement: zie huwelijksengagement
ENGBERGEN, ook Enghbergen enz.
Engberink: zie Egberink
Engbers, Engberts: zie Egberts
Engel: zie Engelen
Engela: zie Ingelaat
ENGELAAK
Engelaakse graaf: zie Engelaak
ENGELAND
Engelbarts: zie Engelberts
ENGELBERTS, ook Engelbarts enz.
ENGELBRON, ook Engelbronn enz.
Engelbronn, Engelbrons: zie Engelbron
Engel: zie Engelen
ENGELEN, ook Engel enz.
ENGELENBURG
ENGELENHOVEN, ook Engelhoven enz.
ENGELGOOR
Engelhoven: zie Engelenhoven
Engelman: zie Engelsman
ENGELS
Engelse predikanten
Engels scheermes
ENGELSMAN, ook Engelman
ENGELVELD
ENGELWYK
Enghberts: zie Egberts
Enghuizen, Enghusen, Enghuzen: zie Enkhuizen
enigheid
ENINK, ook Eenink, Einink enz.
Eninks: zie Enink
ENK, ook Enck, Eng enz.
Enkelaar, Enkeler: zie Enklaar
ENKHUIZEN, ook Enghuizen enz.
ENKLAAR, ook Enkelaar, Inklaar enz.
enquêtecommissie
ENS
Enscheda: zie Enschede
ENSCHEDE
ENSE
ENSEN
ENSERINK, ook Enzerink, Groot Enserink enz.
ENSINK, ook Enxsink enz.
ENSLIE
ENSMAN, ook Ensmann
Ensmann: zie Ensman
ENST
Entekooy: zie Eendenkooi
ENTER
ENTEREN
ENTINK, ook Groot Entink, Klein Entink enz.
Enxsink: zie Ensink
Enzerink: zie Enserink
EPE
EPELSIMER
EPPELIAAN
EPPINK, ook Ebbink enz.
EPSE
EPSKAM
Erberfeld, Erberveld: zie Elberveld
Erbrynck: zie Erdbrink
Erculens: zie Erkelens
ERD
ERDBRINK, ook Arperink, Arpinck, Arpink,
Arpring, Erperink, Klein Arpelink, Klein
Arpink enz.
eredienst
Erenkveldt: zie Erinkveld
erentfest
ERENTRUI
Erentsen: zie Arends
Erentsveldt: zie Erinkveld
Ereveen: zie Ederveen
erf
erfdeel
erfdochter
erfgeld, ook erfgelden, ervegelden enz.
erfgenaam
Erfman, Erftman: zie Arfman
Erfort: zie Erfurt
erfpacht
ERFT
Erfts: zie Erft
erfuiterse
ERFURT, ook Erfort enz.
ERICHEM
Erincksveld, Eringfeld, Eringsveld, Eringveld: zie
Erinkveld
ERINKVELD, ook Eringsvelt enz.
ERK
ERKELENS, ook Eeckelens, Erculens enz.
erkenning
ERMELO
ERNINK
Erntsen, Erntzen, Ernsen: zie Arends
ERNST, ook Eernst, Ernsten enz.
Ernsten, Ernsts: zie Ernst
ERP, ook Erpen enz.
Erpeka: zie Arpeka
Erpen: zie Erp
ERPENBEEK
ERPINK
Errinckveldt: zie Erinkveld
Errissen: zie Arends
Ersts: zie Ernst
ERVE, ook Arve, Arwe enz.
ervegelden: zie erfgelden
erwten
Erynkvelt: zie Erinkveld
ES
Escaten: zie Eschoten
Escaut: zie Schelde
Eschaten: zie Eschoten
ESCHOTEN
ESCHWEILER
Esfeld: zie Esveld
ESHUIS
Eshuys: zie Eshuis
Eskens: zie Eskes
ESKES
ESKESWEG
ESMAN
ESMEYER
ESPELO
esquadron
Ess: zie Essen
ESSEBROEK
Esselenbroek: zie Esselinkbroek
ESSELINK
ESSELINKBROEK, ook Esselenbroek enz.
ESSELINKPAS
ESSEN
Essenbroek: zie Essebroek
ESSENSTAM
ESSER, ook Essers enz.
ESSERDEN (cf. Esteren)
Essers: zie Esser
Essestam: zie Essenstam
ESSEVELD, ook Essevelt enz.
Essevelt: zie Esseveld
ESSINK
Klein Essink: zie Essink
ESTEKING
ESTEREN
Esterop: zie Westerop
Esthof, Esthoven: zie Westhof
Estiezern: zie Yzerlo
ESTOR
ESTRIK
Estyser: zie Yzerlo
ESVELD, ook Esfeld, Esvelt enz.
Esvelt: zie Esveld
Esweiler: zie Eschweiler
etablissement
etenswaren
ETTEN
Ettense pastorielanden
Etterden: zie Netterden
Eubelink: zie Obelink
Eugelink: zie Agelink
EULER, ook Oehler, O"hler enz.
Eulink: zie Alink
Eunck, Euncks, Eunk, Eunks: zie Uenk
EUPEN, ook Oepen, Oopen, Open enz.
EUSEBIUSKERK
EUSTACHIUS
EUVELMAN
evangelisatie
evangelisch-lutherse godsdienst
evangelische school
EVEKINK
Evekinks: zie Evekink
EVEL
EVERDINGEN
Everdink: zie Everink
EVERHARD, ook Eberhardt, Everaards,
Everards enz.
EVERINK, ook Everdink enz.
Everinks: zie Everink
EVERLYN
EVERS, ook Evertsen enz.
Evers Busser: zie Evers en Busser
Evers Groenewoud: zie Groenewoud
Eversen, Evert, Everts, Evertse, Evertsen: zie
Evers, Brink Evers en Pelgrim Evers
EVERWENNINK, ook Everwennyncks enz.
EVERWYN
Ewick: zie Ewyk
EWYK
EXALTO ALMERAS
examen
examinatie
excellentie
excuus, excuseren
executeur testamentair
executie
exemplaren
exhauster
expeditie
expeditiekosten
exploit, exploot enz.
expositie
EXTER
extraordinair: zie (ook) buitengewoon
extraordinaire classis
extraordinaire opziener
Eybergen: zie Eibergen
Eybers, Eybertsz: zie Eibers
Eydinck: zie Idink
EYERBACH
Eygenhouwer: zie Eikenhouwer
EYINK
EYK
Eykel, Eykelder, Eykelers, Eykeln: zie Eikelder
Eyken: zie Nieten
Eykholt: zie Eekhof
Eykhorst: zie Eikhorst
Eykink: zie Ikink
Eylander: zie Eilander
Eylbracht, Eylbraght: zie Eilbracht
Eylders: zie Eilders
Eymans: zie Eimans
Eymbers, Eymers: zie Eimers
Eynde, Eynden: zie Einde
Eyndhoven, Eyndthoven, Eyndoven, Eyndtooven:
zie Eindhoven
Eysden: zie Eisden
Eyselman: zie Ysselman
Eysendoorn: zie Yzendoorn
Eysink: zie Eisink
Eysselman: zie Ysselman
Eyt: zie Eit
Eytink: zie Eisink
EZERMAN
Faas, Faassen: zie Vaassen
FABER
FABIANUS- EN SEBASTIANUSKERK
fabricage
FABRICIUS
fabriek
fabriekarbeider: zie fabrieksarbeider
fabrieksarbeid
fabrieksarbeider
fabriekskinderen
fabrieksknecht
fabrieksmeisjes
fabrieksopzichter
fabrieksreglement
fabrikant
fabrikantster: zie sajetfabrikantster
Fackes Plantinga: zie Plantinga, Takken
FAIVRE
Falck: zie Valk
FALKENHEIM
FALL
Falles: zie Fallus
FALLUS
FALTER, ook Felten, Felter enz.
Faltes, Faltus: zie Fallus
familiegraf
familienaam
familiekerkhof: zie Pasman, Slangenburg
familieraad
famuleren
Faro: zie Varoa
Farsfelt: zie Varsseveld
Farwyk: zie Varwyk
Fasbinder, Fassbinder: zie Vasbinder
Fasen: zie Vaassen
FAULEN
FAUPEL
FAUST, ook Foust enz.
FAYE
Feber, Febre: zie Lefeber
Fedder, Fedders: zie Vedder
Feendrick, Feendrik: zie Vaandrig
Feerbeek: zie Veerbeek
feestdag
feestgebouw
FEGERT
FEHRES
FEIKENS
FEIT, ook Feith, Feyt, Feyth enz.
Feith: zie Feit
FELBERT
Felden: zie Veld
Felderhoff: zie Velderhof
Feldkamp: zie Veldkamp
Fels: zie Vels
Felten, Felter: zie Falter
Feltharst, Felthorst: zie Veldhorst
FELTZ
FEND
Fenderbosch: zie Venderbosch
Fenderich, Fenderijck, Fendrich, Fendrick: zie
Vaandrig
Fenemans: zie Venneman
Fenes: zie Venus
Fenhoeve, Fenhoeven: zie Venhoven
Fenhorst: zie Venhorst
Fenhove, Fenhoven: zie Venhoven
Feninkbrink: zie Veninkbrink
Fenis: zie Venus
FENNEKES
Fenneman, Fennemans: zie Venneman
Fennen: zie Fenner
FENNER, ook Fennen enz.
Fenrig: zie Vaandrig
Ferdinand, Ferdinands: zie Ferdinants
FERDINANTS, ook Ferdinand, Ferdinands,
Ferdinandus, Ferdinant enz.
Ferdinandus, Ferdnands: zie Ferdinants
FERHENNE
FERRAGEAU
Ferrer: zie Vicente Ferrer
FESCHOTTE
Festerink: zie Westerink
FETZ
Feuck: zie Foek
Feuker, Feukers, Feukker, Feukkers: zie Fokker
Feukking, Feukkings: zie Fökking
FEULS
Feurntjes, Feurijtjes: zie Vorentjes
Feusink: zie Frusink
Feyt, Feyth: zie Feit
FIAAR
Fiberink: zie Vieberink
Fieberink, Fiebrink: zie Vieberink
FIERKENS
Fiescher, Fiessers: zie Visser
FIETS, ook Vietsch, Vits, Vitsch enz.
fièvre: zie koorts
Filipsen: zie Philips
filius illegitimus
financiële verplichtingen
financiële voorzieningen
financiers kerkrestauratie
Fink: zie Vink
Finkenfleugel, Finkenvlögel: zie Vinkenvleugel
firma
fiscaal
FISCHBEIN
Fischer, Fischers, Fischerus: zie Visser
fiscus
Fisser: zie Visser
fistel, fistelachtig, fistuleus enz.
fistelachtig, fistelachtigheid, fistuleus: zie fistel
flaauwte: zie flauwte
FLAES
Flam: zie Vlam
FLAMAND
FLAMMA
flankeur
Flaskamp: zie Vlaskamp
flauwte
flechtenmacher: zie mandenmaker
FLERINGEN (?)
fles, flessen
FLES, ook VLES enz.
flessen
Flessiaan: zie Voortman
Fleur, Fleury: zie Flory
Flier: zie Fliert
FLIERMAN, ook Vlierman enz.
FLIERT, ook Flier, Vliert enz.
FLINES
FLINKERS
Flipsen: zie Philips
Floor, Floren, Flori, Florie, Floris, Florissen,
Florus, Floryn: zie Flory
FLORY, ook Fleury, Floor, Floors, Floren, Flori,
Floris, Florissen, Florus, Floryn enz.
Florij, Florijn, Floryn: zie Flory
Fluery: zie Flory
Fluit: zie Fluiter
FLUITER, ook Fluit, Fluyt enz.
FLUREN
Flusswinkels: zie Vlaswinkel
Fluyt, Fluyter: zie Fluiter
Fockink: zie Fokkink
Foeck: zie Foek
FOEK
Foerntjes: zie Vorentjes
Föhrink: zie Vorrink
Fokkens: zie Fokker
FOKKER, ook Feukers, Feukkers, Fokkens,
Fokkers enz.
Fökkinck: zie Fokkink
FOKKINK, ook Fökkink, Fukkink, Vockingh
enz.
Fokkinks: zie Fokkink
Folker, Folkers: zie Volkers
Foll: zie Tol
Folmer, Folmerink, Folmers, Folmert: zie
Volmerink
Fonck: zie Vonk
Foncaman: zie Vonkeman
Fonderhorst: zie Horst
fonds
FONGERS
Fonk: zie Vonk
Fonkaman, Fonkeman: zie Vonkeman
FONTAINE, ook Fontaine Verwey
FONTEIN
FONTENOY
Fonteyn, Fontyn: zie Fontein
Forden: zie Vorden
Forkink: zie Vorkink
Forme, Formen: zie Former
FORMER, ook Forme, Grote Forme, Vorme,
Vormen enz.
formulier
Forsters, Forstes: zie Vossers
fort
FORT BATH
FORT DE KOCK
FORTGENS, ook Fortjes enz.
fortificatiën
Fortjes: zie Fortgens
fotograaf
fotografische documentatie
FOTSEN, Laag-Fotsen
fourier
Frachtrup: zie Vrachtrup
franc, ook frank
Francke: zie Franken
Francke Moller, Franckemuller: zie Frankemulder
Francken: zie Franken
FRANCOIS
FRANEKER
frank: zie franc
Frank, Franke: zie Franken
FRANKEMULDER, ook Franckemoller enz.
FRANKEN, ook Frank, Frencken, Frenk enz.
Frankenberg: zie Heuvels, Hunink
FRANKENHOF
Frankenhoff: zie Frankenhof
FRANKENHUIS
Frankfort: zie Frankfurt
FRANKFURT
FRANKRYK
Frans, Franschen: zie Fransen
Franse Archieven
Frans bestuur
Frans conscrit
Franse dienst, Franse krijgsdienst
Frans kostschoolhouder
Franse krijgsdienst: zie Franse dienst
Frans leger
Frans militair
Franse overheersing
Franse Republiek
Franse taal
Franse tijd
FRANSEN, ook Franssen enz.
Franssen: zie Fransen
Frasselt: zie Vrasselt
frater
FRAZER
Frechtrup: zie Vrachtrup
Frede: zie Vrede
Fredericks, Frederiks, Freedriks: zie Freriks
FREDWURST
Freede: zie Vrede
FREEK
FREETS
Freeriks, Freerix, Freers: zie Freriks
fregat
Fregers: zie Freyer
Fregterop: zie Vrachtrup
Frein: zie Fruin
Freiter, Freiters: zie Fryter
FREMERY
Frenck, Frencken: zie Franken
Frendenborg: zie Vrendenborg
Freniks: zie Freriks
Frenk, Frenken: zie Franken
Frenteroep: zie Vrachtrup
Freres: zie Freriks
Frerick: zie Freriks en Klein Frerik
Frericks, Frerickse, Frericksen: zie Freriks
FRERIKS, ook Fredericks, Fredriks, Freriksen,
Frerixen, Frers, Freryksen, Vreriks enz.
Freriksen, Frerikxen, Frerixen, Frers, Freryksen:
zie Freriks
Freuk: zie Franken
freule
FREYER, ook Freyers enz.
Freyers: zie Freyer
Freymuth: zie Vrymoed
Freyn: zie Fruin
Freyters: zie Freiter
Friederich: zie Freriks
Frieselder, Frieseler: zie Vriezelaar
Friesen: zie Vriezen
FRIESLAND, ook Vriesland enz.
Frieze: zie Vriezen
Frigterop: zie Vrachtrup
FRINGER
Friselaars, Friselers: zie Vriezelaar
FRITS, ook Fritz enz.
Fritz: zie Frits
Froelix: zie Vrolyk
Froen: zie Fruin
FROLLEHORST
Fronike: zie (Fronike) Davids
FROWEIN
FRUCHT
FRUIN, ook Freyn, Froen, Fruink enz.
Fruink: zie Fruin
fruithandelaar
fruitverkoper
FRUSINK
FRUTEL
Fruyn: zie Fruin
FRYDA
FRYKENIUS
Frymuth: zie Vrymoed
Fryselder: zie Vriezelaar
Frysen: zie Vriezen
FRYTER, ook Freiter, Freiters, Freyter, Freyters
enz.
FUCHS
Fuck, Fuek: zie Foek
FUGERS
Fuggink, Függink: zie Fokkink
Fuik: zie Foek
FUIPERS
FUKART
FUKEBELD
Fukkink: zie Fokkink
Fukking Kaatstede: zie Fokkink Kaatstede
FULGENTIUS
FUMAL
Funck: zie Vonk
functie
fundament
fundatie
Funderhorst: zie Horst
Fundrichs: zie Vaandrig
FUNFER
fungerend deurwaarder
Furen: zie Vuren
FURSTENAU, ook Fürstenau, Vurstenauw enz.
Fürstenau: zie Furstenau
Furstenberg, Furstenburg: zie Vorstenberg
FURSTNER
Fuselder, Fuselders: zie Fuselier
fuselier
FUSELIER
FUSTENBERG
Fuuren: zie Vuren
FYENHOF
FYNEMAN
Gaaiman, Gaaimans: zie Gaayman
Gaal, Gaalen: zie Galen
GAALMAN, ook Galemans enz.
Gaander: zie Gaanderen
GAANDEREN, ook Gaander enz.
GAANTSEN
gaard: zie Tisschengaard
GAARDEMAN
GAASBEEK
GAAYMAN, ook Gaymans enz.
Gaaymans: zie Gaayman
Gaberch: zie Gaberg
Gabriel: zie Gabriels
GABRIELS
Gademans: zie Gaardeman
Gaelen: zie Galen
Gaëtgens, Gaeties: zie Gootjes
GAIKHORST
GAL
Galemans: zie Gaalman
GALEN, ook Gaalen enz.
GALESLOOT
galkoorts
Gall, Gallee, Gallen: zie Gal
Gallia, Gallië: zie Frankryk
GAMELKOORN
GAMEREN
Gammeren: zie Gameren
Ganck, Ganckgolf, Gang: zie Gangolf (als
voornaam: Gangulfus)
Ganderheyden: zie Hei
Gang: zie Gangolf (als voornaam: Gangulfus)
gang
GANG
Gangelhoft, Gangevolvo, Ganghgolf: zie Gangolf
GANGOLF
Gangulfus: zie Gangolf
Gank: zie Gang
Gannink: zie Gunsink
GANS
Ganseboom: zie Ganzeboom
Gansendorp: zie Ganzendorp
GANSMAN, ook Gantman enz.
Gantman: zie Gansman
GANTVOORT
GANZEBOOM
GANZENDORP
GANZENMARKT
GANZEVEER
garantiebrief
Garben, Garbers: zie Gervers
garde champêtre
Gardenier: zie Gardinier
Garder, Gardere: zie Garderen
GARDEREN, ook Garder, Gardere enz.
Gardes: zie Gerdes
GARDINIER
gareelmaker
garf
garnizoen
garnizoensinfirmerie
garnizoensziekenzaal
Garretsen, Garretzen, Garritsen, Garritzen: zie
Gerrits
Garseler, Garselers: zie Garsseler
Garselingh, Garselink: zie Gosselink
Garsen: zie Gerrits
Garslers: zie Garsseler
GARSSELER
Garssen: zie Gerrits
GARSTENVELD
Gartsen, Gartsens: zie Gerrits
Garvelink, Garvenink: zie Gervelink
Garvers: zie Gervers
gasfitter
Gaslers, Gasselders, Gasselers: zie Garsseler
Gasselink: zie Gosselink
Gassels: zie Garsseler
gast
GAST
Gastemaaker: zie Gastemaker
GASTEMAKER
GASTERS
gasthuis
GASTHUIS, ook Gasthuyzen, Gesthuyzen enz.
gasthuiskerk
gasthuismeester
GASTHUISSTEEG
GASTHUISSTRAAT
gasthuisvader
Gaties: zie Geurtjes
GAUDENTIUS
Gautsch: zie Gautzsch
GAUTZSCH, ook GAUTSCH enz.
GAVANON
gavel, gavels
GAYKES
Gayman, Gaymans: zie Gaayman
geadmitteerd chirurgijn
geadmitteerd vroedvrouw
geannexeerde volmacht
Gebbink: zie Giebink
gebed
gebied: zie Pruissen
Gebink: zie Giebink
Gebley: zie Gebly
GEBLY
gebocheld
geboorteaangifte
geboortedag
geboortenregister, geboorteregister
gebouw
GEBOUW
gebrek, gebreken, gebrekkigheid
gebroken
gebroken arm
gebruik
gecombineerde dienst
gecommitteerde
Geddink: zie Hiddink
gedenkplaat
gedeputeerde
gedeputeerde staten, gedeputeerdestatenlid enz.
gedeputeerdestatenlid: zie gedeputeerde staten
gedetineerde
gedicht
gedorst graan
gedorst koren
gedrag
gedroogde bonen en erwten
gedrukte plakkaten
gedrukt reglement
gedunde dennen
gedurige hoofdpijn
Geebink: zie Geubels enz.
Geekerken: zie Geelkerken
geelgieter
GEELHUIS, ook Gilhuisen enz.
Geelink: zie Gielink
GEELKERK
Geelkerken, Geelkerkken: zie Geelkerk
geëmployeerde, geemployeerde enz.
GEEN
GEENDEROTS
Geenen: zie Genen
GEER
Geerdes: zie Gerdes
GEERDINK, ook Gerdingen, Gerdink enz.
Geerds, Geerdsen: zie Gerrits
Geerenaar: zie Gerenaar
GEERKE
Geerlich, Geerlig: zie Geerlink
Geerlighaus, Geerlighausen: zie Geerlinkhuis
Geerligs: zie Geerlink
GEERLINK, ook Geerligs, Gerlach, Gerlighs,
Gerlink enz.
GEERLINKHUIS
GEERLOFS
Geerlofsd: zie Geerlof
Geerlynck: zie Geerlink
Geersen, Geertsen: zie Gerrits
GEERTJESWEG
GEERTRUIDENBERG
GEES
Geesink: zie Gesink
Geeskes: zie Gieskes
Geesman, Geesmans: zie Geitman
Geesmar: zie Geismar
Geessink: zie Gesink
GEEST
geestelijke beneficiën
geestelijke gesteldheid, geestelijke toestand,
geestelijke vermogens, geestesziekte: zie
zielsvermogens
GEESTENHOVEN
GEESTEREN
Geeurink: zie Geurink
Geevelink, Geeverink: zie Geverink
Geferdink: zie Geverink
Geffel: zie Geffen
GEFFEN
gegageerd kanonnier
gegageerd militair
gegageerd sergeant
gegageerd sergeant-majoor
gegageerd soldaat
gegoede ouders
gehalte
geheime onderhandelingen
geheime opdracht
gehouwen dennen
GEIN, ook Geyn, Ghein, Gheyn, Gyn enz.
Geisen: zie Giezen
Geisman: zie Geitman
GEISMAR, ook Geesmar, Hoffgeismar enz.
Geissen: zie Giezen
geit, geiten
GEITENBEEK
GEITENKAMP
GEITMAN, ook Geesmans, Geisman, Geitmann,
Geseemans, Geysman, Guitman enz.
Geitmann: zie Geitman
Geizen: zie Giezen
gekweld worden: zie kwelling
geld
geldboete
GELDER, ook Gelderen, Gelre enz.
GELDERHOF
GELDERKAMP
GELDERLAND, ook Gelre enz.
GELDERMALSEN
GELDERMAN
Geldermann: zie Gelderman
Gelderse kerken
Gelderse schutterij
Gelderse gewesten
Geldersch Veenendaal: zie Venendaal
Geldersche Volksalmanak
Gelders waterrecht
geldopneming
GELDROP
geldverkeer
Gele: zie Gielink
GELE AKKER
Gelecoms: zie Gellicum
geleend geld
gele koe
Gelekom, Gelekoms: zie Gellicum
GELEINSE, ook Geleynse enz.
Geleynse: zie Geleinse
Gelink: zie Gielink
GELKENHORST
Gelkom, Gelkoms, Gelkum, Gelkums, Gellecom,
Gellecum, Gellekom, Gellekum, Gellicom: zie
Gellicum
GELLICUM, ook Gelcom, Gellecom, Gellekom,
Gellikum enz.
Gellicksen: zie Gelliksen
Gellikom: zie Gellicum
GELLIKSEN
Gellikum: zie Gellicum
Gellink: zie Gielink
geloof
geloofsbelijdenis
GELOVEN
Gelre: zie Gelder en Gelderland
GELSELAAR, ook Gelster, Gelzelaer enz.
Gelsink: zie Gilsink (vergelijk ook Geltink)
Gelster: zie Gelselaar
GELTINK, ook Groot Geltink, Geltinkslag, Klein
Geltink enz.
Geltinkslag: zie Geltink
geluid
Gelzelaer: zie Gelselaar
Gelzinck: zie Gilsink
gemachtigde
gemeen
gemeenplaats
gemeenschap
gemeenschappelijke boedel
gemeente
gemeenteambtenaar
gemeentearbeider
gemeentearchief
gemeentearchitect
gemeente Berg
gemeentebestuur
gemeentebode
gemeente Gendringen
gemeentegrens
gemeentehuis
gemeentelasten
gemeentelid
gemeentemuseum
gemeenteontvanger
gemeenteraad: zie (ook) gemeenteraadslid
gemeenteraadslid
gemeentesecretarie
gemeentesecretaris
gemeentestraat
gemeente Varsseveld
gemeenteveldwachter
gemeenteweide
gemeentewerken
gemeenteziekenhuis
gemene grond
GEMENE SCHEIDWEG, ook Gemeene Scheide
Weg enz.
gemene straat, Gemene Straat
GEMENE YSSEL
GEMEREN
Gemers: zie Gemert
GEMERT, ook Gemers enz.
gemet
gemis
Gemink: zie Gemmink
GEMMINK
Gemminks: zie Gemmink
Gend: zie Gent
Genderbosch: zie Venderbosch
GENDEREN
Genderingen, Gendring: zie Gendringen
GENDRINGEN, ook Genderingen enz.
Gendt: zie Gent
Gene: zie Genen
genealogie
genealogiecursus
geneesheer
geneeskundige
geneeskundige hulp
geneesmeester
geneesmiddelen
GENEN, ook Geene, Geenen enz.
GENENGELS
generale affictie
generale annonce
generaal-majoor
generaal-veldmaarschalk
generaliteit
genie
GEN LIAS, ook Gen-Lias enz.
GENNEP, ook Gennip enz.
Gennip: zie Gennep
GENT, ook Gendt enz.
Gentsheimer: zie Ginsheimer
GEORGE
GEORGIUSKERK
gepacht
gepensioneerde
gepensioneerd ambtenaar
gepensioneerd assistent-resident
gepensioneerd bewaarster
gepensioneerd bombardier
gepensioneerd cavalier
gepensioneerd chirurgijn-majoor
gepensioneerd cipier
gepensioneerd commies
gepensioneerd eerste luitenant
gepensioneerd kapitein
gepensioneerd kapitein ter zee
gepensioneerd kapitein-luitenant
gepensioneerd kapitein-luitenant ter zee
gepensioneerd kolonel
gepensioneerd korporaal
gepensioneerd luitenant
gepensioneerd luitenant-generaal
gepensioneerd luitenant-kolonel
gepensioneerd luitenant-officier
gepensioneerd majoor
gepensioneerd matroos
gepensioneerd militair
gepensioneerd officier, ook gepensioneerd
officier van gezondheid enz.
gepensioneerd officier van gezondheid: zie
officier c.q. gepensioneerd officier
gepensioneerd ontvanger
gepensioneerd Oostindiër
gepensioneerd rijksambtenaar
gepensioneerd sergeant
gepensioneerd sergeant-majoor
gepensioneerd soldaat
gepensioneerd tamboer
gepensioneerd veteraan
gepensioneerd wachtmeester
gepensioneerd zeeofficier
Gepkens: zie Gepkes
GEPKES, ook Gepkens enz.
Gerards: zie Gerrits
Gerben, Gerber, Gerbers: zie Gervers
GERBRANDS, ook Garbrands enz.
Gerbrecht: zie voornamen
GERBSCHEID, ook Garbschydt enz.
GERBSEN
GERDES, ook Gardes, Geerdes enz.
Gerdingen, Gerdink: zie Geerdink
gerecht: zie gericht
gerechtelijke boedelscheiding
gerechtelijk getuige
gerechtscommissie
gerechtsdienaar
gerechtigheid
gereedschap, ook deelgereedschap,
kerkgereedschap, keukengereedschap,
melkgereedschap, paardengereedschap enz.
gereformeerde en gereformeerden: zie
gereformeerde gemeente
gereformeerde diaconie
gereformeerde gemeente
gereformeerde kerk
gereformeerde kerkleer
gereformeerd leraar
gereformeerd predikant
GEREKE
GERENAAR
Gerenstein: zie Gerestein
GERESTEIN
gereviseerd reglement
gerfkamer
Gerhardessen, Gerhards: zie Gerrits
gericht (ook gerecht)
gerichtsbode
gerichtslieden, gerichtsluiden: zie gerichtsman
gerichtsman
gerichtspersoon
GERINK, ook Geerink enz.
Geritsen: zie Gerrits
Gerlach, Gerlichs, Gerlicks: zie Geerlink
Gerlighaus, Gerlighausen: zie Geerlinkhuis
Gerligs, Gerlink: zie Geerlink
Gerlofs: zie Geerlofs
Germaanse begraafplaats
Germania, Germanië: zie Duitsland
germanus
geroerd
Gerrets, Gerretsen: zie Gerrits
GERREVINK
GERRITS, ook Garretsen, Garritsen, Gartsen,
Gerritse, Gerritsen, Gerritzen, Geurts, Geurtsen
enz.
Gerritschen: zie Gerrits
Gerritsen Addink: zie Addink en Gerrits
Gerritse(n) Langelaar: zie Gerrits, Langelder
Gerritzen: zie Gerrits
GERSJES
GERSON
Gersooney: zie Gerson
gerst, ook garst enz.
Gertsen, Gertzen: zie Gerrits
gerucht
geruïneerd
GERVAIS
GERVELINK, ook Garvelink, Garvenink,
Grootgarvelink enz.
GERVERS, ook Garben, Garvers, Gerber,
Gerbers enz.
GESCHER
geschiedenis
geschil
Geseemans: zie Geitman
GESEL
Gesell: zie Gesel
Geselschap: zie Gezelschap
GESINK, ook Geesink, Geessink enz.
geslacht
geslachtsnamen
geslachtsverkeer
geslagen ijzer
gesmoord: zie smoren
GESOOR
gespelen: zie schoengesp
Gesscher: zie Gescher
GESSEL, ook Gesselt enz.
Gesselt: zie Gessel
gestel
GESTEL
Gesthuis, Gesthuyzen: zie Gasthuis
gesticht
gestikt: zie smoren
getrouwde jager
getuige
getuigschrift
GEUBELS
Geubink: zie Giebink
Geudden, Geudekes: zie Godden
Geuginuwa: zie voornamen
Geuien, Geujen: zie Geuyen
Geukes: zie Geuykers
Geule: zie voornamen
Geultje: zie Geule
GEUR
Geurden: zie Geurdenaar
GEURDENAAR
Geurdeners, Geurdinaars: zie Geurdenaar
GEURINK, ook Göring enz.
Geurinks: zie Geurink
GEURKINK
Geursen: zie Gerrits
GEURTJES, ook Gaties, Gootjes, Guitjes enz.
Geurts, Geurtsen, Geurtzen: zie Gerrits
Geutjes: zie Geurtjes
GEUS, Guex enz.
Geusen, Geusens: zie Gosens
GEUYEN, ook Geuien, Geujen enz.
GEUYKERS, ook Geukes, Guykers enz.
gevaarlijk werk
gevangenbewaarster
gevangenis
gevangenisstraf
Gevelink: zie Geverink
GEVEN
Geverincks: zie Geverink
GEVERINK
GEVERS
Gevinck: zie Giebink
gevonden voorwerp
gewaai hakken
gewapend
gewas
geweer, geweren
geweermaker
gewelddaden
geweldiger, geweldige enz.
gewezen bouwman
gewezen veldwachter
gewichten
Geyn: zie Gein
Geysen: zie Giezen
Geysman: zie Geitman
Geytenbeek: zie Geitenbeek
Geytman: zie Geitman
gezel
GEZELSCHAP, ook Geselschap enz.
gezicht, gezichtsvermogen enz.
gezondheid
ghedoop
Ghym: zie Grimm
GIANNOTTEN
GIBBE
Gibbink, Giben, Gibink: zie Giebink
Giddink: zie Hiddink
Giebe, Gieben: zie Giebink
GIEBINK, ook Gebbink, Gebink, Gieben enz.
Giebins: zie Giebink
Gielen, Gielingen: zie Gielink
GIELINK, ook Gele, Gelink, Gellink, Gielen,
Gyllink enz.
Gielinks: zie Gielink
GIELKES, ook Gylekes, Gyllekes enz.
Gielkoms: zie Gellekom
Gielynck: zie Gielink
Giemessen: zie Siemessen
Gienderick: zie Gienderik
GIENDERIK
Gienkel: zie Ginkel
GIER
Gies: zie Giezen
GIESBEEK
Giesbers: zie Gysberts
Giese: zie Giezen
GIESEBART
Giesen: zie Giezen
Giesenaar: zie Giezenaar
Giesink: zie Gesink
Gieskens: zie Gieskes
GIESKES, ook Gyskes enz.
Giessen, Giessink: zie Giezen
gieter
gietijzer
GIEZELINK
GIEZEN
GIEZENAAR
gift
gildebier
Gilhuisen: zie Geelhuis
Gilink: zie Gielink
Gilissen: zie Gillissen
GILLEN
Gillesse, Gillessen: zie Gillissen
Gillink: zie Gielink
GILLISSEN, ook Gillessen enz.
Gillissen Verschagen: zie Gillissen, Verschagen
Gilsenck: zie Gilsink
GILSINK, ook Gelsink, Gilzing enz.
GILST
Gimmink: zie Gemmink
Gimsheumer: zie Ginsheimer
Ginderich: zie Ginderik
GINDERIK
GINJOOLEN
GINKEL
GINNEDE
Ginneve: zie Ginnede
GINSHEIMER
Ginsheumer: zie Ginsheimer
Gisbersen, Gisberts, Giseberts: zie Gysberts
Gisen: zie Giezen
GISSINK
gistkoper
gistslijter
GLAND
Glandt: zie Gland
GLANERBRUG
glas
GLASER, ook Glazer enz.
GLASHORST
glaswerk
glazenkast
glazenmaker
Glazer: zie Glaser
GLEDSTEIN
GLIND, ook Glindt
Glindt: zie Glind
GLOPPER
GLOVER
Gobbink, Göbbink: zie Geubink
GOBEL
GOBET
Gobink, Göbink: zie Geubink
GOCH, ook GOGH enz.
GOCKEL
GODDEN, ook Geudden, Geudekes, Gudde,
Gudden enz.
GODEE
GODON
GODSCHALK
godsdienst
godsdienstonderwijs
godsdienstvrijheid
godvruchtigheid
godzaligheid
Goebels, Göebels: zie Geubels
goed
Goed, Goede: zie Gooy
GOEDEMOND, ook Goedemondt enz.
goed gedrag
goed grof Nederlands zilvergeld
GOEDHALS, ook Goethals enz.
Goedhard: zie Goedhart
GOEDHART, ook Goethard, Goethart enz.
Goede Hoop: zie Kaap de Goede Hoop
goederen
goederenbeheer
goederenlijst
goederenmisbruik
goederentransport
goederen trekken
GOEDERS, ook Goedersoon, Meesters
Goedersoon enz.
Goedersoon: zie Goeders
goede toon
Goei: zie Gooy
GOENS
Goerestein: zie Gerestein
Goerinck: zie Geurink
Goeris, Goerisse: zie Goris
Goerner: zie Gorner
Goerris, Goerrisse: zie Goris
GOES
Goethals: zie Goedhals
Goethard, Goethart: zie Goedhart
GOETTEN
Goey, Goeyer, Goeyers, Goeyerse: zie Gooy
Gog, Gogh: zie Goch
GOHY
GOIRLE
Goischagt: zie Gooyschacht
GOKKES
GOLDBACH, ook Goldbacht enz.
GOLDEWYK
Goldsmidt: zie Goudsmid
Goldwyck: zie Goldewyk
GOMBRECHT
Gombreght, Gombregts: zie Gombrecht
GOMMERS
GOMPERTS
Gonissen: zie Goris
Gooi, Gooier: zie Gooy
Gooischacht, Gooischagt: zie Gooyschacht
GOOR
GOORHORST
GOORHUIS
GOORKATE
Goosman, Goosmans: zie Goseman
Goossen, Goossens, Goosses: zie Gosens
goot
Gootjes: zie Geurtjes
GOOY, ook Goed, Goede, Goey, Gooier,
Gooyer, Goyer enz.
Gooyer, Gooykers: zie Gooy
GOOYSCHACHT
Goozen: zie Gosens
Gopner: zie Hopner
Gor: zie Overgoor
Gorcum: zie Gorinchem
GORDINOU GOUBERVILLE
GORDON
GORDYN
Gorhuis: zie Goorhuis
GORINCHEM, ook Gorcum, Gorkom, Gorkum
enz.
GORIS, ook Goerissen, Gorrii, Gorris, Gorry,
Gorus enz.
Gorisse, Gorissen: zie Goris
Gorkum: zie Gorinchem
GORNER, ook Goerner enz.
Gorrii, Gorris, Gorry: zie Goris
Gorsel: zie Gorssel
Gorselink: zie Gosselink
GORSSEL, ook Gorsel enz.
Gorsselink: zie Gosselink
GORTER
Gortmaecker: zie Gortmaker
GORTMAKER
Gorus: zie Goris
GOSEMAN, ook Goosman, Gosman enz.
Gosen: zie Gosens
GOSENS, ook Goesen, Goosen, Goosens,
Goossens, Gosense enz.
Gosense, Goses: zie Gosens
Goslink: zie Gosselink
Gosman: zie Goseman
GOSSELINK, ook Gasselink, Gorselink, Goslink, Gosttelyk enz.
Gossens: zie Gosens
Gosser: zie Gossert
GOSSERT, ook Gosser enz.
GOSSINK, ook Gossingh enz.
Gostemaaker: zie Gastemaker
Goswyns: zie Gosens
GOTINK, ook Groot Gotink, Klein Gotink enz.
Gouberville: zie Gordinou Gouberville
goud
GOUD
GOUDA
goud- en zilverwerker
Gouderoud: zie Houderath
GOUDKAMP
GOUDOEVER
GOUDSBLOEM, ook Goudsblom enz.
Goudsblom: zie Goudsbloem
goudsmid
GOUDSMID
GOUDSWAARD
Goudsweerd, Goudzweerd: zie Goudswaard
Gousens: zie Gosens
Gout: zie Goud
gouvernement
gouverneur
GOUW
GOVAIS
GOVERS
Goykers: zie Gooy
graad
graaf
GRAAF, ook Graaff, Gravens, Gravers, Greef
enz.
GRAAF OTTOWEG
GRAAFSCHAP
GRAAFSCHAP BENTHEIM
Graafschap Benthem: zie Graafschap Bentheim
GRAAFSCHAP BERG
Graafschap Bergh: zie Berg, Graafschap Berg
GRAAFSCHAP MEGEN
GRAAFSCHAP RIETBERG
GRAAFSCHAP STEINFURT
GRAAFSCHAP ZUTPHEN
GRAAFSMA
GRAAL
graan
GRAAN
GRAAT
Graatsma: zie Graatsman
GRAATSMAN, ook Graatsma
Graauwenhaan: zie Grauwenhaan
gracht
GRACHT, ook Gragt enz.
GRADAUER
Graeber, Graebers: zie Grevers
Graef: zie Gras
Graef: zie Graaf en Greven
Graen: zie Graan
Graes: zie Gras
Graf: zie Graaf
grafelijk
GRAFFELMAN
GRAFHORST, ook Greefhorst, Grefhorst enz.
GRAFT
GRAMBERTS
GRAMPEL
GRAND, ook Legrand enz.
GRANDEL
GRANDIA
gras
GRAS, ook Graes enz.
grasmaaien
Grass: zie Gras
grassnijden
GRASSTEK
grasweide
GRATAMA
Grauer: zie Krouwer
GRAUWENHAAN
Grauwer: zie Krouwer
gravamina
GRAVE
GRAVELAND
GRAVENDAAL
Gravendal: zie Gravendaal
GRAVENHAGE, ook Den Haag, Die Haghe,
s’Hage, ’s-Gravenhage enz.
GRAVENPOLDER, ook ’s-Gravenpolder enz.
Gravens: zie Graaf
Gravensande: zie Gravenzande
GRAVENWAARD, ook ’s-Gravenweerd,
Grevenweerd enz.
Gravenweerd: zie Gravenweerd
GRAVENZANDE, ook ’s-Gravenzande,
Gravesande enz.
Gravers: zie Graaf
gravin
GREBBE
GREBBEDYK
Greef: zie Graaf, Greven
Greefhorst: zie Grafhorst
greep, grepen enz.
Greeven: zie Graaf en Greven
Greethuis: zie Griethuizen
Grefhorst: zie Grafhorst
GREFTE
Gregoor, Gregorius: zie Rougoor
GREKVORST
GRELE
grenadier
GRENDEL
grens
grensjager
grenspalen
grensregeling
GRENSWEG
grenswijziging
grepen: zie greep
GRESHOF
Gress: zie Gras
Greuliker: zie Greulink
GREULINK, ook Greuliker enz.
Greunigen, Greuninger: zie Groningen
GREUPINK
Greuter, Greuters: zie Groters
GREUTINK, ook Gruting enz.
Greuvink: zie Grievink
Greve: zie Greven
GREVELINK
GREVEN, ook Greeven, Greve enz.
GREVENBROEK
GREVENSTUK
GREVENWICHT
GREVERS, ook Graeber, Grever enz.
Grevink: zie Grievink
GRIBBROEK
GRIBNAN
GRIEDELBACH
Griefink, Griefsyens: zie Grievink
GRIELINK
Griemeelyus: zie Grimmelius
GRIEMELINK
GRIENT
GRIEP, GRYP enz.
GRIES, ook Gris, Kleine Gries, Kleinegris,
Kleingries enz.
GRIET, ook Grieth enz.
GRIETERBOS
Grieterbosch, Grieterbusch: zie Grieterbos
Grieth: zie Griet
Grietherbosch, Grietherbusch: zie Grieterbos
Griethuisen: zie Griethuizen
GRIETHUIZEN, ook Griethuyzen enz.
Griethuyzen: zie Griethuizen
GRIETSEPOORT
GRIETSESTRAAT
Grievenk: zie Grievink
GRIEVINK, ook Grevink enz.
griffie
griffier
GRIFT
GRIM, ook Ghym, Grimm enz.
GRIMBERG
Grimm, GRIMM: zie Grim
GRIMMELIUS
GRINTEN
Gris: zie Gries
GRIT
Grivink: zie Grievink
Grob, Grobbe: zie Grobben
GROBBEE
GROBBEN, ook Grob, Grobbe enz.
GROEDE
Gröellink: zie Grollink
GROEN, ook Groene, Groenen, Groin enz.
Groene: zie Groen
GROENE KLOK
Groene Weg: zie Groeneweg
GROENEMAN
Groenen: zie Groen
Groene Polletje: zie Groen Polletje
GROENESTEIN
GROENESTRAAT
GROENEVELD
GROENEWEG, ook Groene Weg, Groenewegen,
Groenwegen enz.
GROENEWOUD
Groenewoudt: zie Groenewoud
GROENHOF
GROENHOUWER
Groeningen: zie Groningen
GROENLO, ook Grol, Groll, Grolle enz.
groenplukken
GROEN POLLETJE
groensnijden, groen snijden enz.
groenteverkoper
Groenwegen: zie Groeneweg
GROES
GROESBEEK
Groesen: zie Groessen
GROESSEN, ook Groesen
Groet: zie Groot
Groetenhuis: zie Grotenhuis
Groetnibbelink: zie Grootnibbelink
grof
GROFFEN
Grofskopf: zie Grosskopf
grofsmid
Groin: zie Groen
Grol, Groll, Grolle: zie Groenlo
GROLLEMAN
GROMME
grond
GROND, ook Grunden enz.
grondafgraving
grondarbeider
grondeigenaar
grondeigenaresse
grondemail
grondgebied
grondhout
grondmass
grondveiling
GRONINGEN, ook Greuningen, Greuniger enz.
Gronneger, Gronnekes, Gronniger, Gronningen:
zie Groningen
Gronsfeld, Gronsfelt: zie Gronsveld
GRONSVELD
Gronsvelt: zie Gronsveld
Groonheim: zie Kroonheim
Groos, Groosz: zie Groot
GROOT, ook Groos, Groosz, Gros, Gross, Grosz,
Grote enz.
Groot Aalderink: zie Aalderink
Groot Azewyn: zie Azewyn
grootboek
Groot Bredenbroek: zie Bredenbroek
Groote: zie Groot
Groot Elderink: zie Groot Aalderink
GROOT EMBDEN
Groote Lindt: zie Zwyndrecht
Grootenbregt: zie Grotenbrecht
Grootendorst: zie Grotendorst
Grootenhuis, Grootenhuys: zie Grotenhuis
Grooters: zie Groters
Grootewiel: zie Grotewyle
Groot Gotink: zie Gotink
Groothaar, Groote Haar, Groot Haar, Groothaer:
zie Haar
GROOTHEEST
Groot Holte, Grootholte: zie HOLTEN
GROOT HOLTINK, ook Gross Holtink, Grosz
Holtick enz.
GROOTHOND
GROOTJANS
Grootjebbink, Groot Jebbink: zie Jebbink
Grootjohan: zie Grootjans
GROOT LAMSLAG
Grote Lindt: zie Zwyndrecht
grootmajoor
Groot Markink: zie Markink
Groot Netterden: zie Netterden
GROOT NIBBELINK, ook Grootnibbelink enz.
GROOT OBBINK
grootouders
GROOT REGELINK
Grootreusink, Groot Reusink, Groot Reussink: zie
Groot Reusink
GROOT REUSINK
Groot Sellen: zie Sellen
Grootsjan, Grootsjohan: zie Grootjans
Groot Stikker: zie Stikker
GROOTVELD
Grootvelt: zie Grootveld
Groot Wassink: zie Wassink
Groot Willink: zie Willink
Gros: zie Groot
groschen
Gross: zie Groot
grosse
Gross Holtink: zie Groot Holtink
GROSSKOPF
GROTEBOER
GROTEBROEK, ook Grotenbroek enz.
GROTE HAM
grote kazerne
GROTE KERK
Grote Lindt: zie Zwyndrecht
GROTENBRECHT, ook Grootenbregt enz.
GROTENDORST, ook Grootendorst enz.
GROTENHUIS, ook Groothuis, Groottenhuysen
enz.
Grotenhujs, Grotenhuys: zie Grotenhuis
GROTERS, ook Greuters, Grooters enz.
GROTESTRAAT, ook Groote Straat enz.
grote weg, groteweg
GROTEWIEL
Grotewyle: zie Grotewiel
Grote Zel: zie Grootsellen
GROTINK, ook Gruetink enz.
Grott: zie Groot
grove tiend
Grubben: zie Grobben
GRUBE
Gruetink: zie Grotink
GRUIS, ook Gruyzen enz.
GRUITER, ook Gruyter enz.
gruitrecht
Grullemann: zie Kralemann
Grunden: zie Grond
GRUNDLER
Gruninger, Grunneger, Grunningen: zie
Groningen
GRUPPER
GRUSON
Grutink: zie Greutink
Grutkruid: zie Grutkruit
GRUTKRUIT, ook Grutkruid enz.
GRUTSTRAAT
grutter
GRUTTERINK, ook Gruyterink enz.
grutterij
GRUWEL, ook Grouwel, Krouwel enz.
Gruyter: zie Gruiter
Gruyterink: zie Grutterink
Gruyzen: zie Gruis
Gryevink: zie Grievink
Gryp: zie Griep
Grys: zie Gries
Gryvink: zie Grievink
guarandbrief: zie garantiebrief
Gudde, Gudden: zie Godden
GUDULA
GUDULASTRAAT
Guelik: zie Gulik
Guerde, Guerdenaer, Guerdener, Guerders: zie
Geurdenaar
Guerrink: zie Geurink
Guex: zie Geus
Guileker: zie Gulik
GUINOT
GUITINK
Guitjes: zie Geurtjes
Guitmans: zie Geitman
GULDEN
Gulielmus: zie voornamen
GULIK, ook Guelker, Guliker, Gulker, Gulleker
enz.
Guliker, Gulink, Gulker, Gullekers, Gulyker: zie
Gulik
GUMSTER
GUN
Gunne: zie Gun
GUNNINK
GUNSINK
GUNTHER
GUPERS
Gurink: zie Geurink en Guringen
GURINGEN, ook Quringen enz.
Gusen: zie Giezen
GUSMAN
Gussenhoven: zie Orsmaal
Gussenkloo, Gussinklo: zie Gussinkloo
GUSSINKLOO, ook Gusenklo, Gussenkloo,
Gussinklo enz.
GUSTENHOVEN
Gustenkloo: zie Gussinkloo
GUTH
GUTSHOVEN
GUYKERS
Guysenkloo: zie Gussinkloo
Gyben, Gybink: zie Giebink
Gyesen: zie Giezen
Gyeskes: zie Gieskes
Gylekes: zie Gielkes
Gylink, Gyllink: zie Gielink
Gylkes, Gyllekes: zie Gielkes
gymnasium
Gyn, GYN: zie Gein
Gysbers, Gysbersen: zie Gysberts
GYSBERTS, ook Giesbers, Gisbertsen, Gysbers
enz.
Gysbertsen, Gysbrechts, Gysbregts, Gysebregt:
zie Gysberts
GYSEKE
Gysen: zie Giezen
Gyskes, Gyskens: zie Gieskes
Gyzen: zie Giezen
Haa: zie Haar
Haaf, Haaff: zie Have
Haafkens: zie Haafkes
HAAFKES, ook Haafkens, Haeffkens, Haefkens,
Havekes enz.
Haag: zie Gravenhage en Hagen
Haagdoorn: zie Hagendoorn
Haagen: zie Hagen en Verhagen
Haagendoorn: zie Hagendoorn
Haaitsma: zie Haitsma
haak
Haak, Haaken: zie Hak
Haakenhorst: zie Heukshorst
HAAKSBERGEN
Haaksche Kamp: zie Haakse Kamp
HAAKSE KAMP, ook Haaksche Kamp enz.
Haakshorst: zie Heukshorst
HAALBOOM, ook Hoolboom enz.
HAALDEREN, ook Haldern enz.
HAALMAN
HAALMEYER
HAALTEN
HAAM
HAAN
HAANAPPEL
Haanck, Haancks: zie Haank
HAANK, ook Haancks, Hanck enz.
Haanks: zie Haank
HAANTJES
haar
HAAR, ook Groothaar, Groote Haar, Haart,
Haert, Harer enz.
HAARD
Haardelman, Haardman, Haardmans: zie Hartman
Haardt: zie Haard
haardijzer
Haaren: zie Haren
Haarenberg: zie Harenberg
Haarink: zie Harink
HAARKAMP
HAARLEM
HAARLO
HAARMAN
HAARSMA BUMA
HAARSOLTE, ook Haersolte enz.
HAARST
Haart: zie Haar
Haartman, Haartmans: zie Hartman
HAARTSEN
haas, hazen
HAAS, ook HAES enz.
HAASBRINK, ook Haasenbrink, Hazenbrink
enz.
HAASBROEK, ook Haesbroeck, Haesebroeck,
Hasebroek, Hasenbroek, Klein Hazebroek enz.
HAASLOOP
Haat: zie Haar
Haave: zie Have
HABERMAAS
HABETS, ook Habetz
Habetz: zie Habets
HABRAKEN
HACHENBERG
Hack, Hacke, Hacken: zie Hak
HACKETT
Hackfoord, Hackfort: zie Hakvoort
Hackhorst: zie Heukshorst
Hacklander: zie Haklander
Hackshorst: zie Heukshorst
Hackstein: zie Hakstein
Hackvoord, Hackvord, Hacvoord, Hacvord: zie
Hakvoort
Hactink: zie Huitink
Haddink: zie Hiddink
Haechorst, Haeckeshorst, Haeckshoorst,
Haeckshorst: zie Heukshorst
Haeckvoort: zie Hakvoort
Haef, Haeff: zie Have
Haeffkenscheyd, Haeffkenscheydt,
Haeffkenscheyt: zie Hafkenscheid
Haefkens: zie Haafkens
Haefkensceidt, Haefkenscheidt, Haefkenscheydt:
zie Hafkenscheid
Haefs: zie Have
Haegen: zie Hage, Ophagen
Haeken: zie Hak
Haegh: zie Zwanenburg
Haeksbergen: zie Haaksbergen
Haekshorst: zie Heukshorst
Haekvoort: zie Hakvoort
Hael, Haell: zie Hal
Haemkolck: zie Hamkolk
Haemmerslagh: zie Hamerslag
Haen: zie Haan
Haentjens: zie Haantjes
Haeren: zie Haren
Haersma Buma: zie Haarsma Buma
Haersolte: zie Haarsolte
Haert: zie Haar
Haerthovels: zie Hartsheuvel
Haerties, Haertjes: zie Hartgers
Haertmans: zie Hartman
Haes: zie Haas
Haesebroek: zie Haasbroek
Haesenbrinck: zie Haasbrink
Haesenbroek: zie Haasbroek
Haetfoort: zie Hakvoort
Haetgers: zie Hartgers
Haetterienk: zie Harterink
Haeue, Haeve: zie Have
Haexbergen: zie Haaksbergen
HAFFEN, ook Haffen Meer
Haffkenscheid, Haffkenscheidt, Haffkenscheit,
Haffkenscheydt, Haffkenscheyt, Haffkenschyd,
Haffkenschyt, Hafgescheid, Hafgeschescheid,
Hafhenscheid: zie Hafkenscheid
HAFKENSCHEID, ook Haffkenscheid, Haffkenscheidt, Haffkenscheit, Haffkenscheydt, Haffkenscheyt, Haffkenschyd, Haffkenschyt, Hafgescheid, Hafgeschescheid, Hafhenscheid,
Hafkenscheid, Hafkenscheyd, Hafkenschid,
Hafkenschyd, Hafkesscheyd, Hafkkesscheid
enz.
Hafkenscheidt, Hafkenscheydt, Hafkenschidt,
Hafkenschydt, Hafkesscheydt, Hafkkesscheidt:
zie Hafkenscheid
HAFMAN
Hafmans: zie Hafman
Hagdorn: zie Hagendoorn
Hage: zie Hagen
Hagebeecks: zie Hagenbeek
Hagedoorn, Hagedorn: zie Hagendoorn
hagelkorrels
hagelslag
HAGELSTEIN
HAGEMAN, ook Hagemans enz.
Hagemans: zie Hageman
HAGEMEYER
HAGEN, ook Haag, Haagens, Hage, Hagens,
Tenhage enz.
HAGENBEEK, ook Hagebeecks, Hagebeek enz.
HAGENBURG, ook Haggenburg enz.
HAGENDOORN, ook Haagdoorn, Haagendoorn,
Hagdorn, Hagedoorn, Hagedorn enz.
HAGENDYK
HAGENERF, ook Hagenerff enz.
Hagenerff: zie Hagenerf
Hagens: zie Hagen
HAGER, ook Hagers enz.
Hagers: zie Hager
HAGESTEIN
HAGESTEIN ACHTERWEG
HAGESTEIN BIEZEN
HAGESTEIN HOEK
HAGESTEIN HOEVEN
HAGESTEIN KUIL
HAGESTEIN NES
HAGESTEIN WITBOOM
HAGESTEINSEDYK
Haggenburg: zie Hagenburg
HAGHUIS
Hahrsolte: zie Haarsolte
Haikink: zie Heitink
Haink: zie Heyink
HAINSTADT
Haitink: zie Heitink
HAITSMA, ook Haaitsma
HAJENIUS
HAK, ook Haak, Hack, Hacke, Hacken, Haeken,
Hake, Haken, Hakken enz.
Hake, Haken: zie Hak
Hakford, Hakfort: zie Hakvoort
Hakke, Hakken: zie Haken
HAKLANDER
hakselkist, ook hekselkist
hakselmachine
Haksteege: zie Haksteeg
Haksteen: zie Hakstein
HAKSTEEG, ook Haksteege, Hakstege enz.
Hakstege: zie Haksteeg
HAKSTEIN, ook Hackstein, Haksteen enz.
Hakvers: zie Hakvoort
HAKVOORT, ook Hackfordt, Hackvoort enz.
Hakvort: zie Hakvoort
HAL, ook HALL enz.
HALBERG
HALBERSTAD
HALBOUT
HALDERBRINK
Halderdyk: zie Hallerdyk
Halderen: zie Haalderen
Haldern: zie Haalderen
Halders: zie Aalders
HALEWYN
half, halve ...
halfbroer
Halffmann: zie Halfman
HALFKAMP
HALFMAN
HALFMOUW
HALINK
Hall: zie Hal
HALLE
HALLEN
Hallendyk: zie Hallerdyk
HALLER
HALLERDYK, ook Halderdyk, Holderdyk enz.
Hallers: zie Halle
HALM, ook Helm enz.
Halmes: zie Helmes
halmgraan, halmgranen
halmgranen: zie halmgraan
Halmink: zie Helmink
HALQUET
hals
halsdoek
Halst: zie Huls
HALTEN
HALTEREN
Haltern: zie Halteren
HALTERS
HALVEMAANSTEEG
halve tabakker
Halzbach: zie Holzbach
ham, hammen
HAM, ook Hamme enz.
Hamacher: zie Hamaker
HAMAKER, ook Hamacher enz.
HAMBURG, ook Homberg, Homberighs enz.
HAMBURGERSTRAAT
HAMEIND
HAMEL
Hamens: zie Herms
HAMER, ook Hamers enz.
HAMERSLAG
HAMERSTEEN, ook Hamerstein
Hamerstein: zie Hamersteen
HAMILTON
Hamkolck: zie Hamkolk
HAMKOLK
Hamme: zie Ham
Hammer: zie Hamer
Hamminck: zie Hammink en Hemmink
HAMMINK
HAMPHOF
Hamphoff: zie Hamphof
HAMPSINK
HAMSELAAR
HAN, ook d’Hanne enz.
HANAU
HANAUER
Hanauw: zie Hanau
Hanauwer: zie Hanauer
Hancks: zie Haank
hand, handaandoening enz.
handboek
handelaar
handelaarster
handelsreiziger
handicap, handicaps
handmerk
handoplegging
handschrift
handtasting
handteering: zie handtering
handtekening
handtering, handteering
handwercks-purschen: zie Brieg en Henschel
Hane: zie Haan
HANENBERG, ook Haanenberg enz.
HANENHUIS
HANEVELD
hangklok
hangijzer
HANIA
Haninck: zie Haank
Hanius: zie Hajenius
HANNEMA
HANNEN
Hannes, Hannessen, Hannis, Hannissen: zie
Hansen en Tyl
HANNOVER, ook Hanover enz.
HANOCH
Hanog: zie Hanoch
Hanouw: zie Hanau
Hanouwer: zie Hanauer
HANRATH
HANS
HANSBERGEN
Hanselar: zie Hunteler
HANSEN, ook Hannesen, Hannissen, Hensen,
Henzen enz.
HANSKAMP
HANSMAN
HANTKE
HANZON
HAPS
HARBEL, ook Harbell
Harbell: zie Harbel
Harberen: zie Herberden
Harbers: zie Herbers
HARBERSCHAIK
Harbes: zie Herbers
HARD ABERSON
HARDAM
Hardeman: zie Hartman
HARDEN
HARDENBERG
HARDERWYK
HARDEVELD
Hardi: zie Hardy
Hardman: zie Hartman
Hardt Aberson: zie Hard Aberson
HARDWECK
HARDY
Hare: zie Egginghare en Haren
HAREN, ook Haaren enz.
HARENBERG, ook Harenberg enz.
Harer: zie Haar
Harfkens, Harfkes: zie Herfkens
HARFSEN
HARINK, ook Haring, Heering, Hering, Herink
enz.
HARINXMA
HARK
HARKEL
HARKELINK
harken
Harks: zie Hark
HARLINGEN
Harmani, Harmany: zie Hermanni
HARMELINK, ook Hermelink enz.
Harmes: zie Herms
HARMONIE
Harms, Harmsen, Harmzen: zie Herms
HARN, ook HERN enz.
HARNEVELD
Harnsen: zie Herms
HARNSE STEEG
HARP
Harpena: zie Harpeneau
HARPENEAU
HARPINK
Harpkes: zie Herfkens
HARRACHOV
HARREVELD
HARROW
HARS
Harschers: zie Hartgers
HARSELAAR, ook Harselo, Harsseloo enz.
Harselbarg, Harselberg: zie Horzelberg
HARSKAMP
Harsschen: zie Hartgers
HARSSELO
Harst: zie Hars en Horst
HART, ook Harte, Harten, Herten enz.
Hart Aberson: zie Hard Aberson
HARTEBROOK
Hartelman: zie Hartman
HARTEMINK, ook Haartemink enz.
Harten: zie Hart
HARTERINK, ook Hartgerink, Hartring,
Hatterink enz.
HARTEVELD, ook Hatzfeldt enz.
Hartger: zie Hartgers
Hartgerink: zie Harterink
HARTGERS, ook Hartjes, Hertgens enz.
Hartheuvel, Harthovels: zie Hartsheuvel
Harties: zie Hartgers en Hartjes
HARTINK
Hartjens, Hartjers, Hartjes: zie Hartgers
HARTJES STRAATJEN
HARTKAMP
Hartkerk: zie Jezuskerk
HARTLIEF, ook Hartlieff enz.
Hartlieff: zie Hartlief
HARTMAN, ook Haardelman, Haardman,
Haartman, Hardeman, Hardman, Hartelman,
Harteman enz.
Hartmann, Hartmans: zie Hardeman, Hartman
HARTNER
Hartoch, Hartochs, Hartog, Hartogs, Hartong: zie
Hertog
Hartogenbosch, ’s-Hartogenbosch: zie
Hertogenbos
Hartrink: zie Harterink
Harts: zie Hart
HARTSHEUVEL, ook Hartshoeuel enz.
Hartshoeuel, Hartshoevels: zie Hartsheuvel
Hartsig
HARWEGEN
HARXVELD
HAS, ook HASZ enz.
Hasebroeck, Hasenbroeck: zie Haasbroek
Haselbarg, Haselberg: zie Hazelberg
HASEMAN
HASKES
haspel, haspels
Hass: zie Has
HASSEBAS
HASSEL, ook Hassels, Hasselt enz.
HASSELAAR
HASSELEY
HASSELMAN
HASSELO
Hassels, Hasselt: zie Hassel
Hassenberg: zie Hasserberg
HASSERBERG
HASSINK
Hasz: zie Has
Haterink: zie Harterink
HATTEM
Hattemius: zie Hattem
Hatterink: zie Harterink
Hatters: zie Hartgers
HATTINK
Hattum: zie Hattem
Hatzfeldt: zie Harteveld
Hausman: zie Huisman
Hauwerkotter: zie Haverkotte
have
HAVE, ook Haaff, Haeff, Hove enz.
HAVELINK
haven
Havekes: zie Haafkes
haver
HAVERDIL
HAVERKAMP
HAVERKOTTE, ook Hauwerkotter enz.
HAVERMAN, ook Havesman
HAVERSLAG
HAVERSTEEG
HAVERSTEIN
HAVERWEIDE
Haves: zie Have
Havesman: zie Haverman
havezate
Havikhorst: zie Havikshorst
HAVIKSHORST, ook Havikhorst enz.
Havikscheid, Havikscheidt: zie Hafkenscheid
Hay, HAY, Hayen: zie Hay
Hayenius: zie Hajenius
Haykink, Haytink: zie Heytink
Hazebroek: zie Haasbroek
Hazelager: zie Hazeleger
Hazelbarg: zie Hazelberg
HAZELBERG, ook Haselbarg, Haselberg enz.
HAZELDONK, ook Hazendonk enz.
HAZELEGER, ook Hazelager, Hazelekke enz.
Hazelekke: zie Hazeleger
hazen: zie haas
Hazenbrink, Hazenbrink: zie Haasbrink
Hazenbroek: zie Haasbroek
Hazendonk: zie Hazeldonk
HAZERSWOUDE
HAZEVOORT
Hazina: zie voornamen
Hbinck: zie Ebbing
HEATHCOTE
HEBBINK
HEBELAAR
Hebelaer: zie Hebelaar
HEBERIK
HEBINK, ook Heebink enz.
Hebinkboer: zie Boer, Hebink
Hebreeuws
Hebynck: zie Hebink
HECHT, ook Hegt enz.
Heck, Heckel: zie Hek
Heckink Colenbrander: zie Hekkink
Kolenbrander
Hecq, Le Hecq: zie Hek
HEDEL
Heebienck, Heebinck: zie Hebink
Heeckeren: zie Hekeren
Heedinck: zie Hiddink
Heeg, Heege: zie Heegt
Heegh: zie Harinxma
HEEGT, ook Heeg, Hege enz.
HEEK
Heekeren: zie Hekeren
heelgras
Heelink: zie Helink, Eppink
heelmeester
HEELSUM
HEELWEG
Heemink: zie Hemmink
heemraad
HEEMSBERGEN
HEEMSKERK, ook Heemskerken
HEEMSTEDE
Heenk: zie Heyink
Heenvlied: zie Heenvliet
HEENVLIET
heer, heren
HEER, ook Heere, Heeren enz.
HEER ABTSKERKE
HEERD, ook Heerdt, Heert enz.
HEERDE
Heerden: zie Heerde
heere knecht, heereknecht: zie herenknecht
Heeren: zie Heer
Heerenberg, ’s-Heerenberg, ’s-Heerenbergh: zie
Berg
Heerenkamp: zie Herenkamp
heerenknecht: zie herenknecht
Heerenstraat: zie Herenstraat
Heerenveen: zie Herenveen
Heerestraat: zie Herenstraat
Heerewaarden: zie Heerwaarden
Heerikhuizen: zie Herikhuizen
Heerink: zie Herink
HEERLEN
heerlijke rechten
heerlijkheid
HEERMA
Heerning: zie Heernink
HEERNINK
HEERSINK, ook Haersink, Hersink enz.
Heersman: zie Hirschman
Heert: zie Heerd
HEERWAARDEN
HEES, ook Heeser, Heest, Hest enz.
Heese: zie Hezen
Heeseler: zie Hesselder
Heesen: zie Hezen
Heeser: zie Hees
Heesfelt: zie Heesselt
HEESINK
HEESSELT, ook Heesfelt
Heessen: zie Hezen
Heest: zie Hees
HEESTERMAN
Heestermans: zie Heesterman
HEESWYK
HEETALER
Heetbrink: zie Hietbrink
Heeten: zie Heten
Heeteren: zie Heteren
Heethoek: zie Hiethoek
Heetkamp: zie Hietkamp
heetmaaier: zie heidemaaier
Heezen: zie Hezen
HEFFENAAR, ook Heffener enz.
Heffener: zie Heffenaar
heffing
heg
Hege: zie Heeg
Hegeman: zie Heggeman
HEGENWENS
Hegenwensch: zie Hegenwens
HEGGE
HEGGEMAN, ook Heegemans, Heegenmans,
Heggemans, Hegman enz.
Heggemans: zie Heggeman
HEGGERS
HEGHUIS
Heghuys: zie Heghuis
Hegmans: zie Heggeman
HEI, ook Ganderheyden, Hay, Hayen, Heiden,
Hey, Heyden, Heyder, Heye, Heyen, Heyer,
Terheyden enz.
HEIBACH
Heibeek: zie Heibach
HEICOP
Heide: zie Hei en Lange Heide
Heidecamp: zie Heikamp
HEIDEHOEK, ook Heidenhoek
Heidekamp: zie Heikamp
HEIDELBERG
Heidelbergh: zie Heidelberg
heidemaaien, heide maaien
heidemaaier, ook heetmaaier, heimaaier enz.
Heideman, Heidemans: zie Heiman
Heiden: zie Hei
Heidencamp, Heidencamps: zie Heikamp
Heidendaal: zie Heiendaal
Heidenhoek: zie Heidehoek
Heidenkamp, Heidenkamps: zie Heikamp
Heider: zie Hei
Heiderkamp, Heiderkamps: zie Heikamp
Heiderman, Heidermans: zie Heiman
heidesnijden, heide snijden
HEIENDAAL, ook Heydendaal enz.
HEIENDAALSTEEG
Heienoord: zie Heyenoord
Heier, Heiers: zie Hei
Heierman, Heiermans: zie Heiman
HEIERVEN, ook Hey Erven enz.
HEIHOF
Heiink: zie Heyink
HEIKAMP, ook Heydekamp, Hykamp,
Hynekamp enz.
HEIL
HEILBRON
HEILERSIG
HEILIGEGEESTSTEEG, ook Heiligengeeststeeg
enz.
Heiligelandstichting, Heilige Land Stichting: zie
Heiliglandstichting
HEILIGENBERG
Heiligengeeststeeg: zie Heiligegeeststeeg
Heiligenhuis: zie Hilgershuis
HEILIGHARTKERK
HEILIGLANDSTICHTING
Heiltjes: zie Hieltjes
HEIMAN, ook Heideman, Heiderman, Heierman,
Heimen, Heimens, Heyerman, Heyman, Heymens, Huiman, Huimans, Hyman enz.
Heimans: zie Heiman
heimatverein
HEIMBOS
Heimbosch, Heimbusch: zie Heimbos
Heimen, Heimens: zie Heiman
Heimink: zie Hemmink
HEIN, ook Heyn enz.
HEINE
Heinekenszand: zie Heinkenszand
HEINEMAN
HEINEN, ook Heynen enz.
HEINENBERG
Heinich, Heinig, Heinik: zie Heinink
Heinikenszand: zie Heinkenszand
Heining, Heiningen: zie Heinink
HEININK, ook Heinich, Heinig, Heining enz.
HEINIS
Heink: zie Heyink
HEINKENSZAND
Heinoord: zie Heyenoord
Heinriks, Heinrix: zie Hendriks
Heins: zie Heinst
Heinsberg, Heinsbergen: zie Heinenberg
HEINST, ook Heins, Heyns, Hynst enz.
Heintsberg, Heintzberg: zie Heinenberg
Heinzen: zie Heinst
Heisman: zie Huisman
HEISTER
HEISTERBOOM, ook Heysterboom enz.
HEISTERKAMP
Heisters: zie Heister
Heitink: zie Heytink
HEITMAN
HEITMEYER
HEIVELD, ook Heyveld, Hyveld enz.
hek
HEK, ook Heck, Heckel, Hecq, Hekkel, Hekker,
Hekkes, Heks enz.
HEKEREN, ook Heeckeren, Heeckeren Kell enz.
Hekeren Kell: zie Hekeren
Hekkel: zie Hek
HEKKELMAN
Hekker, Hekkers: zie Hek
HEKKINK
HEKMAN
Heks: zie Hek
hekselkist: zie hakselkist
HEKVELD
HEKWEG
HEL, ook Helle, Hellen enz.
HELBERGEN
HELDEN
HELDER, zie ook Hilders
Helderink: zie Heldrink
Helders: zie Hilders
HELDRINK
Helferink: zie Hilferink
Helgenhuys: zie Hilgershuis
HELGER, ook Helgers enz.
HELGERINK
Helgers: zie Helger
HELINK, ook Heelink enz.
Hell, Helle: zie Hel
Hellebers, Hellebrand, Hellebrans: zie Hillebrand
Hellegers: zie Hellink
Hellen: zie Hel
Helles: zie Cornelissen
HELLEREN
HELLEVOETSLUIS
Hellinck, Hellinger: zie Hellink
HELLINK, ook Hellegers, Hellinger enz.
Helm: zie Halm
HELMAN
Helmans: zie Helman
Helmers: zie Helmes
HELMES, ook Helmers, Helmus enz.
Helmich, Helmigs, Helminck: zie Helmink
Helmigsteeg: zie Helminksteeg
HELMINK, ook Helmich enz.
HELMINKS PLAATS
HELMINKSTEEG, ook Helmigsteeg enz.
HELMOND
Helmont: zie Helmond
Helmus: zie Helmes
HELSDINGEN
Helsloten: zie Helsloot
HELSLOOT
Helslooten: zie Helsloot
HELSTEEG
Helt: zie Helten
HELTEN
Helverin: zie Helverink
HELVERINK
hemd
Hemees: zie Hemels
Hemelberg: zie Hemmelberg
HEMELS
HEMESSEN
Hemig, Hemink: zie Hemmink
HEMIXEM
HEMMELBERG, ook Hemelberg, Himmelberg
enz.
HEMMEN
HEMMES
HEMMINK, ook Hemink, Klein Hemmink enz.
HEMPEL
HEMSBACH
Henckelius: zie Henkel
Hencken Hovell: zie Hinkenheuvel
Henderyks, Hendriks: zie Hendriksen
HENDRICUS
HENDRIK IDO AMBACHT
HENDRIKSEN, ook Driek, Hendriks, Ricken,
Riecken, Rieken, Rikken, Riks, Riksen,
Rycken, Ryk, Ryke, Ryken, Rykers, Ryksen
enz.
Hendriks Post: zie Hendriksen, Post
Hendriksen Winkelhorst: zie Winkelhorst
Hendrixen: zie Hendriksen
Hendrops: zie Hoendrup
HENG
Hengefeld: zie Hengeveld
HENGEL
Hengelfeld, Hengelfeldt, Hengelfelt, Hengelfelts:
zie Hengeveld
HENGELO
Hengelsche Horst, Hengelse Horst: zie Hengelo
Hengelveld: zie Hengeveld
HENGEVELD, ook Klein Hengevelt enz.
Hengeveldt, Hengevelt, Hengevets: zie
Hengeveld
HENGSTEGOOR
Hengsteman: zie Hengsterman
HENGSTERMAN, ook Hingmans enz.
HENKE
HENKEL, ook Henckelius enz.
Henksterman: zie Hengsterman
HENNEKEY, ook Hennequin enz.
HENNEPE
Hennequin: zie Hennekey
Henniger: zie Hennink
Hennii, Hennij: zie Hennius
HENNINK, ook Henning, Henniger enz.
HENNIUS, ook Hennii, Hennij, Henny enz.
Henny: zie Hennius
Henriks: zie Hendriksen
Henschel: zie Hensel
HENSEL, ook Henselaar, Henseler, Hentschel,
Henzel, Hoonsel enz.
Henselaar, Henseler, Henselers: zie Hensel
Hensen: zie Hansen
HENSKENS
Hensterman, Henstermans: zie Hengsterman
HENTEN
Hentschel: zie Hensel
HENXEL
HERBERDEN, ook Harberen enz.
herbergier
herbergiersche, herbergierse: zie herbergierster
herbergierster, ook herbergiersche, herbergierse
enz.
HERBERS, ook Harbers, Herberts, Herbes enz.
Herberts, Herbes, Herbis: zie Herbers
Herbst: zie Herfst
Herbus: zie Herbers
herder
herderlijk schrijven
Herderschijt: zie Hetterscheid
HERDINK
Herdt: zie Heerd
Heren
herengoederen
HERENKAMP
herenknecht
herenlogement
HERENSTRAAT, ook Herestraat enz.
herentiend
HERENVEEN, ook Heerenveen enz.
Herffsen: zie Harfsen
Herffslegge: zie Herfslegge
HERFKENS, ook Harfkes, Harpkes enz.
Herfkes: zie Herfkens
Herfsen: zie Harfsen
HERFSLEGGE
herfstpoggen
HERFST
HERIKHUIZEN, ook Heerikhuisen, Herikhuisen,
Herkhuisen, Herkhuysen enz.
Hering: zie Herink
HERINGA
Heringa Mersch: zie Heringa Mertz
HERINGA MERTZ, ook Heringa Mersch enz.
HERINK, ook Heerink enz.
herinneringsplaat
Herinx: zie Herink
Heripon: zie Herripon
HERKELMAN
HERKENS
Herkhuisen, Herkhuysen: zie Herikhuizen
Herman: zie Herms
Hermani: zie Hermanni
HERMANNI
Hermans: zie Herms
HERMANUS
Hermelink: zie Harmelink
Hermens: zie Herms
HERMENOGILDUS
Hermens, Hermes, Hermkens: zie Herms
HERMS, ook Harmsen, Hermes, Hermse,
Hermsen enz.
Hermse, Hermsen: zie Herms
Hern: zie Harn
HERNE
HERNSCHER
Hernssen: zie Herms
Herreveldt: zie Harreveld en Herveld
HERRIPON, ook Heripon, d’Herripon enz.
HERSANT
HERSCHEL
Herschman, Hersman: zie Hirschman
hersenen
herstel
HERSTEL
Hertelder: zie Hesselder
Herten: zie Hart
Hertgens, Hertgers, Hertjes: zie Hartgers
Hertler: zie Hesselder
hertog
HERTOG, ook Hartogs enz.
HERTOGDOM KLEEF
HERTOGDOM LIMBURG
HERTOGDOM NASSAU: zie Nassau
HERTOGDOM SAKSEN GOTHA
HERTOGENBOS, ook ’s Bosch, Den Bosch,
’s-Hertogenbosch enz.
Hertogenbosch, ’s-Hertogenbosch: zie
Hertogenbos
hertogin
hertrouwen
Herts: zie Hertz
Hertsberg: zie Hertzberg
HERTZ
HERTZBERG
Hertzberger: zie Hertzberg
HERVELD
hervormd armbestuur
hervormde christelijke gemeente
hervormde diaconie
hervormde eredienst
hervormde gemeente
hervormde kapel
hervormde kerk
hervormd kerklid
hervormde pastorie
hervormd predikant
HERWAARDEN, ook Herwerden enz.
HERWEN, ook Herwen en Aerdt enz.
Herwen en Aerdt: zie Herwen
Herwerden: zie Herwaarden, Muntink
HERWYNEN
Herzan: zie Hersant
HERZEEL
Herzeele, Herzelen: zie Herzeel
Herzhövel: zie Hartsheuvel
herziening
Hes, HES: zie Hessen (en Hezen)
Heselaer, Heseler: zie Hesselder
Heselink: zie Hesselink
Hesen: zie Hezen
Heser: zie Hees
HESKES
Heslink: zie Hesselink
Hess, Hesse: zie Hessen
Hesselaar, Hesselaer: zie Hesselder
HESSELBERG
HESSELDER, ook Hertelder, Hertler, Hettelaar,
Heyselaar enz.
HESSELINK, ook Klein Hesselink, Kleinhesselink enz.
Hesselinks: zie Hesselink
HESSELS
HESSELTJE
HESSELVELD
HESSEN, ook Hes, Hesse enz.
HESSENKASSEL
Hessiaan: zie Voortman
HESSINK
Hest: zie Heest
Hesteren: zie Kesteren
HETEN
HETEREN, ook Heeteren enz.
HETGE
Hettelaar, Hettelder: zie Hesselder
HETTER
Hettersche: zie Hetterscheid
HETTERSCHEID, ook Herderschyt, Hettersche
enz.
Hettersdorff: zie Buddenbroek Hettersdorf
Heuet: zie Huet
HEUFF
Heufkens: zie Höfkes
Heuimans: zie Hooiman
Heuinck: zie Hujink en Uenk
HEUK
HEUKEL, ook Heuckelom, Heukelen,
Heukelom, Heukels, Heukelum, Hoekelom,
Huekels enz.
heukelen
Heukelom: zie Heukel
HEUKELOMSE BRINK
Heukels: zie Heukel
Heukhorst: zie Heukshorst
HEUKSHORST, ook Haakshorst, Haekshorst,
Huekshorst enz.
HEULEN
Heumans: zie Heiman
HEUMEN
Heunder: zie Huender
Heunenberg: zie Hunnenberg
Heunink: zie Hunink
Heunks: zie Hujink
HEUR
HEURE
HEURNE, ook Huerne, Kleine Heurne enz.
HEURNEMAN, ook Huerneman, Huurneman
enz.
HEURNINK
HEUS
HEUSCHEN
HEUSDEN
Heusen: zie Heusden
HEUSENRYK, ook Heusteryk enz.
HEUSER
Heusigveld, Heusingfeldt, Heusingveld,
Heusinksveld enz.: zie Heusinkveld
HEUSINKVELD, ook Heusingfeldt enz.
Heusinkvelt, Heusinveldt: zie Heusinkveld
Heusken, Heuskens, Heuskes: zie Huiskes
Heussinkveld: zie Heusinkveld
Heusteryk: zie Heusenryk
Heut: zie Huet
HEUTEN
HEUTERMAN
Heuthorst: zie Huethorst
Heutink: zie Huitink
HEUTS
Heuut: zie Huet
HEUVEL, ook Heuvels, Hoevel, Hövel enz.
Heuvelcamp, Heuvelcamps: zie Hevelkamp
HEUVELINK, ook Hevelink enz.
Heuvelkamp, Heuvelkamps: zie Hevelkamp
Heuvels: zie Heuvel
HEUVEN
Heuvink: zie Ovink
Heuyeink, Heuyeink, Heuyink: zie Huyink
Hevelink: zie Heuvelink
Hevelcamps: zie Hevelkamp
HEVELKAMP, ook Heuvelkamp, Hevelskamp
enz.
Hey: zie Hei
Heybach, Heybeek: zie Heibeek
Heycamp, Heydekamp: zie Heikamp
Heydeman: zie Heiman
Heyden: zie Hei
Heydendaal: zie Heiendaal
Heydendaalsteeg: zie Heiendaalsteeg
Heyderman: zie Heiman
Heye: zie Hei
HEYELER
Heyendaal: zie Heiendaal
Heyendaalsteeg: zie Heiendaalsteeg
Heydenis: zie Heinis
HEYENOORD, ook Heienoord, Heinoord,
Heyenoort, Heyenoord Hoeven enz.
Heyenoort: zie Heyenoord
Heyer: zie Hei
Heyerman: zie Heiman
HEYINK, ook Haink, Heenk, Heink, Hyink enz.
Heyltjes: zie Hieltjes
Heyman, Heymans: zie Heiman
Heymboes, Heymbos: zie Heimbos
Heymen, Heymens: zie Heiman
Heymink: zie Hemmink
Heyn: zie Hein
Heynck: zie Heyink
Heynekamp: zie Heikamp
Heynen: zie Heinen
Heynes: zie Heinst
Heyningen, Heynink: zie Heinink
Heyns: zie Heins
Heyntje: zie Cornelissen
Heyselaar: zie Hesselder
Heyster, Heysters: zie Heister
Heytenis: zie Heinis
HEYTINK, ook Haikink, Haitink, Haytink,
Heitink, Hetink, Heykink, Klein Heytink enz.
Heytmeyer: zie Heitmeyer
Heyuinck, Heyuinck: zie Huyink
HEZEN, ook Heesen, Heeze, Heezen enz.
Hick: zie Hik
Hiddinck: zie Hiddink
HIDDINK
Hidink: zie Hiddink
HIEB
Hiebink: zie Hebink
Hielders: zie Hilders
Hielen: zie Hillen
HIELTJES, ook Heiltjes, Heyltjes, Hyltjes enz.
HIEN, ook Hiensch enz.
Hiensch: zie Hien
hiërarchie
HIERDEN
Hierdraet: zie Houderath
HIERONYMUS
HIESTAND
HIETBRINK, ook Hietenbrink enz.
Hietenbrink: zie Hietbrink
HIETHOEK
Hietink: zie Huitink
HIETKAMP, ook Heetkamp enz.
HIETKOLK
Hietkoolx: zie Hietkolk
HIETLAND, ook Groot Hietland enz.
HIETPAS
HIETVELD, ook Heetveld enz.
HIK, ook Hick enz.
HILBELINK
HILBERS, ook Hilberts, Hulbers enz.
Hilberts: zie Hilbers
Hilbrand, Hilbrands, Hildebrand, Hildebrands,
Hildebrandt, Hildebrants: zie Hillebrand
HILDERINK
HILDERS, ook Helders, Hielders, Hilder enz.
Hilferdink: zie Hilferink
HILFERINK, ook Hilverdink, Hilverink enz.
HILGERS, ook Hillegers enz.
HILGERSHUIS, ook Helgenhuys enz.
HILHORST
HILLEBRAND, ook Hellebrands, Hildebrand,
Hyllebrants enz.
Hillebrandts, Hillebrant: zie Hillebrand
Hillegers: zie Hilgers
HILLEMA
HILLEN
Hille Otten hofstede
Hillers: zie Hilders
HILLIGEN
Hilligers: zie Hilgers
HILTEN
Hilters: zie Hilders
Hilverink: zie Hilferink
Hilverson: zie Hilversum
HILVERSUM
Himmelberg: zie Hemmelberg
Himmelfahrtkirche: zie Maria Himmelfahrtkirche
HIMPE
Hincksterman: zie Hengsterman
HINDEKAMP
HINDERBERGEN
Hingman, Hingmans: zie Hengsterman
HINK
HINKAMP
Hinkenheuvel: zie Scholten
HINSBEEK
HINSBERGEN
Hinsterman: zie Hengsterman
HIPHAAR
HIRSCH
HIRSCHMAN
HIRTH
HISSINK
hitte
Hiuvel: zie Heuvels
HOBBELAAR
HOBELMAN
HOCHSTER
Hocht: zie Hucht
Hock: zie Hoek
Hoebe: zie Hoeben
HOEBEN, ook Hoebe enz.
HOEBINK
Hoeckenshorst: zie Heukshorst
HOED, ook Hoedt, Hoet enz.
hoedemaker: zie hoedenmaker
hoeden
HOEDENBORG
hoedenfabrikant
hoedenmaker
hoedenmakersknecht
Hoedt: zie Hoed en Huet
Hoeuels: zie Heuvel
Hoef: zie Have, Hoeven
HOEFAKKER
HOEFBETEROM
Hoeffens: zie Hoeven
Hoeffkes: zie Hofkes
HOEFKENSESTRAAT
Hoefman, Hoefmans: zie Hofman
HOEFNAGEL
Hoefs: zie Hofs
hoefsmid
HOEFSMID
Hoefsmits: zie Hoefsmid
Hoegefelt: zie Hogeveld
HOEGEN, ook Huge, Huigen, Huygen enz.
hoek
HOEK, ook Hock enz.
Hoekelom, Hoekelum: zie Heukelom
Hoekhorst: zie Heukshorst
HOEKMAN
HOEKSTRA
Hoelderman: zie Roes
Hoelsger: zie Hulscher
Hoels Stee: zie Holtsteeg
Hoem: zie Hoen
HOEN, ook Hoem, Hoens, Hoers enz.
HOENBEEK
Hoender: zie Hoenders
HOENDERBOOM
HOENDERHOEK
HOENDERKOOI
Hoenderop, Hoenderops: zie Hoendrup
HOENDERLOSEWEG
HOENDERS
Hoendroep, Hoendrop, Hoendrops: zie Hoendrup
HOENDRUP, ook Hoenderop, Hoendrop,
Homdorp enz.
HOENEPELS
HOENHOF, ook Huenhof enz.
Hoenink: zie Hunink
Hoenolt: zie Reinholt
Hoens: zie Hoen
HOENSBROEK
Hoenselaars: zie Honselaar
HOENTJES
hoer
Hoers: zie Hoen
Hoet, Hoete: zie Huet
Hoetink: zie Huitink
HOEVE
Hoevel: zie Heuvels
HOEVELAKEN
Hoevell, Hoevels: zie Heuvels
HOEVEN, ook Hoeff, Hoeve enz.
Hoevens: zie Hoeven
HOEVER
Hoeverman: zie Hofman
HOEZEN
hof
HOF, ook Hofs enz.
HOFAKKER
HOFBERGEN
hofcomponist
hofdame
Hoff: zie Hof
Hoffakker: zie Hofakker
Hoffgeismar: zie Geismar
Hoffland: zie Hofland
Hoffman, Hoffmann: zie Hofman
Hoffs: zie Hof
HOF GELRE
Hoffhakker: zie Hofakker
Hoffs: zie Hof
Hoffscholt: zie Hofscholt
Hofhakker: zie Hofakker
Hof van Justitie: zie justitie
HOFKEMPKEN
HOFKES
HOFLAAN
HOFLAND, ook Hoffland enz.
HOFMAN, ook Hoefman, Hoeverman enz.
HOFMEYER
Hofs: zie Hof
HOFSCHOLT, ook Hofscholte enz.
Hofscholte: zie Hofscholt
Hofstad, HOFSTAD: zie Hofstede
hofstat: zie Wesenthorst
Hofste: zie Hofstede
hofstede
HOFSTEDE, ook Hofste, Hofsteden, Hofstee,
Hovestad enz.
Hofstee: zie Hofstede
Hofstieser: zie Hoftyzer
HOFSTRAAT
Hoftieser, Hoftiezer, Hoftyser: zie Hoftyzer
HOFTYZER, ook Hofstieser, Hoftiezer enz.
HOFWEGEN
HOGEBOOM
HOGE BUUNK
HOGE HEEM
HOGELAAR
Hoge Land, Hogeland: zie Hoogland
Hogelogt: zie Hoge Lucht
HOGELOON
Hogels: zie Heuvels
HOGELUCHT, ook Hogelogt, Hoge Lucht enz.
Hoge Lugt: zie Hoge Lucht
HOGEMAN
Hogenboom: zie Hogeboom
HOGENDER
HOGENDOORN
HOGENDORP
HOGENDYK
HOGENKAMP, ook Hongeerkamp,
Hongerkamp, Hoogkamp enz.
Hogen Reinder
HOGERAAD
HOGERBEETS
HOGE ROKKEN
Hogere Burgerschool
HOGERS, ook Hoogers enz.
HOGERVORST
HOGESLAG
HOGESTEEG
Hoge Stege: zie Hogesteeg
HOGESTRAAT, ook Hoogestraat, Hoogstraat
enz.
HOGESTRAATJE
HOGEVEEN, ook Hoogeveen enz.
HOGEVELD, ook Hoogveld enz.
Hogevels, Hogevelt, Hogevelts: zie Hogeveld
HOGEWEG, ook Hoge Weg, Hoogen Weg,
Hoogeweg enz.
Hogstraat: zie Hogestraat
Hogt: zie Hucht
Hohen Asberg: zie Hoog Asberg
HOHENLOH, ook Hohenloh Waldenburg
HOHENZOLLERN
HOHENZOLLERN-SIGMARINGEN
Hohman: zie Homan
HOISINK
Hoitema: zie Hoytema
Hoiteman: zie Oteman
hok
hokje
Hoks: zie Hak
Hoksbergen: zie Haaksbergen
Hokx: zie Hak
HOL
Holander: zie Holland
Hold: zie Holder en Verholt
HOLDER, ook Holders, Holler enz.
Holderdyk: zie Hallerdyk
Holderman: zie Roes
Holders: zie Holder
holddrost: zie houtdrost
HOLDYK
Holeveld: zie Holleveld
HOLEWYN
HOLKENBORG
Holl: zie Hol
HOLLAND, ook Hollander enz.
Hollander, Hollandsch: zie Holland
Hollands geld
Hollandt, Hollans, Hollant, Hollants: zie Holland
Holle: zie Hol
Hollema: zie Holleman
HOLLEMAN, ook Hollermann, Holman,
Olderman enz.
HOLLE MULLER
Hollen: zie Hol
Hollenbeck: zie Niederhollenbeck
Holler: zie Holder
Hollermann: zie Holleman
HOLLEVELD
Hollevelt: zie Holleveld
Holling: zie Hellink en Hollink
HOLLINK
Höllink: zie Hollink
Hollman: zie Holleman
HOL MOZES
Hols: zie Huls
HOLSBOER
HOLSBROUWER
Holscher: zie Huls
HOLSENHAUSEN
Holsevoort: zie Hulzevoort
Holsscher: zie Huls
Holshorst: zie Hulshorst
HOLST
Holsteeg, Holstege: zie Holtsteeg
Holstein: zie Hulstein
Holsterhuis: zie Holthuis
HOLSUM
Holt: zie Holten
HOLTAPPEL
Holtcamp: zie Holtkamp
holtdrost: zie houtdrost
Holte: zie Holten
HOLTEL
HOLTEN, ook Groot Holte, Holt, Holte, Hout,
Houte, Houten, Kleinholt, Klein Holte,
Kleinholten enz.
HOLTENDORP
HOLTERMAN
HOLTERS
Holterslag: zie Holtslag
HOLTGEN, ook Höltgen enz.
Holthaus: zie Holthuis
HOLTHOF
Holthoff: zie Holthof
HOLTHUIS, ook Holtus, Holthuizen enz.
Holthuisen, Holthuizen, Holthuys, Holthuysen,
Holthuyzen: zie Holthuis
Holtick, Holtinck: zie Holtink
HOLTINK, ook Gross Holtick, Gross Holtinck
enz.
HOLTKAMP
HOLTMAAT
HOLTMAN
holtrichterambt
Holts: zie Huls
HOLTSLAG
HOLTSTEEG, ook Holstege enz.
Holtsteegh: zie Holtsteeg
Holtus: zie Holthuis
HOLTVOOGD, ook Holtvoogt enz.
HOLTWYK
HOLWEG
HOLZBACH
holzschuster
HOLZUM
HOMAN, ook Homans enz.
Homans: zie Homan
HOMBACH
Homberigh, Homberighs, Homburg, Homburgh:
zie Hamburg
Homburgerstraat: zie Hamburgerstraat
HOMMELINK, ook Hummelink enz.
Hommelinks, Hommelinx: zie Hommelink
HOMMEN
HOMMERSON
Hommes: zie Bosscher
Hommi: zie Hemmen
HOMOED
hond
HOND
HONDELINK
Hondenhuizen
HONDERD
HONDEVELD
honderdjarige
HONDERS
HONDERSLO
HONDESLAG
Hondorp, Hondrop, Hondrops, Hondrup: zie
Hoendrup
Hondskamp: zie Honskamp
Hondt: zie Hond
HONDTONG
HONDYK
Hongeerkamp, Hongerkamp: zie Hogenkamp
HONHOF
Honig: zie Honink
HONIGKAMP
honingzemer
HONINK, Honig enz.
Honseker: zie Houseker
HONSELAAR, ook Hoenselaars, Honselaars enz.
Honselaars: zie Honselaar
HONSELERSDYK
HONSKAMP
Hont: zie Hond
Hontelers: zie Hunteler
Honts: zie Hond
Hontink: zie Huntink
Hoof: zie Have en Hof
hoofd
hoofd der school: zie schoolhoofd
HOOFD, ook Hooft, Thooft enz.
hoofdagent
hoofdbestuurder
hoofdcommies
HOOFDMAN, ook Hooftman enz.
hoofdonderwijzer
hoofdplaats
hoofdpijn
hoofdschout
hoofdstad
HOOFDSTRAAT
hoofdwacht
hoofdzeer
hoofdzwakte
Hoofft, Hooft: zie Hoofd
HOOG, ook Hoogen enz.
HOOG ASBERG
Hoogebelt: zie Hogebelt
Hoogen: zie Hoog
Hoogenboom: zie Hogeboom
Hoogendoorn: zie Hogendoorn
Hoogen Kamp: zie Hogenkamp
Hoogers: zie Hogers
Hooger Vorst: zie Hogervorst
Hooge Straet: zie Hogestraat en Hoogstraat
Hoogeveen: zie Hogeveen
Hoogeveld, Hoogevelt: zie Hogeveld
Hoogeweegen: zie Hogeweg
hooggrafelijk huis
Hoogh: zie Hoog
hoogheid
Hoogkamp: zie Hogenkamp
HOOGKEPPEL
HOOGKERK
HOOGLAND, ook Hoge Land, Hogeland enz.
HOOGLANDERVEEN
Hoogmilligen, Hoog Millingen, Hoogmillingen:
zie Millingen
Hoogstraat: zie Hogestraat
Hoogstrat, Hoogstraten: zie Hogestraat
hoog water
hoogwelgeboren
hooi
HOOIBOOM
HOOIBRINK, ook Hooybrink enz.
HOOIDONK
hooien
HOOIER, ook Hooyer, Hoyer enz.
hooigras
hooiland
HOOIMAN, ook Heuimans, Hooyman enz.
Hooimans: zie Hooiman
hooipand
hooipandje
hooitijd
hooiveld
Hoolboom: zie Haalboom
Hooleveld: zie Holleveld
Hoonsel: zie Hensel
HOONTEBRINK
hoop
Hoop: zie Kaap Goede Hoop
HOOP, ook Hoopen, Hopen enz.
Hoopen: zie Hoop
HOOPMAN, ook Hoopmans, Hopman enz.
Hoopmans: zie Hoopman
Hoopreis, Hooprys: zie Hoppereis
Hoorensnest: zie Horensnest
HOORN
HOORNENBURG, ook Hoornenborg enz.
HOORNINK, ook Horninck enz.
Hoornsnest: zie Horensnest
hoornvee
Hoorst: zie Horst
Hooseman: zie Hoseman
Hootsem: zie Hootsen
HOOTSEN, ook Hootsem enz.
Hooyboom: zie Hooiboom
Hooyer: zie Hooyer
Hooyman, Hooymans: zie Hooiman
HOP, ook Hopp, Hoppe enz.
Hopen: zie Hoop
Hopereis, Hoperys: zie Hoppereis
Hopman: zie Hoopman
HOPNER, ook Gopner, Hoppener, Höppener,
Höpner, Höpners enz.
Höpner, Höpners: zie Hopner
Hopp, Hoppe: zie Hop
HOPPENBROEK
HOPPENBROUWER
Hoppenbrouwers: zie Hoppenbrouwer
Hoppener, Höppener: zie Hopner
Hoppenreis, Hoppenreys: zie Hoppereis
HOPPEREIS, ook Hooprys, Hopereis,
Hoppenreis, Hoppenreys enz.
Hoppey, Hopreis: zie Hoppereis
Horbach: zie Horbeek
HORBEEK
horden
Hordenkamp: zie Horstenkamp
HORDYK, ook Pynakker Hordyk enz.
HORENSNEST
Horksveld: zie Horxveld
horloge
horlogeketting
horlogemaker
HORN
Hornink: zie Hoornink
Horns: zie Horn
horologiemaker: zie horlogemaker
Horselbarg: zie Horzelberg
Horsels: zie Horzels
HORSENS
Horsman: zie Horstman
HORST, ook Fonderhorst, Terhorst, Vanderhorst,
Vonderhorst enz.
Fen Horst: zie Venhorst
op Horst: zie Ophorst
op de Horst, te Horst, ter Horst, van Horst, van
der Horst: zie Horst
HORSTENGOED
HORSTENKAMP
Horster: zie Horst
HORSTERPLAATS
HORSTHUIS
Horstick, Horsticks, Horstik, Horstiks: zie
Horstink
HORSTINK, ook Horstick, Horsticks, Horstik,
Horstiks enz.
HORSTMAN, ook Horsman enz.
HORTEMAKERSTEEG
HORXVELD
Horzelberg: zie Hazelberg
HORZELS, ook Horsels enz.
HOSEMAN
HOSPEL
hospitaal
hospitaalmeester
Hosscholt: zie Hofscholt
Hostenkamp: zie Horstenkamp
hotel
hotelhouder
Hoteman: zie Oteman
HOTTENDORP
HOUBAER
HOUDERATH
HOUDERS
houding
Houfman: zie Koopman
houilleur: zie steenkoolwerker
HOUKENS
HOURDET
HOUSEKER
HOUSEN
HOUSTEE
hout
Hout: zie Holten
houtdiefstal, ook houtdieverij enz.
houtdraaier
houtdrost, ook holddrost, holtdrost enz.
Houte: zie Holten
HOUTEN, ook Houte (cf. Holten)
houten meubelen
houthandelaar
HOUTKOPER
HOUTMAN
houtplantsoen
houtskolenbrander: zie houtskoolbrander
houtskoolbrander, ook houtskolenbrander
houtstukjes: zie houtsprokkelen
houtvester
houtzager
houtzagerij
HOUWER
Houwers: zie Houwer
Houwink: zie Muntink
Hove: zie Have
Hövel, Hovel: zie Heuvels
Hovell: zie Heuvels; zie ook Hencken Hovell,
Scholten
Hövels: zie Heuvel
HOVEN
hoveniering
HOVERLAND
Hovestad: zie Hofstad
Hovink: zie Ovink
HOWARD, ook Howarde enz.
Howarde: zie Howard
HOWL
Hoxbargen, Hoxbergen, Hoxebargen: zie
Haaksbergen
Hoycken hofstede
Hoyer: zie Hooier
Hoyink: zie Huyink
Hoyman: zie Heiman
HOYTEMA
Hoytink: zie Huitink
Hozeband: zie Hozebanden
HOZEBANDEN, ook Hozeband, Hoze Bendels
enz.
Hoze Bendels: zie Hozebanden
HPG
Huben: zie Huibers
HUBER NOODT
Hubers, Huberse, Hubert, Hubes, Hubis,
Hubregtsen: zie Huibers
HUCHT
Hudenraat, Hudenraet, Hudenroot, Huderaat,
Huderaet, Hudrat: zie Houderath
HUDSEN
Huedt: zie Huet
Hueink: zie Hujink
Huekel, Huekelom, Huekels: zie Heukel
Huekhorst, Huekshoorst, Huekshorst, zie
Heukshorst
HUENDER, ook Boelen Huender, Cate Huender,
Huenders, Huunder enz.
Huenders, Huener, Hueners: zie Huender
Huenhof: zie Hoenhof
Huenink: zie Hunink
Huerne: zie Heurne
Huerneman: zie Heurneman
Hueshorst: zie Heukshorst
Huesken, Hueskens, Hueskes: zie Huiskes
HUET, ook Heut, Hueth enz.
HUETEM, ook Huthem, Hutum enz.
Hueth: zie Huet
Huethem: zie Huetem
HUETHORST, ook Heuthorst, Huithorst enz.
Huetink: zie Huitink
Huett, Huetten: zie Huet
Hueveel, Huevels: zie Heuvels
Hueyink: zie Hujink
HUEZELS
Huge, Hugen, Hugens: zie Hoegen en Huigens
HUGENBOS
HUGENPOTH, ook Hugenpoth Aard enz.
Hugenpoth Aerd: zie Hugenpoth
HUIBERS, ook Hubers, Huberse, Hubregtse,
Huybers, Huybregtse enz.
Huiberts, Huibrechts, Huibregts: zie Huibers
Huientinck: zie Huntink
Huieskens: zie Huiskes
Huigen, Huigens: zie Hoegen
Huilsender: zie Huls
Huiman, Huimans: zie Heiman
HUIMERS
Huinck: zie Huyink
Huinink: zie Bokkel en Hunink
huis, ook Huis, huize, huizen, woning enz.
HUIS, ook HUIJS enz.
Lege Huis: zie Kemper
’s Huis: zie Thus
HUISAKKER
huisarchief
HUIS BAAK
huisbediende
HUIS BERG
Huis Bergh: zie Huis Berg
huisdeur
HUISDUINEN
Huiser: zie Huizer
huishoudelijke bezigheden
huishoudelijk gereedschap
huishoudelijke goederen
huishoudelijk reglement
huishoudster
Huisinck: zie Huisink
Huisinga: zie Huizinga
HUISINK, ook Huizink, Husink, Huyzink enz.
Huisintveld: zie Heusinkveld
HUISKAMP
HUIS KARVEL
Huiskers: zie Huiskes
HUISKES, ook Heuskens, Huiskers, Huuskes,
Huyskens enz.
huislinnen
huisluiden
HUIS MAGERHORST
HUISMAN, ook Husman enz.
Huismans: zie Huisman
huismeester
huisnummer, huisnummers
huisplaats
huisschilder
HUISSEN, ook Huisen, Huussen enz.
HUISTEDE, ook Huisstee, Huistee, Husstette,
Huysstede, Huystee enz.
Huistee: zie Huistede
huisverponding
huiszoeking
Huit: zie Huet
HUITINK, ook Heutink, Hietink, Hoetink, Hoitink, Hoytink, Huetink, Hutink, Huytink enz.
HUITINKSTRAAT, ook Korte Huitinkstraat enz.
Huiynck: zie Huyink
huize, huizen: zie huis
HUIZEN
HUIZER, ook Huiser, Huser, Huyser enz.
Huizing: zie Huisink
HUIZINGA, ook Huisinga enz.
Huizink: zie Huisink
Hujinck: zie Huyink
HUKKER
HUL, ook Hull enz.
Hulbers: zie Hilbers
hulder
HULKENBERG
Hulkenborg: zie Hulkenberg
Hull: zie Hal
HULLU
hulp: zie geneeskundige hulp
hulpbesteller
hulpcommies
hulpofficier
hulponderwijzer
HULS, ook Holts, Hulscher, Hulse, Hulsender,
Hulssener, Hulst, Hulzen enz.
HULSBERGEN HENNINK
Hulsboer: zie Holsboer
HULSBRINK
Hulscher, Hulschers: zie Huls
Hulse: zie Huls
Hulsebosch: zie Hulzebos
Hulseder: zie Huls
HULSEGGE
HULSEL
Hulseler, Hulsen, Hulsenaer, Hulsenaers,
Hulsender, Hulsenen, Hulsener, Hulseners: zie
Huls
Hulsevoord: zie Hulsvoort
HULSEWEG
Hulsger, Hulsgers: zie Huls
Hulshoef: zie Hulshof
HULSHOF
HULSHORST
Hulsing: zie Hulzink
HULSKAMP
HULSMAN
Hulsmans, Hulsmos: zie Hulsman
HULSPAS
Hulss, Hulsscher, Hulssendegs, Hulssender,
Hulssenders, Hulsserder: zie Huls
Hulsstei: zie Huistede
Hulst, Hulstenaer: zie Huls
HULSTEIN, ook Holstein, Hulsteyn, Hustein
enz.
Hulsteyn: zie Hulstein
HULSVOORT, ook Holsevoort, Hulsevoord,
Hulzevoort enz.
HULTERS
Hultink: zie Huitink
HULZEBOS
Hulzen: zie Huls
Hulzevoort: zie Hulsvoort
HULZINK, ook Hulsink enz.
Hummel: zie Hummelo
HUMMELBERGER
Hummelink: zie Hommelink
HUMMELO, ook Hummel, Hummelo en Keppel
enz.
HUMMELSE BROEK
HUMMEN
Hund, Hundt: zie Hond
Hunenberg: zie Hunnenberg
HUNENKNUVER
HUNINK, ook Heunink, Hoenink, Huenink,
Huinink, Hunik, Hunnik, Huynink enz.
Huninks: zie Hunink
Hunks: zie Hujink
HUNNENBERG, Heunenberg
Hunnik, Hunnink: zie Hunink
Hunselaar: zie Hunteler
HUNTELER, ook Hanselar, Honteler, Hunselaar
enz.
HUNTELERSLAG
Hunten: zie Veldhunten
Huntenk, Huntienck: zie Huntink
HUNTINK, ook Hontinck, Huientiens enz.
Huntingdon: zie Huntington
HUNTINGTON
Hunttink: zie Huntink
HUNZEL
HUNZINGER, Honsinger enz.
Hupkens: zie Hupkes
HUPKES, ook Hupkens enz.
HUPPEL
HURENKAMP
HURK
Huser: zie Huizer
Husink: zie Huisink
Huskes: zie Huiskes
Husman: zie Huisman
HUSON
Husou: zie Huson
HUSS
hussaar: zie huzaar
HUSSEL
Husselberg: zie Hesselberg
HUSSELMAN
Hussten, Husstette, Hüstede, Husteder, Husteede:
zie Huistede
Hustein, Husteyn: zie Hulstein
hut
Hut: zie Huet
HUT
HUTERMAN
Huthem, Huthum, Hüthum: zie Huetem
Hutink: zie Huitink
HUTTE
Huubers: zie Huibers
Huukshorst: zie Heukshorst
huur
huurcontract
huurder
huurhuis
huurkoetsier
Huurne: zie Heurne, Stokheurne enz.
Huurneman: zie Heurneman
huurovereenkomst
Huusink: zie Huisink
Huuskes: zie Huiskes
Huut: zie Huet
Huvers: zie Huibers
huwelijk
huwelijksafkondiging
huwelijksbevestiging
huwelijkscommissaris
huwelijksconsent
huwelijksdispensatie
huwelijksengagement
huwelijksformulier
huwelijksinbreng
huwelijksproclamatie
huwelijksrecht
huwelijksregister
huwelijkstoestemming
huwelijksvoorwaarden
huwelijkszaken
Huybers, Huyberts, Huybrechts, Huybregts: zie
Huibers
Huyetinck: zie Huitink
Huygen, Huygens: zie Hoegen
HUYINK, ook HUJINK enz.
Huynck: zie Huyink
Huynink: zie Hunink
Huyntink: zie Huntink
huys: zie Thus
Nyen Huys: zie Nieuwenhuis
op Huys: zie Ophuizen
Huyser: zie Huizer
Huyshoef: zie Hulshof
Huysink: zie Huisink
Huysingveld: zie Heusinkveld
Huysken, Huyskens: zie Huiskes
Huysman: zie Huisman
Huysstede, Huyssteed: zie Huistede
Huysstede: zie te Huistede
Huyt: zie Huet
Huytink: zie Huitink
Huyzer: zie Huizer
Huyzink: zie Huisink
huzaar, huzaren
huzaren
Huzing: zie Herink
Hydeman, Hyderman: zie Heiman
Hyesterman: zie Hengsterman
Hyink: zie Huyink en Hyink
Hykamp: zie Heikamp
Hykink: zie Haikink
Hylders: zie Hilders
Hyligenberg: zie Heiligenberg
Hyllebrants: zie Hillebrand
Hyltjes: zie Hieltjes
Hyman, Hymans: zie Heiman
Hynekamp: zie Heikamp
Hynen: zie Heinen
Hynst: zie Heinst
hypothecaire inschrijving
hypothecaire obligatie
hypothecaire schuld
hypotheek
hypotheekbewaarder
hypotheekinschrijving
hypotheekkantoor
hypotheekregister
hypotheekstelling
HYSTEK
Hyster: zie Heister
Hytink: zie Huitink
Hyveld: zie Heiveld
Iansen: zie Jans
Ibbinck: zie Eppink
IBINK
ICHTHUSKERK
Ida
IDELS
IDEMA, ook Iedema enz.
identificatie
IDINK, ook Ydink enz.
Iedema: zie Idema
Iekinck: zie Ikink
Ieltink: zie Elsink
IEPENBURG, ook Ypenburg, Yperenburg enz.
IEPEREN
Ieperenburg: zie Iepenburg
Iersen: zie Niersen
Iesereef: zie Ysereef
Iesinck: zie Eisink
Ievens, Ieves: zie Ivens
Iezereef: zie Ysereef
IGNATIUS
Iimminck: zie Immink
ij: zie ook y
IJ: zie ook Y
IKINK, ook Eeckinck, Ikkink, Ykink, Ykkink
enz.
Ikkink: zie Ikink
Ilderdink: zie Aalderink
ILLEBERG
illustere school
ILMER, ook Ilmers enz.
Ilsink: zie Elsink
Iltink: zie Elsink
Ilzinck: zie Elsink
IMANS
IMHUIZEN
Iminck: zie Immink
imker: zie bijenman
IMMANUEL
Immanuëlkalender
Immenhorst: zie Klein Immenhorst
IMMENS
IMMINK, ook Emmink, Jimmink enz.
Immynck: zie Immink
Imnink: zie Immink
imperial: zie procureur imperial
Imspeck: zie Insbeek
Imynck: zie Immink
inbezitneming
inboedel
inbraak
incompetentie
Inde Bus: zie Ingenbosch
indemniteit
index
Indië: zie Indisch leger en Oostindisch leger
indirecte belastingen
Indisch leger
Indische tekst
indispositie
INDOORNIK
indringen
industrie
industriële enquêtecommissie
INELS, ook Ingers enz.
infanterie
infanteriebataillon
infanteriegarnizoen
infanteriekapitein
infanterieschool
infermerie, infirmerie
informatie
infra vaginam: zie vaginale doop
ingaande rechten, in- en uitgaande rechten
ingebruikneming
ingekomen stukken
INGELAAT, ook Engela, Ingenlath enz.
INGEN
INGENBOSCH
INGENHOF
INGENHORST
Ingenlath: zie Ingelaat
Ingers: zie Inels
ingestort huis
ingezetene
INGEZIEL
INGOLT
Inklaar: zie Enklaar
inkomsten
inkwartiering
inlandse waren
inlevering
inning
innocent
inrichting
INSBEEK
inschrijving
inscription
insectair: zie onder- (onderinspecteur?)
inspecteur, inspecteur der domeinen enz.
inspectie
inspector
inspectuur
instantie
instituteur
instructie
interim, ad interim
INTOROL
invalide
invaliditeit: zie lichaamsgebreken
inventaris
inventarisatie
inzameling
inzegening
inzenden
inzet
Iperenburg: zie Iepenburg
IPSKAMP
IRENE
IRHOVEN DAM
ISAAKS, ook Izaak, Izaaks, Izak, Izaks enz.
ISCKEN, ook Iseken enz.
Isebrands: zie Ysbrand
Iseken: zie Iscken
Isereef: zie Ysereef
Iserlo, Iserloo: zie Yzerlo
Isevoorde: zie Yzevoorde
Isink: zie Eisink
ISRAEL
Israelitische gemeente
ISRAELS
Issel: zie Yssel
Isselborch, Isselborg, Isselburg: zie Ysselburg
Isselmuden: zie Ysselmuiden
ISSEL SUPERIEUR
Issendorn: zie Yzendoorn
ISSUM
Isveld: zie Ysveld
ITALIE
Itink: zie Eisink
ITTERS
ITTERSUM
iudex
IVENS, ook Yvens, Yves enz.
Ivink: zie Yvink
Izaak, Izaaks, Izak, Izaks: zie Isaaks
Izereef: zie Ysereef
Izerlo, Izerloo: zie Yzerlo
Izinck: zie Eisink
Jaaldering: zie Aalderink
JAALTINK
jaarlijks
JAARMAN, ook Joormans enz.
jaarrekeningen
jaarrente
JAARSVELD, ook Jaarsvelt, Jarsveld enz.
Jaarsveldt, Jaarsvelt, Jaartsveld: zie Jaarsveld
JABEEK, ook Jabeeke enz.
Jabeeke: zie Jabeek
jacht
jachtakte, ook jachtacte
jachtgeweer
jachtopzichter, ook jachtopziener, opziener der
jacht enz.
jachtopziener: zie jachtopzichter
jachtovertreding
jachtslot
jachttuig
jachttijd
jachtwet, Jachtwet
Jacob, Sint Jacob: zie Jacobs
Jacoba van Beierenlaan: zie Beierenlaan
Jacobi: zie Jacobs
JACOBS, ook Jacobi, Jakobsen enz.
Jacobse, Jacobsen: zie Jacobs
Jaersveld: zie Jaarsveld
jagen
jager, jagers
JAGER
JAGERINK, ook Jegerink enz.
JAGERSKAMP
jagersvrouw
Jakobs, Jakobse, Jakobsen: zie Jacobs
JALINK
JAMET
JANDYK
Janessen: zie Jans
JANKNECHT
Jannes, Jans, Janse: zie Jans
JANSEN, ook Jans, Janssen, Jantsen enz.
JANSEN BEKER
JANSEN BERG
JANSEN DULMEN
JANSEN FRERIKS
Jansen Freriksen: zie Freriks en Jans
JANSEN GRUBE, ook Janssen Grube
Jansen Kroesbergen: zie Jans en Kruisberg
JANSEN OOSTERMAN
JANSEN VENNEBOER
JANSEN WEMERMAN
JANSINK
JANSKERK
JANSPLAATS
JANSPOORT
JANSPOORTSMUUR
Janssen, Janssens: zie Jans
JANSSTRAAT
Janszen, Janszens, Jantsen, Janzen, Janzens: zie
Jans
Japeks, Japiks: zie Jacobs
JAPINK
JAPPE
Jarsveld: zie Jaarsveld
JAS
JASPERS
JAVA
Jdels: zie Idels
JEBBINK, ook Groot Jebbink, Klein Jebbink enz.
JEENE, ook Jeenen, Jenen enz.
Jeenen: zie Jeene
Jeebinck: zie Jebbink en Hebink
Jegerinck: zie Jagerink
JEHOVAH
JEKEL
JELINK
JELISSEN
JELRICK
JELTE
JELTINK
Jemminck: zie Immink
jenever drinken
jeneverstoker
JENNY
Jensinck: zie Rentink
JENSTER
Jentinck: zie Jentink
JENTINK
Jentje: zie Johanna (voornaam)
JEROEN BOSCHLAAN
Jeronimus, Jeronymus: zie Hieronymus
JESEER
Jesus: zie Jezus
Jeudestraat: zie Jodenstraat
jeugd
JEUKEN
Jeurdens: zie Jordens
Jeurien: zie Jurgens
Jeurissen: zie Jorissen
Jeurriens: zie Jurgens
Jezuïetengymnasium
Jezuïetenschool
JEZUSKERK
jicht, ook jichtig, jichtigheid, jigtig enz.
jigtig: zie jicht
Jikkeja: zie Meys
Jimminck: zie Immink
JMJ
Joachims: zie Jochems
JOCHEMS, ook Joachims, Jochemse, Jochemsen,
Jogumsse enz.
Jochemsen: zie Jochems
Jocobs: zie Jacobs
joden: zie jood
JODENKERKHOF
JODENSTRAAT, ook Jeudestraat, Joodestraat
enz.
jodenvervolging
jodin
Joghems, Jogumsse: zie Jochems
JOHANNES BAPTISTA
JOHANNESKERK
JOHANNES BAPTISTAKERK
JOHANNES DE DOPERKERK
Johansplaats: zie Sintjansplaats
Johlinck: zie Jolink
Joilinck: zie Jolink
Joitinck: zie Tjooitink
JOL
JOLINK, ook Johlink, Joolink enz.
Jolinks: zie Jolink
Joly: zie Jolyn
JOLYN, ook Joly enz.
JONAS
Jonckhans: zie Jonkhans
JONENHUIS
jong, jonge (adj.)
JONG, ook Jongh, Jung enz.
JONGBLOED, ook Jonghblout enz.
Jongbloet: zie Jongbloed
jonge deurwaarder: zie deurwaarder
Jonge: zie Jong
JONGEBOER
jongeling
JONGENEEL
Jongenele: zie Jongeneel
JONGENSLAND
Jongh: zie Jong
Jonghans: zie Jonkhans
Jonghblout: zie Jongbloed
jonker
JONKERBOS
JONKERBOSWEG
JONKERS
Jonkersbos, Jonkersbosch: zie Jonkerbos en
Jonkerbosweg
Jonker Sloetlaan: zie Sloetlaan
JONKHALS
JONKHANS
jonkheer
JONKHEER, ook Jonckheere enz.
Jonkhons: zie Jonkhans
JONKMAN
jonkvrouw
JONXIS
jood, ook joden
Joodestraat: zie Jodenstraat
joods(e) ...
joodse begraafplaats
joodse families
joodse gemeente
joodse kerk
joods koopman
joodse namen
joods nieuwjaarsfeest
joods rabbijn
joods slager
joodse wet
Joolink: zie Jolink
Joorman: zie Jaarman
Joosman: zie Goseman
Joosens: zie Joosten
Joost, Jooste: zie Joosten
JOOSTEN, ook Joost, Jooste enz.
Joostens: zie Joosten
JOOSTERVELD
Joostervelt: zie Joosterveld
JOPPE
JORDANIE
JORDENS, ook Jeurdens, Jorden enz.
Jorens, Jöriens: zie Jurgens
JORISSEN
Josefs, Josephs: zie Jozefs
Josemans: zie Goseman
JOSEPHAKERK
JOSEPHUSKERK
JOSEPHUSPAROCHIE
JOSZ
journalier
Joyinck: zie Tjooitink
JOZEFKERK
JOZEFS, ook Joseph, Josephs enz.
JOZEFZIEKENHUIS
JUBERT
JUCHEM, ook Juchen enz.
Juchen: zie Juchem
Jude: zie Jood
judex: zie iudex
judiciële boete
JUDOCA WALBURGIS
JUFFERENSLAG, ook Juffrem Sslagenz.
juge (Fr.): zie rechter
juge de paix (Fr.): zie vrederechter
JULIANASTRAAT
JULIANAWEG
JULIUS
JUNGSLAGER
Junckenschen regiment: zie Hof
Jurcks, Jurg: zie Jurks
JURGENS, ook Jorens, Jurrien, Jurriens, Jurrisen,
Jurrius enz.
Jurjaans, Jurjens: zie Jurgens
jurisdictie
juris patronatus
JURKS
Jurriaans, Jurriens, Jurrissen, Jurrius, Jurruns: zie
Jurgens
jus collectandi
JUSTER
justitie
justitiecommissaris
justitiedienaar
justitiehof: zie justitie
justiz commissarius: zie justitiecommissaris
JUSTUS
Jutfaas: zie Jutphaas
JUTPHAAS, ook Jutfaas enz.
Juttela (voornaam)
Ka, Kaa: zie Kaai
KAAI, ook Ka, Kaa, Kaay enz.
KAAK
Kaaks: zie Kaak
KAAL, ook Caal, Cael, Carels, Cools, Karel,
Karels, Kool, Koolen, Kools enz.
KAALBERG, ook Colberg, Coolberg enz.
kaalhoofdigheid
Kaaltjes: zie Keultjes
kaamer: zie kamer
KAAP GOEDE HOOP, ook Cabo de Goede
Hoop enz.
Kaarel, Kaarels: zie Kaal
KAARLINK
KAARMAN
kaars
KAAT, ook Cate, Kate enz.
Kaate: zie Kaat
KAATMAN
Kaatmansgoed: zie Kaatman
KAATSHEUVEL
kaatsplaats
kaatstede
Kaay: zie Kaai
Kabbers, Kabbes: zie Kappers
KABEL
kabinetje
kachel
Kachelder, Kachelders, Kacheler, Kachelers (=
Kasselder): zie Ketelaar
Kackvoort, Kackvort: zie Hakvoort
kadaster
kadastrale gemeente Etten
Kadastrale gemeente Gendringen
kadastraal plan
KADERIS
Kael, Kaell, Kaeltjes: zie Kaal
Kaemp: zie Kamp
Kaet, Kaeten, Kaetten: zie Kaat
kafmolen
Kake: zie Kaak
KAKEBEEN
KALAMAZOO
Kalberg: zie Kaalberg
KALDEN
KALDENHOVE
KALDENKIRCHEN
Kalderkamp, Kalekamp: zie Kolenkamp
kalender
kalf, ook kalver, kalveren enz.
Kalkar: zie Calcar
KALKEN
KALLAART
Kallegoed: zie Callegoed
Kalles: zie Kals
KALS
Kalschuer: zie Kalschuur
KALSCHUUR, ook Kalschuer, Kolschuer enz.
KALTEREN
Kalts: zie Kals
kalver, kalveren: zie kalf, maalkalf enz.
KALVERKAMP
KALVERMAATJE
KALVERSTRAAT
KAMAN, ook Cammann enz.
Kamb: zie Kamp
kamer
KAMER, ook Camer, Kamers enz.
kamerbehanger
Kamerling: zie Kamerlink
KAMERLINK
KAMERMAN
Kamermans: zie Kamerman
kamertje
KAMMAN
KAMMENEL
Kammers: zie Kemink
kamp: zie Boerskamp, Hogen Kamp,
Hogenkamp, Laarderkamp
Hoogen Kamp: zie Hogenkamp
KAMP, ook Camp, Kampe, Kamper, Kampert,
Kampes enz. (cf. Kampen)
Kampe: zie Kamp
KAMPEN, ook Campen enz. (cf. Kamp)
Kamper: zie Kamp
KAMPERDYK
KAMPERLAND
Kamperman, Kampermans: zie Kampman en
Kemperman
Kampert, Kampes: zie Kamp
Kampfhuizen: zie Kamphuis
Kampfraath: zie Kampraad
KAMPHORST
KAMPHUIS, ook Kampfhuizen, Kamphuizen
enz.
Kamphuisen, Kamphuyzen: zie Kamphuis
KAMPMAN
KAMPRAAD, ook Kampfraath enz.
Kamps: zie Kamp
KAMPSCHREUR, ook Kamschuur enz.
Kamschuur, Kampt, Kamt: zie Kamp
kan
KAN
kanaal
kandelaars
kandidaat-notaris
Kanman: zie Kamman
kanonnier
Kanp: zie Kamp
kanselbijbel
kanten
KANTERS
kanthaken
kanton, ook canton
kantonaal ..., ook kantonale ..., kantonnaal enz.
kantongerecht
kantonnale vergaderingen
kantonrechter
kanton Terborg
kantoor
kantoorbediende
kantoorhouder
KAP
kapel
kapel Ooiman
KAPEL, ook Capelle, Cappelle, Kapelle, Kappel,
Kappelle enz.
kapelaan
kapelgoederen
Kapell, Kapelle: zie Kapel (en kapel)
KAPELLE YSSEL
kapelmeester: zie onderkapelmeester
KAPELSTRAAT, ook Capelstraat enz.
Kapers: zie Kappers
kapitein
kapitein-geweldiger
kapitein-luitenant
kapitein-luitenant ter zee
kapitein ter zee
kapot
Kappel, Kappelle: zie Kapel
kappen
KAPPERS, ook Cappers, Kabbes, Kapers,
Kappert enz.
Kappert: zie Kappers
kar, ook karren enz.
karabinier: zie carabinier
Karel, Karels: zie Kaal
KARETZKAJA
Karezkaja: zie Karetzkaja
karman: zie karreman
karmeliet
KARMICHEL, ook Kermigel enz.
Karmsen: zie Herms
karn, ook kern
KARNEBEEK
Karnegoor: zie Cornegoor
karnmolen
Karpestein: zie Kirpestein
KARPF, ook KARPF enz.
Karpff: zie Karpf
karreman, ook karman
karren: zie kar
karretje
Kars: zie Kers
Karsbergen: zie Kraassenberg
Karselaar, Karselder: zie Ketelaar
Karsenberg, Karssenbergh: zie Kraassenberg
KARSTEN
KARVEL
kasboek
kasern: zie kazerne
Kaspers: zie Caspers
KASSANDER, ook Cassander enz.
KASSEL, ook Cassel enz.
Kasselder, Kasselders, Kasseler, Kasselers: zie
Ketelaar
Kasstein, Kasstyn: zie Kastein
kast
kasteel
KASTEEL, ook Kasteele enz.
Kasteele: zie Kasteel
KASTEIN, ook Casteyn, Kasstein, Kasstyn enz.
kastelein
KASTELEIN
KASTERENBURG
KASTERMAN
Kasterops, Kasterups: zie Castrop
kasthouder
Kastrops, Kastrups: zie Castrop
Kat: zie Kaat en KAT
KAT, ook Kleine Catte enz.
Kate: zie Kaat
KATEMAN, ook Katemann, Katterman enz.
Katemann: zie Kateman
KATER
KATERSHORST, ook Klein Katershorst enz.
katerstede
katholicisme
katholiek
katholieke actiegroep
katholieke dokter: zie medicus
katholieke gemeente
katholieke overtuiging
KATHRINE
katoendrukker
katoenverver
KATS, ook Cats, Catz, Katz enz.
Kattebroek: zie Kattenbroek
KATTENBROEK, ook Kattebroek enz.
KATTENBURG
kattendoorn
Katterman: zie Kateman
KATWYK
Katz: zie Kats
Kauffman, Kauffmann, Kaufman, Kaufmann,
Kauman, Kaumans, Kausman, Kausmann: zie
Koopman
KAUW, ook Kouw, Kouwen enz.
KAUWLIG
kavenstee
Kay: zie Kaai
kazerne, ook casern, kazern enz.
KECH
Kechen: zie Kech
Keck: zie Keek
KEDDE
KEEK
Keeken: zie Keken
KEEM
Keemenk, Keemink: zie Kemink
KEER
Keern: zie Kern
Keernhem: zie Kernhem
Keerstens: zie Kersten
KEESSELS
Kegtink: zie Kracht
KEHRER
KEIDEL
KEIL, ook Keyhl, Keyl enz.
KEIMAN, ook Keyman enz.
Keiser, Keisers: zie Keizer
Keiten: zie Ketjen
keizer: zie ook keizerlijk
KEIZER, ook Keiser, Keysders, Keyzer enz.
keizerlijk decreet
keizerlijk notaris
keizerlijke stad
KEIZERSGRACHT
KEKEN, ook Keeken enz.
KEKERDOM
KEL, ook Kell, Kelle, Kellen enz.
kelder
KELDER
kelderkamer
KELDERMAN
KELGER
KELHOLT
KELHORST
Kell: zie Kel
KELLENAAR, ook Kellener, Kellner enz.
Kellener: zie Kellenaar
KELLER
Kellner: zie Kellenaar
KELLY
KELLYVILLE
KELSTEEG
Kember, Kembers: zie Kemper
KEMELAAR
Kemen: zie Kemink
Kemerlink: zie Kamerlink
KEMINK, ook Keemink, Kemmink enz.
Kemkes: zie Kempers
Kemmen, Kemmiens, Kemmink: zie Kemink
KEMNADE
Kemp: zie Kamp
KEMPEL, ook Kempele, Kempeler enz.
Kempele, Kempeler: zie Kempel
KEMPELMAN
Kempels: zie Kempel
KEMPEN
Kemper: zie Kempers
KEMPERBERG
KEMPERMAN, ook Kamperman enz. (cf.
Kampman)
Kempermans: zie Kemperman
KEMPERS, ook Kember, Kemkes, Kemper,
Kempkes enz.
KEMPERSHUISJE
Kempes: zie Kempers
KEMPINK
Kempinks: zie Kempink
kempken: zie Hofkempken en Sonderkempken
Kempken: zie Kempers en Kempken
KEMPKEN, cf. KEMPERS
Kempkens, Kempkes: zie Kempers
Kemps: zie Kamp
KENNEDY, ook Kennedij enz.
KENNEMAN
KENNIKHUIZEN
KEPPEL, ook Hoogkeppel, Hoog-Keppel,
Keppel-Binnen, Laagkeppel, Laag- Keppel,
Oldekeppel enz.
Keppel Binnen: zie Keppel
KEPPELHOF
Keppelhofs: zie Keppelhof
KEPPELSBERG, ook Keppeltjesberg enz.
Keppeltjesberg: zie Keppelsberg
KEPPER
Kerckkamp: zie Kerkkamp
Kerckwick, Kerckwyck: zie Kerkwyk
kerk
Kerkamp, Kerkamps: zie Kerkkamp
kerkbank
kerkbestuur
kerkboek
kerkcombinatie
kerkdienaar, ook kerkendienaar, kerkendiender
enz.
kerkdienst
kerkegoederen
kerkegrond
kerkeland
KERKELINK
kerkelijke ...: zie ook kerk... en kerke...
kerkelijke administratie
kerkelijk armbestuur
kerkelijke belangen
kerkelijke fondsen
kerkelijke functies
kerkelijke gebouwen
kerkelijke gemeente
kerkelijke goederen
kerkelijke inkomsten
kerkelijk toezicht
kerkelijke tucht
kerkelijke zaken
Kerkemeyer: zie Kerkmeyer
kerkendienaar, kerkendiender: zie kerkdienaar
kerken in Oost-Nederland
kerkengrond
kerkenkamer
Kerkenmeyer: zie Kerkmeyer
Kerkenstraat: zie Kerkstraat
kerkeraad
kerkeraadskamer
kerkeraadslid
kerkerekening: zie kerkrekening
Kerkesaet: zie Kerkezaat
KERKEZAAT
kerkezilver: zie kerkzilver
kerkfonds
kerkgang
kerkgebouw
kerkgereedschap
kerkhek
kerkhervorming
KERKHILLEN
kerkhof
KERKHOF, ook Kerkhoven enz.
KERKHOFLAAN
KERKKAMP, ook Kerkamp enz.
kerkklok
kerkkoor
kerklidmaatschap
KERKMAN
kerkmeester
KERKMEYER, ook Kerkenmeyers enz.
kerkorde
kerkorgel
kerkpacht
KERKPLEIN
KERKRADE
kerkreglement
kerkrekening
kerkreparatie
kerkrestauratie
KERKSTEEG
KERKSTEEGJE
KERKSTRAAT
kerktoren
kerkvloer
kerkvoogd
kerkvoogdij
kerkvoogdijgoederen
KERKWYK
KERKWYKWEG
kerkzilver
kerkzuivering
KERLEN
KERMANS
Kermichel, Kermiggel: zie Karmichel
kern
KERN, ook Kerner enz.
Kernebeek: zie Karnebeek
Kerner: zie Kern
Kernheim: zie Kernhem
KERNHEM, ook Kernheim enz.
kernmolen
Kerpestein: zie Kirpestein
kers, ook kersen, kersen stelen enz.
KERS, ook Kars, Kerse enz.
KERSEBOOM, ook Kersenboom enz.
kersen: zie kers
Kersenboom: zie Kerseboom
kersen stelen: zie kers
Kershoffs: zie Kerkhof
Kersjens: zie Kersjes
KERSJES, ook Kerssen, Kerstjes enz.
kerspel
Kerssenbergs: zie Kraassenberg
Kersstiens: zie Kersjes
KERSTEN, ook Kerst enz.
Kerstjes: zie Kersjes
KERVEL
KESSEL
Kesselder, Kesseler: zie Ketelaar
Kesten: zie Kersten
KESTEREN
ketel
KETEL
KETELAAR, ook Kacheler, Karselaar,
Karselder, Kasselder, Kesler, Kisselder,
Kisseler enz.
Keteler: zie Ketelaar
ketellapper
Ketels: zie Ketel
KETELSTRAAT
KETJEN, ook Ketjes enz.
Ketjens, Ketjes: zie Ketjen
KETMAN
KETS, ook Ketz enz.
KETTELARY
Ketteler, Kettelers: zie Ketelaar
KETTERINK, ook Kettering enz.
KETTERMAN
Ketting: zie Kettink
KETTINK, ook Ketting enz.
Ketz: zie Kets
KEUBEN
keuken
KEUKEN, ook Keukes, Keuking, Keukkink,
Kueken, Kuken enz.
keukengereedschap
Keukes: zie Keuken
Keuking, Keukink, Keukkink: zie Keuken
KEULDER
KEULEMAN, ook Keulemans, Koeleman,
Köleman, Kolleman, Koolman, Koolmans enz.
Keulemans: zie Keuleman
KEULEN, ook Collen, Colln, Cools, Keuls,
Keuls Land, Koelsch, Köelsch, Kols, Kolsch,
Kölsch enz.
Keuls: zie Keulen
KEULTJES, ook Kaaltjes, Kulkes enz.
Keupen: zie Keuper
KEUPER, ook Ceupen, Ceuper, Ceupers, Cooper,
Cööper, Cuiper, Keupen, Keupers, Koeper,
Koepers, Kop, Kopen, Köpen, Kopers, Koppe,
Köppe, Koppen, Köppen, Kopper, Koppers,
Koppis, Kueper, Kuepers, Kup, Kuper, Kupers,
Kupp, Küpp, Kupper, Kuppers, Kurper,
Kuyper, Kuypers, Kuypes enz.; zie ook Koops
en Kuiper
Keupers: zie Keuper
KEUPERWEG
KEUR
KEURENTJES, ook Corntges, Keurntjes,
Körntjes enz.
KEURHORST, ook Ceurhorst enz.
KEURINK
Keurntjes: zie Keurentjes
keurstemmen
keurvorst
KEUSINK
Keuten: zie Koten
KEUTER
Keuters, Keutters: zie Keuter
KEVANT
KEVELAAR, ook Keveler enz.
Kevelaer, Keveler: zie Kevelaar
KEVER, ook Kevers
Kevers: zie Kever
Keydel: zie Keidel
Keyenbarg, Keyenberg: zie Keyenborg
KEYENBERGSEWEG
KEYENBORG, ook Keyenbarg, Keyenberg,
Keyenburg enz.
Keyenburg: zie Keyenborg
Keyhl, Keyl: zie Keil
Keymans: zie Keiman
Keyser, Keyzer: zie Keizer
KIEBEL
KIEFFERT
Kieft: zie Kieft
KIEFT, ook KIEFTE, KIEVITS, KIEWITS,
KIVIET, KIWITZ enz.
KIEFTSKAMP, ook KIEVEKAMP,
KIVEKAMP, KYVEKAMP enz.
KIEL
KIELTJES
Kieltjens: zie Kieltjes
KIENEN
KIENTZ
KIENVUNKS
KIERS
KIES
Kiesbrink: zie Kiesebrink
KIESEBRINK, ook Kiesbrink enz.
Kiesel: zie Kiezel
KIESENBERG
kieslijst
Kieviets, Kievits, Kiewits: zie Kieft
KIEZEL, ook KIESEL, KYSSEL enz.
KIFTEN
KILDER
Kilestein: zie Killestein
KILLESTEIN, ook Kilestein enz.
KIMMEL
KIMMELDER
KIMMELINK
kimmeltang
Kimmyser: zie Kimmyzer
KIMMYZER, ook KIMMYSER enz.
kind, kinderen
kinderarbeid
kinderbieren
kinderen
kinderen dopen
KINDEREN
kinderzorg
kindje
Kinkelaar: zie Kinkelder
KINKELDER, ook KINKELAAR enz.
KINNAAR
Kinnaers: zie Kinnaar
KIOS
KIP, ook KIPS enz.
KIPMAN
kippen
KIRPESTEIN
Kisselder, Kisseler: zie Ketelaar
kist, kisten
KIST, ook KISTEN enz.
KISTEMAKER, ook KISTENMAKER enz.
kisten: zie kist
Kisten: zie Kist
Kivekamp: zie Kieftskamp
Kiviets, Kivits: zie Kieft
KLAAPSINK
KLAARHOF, ook KLAARHOFS enz.
Klaasen: zie Klaas
KLAAS, ook CLAESSEN, CLASENS,
KLAASEN, KLAASENS, KLAASSEN,
KLAESE, KLASEN, KLASING, KLAUS,
KLAUSEN enz.
Klaassens: zie Klaas
KLAAUW
Klaauwer: zie Kluwer
Klabers, Klabbers: zie Klappers
klacht
Klaessen, Klaessens: zie Klaas
KLAMMER
KLANDERMAN
Klandermans: zie Klanderman
KLAP
KLAPHEK
KLAPPERS, ook KLABBERS, KLABERS enz.
klapperman: zie klepperman
KLARENAAR
KLARENBEEK
KLARENDAL
KLARENSTRAAT, ook KLARESTRAAT,
CLARENSTRAAT enz.
Klarestraat: zie Klarenstraat
Klasing: zie Klaas
klasse
Klassen, Klaus, Klausen: zie Klaas
Klauwer: zie Kluwer
klaver
Klaver, Klawer: zie Kluwer
klaverzaad
kleder-: zie ook kleerklederen
kledermagazijn: zie kledingmagazijn
kledermaker: zie kleermaker
kleding
kledingmagazijn, kledermagazijn enz.
KLEEF, ook CLEEF, CLEEFSLANT, CLEVE
enz.
KLEEFSE GRAAF
KLEEFSLAND
kleermaker
KLEERMAKER
kleermakersgezel
kleermakersknecht
KLEFF
KLEI
KLEIBOOM, KLYBOOM
Kleier: zie Kleyer
Kleiman: zie Kleinman
klein (van stuk): zie lengte, Johannes Vossegat
KLEIN...: zie ook onder de hoofdnaam (zonder
het voorzetsel KLEIN)
KLEIN, ook KLEYN enz.
Klein Aalderink: zie Aalderink
Klein Antink: zie Antink
Klein Arbrink, Klein Ardbrink, Klein Arpelink:
zie Erdbrink
Klein Avink: zie Avink
Kleinazewyn, Klein Azewyn: zie Azewyn
Klein Bannink: zie Bannink
Kleinbeesthorst, Klein Beesthorst: zie Beesthorst
kleinbehuisdheid, klein behuisd enz.
Kleinberenschot, Klein Berenschot: zie
Berenschot
Kleinbloemendaal, Kleinbloemendal: zie
Bloemendaal
Klein Braskamp: zie Braskamp
Kleinbredenbroek, Klein Bredenbroek: zie
Bredenbroek
Kleinbrinke, Klein Brinke: zie Brink
KLEIN BRUNINK
Kleinburink, Klein Burink: zie Burink
Kleine Buuink: zie Buunk
Klein Elderink: zie Klein Aalderink
KLEIN ELFERINK
KLEINENBERG, ook KLEYNENBERG,
KLYNENBARG enz.
KLEIN ENTINK
KLEIN ESSINK
KLEINEVLYT, ook KLEINVLEID enz.
KLEIN FORME
KLEIN FRERIK
KLEIN GESINK
Kleingiessink: zie Kleingiessink
KLEIN GIESSINK
KLEIN GOTINK
Kleinegries, Kleine Gries, Kleinegris, Kleine
Gris, Klein Gries, KLEINGRIES, Kleingries,
Kleingris: zie Gries
KLEIN GUNNEWIEK
Klein Haasbroek: zie Haasbroek
kleinhandelaar
Klein Haykink, Klein Heitink, Klein Heytink: zie
Heytink
Klein Hazebroek: zie Haasbroek
Klein Hemmink: zie Hemmink
Kleinhesselink, KLEINHESSELINK, KLEIN
HESSELINK: zie Hesselink
Klein Hiddink: zie Hiddink
Kleinholt, Kleinholte, Kleinholten: zie Holten
KLEIN HOONTE, ook KLEINHOONTE enz.
KLEINHORST
KLEIN IMMENHORST
KLEIN IMMINK
KLEININK
KLEINJAN
KLEIN JEBBINK
Klein Jimmink: zie Klein Immink
KLEIN JOOITINK
kleine kamer
Klein Katershorst: zie Katershorst
Kleine Kieft: zie Kieft
Klein Kraassenberg: zie Kraassenberg
Klein Lenderink: zie Lenderink
Kleinlugtenbeld, Klein Luchtenbelt: zie
Luchtenbelt
Klein Luikink: zie Luikink
KLEINMAN, ook Kleiman enz.
Klein Marsselink: zie Masselink
KLEIN MENTINK
Klein Meulenkamp, Klein Molenkamp: zie
Molenkamp
Kleine Mispel: zie Mispel
Kleinnenberg: zie Kleinenberg
Kleinnibbelink, Klein Nibbelink: zie Nibbelink
klein onbewoond hokje
Klein Paske, Kleinpaske, Kleinpaste, Klein Paste:
zie Pas
Kleinpennink: zie Pennink
Kleinreesink: zie Klein Reusink
Klein Regelink: zie Regelink
Klein Renssink, Klein Rentink: zie Rentink
Kleinresink, Klein Resink, Klein Reusink, Klein
Roesink, Klein Roessink: zie Reusink
Klein Sellen, Kleinsellen: zie Sellen
Kleinsesink, Klein Sesink, Klein Sessink: zie
Sesink
Klein Sikkink: zie Sikkink
Klein Smeenk: zie Smeenk
Klein Starink: zie Starink
kleine steden
KLEIN STENDERINK
Klein Swetseler: zie Zwetselaar
KLEIN TANK
Klein Terleth: zie Terlet
KLEINTJES
Kleintunte, Klein Tunte: zie Tuenter
Klein Ubbink: zie Ubbink
KLEINVEEN
Kleine Veens: zie Kleinveen
KLEIN VEERTJE
Klein Veldink: zie Veldink
Klein Venhorst: zie Venhorst
Kleinvleid: zie Kleinevlyt
Klein Wassink: zie Wassink
KLEIN WILLINK, ook Kleinwillink, Lutke
Willink enz.
KLEIN WOLTERINK
Klein Zwetselaar: zie Zwetselaar
KLEP
kleppen
KLEPPER
klepperman, ook klapperman
Klerck: zie Klerk
klerk, clerc enz.
KLERK, ook Clerck enz.
KLETTER
KLEUTJES
Kleuvers: zie Kluwer
Kleve: zie Kleef
KLEVERHAM
KLEVERKAMP
Kley: zie Klei
KLEYER, ook Kleier enz.
Kleyman: zie Kleinman
Kleyn: zie Klein
Kleynberenschot: zie Berenschot
Kleynbrinke, Kleyn Brinke: zie Brink
Kleynenberg: zie Kleinenberg
Kleynevlyt: zie Kleinevlyt
Klein Valkenburg: zie Valkenburg
Kleyn Frerick: zie Klein Frerik
Kleynman: zie Kleinman
KLIFT
Klinckeboss: zie Klinkebos
KLINGEBEEK
Klingelbeek: zie Klingebeek
Klinhesselink: zie Hesselink
KLINK
KLINKENBERG
KLINKERS
KLINKIN
KLINKSPOOR
KLIP
KLIPHUIS
Kloeck: zie Kloek
KLOEK, ook CLOECK enz.
KLOEKENSTEIN
Kloemp: zie Klomp
Kloen: zie Kluin
Kloese: zie Kloeze
KLOET, ook Cluitgens enz.
KLOETEN OER
KLOEZE, ook Kloese enz.
klok, klokken
KLOK (= KLOEK ?)
klokkemaker: zie horlogemaker, uurwerkmaker
KLOKKENBERG
klok luiden
KLOKMAN
Klombenhouwer: zie Klompenhouwer
KLOMP, ook Clomps, Klomps, Klump enz.
Klompen: zie Klomp
Klompenhouer, Klompenhouers: zie
Klompenhouwer
KLOMPENHOUWER, ook Klumpenhauer enz.
Klompenhouwers: zie Klompenhouwer
klompenmaker
Klomps: zie Klomp
Klomps kamer
Klons: zie Klomp
kloofbeitel
Kloos: zie Klos
klooster
KLOOSTER, ook Klouster enz.
KLOOSTER BETHLEHEM
KLOOSTERMAN
KLOOSTER SCHAAR
KLOOSTER SITTARD
KLOOSTERSTEEG
KLOOSTERSTRAAT
KLOOT
KLOP
KLOPHUT, ook Klophutt enz.
KLOPPENBURG
KLOPPER, ook Kloppers
Kloppers: zie Klopper
KLOS, ook Closs, Kloos, Klotz enz.
Klossen: zie Klaas
Klots, Klotz: zie Klos
Klouster: zie Klooster
Klouwer, Kluifer, Kluiver, Kluivers: zie Kluwer
KLUCHT
kluin
KLUIN, ook Kloen, Kluun enz.
KLUITMAN, ook Klutman enz.
Klump, Klumpen: zie Klomp
KLUMPENER
Klumpenhauer, Klumpenhauers: zie
Klompenhouwer
KLUMPERINK
KLUMPERS
Klumperts: zie Klumpers
klungel
Klutmann, Kluttmann: zie Kluitman
Kluun: zie Kluin
Kluver, Kluvers: zie Kluwer
KLUWER, ook Klaauwer, Klauwer, Kleuver,
Kleuvers, Kloever, Kluifer, Kluiver, Kluivers,
Kluver, Knueve, Knuvelder, Knuvers,
Knuwers enz.
Kly: zie Klei
Klyboom: zie Kleiboom
Klynenbarg: zie Kleinenberg
Klynhesselink: zie Hesselink
Klynhorst: zie Kleinhorst
Knaaben: zie Knaven
KNAAK, ook Knaake enz.
Knaake: zie Knaak
KNAAP, ook Knaapen, Knapen enz.
Knaapen: zie Knaap
Knaaven: zie Knaven
knalrood haar
knape
Knapen: zie Knaap
Knavel: zie Knaven
KNAVEN, ook Knaaven, Knavel, Knavink enz.
Knavenk, Knavink: zie Knaven
knecht
knechtskamertje
knechtsloon
Kneest: zie Kniest
KNEF
Knelisse: zie Cornelissen
KNEUBEL
Kneuver, Kneuvers: zie Kluwer
KNIBBE
Knickenberg: zie Knikkenberg
knie, knieaandoening, scheve knie enz.
KNIEP
Knieppenborgs: zie Knippenborg
Knieps: zie Kniep
KNIEST
Kniesten: zie Kniest
KNIKKENBERG
KNIKKINK
Knip: zie Kniep
Knipenborg, Knippenbergs, Knippenborchs: zie
Knippenborg
KNIPPENBORG, ook Knippenborgh,
Knippenburg enz.
Knippenborgh, Knippenborgs, Knippenburg: zie
Knippenborg
KNIPPERS
KNIPPINK
Knipschaar, Knipschaers: zie Knipscheer
KNIPSCHEER
Knipschery: zie Knipscheer
Knist, Knisten: zie Kniest
K.N.M.
KNOCH
Knodt: zie Knorth
KNOEPEL
KNOEST
knoken
knolraben
KNOOP, ook Knoops enz.
Knoops: zie Knoop
knopenmaker
Knopper: zie Knoppert
KNOPPERT, ook Knopper enz.
KNORTH, ook Knodt enz.
Knorthen: zie Knorth
KNOTS
Knueve, Knuevers: zie Kluwer
Knufman: zie Koopman
KNUIM, ook Knuym enz.
KNUIMAN
Knuive, Knuivers: zie Kluwer
KNUIZELAAR
KNUKKEN
KNUPPELS, ook Knuppel enz.
KNUSELAAR
Knuve, Knuvelder, Knuven, Knuver, Knuvers,
Knuvink, Knuwer, Knuwers: zie Kluwer
Knuym: zie Knuim
Knuyve, Knuyvers: zie Kluwer
Knyep: zie Kniep
Knyest: zie Kniest
Knyp: zie Kniep
Knyppenborg, Knyppenburg: zie Knippenborg
Knyps: zie Kniep
Kobes, Kobesse, Kobessen, Kobezen: zie
(Jacobs) en Koops
Kobezenweide: zie Koopsweide
KOBITS
Kobus, Kobussen: zie (Jacobs en) Koops
Koch: zie Kok
KOCHSTRAAT
Kock, Kocken, Kocks: zie Kok
koe, koehoeden, koeien, koeien brandmerken, koe
laten lopen enz.
KOE
koebak
koebeest, koebeesten, zie ook koe
KOEBERG, ook Koebergen
Koebergen: zie Koeberg
Koeferden: zie Koevorden
koehoeden, koeien: zie koe
Koek: zie Kok
KOEKAMP
koekbakker
Koekel: zie Koekelt
KOEKELT, ook KOEKEL enz.
KOEKENDAAL, ook KOEKENDAL enz.
Koekendal: zie Koekendaal
Koelaak: zie Oude Koelaak
Koelaicke: zie Koelaak
Koele, Koelen: zie Kuil
Koeleman: zie Keuleman
Koelenbrander: zie Kolenbrander
Koelf, Koelff, Koelft: zie Kolf
Koelman: zie Keuleman
Koelsch, Köelsch: zie Keulen
Koelthof, Koelthoff: zie Kolthof
KOEMAAT
KOEMAN, ook Cooman, Coumans, Koman,
Komen, Kooman, Koomen, Koomes enz.
KOEN, ook Coenders, Coenraads, Coenraadts,
Conders, Conrads, Koender, Koenders, Koene,
Koenen, Koeners, Koenraads enz.
Koender: zie Koen
Koene: zie Koen
KOENEN, ook Coenen, Koennen, Kuenen enz.
KOENENHUIS, ook Kunenhuis enz.
KOENEN STROOM
Koeners: zie Koen
Koenink, Koënink: zie Konink
Koennen: zie Koen
Koenraads: zie Koen
Koens: zie Koen
Koeper, Koepers: zie Keuper
Koepoort: zie Koepoortstraat
KOEPOORTSTRAAT, ook Koepoort enz.
Koeps: zie Koops
KOERMAN
KOERS, ook Coers, Courts, Koertsen enz.
KOERTEN, ook Coerten enz.
Koerts: zie Koers
KOESEMAN
KOESLAG
KOESTEEG
Koester, Koesters: zie Koster
Koesveld: zie Coesveld (plaatsnaam) en
Koetsveld (familienaam)
Koesveldstraat: zie Koetsveldstraat
KOETS, ook Coets enz.
koetsier
KOETSIER
KOETSVELD, ook Coesveld, Koesveld enz.
KOETSVELDSTRAAT, ook Koesveldstraat enz.
Koevens, Koevent: zie Convent
Koeverden: zie Koevorden
KOEVIK
Koevoest: zie Koevoet
KOEVOET
Koevoets: zie Koevoet
KOEVORDEN, ook Coeverden, Koeverden enz.
koeweiden, koeien weiden, koe weiden enz.
Koeweide
KOFFERS
koffiehuisbediende
koffiehuishouder
koffiekan
koffieketel
koffij...: zie koffie...
kok
KOK, ook Coch, Cocks, Cocx, Koch, Koks,
Kook enz.
KOKELAAR, ook Kokelaer enz.
Kokelaer: zie Kokelaar
KOKER
KOKKE
KOKKELINK
Kokkink: zie Kok
KOKOVSKY, ook Kokowsky
Kokowsky: zie Kokovsky
Koks: zie Kok
KOKSALLEE
KOL
Kolck: zie Kolk
Kolckman, Kolckmans: zie Kolkman
Kolcks: zie Kolk
KOLDERVEEN, ook Colderveen
KOLDEWEI, ook Coldewey, Coolwaay,
Koldewy, Koldewyn, Kooldewee, Kolwagen
enz.
Koldewey, Koldewin, Koldewy, Koldewyn: zie
Koldewei
Kolebrander: zie Kolenbrander
Kolekamp: zie Kolenkamp
Koleman, Köleman: zie Keuleman
Kolen: zie Kool
Kolenbrader, Kolenbraders: zie Kolenbrander
kolenbrander
KOLENBRANDER, ook Colenbrander, Kolenbranders, Kolenbrans, Koolenbrander enz.
Kolenbranders, Kolenbrans: zie Kolenbrander
kolenhandelaar
KOLENKAMP, ook Kalekamp, Kolekamp,
Koolekamps enz.
KOLF, ook Colvers, Culve, Kolfe, Kolff, Kolffs,
Kolft, Kolve, Kulve, Kulven enz.
Kolfe, Kolff, Kolffs: zie Kolf
KOLFSCHOTEN
kolk
KOLK, ook Colcks, Kolcks enz.
KOLKMAN, ook Kolckman, Kolckmans enz.
Kolks: zie Kolk
KOLKSMAAT
Kolle: zie Koller
Kolleff: zie Kolf
Kolleman: zie Keuleman
KOLLER, ook Collart, Collee, Coller, Kolle enz.
Köller: zie Koller
kolonel
koloniale marine
koloniale troepen
kolonie
Kols, Kolsch, Kölsch: zie Keulen
KOLSTEE, ook Colste, Colsté, Colsteden,
Kolsteeden, Kolsteeg, Kolsteegt enz.
Kolsteeg: zie Kolstee
KOLTHOF
Kolthoff: zie Kolthof
Koltjes, Költjes: zie Keultjes
Kolv, Kolve: zie Kolf
Kolwagen: zie Koldewei
Koman, Komen: zie Koeman
KOMMENDYK
KOMMER
kommerzienrat
KOMMERZYL
kommissaris: zie commissaris
KOMPF
Kompff: zie Kompf
Konders: zie Koen
KONIGSEGG
koning
Koning, Koningh: zie Konink
Koninghs Velt: zie Koningsveld
koningin
KONINGDAVIDLAAN
Konings: zie Konink
KONINGSTRAAT, ook Koninkstraat enz.
KONINGSVELD
Könink: zie Konink
KONINK, ook Keining, Koning, Konings, Könnink, Kunnings enz.
Koninklijk Besluit, koninklijk besluit
koninklijk decreet: zie koninklijk besluit
koninklijk domein, koninklijke domeinen
Koninklijk Huisarchief
Koninklijke Nederlandse Marine, ook K.N.M.
enz.
koninklijke Pruissische gerechtscommissie
koninklijk Pruissischen justiz commissarius: zie
justitiecommissaris
koninklijke stad
koninklijke stoeterij
koninklijke vrijstelling
Koninkrijk België
Koninkrijk der Nederlanden
Koninkrijk Pruissen
Koninkstraat: zie Koningstraat
Konnik, Konnink, Könnink: zie Konink
Konst: zie Kunst
Konstapel: zie Constable
KONYNENBERG, ook Caninenberg,
Caninnenberg enz.
KONYNENVRANG
Koobs: zie Koops
KOOI, ook Kooier, Kooiers, Kooy, Kooyer,
Koyers enz.
Kooier, Kooiers: zie Kooi
KOOIMAN
Kooimans: zie Kooiman
Kook: zie Kaak en Kok
kookpot
Kooks: zie Kaak
Kool: zie Kaal
Koolberg: zie Kaalberg
koolduif
Koolekamps: zie Kolenkamp
Koolenbrader, Koolenbrander, Koolenbrandt: zie
Kolenbrander
KOOLHAAS, ook Coolhaas enz.
KOOLHOF, ook Koolhoven enz.
Koolman, Koolmans: zie Keuleman
Kools: zie Kaal
Koolwyk: zie Leeuw Koolwyk
Koolx: zie Hiet Koolx
Koomans, Koomen, Koomes: zie Koeman
Koop: zie Koops
koopakte
koophandel
kooplieden: zie koopman
koopman, kooplieden, kooplui enz.
KOOPMAN, ook Kaufman, Koufman, Koutsman
enz.
Koopmans: zie Koopman
koopprijs
KOOPS, ook Cobussen, Coops, Coopsen,
Kobesseb, Kobus, Koppers, Kup, Küp enz.
KOOPSWEIDE, ook Kobezen-weide enz.
koopvrouw
Koordeman, Koordemans, Kooreman,
Kooremans, Koorenman, Koorenmans: zie
Koreman
KOORNAP
Koorneman, Koornemans, Koornman,
Koornmans: zie Koreman
Koornmarkt: zie Korenmarkt
koorts
KOOT
Kooten: zie Koten
KOOTWYK
KOOTWYKERBROEK
Kooy, Kooyer, Kooyers: zie Kooi
Kooyman, Kooymans: zie Kooiman
kop
Kop, Kopen, Köpen: zie Keuper
koper
koperen
Kopers: zie Keuper
koperslager
koperslagersknecht
Koppe, Köppe: zie Keuper
KOPPEL, ook Coppele enz.
Koppele: zie Koppel
KOPPELINK
KOPPELMAN
Koppen, Köppen: zie Keuper
KOPPENBERG
KOPPENDRAAIER
Koppendrayer: zie Koppendraaier
Kopper: zie Keuper
Köpperen: zie Hof
Koppers, Koppis: zie Keuper
KOPRAAYENHOF
Kops: zie Koops; zie ook Keuper
KOR
koraalboek
Korbeek, Kordbeek: zie Kortbeek
korbmacher: zie mandenmaker
KORDELER, ook Korlaar enz.
KOREMAN, ook Koordeman, Korenman enz.
koren
Korenman, Korenmans: zie Koreman
KORENMARKT
korenmolenaar
KORINK
KORIS
Korlaar: zie Kordeler
KORMELINK
Kornegoor: zie Cornegoor
korporaal
korporaal-tamboer
korps
Kors: zie Kosten
Korschot: zie Kortschot
Korsen, Korsjen: zie (Cornelissen en) Kosten
Korskamp: zie Koskamp
Korssen: zie Kosten
Korst, Korsten: zie Kosten
KORT, ook Korte, Korten, Korts, Kurz enz.
Kortbeck, Kortbeeck: zie Kortbeek
KORTBEEK
Kortbeekt: zie Kortbeek
Korte: zie Kort
KORTE KERKSTRAAT
Korten: zie Kort
KORTENA
Kortenberg, Kortenbergs: zie Kortenburg
KORTENBOS, ook Kortenbosch enz.
Kortenbosch: zie Kortenbos
KORTENBURG
KORTENHOEF
Kortenhoeven: zie Kortenhoef
KORTENHORST
KORTENHUIS
KORTERMAN
KORTESTRAAT
KORTE VEERPOORTSTRAAT
KORTHALS
KORTINK
KORTMAN
KORTRYK
Korts: zie Kort
KORTSCHOT, ook Korschot enz.
KORTSLAG
kortijzer
korvet
KOS
Koschman, Koschmans: zie Kosman
Kosine: zie Kozyn
KOSKAMP, ook Coskamp, Korskamp enz.
KOSMAN
KOSSINK, ook Kussink, Lutjen Kossink enz.
kost
Kost, Koste: zie Kosten
kosten
KOSTEN, ook Coste, Kors, Korsen, Korsjen,
Korssen, Kost, Koste enz.
koster, zie ook custos, Koster enz.
KOSTER, ook Kosters, Kuster enz.
KOSTERMAN
Kösterman: zie Kosterman
Kosters, Kösters: zie Koster
kosterschap: zie koster
KOSTERSTRAAT
kosterij
KOSTERY
kostganger
kostgangster
kostgeld
KOSTHEREN
Kostkamp: zie Koskamp
kostleerling
kostschoolhouder
kostwinder: zie broodwinner, kostwinner
kostwinner
Kosyn: zie Kozyn
Kot: zie Bannink (Kot)
KOTEMAN
KOTEN, ook Kooten enz.
KOTS
Kotte: zie Kaat
KOTTEN, ook Cotten enz.
KOTTERS
koude hand
KOUDYS
Koufman: zie Koopman
KOUSEMAKER
kous, kousen
kousenkoopman
kousier: zie koetsier, Zwanenburg
Kousman, Koutsman: zie Koopman
KOUTHOORN
Kouvoet: zie Koevoet
Kouw, Kouwen: zie Kauw
KOUWENHUIS, ook Kouwennuyse enz.
Kouwennuyse: zie Kouwenhuis
Kovick: zie Kovik
KOVIK
Koyer, Koyers: zie Kooi
KOZYN, ook Cosine, Lacosine enz.
KPO
KRAAI, ook Kraay enz.
KRAAIENBRINK, ook Kraienbrink, Krajenbrink
enz.
KRAAIENKAMP, ook Kraaikamp, Kraajenkamp
enz.
KRAAIENVANGER, ook Kraaivanger,
Kraayvanger, Krayevanger enz.
KRAAIER
KRAAIERHOL
Kraaikamp: zie Kraaienkamp
Kraajenbrink: zie Kraaienbrink
Kraajenkamp: zie Kraaienkamp
Kraajenvanger: zie Kraaienvanger
Kraakschelaan, Kraaksche Laan: zie Kraakselaan
KRAAKSELAAN, ook Kraaksche Laan enz.
KRAALS
Kraamer, Kraamers: zie Kremer
kraamkind, kraamkindje
kraamvrouw
kraan, ook Kraan, Nieuwe Kraan, Oude Kraan
enz. (toponiem; zie ook KRANEN)
Kraan, Kraane, Kraanen: zie Kranen
KRAASSENBERG, ook Craassenberg,
Karsbergen, Karsenberg, Karssenberg,
Kraetzenborg, Krasenberg enz.
KRAATS, ook Craats enz.
Kraay: zie Kraai (en Kraaier)
Kraayenbrink: zie Kraaienbrink
Kraayenvanger: zie Kraaivanger
Kraayer: zie Kraaier (en Kraai)
Kraayvanger: zie Kraaivanger
KRABBE, ook KRABBEN enz.
Krabben: zie Krabbe
KRACHT, ook Cragten, Kracht, Krachten,
Krafft, Kraft, Kragten, Krachting, Kragting,
Krechting, Kregting enz.
Kraejenbrinck: zie Kraaienbrink
Kraemps: zie Kramp
Kraene, Kraenen, Kraennen: zie Kranen
Kraetsenborgh: zie Kraassenberg
Krafft: zie Kracht
Kraft: zie Kracht
Kraghten, Kragt, Kragten, Kragting: zie Kracht
Kraienkamp: zie Kraaienkamp
Krajenbrinck: zie Kraaienbrink
Krajenkamp: zie Kraaienkamp
Krajenvanger, Krajevanger: zie Kraaienvanger
KRAKER
Kral, Kraleman: zie Kralemann
KRALEMANN, ook Kral, Kraleman enz.
KRAM
kramer
Kramer, Krämer, Kramers, Krämers: zie Kremer
KRAMP
Kramps: zie Kramp
KRAMSELER
Kran: zie Kranen
KRANDIEK
Krane: zie Kranen
KRANEN, ook Ceanen, Kraan enz.
KRANENBURG, ook Klein Kranenb...,
Kranenbarg, Kranenberg enz.
KRANENBURGERWEG
KRANENDONK
KRANENKAMP
krank
krankenbezorger
krankzinnigheid
Krannen: zie Kranen
KRANS, ook Krantz, Krens enz.
Krantz: zie Krans
KRAUS
Krauwel, Krauwer: zie Krouwer (zie ook Grauer)
Kravenbrink, Krayenbrink: zie Kraaienbrink
Krayenvanger: zie Kraaienvanger
Krebben, Krebber: zie Krebbers
KREBBERS, ook Krebben enz.
KREEFT
KREEFTENBERG
KREEK, ook Kreeke enz.
Kreeke: zie Kreek
Kreekel: zie Krekel
KREEL
Kreemer, Kreemers: zie Kremer
KREFELD, ook Crefeld, Crefelt enz.
Kregting: zie Kracht
KREIL
Kreinenberg: zie Kreitenberg
KREIS, ook Kres enz.
KREITENBERG, ook Kreinenberg, Kreytenberg,
Krytenberg enz.
Kreits: zie Kreis
Kreitsborg: zie Kreitenberg
Kreitz: zie Kreis
KREKEL
KREMER, ook Cramer, Creemer, Cremers,
Kramer, Kramers, Kremers enz.
Kremers: zie Kremer
Kres: zie Kreis
KRESKEN
KRESSEL
KRESSER
KREULINK
KREUNEN
kreupel, kreupel gaan, kreupelheid enz.
KREUPELSTRAAT
Kreuts: zie Kroes
Kreuwel: zie Krouwer
Kreyenbrink: zie Kraaienbrink
Kreytenberg: zie Kreitenberg
KRIEBEL, ook Krieber enz.
Krieber: zie Kriebel
Kriegen, Krieger, Kriegers: zie Kryger
KRIEKEN
Krien: zie Krienen
KRIENEN, ook Krynen enz.
Krienenberg: zie Krynenberg
Kriet: zie Kryt
KRIFT
KRIS
KRISMEYER
KROEBEL
KROEG
Kroenenborch: zie Kronenburg
KROES, ook Croes, Croesen, Croosen, Kroezen,
Krusen enz.
Kroesberg, Kroesbergen: zie Kruisberg
Kroese, Kroesen, Kroets, Kroetz, Kroeze,
Kroezen: zie Kroes
KROH
Krol, Kröl, Krols, Kröls: zie Krul
krom, kromme ...
KROM
KROMKAMP
KROMME ASBROEK
Kromme Hoek: zie Krommenhoek
KROMMENELLEBOOG
KROMMENELLEBOOGSTEEG
KROMMENHOEK, ook Kromme Hoek enz.
KROMWYK, ook Cromwyk enz.
Kronenberg, Kronenborg: zie Kronenburg
KRONENBURG, ook Cronenborg, Kronenberg,
Kroonenberg enz.
KRONNIE, ook Cronnie enz.
KROON, ook Croon enz.
Kroonen: zie Kroon
KROONHEIM
Kroozen: zie Kroes
KROP
Kropstiend
Krots: zie Kroes
KROUWER, ook Crouwers, Grauer, Krauwer,
Kreuwel enz.
Krudenberg: zie Kruidenberg
Kruekerink: zie Krukerink
Krugers: zie Kryger
Kruidbos, Kruidbosch: zie Kruitbos
KRUIDENBERG
KRUIDENIER
Kruidwagen: zie Kruitwagen
KRUIENAAR
kruier
KRUIF, ook Kruyff enz.
kruik
Kruikerink: zie Krukerink
Kruiman: zie Knuiman
Kruimel: zie Kruimer
KRUIMER, ook Cruymes, Crumers, Kruimel,
Krumer enz.
KRUIP
KRUIPENNINK
KRUIS (= Kroes?), ook Kruys enz.
KRUISBERG, ook Creutzberg, Creutzburg,
Croesbergen, Kroesbergen enz.
KRUISBERGSEWEG
KRUISBREI
KRUISDYK
KRUISKERK
KRUISSELBRINK
KRUISTUM
KRUISWEG WEERD
KRUISWYK
KRUIT
KRUITBOS, ook Kruidbos enz.
Kruitbosch: zie Kruitbos
KRUITHOF
KRUITWAGEN
kruiwagen
KRUKERINK
Krukkeland: zie Krukland
KRUKLAND, ook Krukkeland enz.
KRUL, ook Krol enz.
Krupenning: zie Kruipennink
Krupp: zie Kruip
Kruse, Krusen: zie Kroes
Kruyenaar: zie Kruienaar
KRUYER
Kruyff: zie Kruif
Kruyp: zie Kruip
Kruythofs: zie Kruithof
KRYGER, ook Krieger, Kriegers, Kruger,
Krygers enz.
Krygger: zie Kryger
krijgsdienst
krijgsgevangene
krijgsoverste
KRYLEN
Kryn, Krijn: zie Quirinus (voornaam) en Krienen
Krynen: zie Krienen
KRYNENBERG
KRYNS
KRYT, ook Kriet enz.
Krytenberg: zie Kreitenberg
kudde
Kuddeman: zie Kunneman
Kueken: zie Keuken
Kuenen: zie Koen
Kuenink: zie Konink
Kueper, Kuepers: zie Keuper
Kuesink: zie Reusink
Kuhnen: zie Koen
Kuhners: zie Koen
Kuier: zie Kuyer
KUIK, ook Cuyck, Cuyk, Kuyck, Kuyk enz.
Kuiken: zie Keuken
KUIL, ook Coelen, Koele, Kuyl enz.
Kuile: zie Kuil
Kuilenborg: zie Kuilenburg
KUILENBURG, ook Cuilenburg, Culemborg,
Culenburg enz.
Kuilhof: zie Koolhof
KUILTJE
kuip, kuipen enz.
kuiper
KUIPER, ook Cuypers, Kupers, Kuppers enz. (cf.
Keuper)
Kuipers: zie Kuiper
kuipersgezel
KUIPERSTRAAT
KUIPERY, ook Kuiperye enz.
Kuyser: zie Kuit
KUIT, ook Cuyt, Kuyser, Kuyt, Kuyter enz.
KUITENBROUWER
Kuken: zie Keuken
KUKES
KULHAUS
KULINITZ
KULK
Kulkes: zie Keultjes
KULSDOM
Kumelink: zie Kummelink
KUMMELINK
KUMPE
Kunink: zie Konink
KUNKELS
Kunnings, Kunnink: zie Konink
KUNNEMAN
Kunsen: zie Kunst
kunst
KUNST, ook Cuntz, Konst, Kunsen, Kunst enz.
kunstdraaier
kunstenaar
Kuntz: zie Kunst
Kup, Kuper, Kupers, Kupp, Küpp, Kupper,
Kuppers: zie Keuper (zie ook Kuiper)
kurassier: zie curassier
Kurper: zie Keuper
KURVINK
Kurz, Kürz: zie Kort
kussen
Kussink: zie Kossink
KUSSNACHT
LAARDER
LAARDERBOS
Laarderbosch: zie Laarderbos
LAARDERKAMP
Laaren: zie Laren
LAARS
LAARWEG
laat komen
Laatum: zie Lathum
LABBEN
Labber: zie Labben
LABBERSLAG
Labots: zie Labotz
LABOTZ, ook Labots enz.
Lacosine: zie Kozyn
Lacquy: zie Laquy
ladder
ladetafel
lady
Laeck, Laek: zie Laak
Laekhuys: zie Laakhuis
Laemers, Laemmers, Laemssers: zie Lamers
Laen: zie Laan
Laer: zie Laar
Laethom, Laethum, Laetom, Laetum: zie Lathum
LAFON
LAFONDEN
Lage: zie Laag
LAGELAND, ook Laagland, Leeghland,
Leegland, Legeland, Legelandt, Leugeland,
Leugelant enz.
Lagen: zie Laag
LAGERWEI, ook Lagerwey enz.
Lagerwey: zie Lagerwei
LAHEY HEIDEN
LAHS
Laico: zie Simons
LAK
Lake: zie Laak
Lake Michigan: zie Michigan
LAKEMOND
lakens
laken muts
laken rok: zie lakense rok
LAKENS
lakense rok
Lakerveld: zie Lakeveld
LAKEVELD
Lakeveldt: zie Lakeveld
Lalane de du Thay: zie Thay
lam
Kuster, Kusters, Kustes: zie Koster
Kutter: zie Keuter
Kuulhof: zie Koolhof
KUWATSCHKI
Kuyck: zie Kuik
KUYER
Kuyk: zie Kuik
Kuyl: zie Kuil
Kuylenborg, Kuylenburg: zie Kuilenburg (en
Culemborg)
Kuyper, Kuypers, Kuypes: zie Keuper (zie ook
Kuiper)
kwaad been
kwade borst
kwade hand
kwaad hoofd, kwaad hoofdzeer
kwaad zeer
KWAK, ook Quack enz.
KWAKKELBEEN, ook Quakkelbeen enz.
kwartier
kwartiermeester
KWASPEN
kwelling, gekweld worden
Kwerfeld: zie Quarreveld
KWIERINK, ook Kwierings enz.
KWIKKELSTRAAT
KWIKSTAARTENLAAN
kwitantie
Kynen: zie Reyers
Kyssel: zie Kiezel
Kyzel: zie Kiezel
Laack: zie Laak
LAAG, ook Lagen enz.
Laage, Laagen: zie Laag
Laagewater: zie Leegwater
LAAGKEPPEL
Laagland: zie Lageland
Laagmeer: zie Leegmeer
laag water
Laak
LAAK, ook Laeck, Laek enz.
LAAKHUIS
LAAKMAN
Laakmans: zie Laakman
Laamers, Laames: zie Lamers
LAAN
LAAN HOFRUST
LAAN SCHUILENBURG
LAAR
LAARBERG
LAM
LAMAN
LAMAR
LAMBALGEN
Lamberg, Lambergh: zie Limburg
Lambers: zie Lamers
LAMBERT
Lamberts: zie Lambert en Lamers
St. Lambertus
LAMBERTUSBOUW
LAMBERTUSKERK
LAMBRECHTS
Lameer (= Namur): zie Namen
Lameris, Lameryse: zie Leemreis
LAMERS, ook Lamberts, Lammerds, Lammers
enz.
Lamers Broekman: zie Broekman, Lamers
Lamerse, Lamersen, Lamerts: zie Lamers
Lameryse: zie Lameris
Lamkamp: zie Langkamp
LAMMERDINK, ook Lammertink enz.
Lammerink, Lammertink: zie Lammerdink
Lamments, Lammers, Lammerts: zie Lamers
Lammers Broekman: zie Broekman, Lamers
lamp
LAMPAARD, Lamphaert enz.
Lampes: zie Lampez
LAMPEZ, ook Lampes enz.
Lamphaert: zie Lampaard
Lamping: zie Lampink
LAMPINK, ook Lamping enz.
LAMSLAG
Lamsweerde: zie Lamzweerde
LAMZWEERDE, ook Lamsweerde enz.
Lamzweerde Gezelschap: zie Gezelschap,
Lamzweerde
Lancfort: zie Landfort
Lanckhet, Lanckheyt, Lanckhiet, Lanckhit,
Lanckhyt: zie Lankheid
land
landarbeid
landarbeider
landbouwarbeider
landbouwbedrijf
landbouwer
landbouweres, landbouweresse, landbouwerse
landbouweresse, landbouwerse: zie landbouweres
landbouwersknecht
landbouwersmeid
landbouwerij
landbouwgereedschap
landbouwknecht: zie landbouwersknecht
landbouwmeid: zie landbouwersmeid
landbouwster
landbouwvereniging
landdag
landdieverij
landdrost
landeigenaar
landeigenaresse
Lander: zie Landweer
landerijen
Landewe, Landeweer, Landeweert, Landewehr,
Landewer: zie Landweer
LANDFORT, ook Lancfort, Lanffort, Lanfort
enz.
landlieden: zie landman en landvrouw
landmacht
landman
LANDMAN
landmansknecht
landmeter
landmilitie
LANDOUW
landpacht
landrecht
LANDRY
landschapsreces
landschrijver
’s lands fortificatiewerken,
landsfortificatiewerken
LANDSHEER, ook Lansheer enz.
landsjager
LANDSKROON
landsmagazijn
landsplacaat
landstraat
landstractement
Landuers, Landues: zie Landweer
LAND VAN KLEEF
landvoogd
landvrouw
LANDWEER, ook Groot Landeweer, Klein
Landeweer Landeweert, Landewehr,
Landewer, Landues, Lanwers enz.
LANDWEERSWAL, ook Landerwerswal enz.
Lane Dutaay, Lane Dutay: zie Thay
Lanffort, Lanfort: zie Landfort
LANG, ook Lange, Langen enz.
Langbroek: zie Overlangbroek
Langcamp, Langcamps: zie Langkamp
Lange: zie Lang
LANKHORST
Lankhyt: zie Lankheid
Lankkamp: zie Langkamp
LANKVELD
Lankward: zie Lankwarden
LANKWARDEN, ook Langwarden, Lamkward,
Lankwerden enz.
LANKWARP
LANS, ook Lanse, Lanssen enz.
Lanse: zie Lans
Lansheer: zie Landsheer
LANSINK
Lansinks: zie Lensink
Lanssen: zie Lans
lantaarnaansteker: zie lantaarnopsteker
lantaarnopsteker, ook lantaarnaansteker
LANTERS
Lantfoort, Lantfort: zie Landfort
LANTINK
Lantvoort: zie Landfort
Lanwers: zie Landweer
LAP
Lappen: zie Lap
LAQUY, ook Laquij
lard: zie spek
Lare: zie Laar
LAREN
Laret: zie Lauret
LAROY
Lase: zie Lasee
LASEE
Laseris: zie Lazarus
Laskamp, Laskamps: zie Loskamp
LASMAN
Lasmans: zie Lasman
Lasse: zie Sassen
last
lastenverdeling
LATDORP
Latem, Lathem: zie Lathum
laten lopen
LATHUM, ook Latum enz.
Latouer: zie Latouwer
LATOUWER
Latum, Latums: zie Lathum
Latijnse meester
Latijns rechtboek
Latijnse school
LAUERS
LAUKENS
LAUNEN
Langebrink: zie Langenbrink
Langedyk, Langedyke: zie Langendyk
LANGE HEIDE, ook Langeheide, Langehey enz.
Langehey: zie Lange Heide
LANGE HOFSTRAAT
Langekamps: zie Langkamp
lange kar
LANGE KUIPERSTRAAT, ook
Langekuiperstraat enz.
Langelaar: zie Langeler
Langelder, Langele: zie Langeler
LANGELER, ook Langelaar, Langele, Langelder
enz.
Langelo: zie Langeler
LANGELOT
Langelott: zie Angelhot en Langelot
Langen: zie Lang
LANGENA
LANGENBACH, ook Langenbarg, Langenberg,
Langenborg, Langenburg enz.
Langenbachs, Langenbags, Langen Bagh,
Langenbargs, Langenbergs, Langenborgh: zie
Langenbach
Langenbrinck: zie Langenbrink
LANGENBRINK, ook Langebrink enz.
LANGENDONK
LANGENDYK, ook Langedyk, Langedyke enz.
Langenhof: zie Lankhof
LANGENHORST
LANGE NOORDERSTRAAT
LANGERAK
LANGE SPRUIT
LANGESTRAAT, ook Langstraat enz.
LANGEVELD
Langevelts: zie Langeveld
LANGEWATER
LANGKAMP, ook Lankamp, Lankkamp,
Leemkamp, Leenkamp enz.
LANGLOIS
LANGLOOP
Langstraat: zie Langestraat
Langwarden: zie Lankwarden
LANKALTER
Lankamp: zie Langkamp
Lanke: zie Lanken
LANKEN, ook Lanke enz.
LANKERMAN
LANKERS
LANKHEID
LANKHOF
Lankhoff: zie Lankhof
LAUNSPACH
LAURENS, ook Lorentz, Lorenz, Louris enz.
LAURENTIUSKERK
LAURET, ook Laret, Louret enz.
LAURIAAN
Lauwick, Lauwik: zie Lawick
LAVASCERI
LAVO
LAWICK, ook Lawik, Lauwik enz.
LAWICK PABST, ook Lawik Pabst enz.
Laykamp: zie Leukempken
LAZARUS
Lazee: zie Lasee
LEBBERS
LEBBINK
Leberecht: zie (Traugott Librecht) Wei
LEBERT
Leblan, Leblanc: zie Blanc
Lebleu: zie Bleu
Lecompte, Leconte: zie Compte
LEDEL
LEDEN
ledenlijst
ledikant
Lee Boomkamp: zie Boomkamp
Leeden: zie Leden
Leeferdink: zie Lieverdink
Leefers: zie Lievers
Leefman: zie Liefman
leeftijd, leeftijdsverschil
Leegeland: zie Lageland
Leeghmeer: zie Leegmeer
Leegland: zie Lageland
LEEGMEER, ook Laagmeer, Leeghmeer enz.
LEEGWATER
LEEK
Leeman: zie Leenman
Leembeek: zie Limbeek
LEEMBURG
Leemereys: zie Leemreis
Leemestro, Leemestroo: zie Lievestro
Leemkamp: zie Langkamp
Leemkoel, Leemkoele: zie Leemkuil
LEEMKUIL, ook Leemkoel, Leemkoele,
Leemkuyl enz.
Leemkuyl: zie Leemkuil
LEEMREIS, ook Lameryse, Leemereys,
Leemreyse enz.
leemvormer
leen, ook lenen
leenbankhouder
leenboeken
Leen Boomkamp: zie Boomkamp
LEENDERS, ook Leenderts, Leendertsen enz.
LEENDERS DYK
Leenderts, Leendertsen: zie Leenders
leengriffier
LEENHOF
leenkamer
Leenkamp: zie Langkamp
leenman
LEENMAN, ook Leeman, Leneman, Lenemans
enz.
leenregisters
leenroerig
LEENSLAG
LEEP
leer, zie ook lederen en leren
Leer (in ’t Veld): zie Lerinkveld
LEERDAM
Leerenveld, Leerentveld: zie Lerinkveld
Leerink: zie Lerink
Leer in ’t Veld, Leer in ’t Veldt, Leerinvelt,
Leerintvelt: zie Lerinkveld
leerling-machinist
leerlooier
leerlooiersknecht
Leersinvelt: zie Lerinkveld
leerstelling
LEERSUM
leerzaam
LEESBERG
LEEST, ook List enz.
LEESTEN
leestenmaker
Leether: zie Lether
Leetink: zie Letink
leeuw: zie Nederlandse Leeuw, Orde van de
Nederlandse Leeuw
Leeuw: zie Leeuwen en Rode Leeuw
de LEEUW: zie Leeuw Koolwyk
LEEUWARDEN
Leeuw Coolwyk: zie Leeuw Koolwyk
LEEUWEN, ook Leeuw enz.
LEEUWENAKKER, ook Leeuwen Akker enz.
Leeuwen-Beneden: zie Leeuwen
LEEUWENBERG
LEEUWENDAAL, ook Löwenthal enz.
LEEUWENSTEIN
Leeuwenstyn: zie Leeuwenstein
Leeuwerden: zie Leeuwarden
LEEUWERIK
LEMKAMP
Lemm: zie Lem
Lemmen, Lemmenes, Lemmenesch: zie
Lemmens
LEMMENS, ook Lemmen, Lemmenes,
Lemmenesch, Lemmers, Lemnes enz.
Lemmers: zie Lemmens
LEMMINK
Lemnes: zie Lemmens
LEMPERHOEK
LEMPERS
LEMSON
LENDERINK, ook Groot Lenderink, Klein
Lenderink enz.
Lenders: zie Leenders
LENDINK
Lendt: zie Lent
LENEHAN
Leneman, Lenemans: zie Leenman
Lenfferink: zie Lenferink
LENFERINK
LENGEL
LENGERINK
lengte
lengtegraad: zie breedtegraad
lening
LENNEP, ook Lennip enz.
Lennip: zie Lennep
LENSELINK, ook Lenselincks enz.
Lensen, Lensens: zie (Leinsen en) Lensink
LENSINK, ook Lensen, Lentsink enz.
Lensinks: zie Lensink
Lenson: zie Lemson
LENT, ook Lendt, Lenten enz.
Lente, Lenten, Lenth: zie Lent
LENTINK, ook Lenting enz.
LENTJES
Lentsen, Lentzen, Lenzen: zie Leinsen en
Lensink
LEONARDS
LEONARDUS
Leopold: zie Leopolds
LEOPOLDS
lepel
LEPPINK, ook Leppinck enz.
leraar
leren schoenriem
LERINK, ook Leerink enz.
LERINKVELD, ook Leerenveld, Leerentveld,
Leerintvelt, Leerinvelt enz.
Lerwink: zie Leurvink
LEEUWERIKENPOL
LEEUW KOOLWYK, ook Leeuw Coolwyk enz.
Leeverdink: zie Lieverdink
Leevers: zie Lievers
LEFEBER, ook Lefebre, Le Fever enz.
Lefebre, Lefever, Le Fever: zie Lefeber
LEFIN
LEFTINGE (?)
legaat
legalisatie
Lege Huis: zie Kemper
Legeland, Legelandt: zie Lageland
leger
LEGESCHAAR
legger
legioen van eer, Légion d’Honneur
legitimatie
Legrand: zie Grand
LEHNKERING
LEIBERS
leidekker, leiendekker
leidekkersknecht
LEIDEN, ook Leyden enz.
Leien: zie Leiden
leiendekker: zie leidekker
LEIENDEKKER, ook Leidekker, Leyendekker
enz.
LEIENHORST
leigraaf
LEIGRAAF
Leinse: zie Leinsen
LEINSEN
LEINTJES
Leis, Leisen: zie Leizer
LEISINK
LEITINK, ook Leytink enz.
LEIZER, ook Leis, Leisen, Leiser, Leys, Leysel,
Leyser, Leyzer, Lys, Lysen enz.
LEKERS
LELAND
Lelieveld, Leliveld: zie Lelyveld
LELYSTAD
LELYVELD, ook Lelieveld, Leliveld, Lelyveld
Cingelshoek enz.
Lelyveld Cingelshoek: zie Lelyveld
LEM, ook Lemm enz.
LEMAIRE
Lembeck, Lembeek: zie Limbeek
LEMELDER
Lemerys, Lemeryse: zie Leemreis
Lemestro: zie Lievestro
LESPIERRE
Lestnon: zie Leesten
LETHER
LETINK
LETTERINK
letterzetter
LETTINK
LEUB, ook Lueb enz.
Leubner: zie Lobner
LEUFFEN
Leugeland: zie Lageland
LEUGEMORS, ook Klein Leugemors,
Leugenmors enz.
Leugenmors: zie Leugemors
Leuk, Leuke: zie Luiken
LEUKEMPKEN
Leuken: zie Luiken
Leukeren: zie Lokeren
Leukken: zie Luiken
Leumer, Leumes, Leumis, Leummes, Leummis:
zie Luimes
Leuneker: zie Lonneker
LEUR
LEURDYK
LEURER, ook Löhrer enz.
LEURINK
LEURVINK, ook Lerwink, Lurvink enz.
LEUSBERG
LEUSDEN, ook Leuse, Leussen enz.
Leuse, Leusen: zie Leusden
LEUSHOF, ook Leushoff, Luushof enz.
LEUSINK, ook Luesink, Luesinkbrink, Lusink
enz.
Leusink Brink: zie Leusink
Leussen: zie Leusden
Leussink: zie Leusink
LEUTEREN
LEUVEN
LEUVERINK, ook Loverink enz.
Leuvinks (?): zie Lensink
Leuweriks: zie Leeuwerik
Levekink: zie Lieverdink
Levema, Leveman: zie Liefman
levende en dode
levende have
levensmiddelen
LEVER, ook Levers enz.
Leverdink, Leverik, Leverink, Leverkink: zie
Lieverdink
LEVERMAN, ook Liebermann enz.
LEVI, ook Levie, Levy enz.
Levie: zie Levi
leviraatshuwelijk
LEVISSON
Levy: zie Levi
LEXKESVEER, ook Lexkes Vheer enz.
LEXMOND
LEXMONDSE VEER
Lexmondt: zie Lexmond
Leybers: zie Leibers
Leyden, Leyen: zie Leiden
Leyenhorst: zie Leienhorst
LEYGAAVE
Leygraaf: zie Leigraaf
Leyns, Leynsen, Leynts, Leintsen: zie Leins
Leys, Leysen, Leyser, Leyzer: zie Leizer
lezen
lezing
liberaal predikant
Liberants, Liberhands: zie Liebrand
LIBERIA
Librand, Librands, Librant: zie Liebrand
Librecht: zie (Traugott Librecht) Wei
licenten
licentie
lichaam
lichaamsgebrek, lichaamsaandoeningen,
lichaamsgebreken enz.
lichaamslengte
LICHT, ook Ligt enz.
LICHTENBERG, ook Ligtenbarg, Luchtenberg,
Lugtenberg enz.
Lichtenbergh, Lichtenberghs: zie Lichtenberg
LICHTENVOORDE
Lichteringen: zie Lichterink
LICHTERINK, ook Ligteringen, Ligterink enz.
lichting
LICHTKAMP
LICHTKRING
lid
lidmaat, lidmaten
lidmaatschap
lidmatenregister
LIEBER
Liebermann: zie Leverman
LIEBFRAUENKIRCHE
LIEBRAND, ook Librand enz.
LIEDEREN, ook Liedern enz.
Liedern: zie Liederen
liedjes
LIEFBEEK
liefdegesticht
ligne
Ligskamp: zie Lichtkamp
Ligt: zie Licht
Ligtenbargh: zie Lichtenberg
Ligterink: zie Lichterink
Ligtkamp: zie Lichtkamp
likeurstoker
LILLY
Limbeeck: zie Limbeek
LIMBEEK, ook Leembeek, Lembeck, Lembeek,
Limbeeck enz.
Limborg, Limborgh, Limborgs: zie Limburg
LIMBORGSTRAAT
LIMBURG, ook Lamberg, Lambergh, Limborg,
Limborgh, Limborgs enz. (vergelijk ook
Leemburg)
Limburghs: zie Limburg
LIMEL
limiet
LIMPERHOEK
LIMPERS
Lincker: zie Linker
Lind: zie Linde; zie ook Grote Lindt
(Zwyndrecht)
LINDE, ook Lind, Linden, Lynden enz.
LINDEBOOM
LINDEMAN
Linden: zie Linde
LINDENBERG
Linden Blitterswyk: zie Blitterswyk
Lindenschot: zie Lindeschot
Lindenstraat: zie Lindestraat
Linders: zie Leenders
LINDERT
LINDESCHOT, ook Lindenschot, Linsenschot
enz.
LINDESTRAAT, ook Lindenstraat enz.
Lindt: zie Grote Lindt (Zwyndrecht)
Ling: zie Lingen
LINGEN, ook Ling enz.
linie: zie ligne en Yssellinie
Link: zie Linker
LINKER, ook Link enz.
LINKLAAN, ook Lincklaen enz.
Linnebank: zie Linnenbank
linnen
LINNENBANK
linnenbleker
linnengoed
linnen hemd
linnenkoopman
liefdezuster
Liefeler: zie Lievelde
Lieferdink, Lieferink, Liefferdink, Liefferink: zie
Lieverdink
Lieffers: zie Lievers
Lieffink, Liefftink: zie Lieftink
LIEFHEBBER
Liefhout: zie Lieshout
Lieflink: zie Lieftink
LIEFMAN, ook Levema, Leveman enz.
Lieftienck: zie Lieftink
LIEFTINK, ook Lieflink, Liftinck enz.
LIEFTOCHT, ook Lyftocht, Luftogt enz.
Lieftogt: zie Lieftocht
Liege, Liège: zie Luik
Liemde: zie Liempde
LIEMERS
LIEMPDE
LIENDEN
Liening: zie Lienink
LIENINK
LIER, ook Liere enz.
Liere: zie Lier
LIERSEN
LIESBETS, ook Lisabetz enz.
Liesen: zie Leizer
Lieshoud, Lieshoudt: zie Lieshout
LIESHOUT, ook Lieshoud enz.
LIESMAN
Liessel: zie Lissel
LIESTINK
LIESVELD
LIETHOF
LIETINK
Lieuwerik: zie Leeuwerik
LIEVELDE
LIEVEN, ook Lievens enz.
Lievens: zie Lieven
LIEVERDINK, ook Leverik, Leverink,
Liefferink, Lieverink, Lyfferink enz.
Lieverink: zie Lieverdink
LIEVERS
Lieverstro: zie Lievestro
LIEVESTRO, ook Lemestroo, Lievenstro,
Lieverstro, Livestro enz.
LIEVEVROUWENPLEIN
liezen (= lis)
Liezen: zie Leizer
Liftinck, Liftink: zie Lieftink
LIGGENAAR
ligger
linnennaaister
linnenwever
LINSBERGEN
LINSCHOTEN
Linsebos: zie Linzebos
LINSEN
LINSER
LINT
Lintel: zie Lintelo
LINTELO, ook Lintel, Linteloo, Lintlo enz.
Linteloo, Lintlo: zie Lintelo
LINTNER
LINTUM
LINZEBOS, ook Linsebosch enz.
Lip: zie Lippe en Lippes
LIPPE
LIPPES, ook Lip, Lips enz.
lis: zie liezen
Lishout: zie Lieshout
LISSE
LISSEL
List: zie Leest
LIT, ook Lith, Litt enz.
Lith: zie Lit
LITJENS
Litt: zie Lit
LITZ
Livestro, Livestroo: zie Lievestro
Ljnden: zie Linde
LLANDRINDOD
Lo: zie Loo
Lobach: zie Lobag
LOBAG, ook Lobach enz.
LOBARD, ook Lobart enz.
Lobart: zie Lobard
LOBEN SELS
Löben Sels: zie Loben Sels
LOBITH
LOBNER
LOBRY
LOCHEL, ook Locher enz.
LOCHEM, ook Logchem enz.
Locher: zie Lochel
Lochies, Lochjes: zie Logjes
LOCHMAN
Lochmann, Lochmans: zie Lochman
Locht: zie Lucht
Lochum: zie Lochem
Locken, Lockken: zie Luiken
loco-secretaris
locus communis
Locx: zie Luiken
Lod: zie Loot
LODDER
LODERUS
Lodewicker weide: zie Lodewyksweide
Lodewyck, Lodewycks: zie Lodewyk
LODEWYK, ook Lodewyks enz.
LODEWYK NAPOLEON
Lodewyks: zie Lodewyk
LODEWYKSWEIDE
Loecken: zie Loek
loeder
Loeff, Loeffs, Loefs: zie Loeven
LOEK
Loekken: zie Luiken
Loell: zie Loil
Loelrebroek: zie Loilerbroek
Loen: zie Loon
LOENEMAN
LOENEN
LOENHORST
LOENHORSTERWEG
Loer: zie Laar
LOERBEEK
Löerman, Loerman: zie Meuleman
Löervink, Loervink: zie Leurvink
Loesbeek: zie Loerbeek
LOESCH
LOETERS
LOEVEN, ook Loefs enz.
Loeverink: zie Leuverink
Loevink: zie Lovink
LOFFINK
Logchem: zie Lochem
logement: zie herenlogement
logementhouder
logeren
Loggem, Loggum, Loghem, Loghum: zie
Lochem
LOGJES, ook Lochies, Lochjes, Luchies,
Luggies, Lugjes enz.
Logt: zie Lucht
Lohaus: zie Loohuis
Loh Gasthuis: zie Loogasthuis
Lohmann: zie Loman
Lohn: zie Loon
Lohof, Lohofs: zie Loohof
Lohr, Löhr: zie Loor
Löhrer: zie Leurer
Lohuis: zie Loohuis
LOHSCHELDER
LOOYEN, ook Loois, Looise, Looissen,
Looysen, Looyssen enz.
LOOYENGA
Looysen, Looyssen: zie Looyen
LOOZE
lopen
loper
LOPEZ
Lorens, Lorents, Lorentz, Lorenz: zie Laurens
LORME
LOSECAAT, ook Losekoot enz.
LOSECAAT VERMEER
Losecate, Losekaat, Losekate: zie Losecaat en
Losecaat Vermeer
LOSEN: zie Thelosen
Loseregt: zie Loosdrecht
losgebroken
LOSKAMP, ook Laskamp enz.
LOSKOET
loslopend
lossen
LOSSEN
LOSSER
Lossink: zie Loffink
Losskamps: zie Loskamp
Lot, Loth: zie Loot
LOTHARINGEN
Lother, Löther: zie Lether
Lothz huiss: zie Loodshuis
loting
Louick, Louinck: zie Lovink
Louckes, Loukes: zie Lucassen
Loumans: zie Louwman
LOURDES
LOURDESKERK
Louret: zie Lauret
Louris: zie Laurens
LOURUER
Louwers: zie Louwes
LOUWES, ook Louwers enz.
LOUWMAN
Louwmans: zie Louwman
Loverink: zie Leuverink
Lövink: zie Lovink
LOVINK, ook Loevink enz.
Lowenthal, Löwenthal: zie Leeuwendaal
LOWICK
Loyaard, Loyaerd, Loyard: zie Looyaard
Loyen: zie Leien
Loytink: zie Luitink
Lubber: zie Lubbers
Loi, Löi: zie Loo
Loikum: zie Leukempken
LOIL
LOILERBROEK
LOIRE
lokaal
LOKEREN, ook Leukeren enz.
Lokken: zie Luiken
Lolkamps: zie Loskamp
LOMAN, ook Lohmann, Looman enz.
Lomans: zie Loman
Lomers, Lömers: zie Luimes
LOMEYER
LOMM
Lommers: zie Luimes
LONDEN
LONNEKER, ook Leuneker enz.
LOO
Loocken, Loöcken: zie Luiken
loodgieter
loods
LOODSHUIS, ook Lothz huiss enz.
loofharken, loof harken
LOOGASTHUIS
LOOHOF, ook Lohof enz.
LOOHUIS
Looiaards, Looiaerds: zie Looyaard
looier
looiersknecht
Loois: zie Looyen; zie ook Loot
Looken, Loöken: zie Luiken
LOOLAAN
Looman, Loomans: zie Loman
Loomeyer: zie Lomeyer
loon
LOON, ook Lohn enz.
loonbedrijf
loondienst
Loonmeyer: zie Lomeyer
loontarief
LOON OP ZAND
LOOPWYD, ook Loopwyt enz.
Loopwyt: zie Loopwyd
LOOR, ook Lohr, Löhr enz.
LOOS
LOOSDRECHT, ook Loseregt enz.
LOOSDUINEN
LOOT, ook Lod, Loots, Lot, Loth, Lots enz.
Loots: zie Loot
LOOYAARD, ook Loyard enz.
Looyaerts: zie Looyaard
LUBBERDINK
Lubberink: zie Lubberdink
LUBBERS, ook Lubberts enz.
LUBBERSSTUK, ook Lubberstuk
Lubberstuk: zie Lubbersstuk
Lubberts, Lubbertsen, Lubers: zie Lubbers
Lucas, Lucasse: zie Lucassen
LUCASSEN, ook Lucessen, Luckesen, Lukassen
enz.
Luccasse, Luccassen, Luccese, Luccesen: zie
Lucassen
Luchies: zie Logjes
Luchmans: zie Lochman
LUCHT, ook Locht, Logt, Lugt enz.
Luchtenbarg: zie Lichtenberg
LUCHTENBELT, ook Kleinluchtenbelt enz.
Luchtenberg: zie Lichtenberg
luchtkap
LUCHTMANS
LUCIAKERK
Luckesen: zie Lucassen
Luckken: zie Luiken
Luckman: zie Lukman
LUDGERSTRAAT
Lueb: zie Leub
Luecken: zie Luiken
Lueink: zie Lovink
Luemers, Luemes, Luene: zie Luimes
Luer: zie Luur
Lüervink: zie Leurvink
Luesen: zie Luessen
Luesink: zie Leusink
Luesink Brink: zie Leusink
Luess: zie Leus
LUESSEN
LUESTEN
Lueten: zie Lutten
Luezink: zie Leusink
Luggies, Lugjes: zie Logjes
Lugt, Lugten: zie Lucht
Lugtenbargh, Lugtenberg: zie Lichtenberg
Luickas: zie Lucassen
LUIK
LUIKEN, ook Leuken, Lökken, Luyken, Luykens
enz.
LUIKENHUIS
LUIKINK, ook Klein Luikink enz.
Luikinks: zie Luikink
Luimans, Luimen, Luimens, Luimers: zie Luimes
LUIMES, ook Leumes, Luemers, Luemes, Luimans, Luimen, Luimens, Luimers, Lumers,
Lumes, Luymes enz.
LUIPEN, ook Luype, Luypen enz.
LUITEN, ook Luyten enz.
luitenant
luitenant-adjudant
luitenant-generaal
luitenant-kolonel
luitenant-kwartiermeester
luitenant-officier
luitenant ter zee
luitenant ter zee eerste klasse: zie luitenant ter zee
LUITINK, ook Loytink, Luytink enz.
LUITJES, ook Luutjes enz.
LUITTERS
LUKARD
Lukas, Lukasse, Lukassen: zie Lucassen
LUKE
Lukesen, Lukkassen: zie Lucassen
Lukken: zie Luiken
Lukkesen: zie Lucassen
LUKMAN
LULOFS
Lumes, Lunes: zie Luimes
LUNEBURG, ook Lunenburg enz.
LUNEN
Lunenburg: zie Luneburg
Luningh: zie Lunink
LUNINK BROUWER
Lunsink: zie Lensink
Lunter: zie Lunteren
Lunteren
Luring, Lurings: zie Lurink
LURINK
Lurvink: zie Leurvink
Lusink: zie Leusink
LUSTGRAAF
LUTGENHORST
LUTGERS, ook Lutjens, Lutjes enz.
lutheraan
lutherse belijdenis
lutherse geloofsbelijdenis
lutherse gemeente
lutherse gezindte
lutherse godsdienst
LUTHERSESTEEG
Lutje (als voornaam): zie Ludovica
Lutjenhuis, Lutjenhuizen: zie Luttikhuizen
Lutjens, Lutjes: zie Lutgers
Lutkewillink, Lutke Willink: zie Willink
maal
MAAL, ook MAALE, MAALEN enz.
MAALDERINK
Maale, Maalen: zie Maal
MAANDAG, ook MAENDAG enz.
maandrekeningen
maandelijkse rekeningen
Maanen: zie Manen
Maaren: zie Maarn
Maarle: zie Marle
MAARLEVELD
MAARN, ook MAAREN, MAARREN, MAREN
enz.
Maarren: zie Maarn
Maarse, Maarsen: zie Maarssen
MAARSSEN, ook MAARSE, MAARSEN enz.
Maartens: zie Martens
MAAS, ook MAASEN, MAASSEN, MAES,
MAESSE, MAESSEN, MARSEN, MARSSEN
enz.
MAASBEEK, ook MASBACH enz.
MAASBRUG
MAASDAM
MAASDORP, ook MOOSDORF,
MOOSDORFF, MOOSSDORFF enz.
MAASEIK, ook MAASYK enz.
Maasen: zie Maas
Maas en Waal: zie Maas-Waal
MAASLAND
Maaslandt: zie Maasland
Maassen: zie Maas
MAASTRICHT
MAAS-WAAL
Maasyk: zie Maaseik
maat: zie willigen maat
Maat: zie Oosterbroeksche Maat
MAAT, ook MAATH, MAATS, MAET, MAETEN, MATEN, TER MAAT, TERMAAT,
TERMAET enz.
Anna Maat, t-Anne-Maat: zie Tannemaat
maatboek
MAATBOER, ook MATEBOER enz.
Maateman: zie Maatman
Maath: zie Maat
MAATHUIS
Maatje, Maatjen, Maatjens: zie Maatjes
MAATJES, ook MAATJE, MAATJEN,
MAATJENS enz.
MAATKAMP
MAATMAN, ook MATEMAN enz.
Maatmans: zie Maatman
Luttekeholt: zie Luttikholt
LUTTENHOF
LUTTIKHOLT, ook Luttekeholt enz.
LUTTIKHUIZEN, ook Lutjenhuis enz.
Luumers, Luumes: zie Luimes
LUUR (plaatsnaam), ook Luer, Luure enz.
Luure: zie Luur
Luushof: zie Leushof
Luutjes: zie Luitjes
LUVERS
Luvink: zie Lovink
Luyck: zie Bemmel
LUYER, ook Luyers enz.
Luyers: zie Luyer
Luyken: zie Luiken
Luykingers: zie Luikink
Luymans, Luymens, Luymers, Luymes, Luymus:
zie Luimes
Luype, Luypen: zie Luipen
Luytink: zie Luitink
Lybrandt, Lybrant, Lybrants: zie Liebrand
lijfbediende, ook lijfsbediende enz.
Lyferink: zie Lieverdink
Lyfftink: zie Lieftink
lijfsbediende: zie lijfbediende
lyfscieradiën
Lyftink: zie Lieftink
Lyftocht, Lyftogt: zie Lieftocht
Lygraaven: zie Leigraaf
lijk
lijkbus
lijkenhuisje
lijkpredicatie
lijkregister
lijkschouwing
Lymens: zie Luimes
Lymers: zie Liemers
Lynde, Lynden: zie Linde
lijndrijver
LYNSCHOTEN, ook Linschoten enz.
LYNSVELD
lijnzaad
Lys, Lysel, Lysen, Lyssel, zie Leizer
lijst
Lyzen, Lyzer: zie Leizer
maagd
Maagdenburg ("Magtenburg")
maaien
MAAIENBURG
maaier: zie heetmaaier en heidemaaier
maatregel
Maats: zie Maat
maatschappij
MABELUS
MACASKE, ook MAKASKE, MAKESKE enz.
Macassar, Macasser: zie Makassar
Machiels, Machielse: zie Michiels
machine
machinefabriek
machinesteller
machinist
macht
machtiging
Machynck: zie Mekkink
MACINTYRE, ook MACKINTEYR enz.
MACKAY
Mackenborg: zie Mecklenburg
MACKENSIE, ook MAC-KENSIE enz.
Mackinteyr: zie Macintyre
Macklenberg: zie Mecklenburg
Maclander: zie Macrander
MACRANDER, ook MACLANDER,
MAHLANDER, MAKLANDER,
MAKRANDER, MANKLANDER enz.
MADE
Madoerastraat: zie Madurastraat
MADURASTRAAT, ook MADOERASTRAAT
Maelmans: zie (Maatman en) Meuleman
Maendag: zie Maandag
Maerle: zie Marle
Maers: zie Meurs
Maertsdorff, Maertzdorff: zie Mertzdorf
MAERUIN
Maes, Maesen, Maessen: zie Maassen
Maet: zie Maat
Maetjen, Maetjens, Maetjes: zie Maatjes
Maetmans: zie Maatman
magazijn
magazijnbediende
magazijnmeester
Magdeburg
MAGENDANS
MAGERHORST
MAGIS
magister
magistraat
Magtenburg
MAHIEU
Mahlander: zie Macrander
MAHLER
MAHNE
Mainders: zie Meinders
maire
mairie
maison
MAIXNER
majesteit
majoor
MAJOOR
majoor der eerste klasse zie majoor
major: zie majoor
Makaske: zie Macaske
MAKASSAR, ook MACASSAR, MACASSER
enz.
makelaar
MAKER
Makeske: zie Macaske
Makkay: zie Mackay
Makkink: zie Mekkink
Maklander, Makrander: zie Macrander
MAKKUM
MAL
Mala, Mala A (voornaam) = Mala A (zie Mozes)
MALAPERT
MALDEN
Male, Malen: zie Maal
MALISART
MALKENHORST
MALLAND
Mallin: zie Milo Mallin
MALSEN, ook MOLSEM enz.
MALY
man: zie bijenman
MAN, ook MANN enz.
MANARD
Manart: zie Manard
manchester vest
mand, manden
mandataire
mandemaker: zie mandenmaker
manden: zie mand
mandenmaker, ook mandemaker
Mander: zie Manders
MANDERS, ook MANDER enz.
MANDERSLOOT
Mandes: zie Manders
mandje
manschap, ook manschappen enz.
Mandschot: zie Manschot
Mandt: zie Mand
MANEN, ook MAANEN enz.
Maneveld, Maneveldt: zie Mansveld
MARIENBURG
MARIET
marine
marineluitenant
MARIS
MARISSINK
maritiem hospitaal
MARIUS, MARNIS (:?) enz.
MARK
Markelink: zie Markerink
MARKENSTEIN
Markensteyn: zie Markenstein
MARKERINK, ook MARKELINK enz.
Markes: zie Marcus
MARKINK, ook GROOT MARKINK enz.
MARKNESSE
MARKREDE
Marks: zie Marcus en Mark
markt (ook: MARKT)
marktmeester
Markus: zie Marcus
MARLE
Marll: zie Marle
MARLEY
Marlyn: zie Merlyn
MARNET, ook MARNETH enz.
Marneth: zie Marnet
Marnis (:?): zie Marius
marode
MARQUET
mars
MARS
marsch: zie mars en Mars
Marschal: zie Marchal
Marselink: zie Masselink
Marsen, MARSEN: zie MAAS
MARSHOF
marskramer
Marsian: zie Marchand
MARSMAN, ook MEESEMANS, MERSEMAN,
MERSSEMAN enz.
Marsselink: zie Masselink
Marssen: zie Maas
MARTELARENKERK
Marten, Martenens: zie Martens
Sint Marten: zie Martinus
MARTENS, ook MAARTENS, MARTIN,
MARTINS, MARTYN, MEERTENS,
MERTENS, MERTYN enz.
MARTI
MARTIN
Man in ’t Veld: zie Mansveld
mank, ook mankheid, mank gaan enz.
Mankschot: zie Manschot
Mann: zie Man
MANNEDORF
MANNEKE
Mannes, Mannesen, Mannessen, Mannus,
Mannussen: zie Herms
MANNTEUFFEL, ook MANTEUFEL enz.
MANSCHOT
Manschots, Manschott, Manschotts: zie Manschot
MANSEN, ook MANSSEN enz.
Mansfeld: zie Mansveld
MANSHEIM
mansleden
Manssen: zie Mansen
MANSVELD, ook MANEVELD, MANEVELT
enz.
mantelpot
MANTEN
MANTZ
Mantschot: zie Manschot
Manuel: zie Manuels
MANUELS, ook MANUEL enz.
manufacturier
MANUS
MANVIS
Marcal: zie Marchal
Marcelis (voornaam): zie Marcus
Marcelis, Marcelisse, Marcelissen: zie Marcus
MARCHAL, ook MARCAL, MARSCHAL enz.
MARCHAND
Marchant: zie Marchand
marcheren
MARCUS, ook MARCELIS, MARCELISSE,
MARCELISSEN, MARKES, MARKUS,
MERKENRS, MERKERS, MERKES enz.
marechaussee
MAREL
Maren: zie Maarn
MARGARETHA
margarinefabriek
MARGARITAKERK
Margen: zie Morgen
MARGRATEN
MARIA
MARIA GEBOORTEKERK: zie MARIAKERK
MARIA HIMMELFAHRTKIRCHE
MARIAKERK
MARIANO
MARIA REGINAKERK
MARTINA
MARTINET
Martins: zie Martens
MARTINUS, ook Sÿt MARTEN,
MARTINUSKERK, MARTINUSPAROCHIE
enz.
Martinuskerk: zie Martinus
Martissen: zie Martens
MARTON
MARTYR... GORCUM
MARX, ook MARKS enz.
MARYNISSEN
Masbach: zie Maasbeek
Mascamp: zie Maskamp
MASKAMP
Maslink: zie Masselink
Masop, Masops: zie Massop
mass: zie grondmass, dekmass
MASSELINK, ook GROOT MASSELINK,
KLEIN MARSSELINK, MARSELINK,
MARSSELINK, MASLINK enz.
Masselinks, Masselynck: zie Masselink
MASSEN, ook MASSIEN enz.
Massep: zie Massop
MASSIAH
Massien: zie Massen
MASSINK
Massoep: zie Massop
MASSOP, ook MASSEP, MASSOEP enz.
MAST: zie Most
Maste: zie Mast
MASTHOF, ook MASTHOFF enz.
Masthoff: zie Masthof
Mastricht, Mastrigt: zie Maastricht
MASTWYK
Mate: zie Maat
MATEBOER, Maatboer
Mateman: zie Maatman
MATERS
matertera
Mathyas, zie Sint Matthaeus
Mathysen, Mathyssen: zie Thyssen
matroos
mattenmaker
MATTHAEUS
Mattheussen, Mattheeuwsen, Matthys, Matthyse,
Matthysen, Matthysse, Matthyssen: zie
Thyssen
MATTON
Mattysse, Mattysen: zie Thyssen
MATZENAUER
MAURER, ook MEURER enz.
Maurick: zie Maurik
MAURIK, ook MAURICK, MOURIKS enz.
MAURITIUSKERK
MAURITS, ook MAURITSZ, MAURITZ enz.
Mauritz: zie Maurits
mausoleum
Mauvis: zie Manvis
MAXHEIM, ook MAXSEYN enz.
Maxseyn: zie Maxheim
May, Mayen: zie Mei
Mayenburg: zie Maaienburg
Mayer: zie Meyer
Mayland: zie Meiland
Mayort: zie Meyer
MAZEE
MAZURE
Mebel, Mebelder, Mebelders, Mebeler: zie Mepel
MECHELEN
Meckel: zie Mekkel
Meckelenborghs: zie Mecklenburg
Meckeveld: zie Mekveld
MECKLENBURG, ook MACKLENBERGH enz.
Meckman, Meckmans: zie Mekman
Meckynck: zie Mekkink
Meddeho, Meddho: zie Meddo
MEDDELER
MEDDO, ook MEDDEHO, MEDHO enz.
medekoper
MEDELIN
MEDEMBLIK
MEDENBACH
medicinae doctor
medicus
medicus catholicus: zie medicus
medisch student
medische wetenschap
MEE
MEEBOER
Meelesen, Meelissen: zie Melissen
meelzeef
Meemelink: zie Memelink
MEEMS
Meenck: zie Meenk
Meene, Meenen: zie Menen
MEENK, ook MEENCK, MEENGS, MEENKS,
MENCK, MENK, MENKEN, MINCK,
MINK, MINKS enz.
Meennink: zie Mennink
MEENT, (cf. MUNT!)
MEER, ook HAFFEN, MEER MOHR enz.
Meesterysche-: zie MeesteryseMEESTERYSENHOF
Meeurs: zie Meurs
Meeuvelder: zie Mepel
Meeuwen, Meeuwessen, Meeuwissen: zie
Meeuwsen
MEEUWSEN, ook Meeuwesen, Meeuwessen,
Meeuwissen, Meuwis enz.
Meevedels, Meevelaar, Meevelaer, Meevelers:
zie Mepel
MEGCHELEN (bij Gendringen)
Megchelse kapel
MEINEN, ook Meynen, Meynink, Mynen enz.
MEINERTZHAGEN
MEINICKE
Meinink: zie Meinen
Meinman, Meinmans: zie Meiman en Meinemans
Meins: zie Meintsen
MEINSMA
MEINTSEN
MEIPOORT
MEIPOORTSTRAAT
MEIS, ook Meisen, Meissen, Meys enz.
Meisen: zie Meis
Meising: zie Messink
meisje
Meissen: zie Meis
Meister, Meisters: zie Meester
Meistery: zie Meestery
MEITEN, ook Meyten enz.
MEKEL
MEKEREN, ook Mekren enz.
MEKERS, ook Mekes enz.
Mekes: zie Mekers
MEKKEL, ook Meckel, Mekl enz.
Mekkerveld, Mekkeveld: zie Mekveld
MEKKINK, ook Makkink enz.
Mekl: zie Mekkel
MEKMAN
Mekren: zie Mekeren
MEKVELD, ook Mekkerveld, Mekkeveld enz.
MELAATSENHOF
melaatsheid
Melcher: zie Melchers
MELCHERS, ook Melchior enz.
Melchior, Melchiors: zie Melchers
Meldermans: zie Meuleman
Meldt: zie Milt
Meldtse Straat: zie Miltseweg
Melesen: zie Melissen
Melgers: zie Melchers
MEERBEEK
MEERBRINK
MEERDINK, ook MEERDINKHAKEN,
MEERDINKNYHUIS, MEERDYNK,
MEERTINK, MIERDINK enz.
Meerdinkhaken, Meerdinknyhuis: zie Meerdink
meereizend
meerkeuzevragen
MEERLAND, ook MEERLANS, MEERLANT
enz.
Meerlans: zie Meerland
Meerlo: zie MIERLO
MEERSELMAN
MEERSTAD
Meertens: zie Martens
Meertink: zie Meerdink
MEERTS
Meertink: zie Meerdink
MEERVELD
MEERVELDHOVEN
Meesemans: zie Marsman
MEESSEN
meester
MEESTER, ook Meisters enz.
meester-bakker
meester-broodbakker
meester-goudsmid
meester-kamerbehanger
meester-kleermaker
meesterknecht
meester-koperslager
meester-kuiper
meester-leidekker
meester-mandemaker: zie meester-mandenmaker
meester-mandenmaker
meester-metselaar
Meesters: zie Meester
meesterrecht: zie meestersrecht
meester-schoenmaker
meester-schrijnwerker
meester-smid
meestersrecht, recht van de meester enz.
meester-steenhouwer
meester-timmerman
meester-touwslager
meester-verver
meester-zadelmaker
meester-zilversmid
MEESTER GOEDERS, ook Meesters
Goedersoon enz.
Meesters Goedersoon: zie Meester Goeders
MELINANT
Melink: zie Mellink
MELISSEN, ook Melesen, Mellesen enz.
melk
melkbriefje
melkgereedschap
melkkan
melkkar
melkslijter
melkton, melktonnen
melkvat, melkvaten
melkverkoper
MELKWEGSINGEL
MELLE, ook Mellee, Mellée, Mille enz.
Mellee, Mellée: zie Melle
Mellendyk: zie Molendyk
Mellesen: zie Melissen
MELLINK, ook Meulink, Millingh enz.
Mellissen: zie Melissen
MELOEN
MELSHARD
Melske: zie Metske
Melt: zie Milt
Meltink: zie Mellink
Meltse Straat: zie Miltseweg
Memel, Memelder: zie Mepel
MEMELINK, ook Memmelink, Miemelink enz.
memento mori
Memmelink: zie Memelink
memoriaal
memorie van aangifte
memorie van successie
Memtjot: zie Mentjot
Menckhorst: zie Menkhorst
MENDEL, ook Mendels, Mendle enz.
Mendes: zie Mendez
MENDEZ, ook Mendes
MENEKEN
MENEN, ook Meene, Meenen enz.
MENESTEIN
mengbak
MENGELMAN
MENGER, ook Mengers, Oldenmenger, Olden
Menger enz.
MENGERINK
mening
Menink: zie Mennink
MENK, ook Menken enz.
Menken: zie Menk
MENKHORST, ook Minkhorst enz.
Menkhorsterslag: zie Menkhorst
MENKVELD, ook Menckvelts enz.
MENNES
MENNINK, ook Meenink, Menink enz.
MENNONIETENBUURT
MENS, ook Mensch enz.
Mensch: zie Mens
MENSINGA
MENSINK
Menso Backer Hager, Menso Haager, Menso
Hager: zie Bakker Hager
menswording
MENTEN
MENTENSTEEG
Menthen: zie Menten
Menthensteeg: zie Mentensteeg
mentie
Mentig: zie Mentink
MENTINK, ook Klein Mentink, Mentig enz.
MENTINKBERG
Mentiot: zie Mentjot
MENTIS
MENTJOT, ook Mentiot, Mentjoth enz.
Mentjoth: zie Mentjot
menukaart
Menzo Backer Hager: zie Bakker en Hager
MEPEL, ook Mebel, Mebelder, Memel,
Memelder, Mepelder, Mepeler enz.
Mepeler, Meperler: zie Mepel
MEPPEL
Meppelder, Meppeler: zie Mepel
Meppelt: zie Meppel
MERBACH, ook Merrebach enz.
merk
MERKEL
Merkenrs, Merkens: zie Merkers
MERKERS
MERKESTEIN
MERLYN, ook Marlyn enz.
Merrebach: zie Merbach
Mersch: zie Mertz
MERSCHEID
mersidor: zie messidor
Merseman, Mersman, Mersseman: zie Marsman
Merten, Mertens: zie Martens
Merts: zie Mertz
Mertyn: zie Martens
MERTZ, ook Merts, Mersch enz.
MERTZDORF, ook Maertzdorf enz.
mes, messen
MES, ook Mesch, Termesch enz.
Mesch: zie Mes en Boon Mes
meulder: zie molenaar
Meulder: zie Mulder
Meulekamp: zie Molenkamp
MEULEKOM, ook MULLEKOM enz.
MEULEMAN, ook MöLMAN, MULDERMAN,
MULLEMAN enz.
Meulemans: zie Meuleman
MEULEMANSVELD
Meulen: zie Molen
Meulenaar: zie Molenaar
Meulenbeek: zie Molenbeek
Meulenbrugge: zie Molenbrug
Meulenkamp (ook: Klein Meulenkamp): zie
Molenkamp
Meulink: zie Mellink
MEULUNTEREN, ook MULUNTEREN enz.
MEUNISSEN
Meunnig: zie Munnik
Meurer: zie Maurer
Meurkens: zie Meurkes en Mekers
MEURKES, ook MöERKES, MOERKES enz.
MEURS, ook MEEURS, MOERS, MUERS enz.
MEUTEKEN
MEUTSTEEG, ook MEUTSTEGE enz.
Meutstege: zie Meutsteeg
Meuwis, Meuwissen: zie Meeuwissen
Mevel, Meveld, Mevelders: zie Mepel
Mey, Meyde, Meyden: zie Mei
Meyen: zie Mey
MEYER, ook MAYER, MEIER, MEYJER enz.
MEYERINK, ook MEYERINCK enz.
Meyerman, MEYERMAN, Meyermans: zie
Meiman
Meyers: zie Meyer
MEYJES, ook MEIJJES enz.
Meyland: zie Meiland
Meyland Sartoris: zie Meiland en Sartoris
Meylen: zie Meilink
Meyman, Meymans: zie Meiman
Meynders: zie Meinders
Meynemans: zie Meiman
Meynen, Meyner, Meynink: zie Meinen
Meynman, Meynmans: zie Meiman
Meyns: zie Meins
Meyntink: zie Mentink
Meys: zie Meis
Meyster: zie Meester
Meyten: zie Meiten
Mezeman: zie Mesman
mezzosopraan, ook mezzo-sopraan
Mgr. of mgr.: zie magister
Meseman: zie Mesman
Mesker, Meskes: zie Mets
Mesk(i?)nck: zie Messink
MESMAN, ook Meseman, Messeman, Mezeman
enz.
Messeman: zie Mesman
Messencks: zie Messink
messenmaker
messidor
MESSINK, ook Meising enz.
Messinka, Messyns: zie Messink
mest
MESTRYN
mestvaalt
META
metaalstof
METELEN
METELINK, ook Meteling enz.
METELLIS (?)
METEREN
METHEN
METHORST
METINK
METMAN, ook Metmans, Metten enz.
Metmans: zie Metman
METS, ook Meskes, Metske, Metskes, Metz,
Metze, Metzger, Metzke, Metzker, Metzkers,
Metzkes enz.
metselaar
METSELAAR, ook METSELDER,
METZELDER, METZELER, METZLER enz.
metselaarsknecht
Metselder: zie Metselaar
Metsink: zie Messink
Metske, Metsker, Metskes: zie Mets
METTEMAAT
Metten: zie Metman
METTENBRINK
Metz, Metze: zie Mets
Metzelder, Metzeler: zie Metselaar
Metzge, Metzger, METZGER, Metzke, Metzker,
Metzkers, Metzkes: zie Mets
Metzler: zie Metselaar
Meubelaar: zie Mepel
meubelen
meubelfabriek
meubelmaker
meubelzaak
meubilair
Meuers: zie Meurs
Meuissen: zie Meeuwsen
Micgelbrinck: zie Michelbrink
Michaelis, Michaels: zie Michiels
MICHELBRINK, ook KLEIN MICHELBRINK,
MIGCHELBRINCK, MIGGELBRINK enz.
Michels: zie Michiels
Michgelbrinck: zie Michelbrink
MICHGORIUS
MICHIELS, ook MACHIELS, MACHIELSE,
MEGGELS, MICHAELS, MICHEL,
MICHELS, MICHIELSE enz.
MICHIGAN
Middagter Steeg: zie Steeg
middel: zie middelen
MIDDEL
MIDDELAAR
MIDDELBEERS
MIDDELBRINK
MIDDELBURG
MIDDELDORP, ook MIDDENDORP,
MITTENDORP enz.
middelen
MIDDELHARNIS
MIDDELHOVEN
MIDDELHUIS
Middendorp: zie Middeldorp
MIDWOUD
MIEDE
Mielekamp: zie Molenkamp
Miemelink: zie Memelink
MIENK
MIENS
Mierdink: zie Meerdink
mierhoop
Mierle: zie Mierlo
MIERLINK
MIERLO, ook MEERLE, MEERLO, MIRLO
enz.
MIERT
Mietje (voornaam) = Maria
Migchelbrinck, Migelbriks, Migelbrinck,
Miggelbriks, Miggelbrinck, Miggelenbrinck,
Migglbrinck: zie Michelbrink
Miggels: zie Michiels
MIK
MIKMAK
Milder: zie Mildert
MILDERT
MILENDONK, ook MILENDONCK enz.
miles
milicien, ook miliciën
militair
militaire dienst
militair hospitaal
militaire infirmerie
militair optreden
militair provoost
militair schoenmaker
militair verlof
Militaire Willemsorde
militair ziekenhuis
militie
militiecommissaris
militiedistrict
militiekanton
militielijst
militieraad
MILIUS
Mille: zie Melle
Millendyk: zie Molendyk
MILLER
MILLIES
Milligen: zie Millingen
MILLINGEN, ook HOOG MILLI(N)GEN,
MILLIGEN enz.
MILLINGSEWEG
Millingh, Millink: zie Mellink
MILO MALLIN
MILT
MILTENBURG
MILTSEWEG
min (= munne?)
Minck: zie Meenk
MINDEN
MINDERHOUT
mineur
minister
ministerie
Mink: zie Meenk
Minkfeld: zie Menkveld
Minkhorst: zie Menkhorst
Minkman, Minkmans: zie Menkman
Minks: zie Meenk
Minksveld, Minkveld: zie Menkveld
Minman, Minmans: zie Meiman
minnelijke schikking
MINNESOTA
MINTJES
MIRANDOLLE
Mirlo: zie Mierlo
MISBEEK
misbruik
misdaad
Mohr: zie Morren
MOHT
Moises, Moizes: zie Mozes
MOK, ook MOCK enz.
MOKKINK, ook MOCKINK enz.
MOL, ook MOLL, MOLS enz.
Molbach: zie Molenbeek
Molder, Molders: zie Mulder
Molekolk: zie Molenkolk
Möleman: zie Meuleman
molen
MOLEN, ook MEULEN, TERMEULEN enz.
molenaar, ook mulder
MOLENAAR
molenaarse
molenaarsknecht, ook molenknecht enz.
MOLENAARSSTEDE, ook MULLENAERS
STEDE enz.
molenaarster
molenaarszoon
MOLENBEEK, ook MEULENBEEK,
MOLBACH enz.
MOLENBERG
MOLENBRUG, ook MEULENBRUGGE,
MOLLENBRUGGE enz.
Molencate: zie Molenkate
MOLENDYK, ook MELLENDYK,
MEULENDYK, MILLENDYK enz.
molengaan
MOLENKAMP, ook KLEIN MOLENKAMP,
MEULENKAMP, MULLENKAMP enz.
MOLENKATE, ook MOLECATE,
MOLENCATE enz.
molenknecht: zie molenaarsknecht
MOLENKOLK
molenmaker
molensteen
MOLENSTRAAT, ook MOOLENSTRAAT enz.
MOLENVEEN
MOLENWEG
MOLENWYK, ook MOLEWYK enz.
Molewyk: zie Molenwyk
molffster
Molien: zie Moulyn
molkerei
Moll: zie Mol
Molland (?): cf. Malland en Mulland
Mollderman, Mölleman: zie Meuleman
Mollen: zie Molen
Mollenbag: zie Molenbeek
Mollenbrugge: zie Molenbrug
misdadiger
mismaaktheid
misnoegen
MISPEL, ook GROTE MISPELAAR, GROTE
MISPELER, KLEINE MISPEL, KLEYNE
MISPELAAR, KLEYN MISPELER,
MISPELAAR, MISPELER enz.
Mispelaar: zie Mispel
MISPELLIER
MISSET
missive
mist: zie mest en mistrecht
MISTE
MISTEAU
mistrecht
Mitteldorf, Mitteldorp, Mittendorf, Mittendorp:
zie Middeldorp
mobiele jachtopziener
mobiele rustende schutterij
mobiele schutterij
Mock: zie Mok
Mockink: zie Mokkink
modder
MODDERKOLK
Mod: zie Maat
moederschap
moedwilligheid, ook moedwilligheden,
moetwilligheeden enz.
moei
Moekes: zie Meurkes
Moelders: zie Mulder
Moeleman, Moelemann, Moelemans: zie
Meuleman
MOENS
Moer: zie Morra
MOERBEEK, ook MOERBEEKS enz.
Moerbeeks: zie Moerbeek
MOERGESTEL
MOERKAPELLE
Moerkens, Moerkes: zie Meurkes
MOERRAS
Möers: zie Meurs
MOESBRINK, ook MOESEBRINK enz.
Moesebrink: zie Moesbrink
MOESHAAK
MOESHOLT
Moesterd: zie Mostert
Moet: zie Maat
Moetsteeg, Moetstege: zie Meutsteeg
moey: zie moei
MOF, ook MOUFFEN enz.
MOLLENHORST
Moller, Möller, Mollerus: zie Mulder
Mollink, Möllink: zie Mullink
Mols: zie Mol
Molsem: zie Malsen
molshoop, molshoopen, molshopen
MOLVANGER
Molyn: zie Moulyn
MOM, ook MOMMA, MOMME, MON enz.
Mombarg: zie Momberg
MOMBERG, ook MOMBARG, MOMBERGH
enz.
Mombergh: zie Momberg
momboir: zie voogd
Momma, Momme: zie Mom
MOMMERS
Mommes: zie Mommers
MONA, ook MONAR
Monar: zie Mona
mond, mondgebreken enz.
MOND
MONGERS
Monig, Monnich: zie Munnik
MONNICKENDAM
Monniks, Mönniks: zie Munnik
MONNIKSGOED
Monninck, Monsuk: zie Munnik
MONROVIA
monseigneur, monsieur
MONSEUR
monsieur: zie monseigneur
MONTANUS
Montefontaine: zie Mortefontaine
MONTENEGRO
monteur
MONTFERLAND
MONTFLOOR
MONTFOORT, ook MONTFORT enz.
Montfort: sie Montfoort
MONTREAL
MONTYN
MONUTA
MOOI
MOOILAND
MOOK
Moolderen: zie Mulder
Moor, MOOR: zie Morren
moord
Moorengoed: zie Morengoed
MOORMAN
MOORNEES
Moosdorf, Moosdorff, Moossdorff: zie Maasdorp
Moot: zie Maat
Mooy: zie Mooi
MOPPENHOFF
Mor: zie Morren
MORDANS
Morea: zie Moriaan
moreel
MOREL
Moren: zie Morren
MORENGOED
MORETUS
MORGAN
MORGEN, ook MERGEN enz.
MORGENSTER, ook MORGENSTERN enz.
Morgenstern: zie Morgenster
morgenstond
MORIAAN, ook KLEYNE MORIAAN,
MOREA, MORIEN, MORINNE enz.
Morien: zie Moriaan
Morig: zie Munnik
Morine, Morinne: zie Moriaan
Moris: zie Morren
Morison: zie Morrison
MORRA, ook MOER, MORRHA enz.
Morre: zie Morren
MORREN, ook MEER MOHR, MOHR, MOOR,
MOR, MOREN, MORIS, MORRE enz.
Morrha: zie Morra
MORRISON, MORISON
MORSCHE
MORSCHEL
MORTEFONTAINE
MORTEL
MORTIER
mortuarium
mos: zie mossnijden
MOS
MOSBURGER
MOSCOWA
Moses: zie Mozes
MOSSEL
mossnijden
MOST
Mostaard, Mostaert: zie Mosterd
MOSTERD, ook MOSTERT enz.
mosterdkoopman
Mostert, Motert: zie Mosterd
MOTMAN
Motter: zie Mutter
Mouffen: zie Mof
MULRAAD, ook MüHLRAAT enz.
Mulunteren: zie Meulunteren
municipaalraad, municipale raad
municipale politie
municipaliteit
Munink, Munk, Munkes, Munks: zie Munnik
munne (= min?)
MUNNIK, ook MEUNNIG, MONK, MUNINK,
MUNK, MUNKES, MUNNICKS, MUNNINK
enz.
Munniks, Munninck: zie Munnik
MUNSTER, ook MUNSTERLAND enz.
Munsterland: zie Munster
MUNSTERMAN
MUNSTERWEG
munt
MUNT (cf. MEENT!), ook MUNTS, MUNTZ
enz.
MUNTER
Muntingh, Muntinghe: zie Muntink
MUNTINK, ook MUNTINGH, MUNTINGHE
enz.
muntrecht
Munts, Muntz: zie Munt
MURAY, ook MURAIJ, MURUI enz.
Murui, Muruy: zie Muray
MUSERS
MUSERSHOF
museum
MUSGARD
Musholt: zie Moesholt
MUSICK
Musschenbroek: zie Mussenbroek
MUSSENBROEK, ook MUSSCHENBROEK
enz.
MUSSENWINKEL
Mussholt: zie Moesholt
muts
mutsaard
MUTTER, ook MOTTER, MöTTER, MüTTER
enz.
Mutters: zie Mutter
muur
Muys: zie Muis
Muysink: zie Muisink
MUZENSTRAAT
muziekmeester
muzikant
Mychelbrink, Myggelbrynk: zie Michelbrink
Myden: zie Mei
Myer: zie Meyer
MOULYN
Mouriks: zie Maurik
Mouris, Mourissen, Mourits: zie Maurits
MOUTERS
MOUTHAAN
Mouwrits: zie Maurits
MOZART
MOZES
MOZES PRINS
mud
Muelderman, Muelenman, Muelleman: zie
Meuleman
Muerkes: zie Meurkes
Muers: zie Meurs
MUG, ook MUGGE, MUGGEN enz.
Mugge, Muggen: zie Mug
MUGGENBORG
Muhler: zie Mahler
Muhlraat: zie Mulraad
MUIDERBERG
MUIDERMAN, ook MUYDERMAN enz.
MUIS
Muiselaar: zie Muizelaar
MUISINK, ook MUYSINK enz.
MUIZELAAR, ook MUISELAAR enz.
Mulden: zie Mulder
mulder: zie molenaar
MULDER, ook MOLDER, MOLLER, MOLLERUS, MOOLDEREN, MULLER enz.
Mulderman, Muldermans: zie Meuleman
Mulders: zie Mulder
MULDERSHUISJE
MULDERY, ook MULDERYE, MULLERYE
enz.
Muleman, Müleman: zie Meuleman
Mulenbeek: zie Molenbeek
MULHEIM, ook MüLHEIM, MULHEYM enz.
Mulland (?): zie Malland
Mullekamp: zie Molenkamp
Mullekom: zie Meulekom
Mulleman: zie Meuleman
Mullen, Müllen: zie Mulder
Mullenbeek: zie Molenbeek
Mullenbrug: zie Molenbrug
Mullenkamp: zie Molenkamp
Muller: zie Mulder
Mullerink: zie Mullink
Mullery, Mullerye: zie Muldery
MULLINK, ook MOLLINK, MöLLINK,
MULLERINK enz.
Mullmans: zie Meuleman
Myland: zie Meiland
MYLER
Mylhoff: zie Meilhof
Myman: zie Meiman
mijn
Myn: zie Meinen
Mynck: zie (Gerhardus) Immink
Mynders: zie Meinders
Mynen: zie Meinen
Myners: zie (Rudolphus) Meinders
MYNGART
MYNINK
MYNSBERGEN
mijnscherf
mijnwerker: zie bergwerker
mijt: zie houtmijt
Naaf, Naaff, Naaffs: zie Naafs
NAAFS, ook NAAFF, NAVES, NAVIS enz.
Naagel, Naagels: zie Nagel
naaischool
naaister
NAAISTER
NAALDENBERG, ook NAELDENBARG enz.
Naaldus: zie Nales
naamsaanneming
naamtekenen
Naarde: zie Naarden
NAARDEN
naastbestaanden: zie raad van naastbestaanden
Naavs: zie Naafs
Nab, Nabbe: zie Nap
NABER
NABERMAN
Nabermanns: zie Naberman
NABUS
NACHTEGAAL
NACHTEGAALSTRAAT
nachtgerucht
nachttafeltje
nachtwacht: zie nachtwaker
nachtwaker
nachtwerk
Nacken: zie Nakken
NADLER
Naef, Naeff, Naeffs, Naefs: zie Naafs
Naegel: zie Nagel
NAF
NAGEL, ook NäGELIE, NAGELS enz.
Nägelie: zie Nagel
NAGELINK
NAGELMAKER
Nagels: zie Nagel
NAGELSMIT
NAGELVOORT
Nagtegaal: zie Nachtegaal
NAHLOP
NAHUIS, ook NAHUYS enz.
Nahuys: zie Nahuis
NAIRAC
Nakat: zie Nakort
NAKKEN
NAKORT, ook NAKAT enz.
nalaten
nalatenschap
nalatigheid
NALES, ook NAALDUS enz.
naleving
NAMEN, ook NAMUR enz.
Namur: zie Namen
NAP, ook KLEYNE NAP, NAB, NABBE enz.
NAPELS
Napoleon: zie Lodewijk Napoleon
Nappe: zie Nabbe
Nargers: zie Nergers
Narwik: zie Varwyk
NAS
Naselaar, Naselaars: zie Nusselder
NASSAU
NASSAU DIETS
NASSAUSTRAAT
NATHAN
nationaal
nationale acta
nationale infanterie
nationale militie
nationale nijverheid
nationale schuld
nationaal socialisme
nationale synode
nationaliteit
naturalisatie
natuurlijke zoon
NAVARRO
Naves, Navest, Navis, Navys: zie Naafs
nazien
Nebbelink: zie Nibbelink
NEBERS
NEBO
Neck: zie Eck
necrologie: zie Wildenberg
Nede, NEDE: zie Neede
negotiant
Neienhuys: zie Nieuwenhuis
Neiland: zie Nyland (en Nyman)
Neiman: zie Nyman
Neisch: zie Nys
Neister: zie Neisters
NEISTERS, ook NEEYSTERS, NEISTER enz.
nek
Nek: zie Eck
NEKKERS, ook NEKKES enz.
Nekkes: zie Nekkers
NELISSEN, ook NELLESSEN, NELLIS enz.
Nellessen, Nellis: zie Cornelissen en Nellissen
NELLY
Nellyssen: zie Nelissen
NEMAHOWEG
NENGERMAN
Nengermans: zie Nengerman
Nenhuis: zie Nieuwenhuis
NENK
Neomagum, Neomagus: zie Nymegen
NEPVEU
NEREE, ook NEREE BABBERICH enz.
Neree Babberich: zie Neree
NERGENA
Nergenmans, Nergermans: zie Nengerman
NERGERS, ook NARGERS enz.
Nerhof: zie Neerhof
Nering Bögel: zie Nerink
NERINK, ook NERING BöGEL, NERINK
BEUGEL enz.
Nerssink: zie Neersink
NES, ook NES EN WIERUM enz.
Ness: zie Nes
NESSER
nest: zie Horensnest
NESTELRAET
Nes Wierum: zie Nes
NETENS, ook NEETENS enz.
Néthes: zie Deux Néthes
NETROP, ook NITROP enz.
Nettelaar, Nettelder: zie Hesselder
NETTELHORST
NETTERDEN
NETTERDENSEWEG
NETTERMAN
NEUBUCKOUW
NEUENHOFF
NEUENSCHWANDER
NEUFEGLISE
Neuhaus: zie Nieuwenhuis
NEDERASSELT
Nederduitse gereformeerde gemeente
Nederhettersche Landwehr
NEDERHOLLENBEEK, ook
NIEDERHOLLENBECK enz.
NEDERLAND
Nederlanders
Nederlanderschap
Nederlands bataillon jagers
Nederlandse bijbelvertaling
Nederlandse confessie
Nederlands geld
Nederlands hervormde kerk
Nederlands hervormd kerkhof
NEDERLANDSE LEEUW
Nederlandse Maatschappij, ook Nederlandsche
Maatschappij
Nederlandse marine
NEDERLANDSE RADIOUNIE
NEDERLANDSE RODE KRUIS
Nederlands zilvergeld
NEDERLOF
NEDER-MIDDELRYN
Nedermormten: zie Nedermurmten
NEDERMURMTEN, ook NEDERMORMTEN
enz.
NEDERRYN
NEDERVEEN
NEDERWEERT
NEDERWOUD, ook NEDERWOUT enz.
Neebers: zie Nebers
NEEDE, ook NEDE enz.
neef
neef en nicht
NEEK
NEELERS
Neelers: zie Veleker
NEERBOS, ook NEERBOSCH enz.
Neerbosch: zie Neerbos
Neerfeld: zie Neerveld
NEERHEUSDEN
NEERHOF, ook NERHOF enz.
NEERLAAR, ook NEERLAER enz.
Neerlaer: zie Neerlaar
NEERRYNEN, ook NEERYNEN enz.
NEERSINK
NEERVELD, ook NEERFELD enz.
Neete, Neeten, Neetings: zie Nieten
Nefferdorff: zie Nevendorp
negentiende bataillon
negentiende predikant
Neuien: zie Nooi
NEUS
neutraliteit
Neuwhof: zie Nyhof
Neuyen: zie Nooi
NEVEL
NEVENDORP, ook NEFFENDORFF enz.
Neyborg: zie Nyborg
Neyenhuis, Neyenhuys, Neyhuis: zie
Nieuwenhuis
Neyland: zie Nyland
Neyraat: zie Nyraad
Neyster-: zie Naaister
NGV, Nederlandse Genealogische Vereniging
NIBBELINK, ook GROOTNIBBELINK,
GROOT NIBBELINK, KLEIN NIBBELINK
enz.
Goet Nibbelink, Groot Nibbelink, Klein
Nibbelink, K: Nibbelink: zie Nibbelink
nicht
NICHTEREN
Nichtern: zie Nichteren
NICODEMUS
Nicolaas: zie Sint Nicolaas (landerijnaam onder
Megchelen)
NICOLAASGA
NICOLAUSKERK
NIEBINK
NIEBOER
Nieburg: zie Nieuwburg
Nieder...: zie Neder...
Niederhollenbeck: zie Nederhollenbeek
Niederweerd: zie Nederweert
Nieenhuis, Niehuis, Niehuys: zie Nieuwenhuis
NIEKEN
Niekerck: zie Nykerk
NIEL
Nieland: zie Nyland
Nielink: zie Nylink
Nieman, Niemand: zie Nyman
NIEMEYER, ook NIEUWMEYER, NYMEYER
enz.
Nien ...: zie Nieuw ...
Nienhuis, Nienhuys, Nierhaus: zie Nieuwenhuis
NIERKES
NIEROLDER
NIERSEN, ook IERSEN enz.
Nierssen: zie Niersen
Nies: zie Nys
NIESINK, ook NIESSINK, NYSINK, NYZINK
enz.
NIESMAN
Niessink: zie Niesink
NIET, ook NEET, NEETE, NEETINGS,
NIETEN enz.
Niete, Nieten: zie Niet
Nieuenhuis, Nieuhuis enz.: zie Nieuwenhuis
Nieuvliet: zie Nieuwvliet
NIEUW AMERONGEN
nieuwbouw
NIEUWBURG
Nieuw Dunsenborg: zie Dunsenborg
Nieuwdyk, Nieuw Dyk: zie Dyk
NIEUWE BUURT
NIEUWE KERK
NIEUWE KRAAN
Nieuweman: zie (Johannes) Nyman
NIEUWENDYK, NYENDYK enz.
NIEUWENHAVE (cf. NYHOF)
NIEUWENHUIS, ook NEUHAUS, NIENHUIS,
NIEUWENHUIZEN, NYENHUIS, NYHUIS
enz.
NIEUWENHUISINK
Nieuwenhuys: zie Nieuwenhuis
Nieuwenhuysink, Nieuwenhuyzen: zie
Nieuwenhuisink
NIEUWENKAMP
NIEUWENKUIPER
NIEUWERKERK, ook NIEUWERKERKE enz.
Nieuwerkerke, Nieuwerkerken: zie Nieuwerkerk
(vergelijk ook Nieuwkerk)
nieuwe schuur
NIEUW GASTHUIS
Nieuwhof: zie Nyhof
nieuwjaarsfeest
nieuwjaarswensen
NIEUW KANAAL
NIEUWKERK (cf. NYKERK!) ook VISSER
NIEUWKERK enz.
NIEUWKOOP
Nieuwland: zie Nyland
NIEUWLEKKERLAND
NIEUWMARTA
Nieuwmeyer: zie Niemeyer
NIEUW REEMST, ook NYREEMST enz.
NIEUWESCHANS, ook NIEUWE SCHANS
enz.
NIEUWE SCHRIEK
NIEUWE SMID
NIEUWETONGE, ook NIEUWE TONGE enz.
NIEUWVLIET, ook NIEUVLIET enz.
NIEUWEWEG
NOORD, ook OP DEN OORDT, OPGENOORT,
OPTENNOORT, OPTENOORD,
OPTENOORT enz.
NOORDA, ook NOORDAA (cf.: AA)
Noordaa: zie Noorda; cf. Aa
NOORD-AMERIKA
NOORDBERG
NOORD-BEVELAND
NOORD-BRABANT, ook NOORDBRABAND
enz.
NOORDBROEK
NOORDEMAN
noorderbreedte
NOORDGOUWE, ook NOORD GOUWE enz.
NOORDHOEVELAAN
NOORD-HOLLAND, ook NOORD HOLLAND,
NOORDHOLLAND enz.
NOORDINK
Noordman, Noordmans: zie Noordeman
Noordwyk (onder Hengelo): zie Noordyk
NOORDWYKERHOUT
NOORDYK
Noorle: zie Norel
NOORMAN
Noort: zie Noord
Noortman: zie Noordman
noot, ook noteboom, notelaar, noten enz.
Nootebaardt: zie Notebaard
NOOTHOVEN
Nooy, NOOY, Nooyen: zie Nooi
NORDHEIM
NOREL
NORG
normaallessen
NORMANDIE
NOSEN
nosocomium
notabelen
notariële akte, ook notariële acte enz.
notaris
notarisklerk
NOTEBAARD, ook NOOTEBAARDT enz.
noteboom
NOTEMAN, ook NOTEMANS enz.
Notet: zie Nottet
NOTHOF
notoriëteit, notoriteit: zie akte van notoriteit
Notte, Notté: zie Nottet
NOTTEL
Nottell: zie Nottel
NOTTET
Nieuw Wehl: zie Wehl
NIEUWSTAD, ook NIEUSTAD, NYSTAD enz.
NIEUWSTRAAT
NIEUWVLIET
NIEUW WEME, ook NIEUWEME enz.
Nieuweme: zie Nieuw Weme
Nieuwwenhuys, Niewenhuis, Niewenhuys,
Nihuys: zie Nieuwenhuis
NIEUWERAMSTEL
Niks: zie Nix
Nilandt, Nillant: zie Nyland
Nimweegen, Nimwegen: zie Nymegen
Ninck, Ninks: zie Nenk
NISPEN, ook NISPEN PANNERDEN, NISPEN
ZEVENAAR enz.
Nispen Pannerden, NISPEN PANNERDEN: zie
Nispen
NISSINK
NITOHLE
Nivenhus, Niwenhus: zie Nieuwenhuis
NIX, ook NIKS enz.
NOBILE
Nobili: zie Nobile
NOBIS
NOBRAM
NOESTHEDE, ook NOESTHEDEN,
NOESTHEIDE, NOESTHEYDEN enz.
Noestheden, Noestheide, Noestheyden: zie
Noesthede
Nokken: zie Nakken
NOL, ook NOLL enz.
Noldes: zie Noldus
NOLDUS, ook NOLDES enz.
Noll, Nolle: zie Nolles
NOLLES, ook NOLLE, NOLLIS enz.
Nollis: zie Nolles
nomen
nomen nescio
NONDORP
NONHEBEL
NONHOF, ook NONHOFF enz.
Nonhoff: zie Nonhof
Nonna: zie Onna
NONNEMAKER, ook NONNENMAKER enz.
Nonnenmaker: zie Nonnemaker
Noo: zie Nooi
noodlijdende kerken
NOOI, ook NEUY, NEUYEN, NOO, NOOY,
NOOYEN, NOY, NUYENS enz.
Nooien: zie Nooi
notulen
Nouri: zie Noury
NOURY
Noves: zie Naafs
NOVIB
Noy, Noyen, Noyens: zie Nooi
Nu: zie Nude
NUDE, ook NU enz.
NUDEPOORT
Nuenen: zie Nunen
NUES
Nuesink, Nuessink: zie Niesink
NUHN
NUIS, ook NUES, NUYS enz.
NULAND
Nulle: zie Nullen
NULLEN
NULSEL
nummering
NUNEN
Nus: zie Nues
NUSINK
NUSMAN
Nussel: zie Nusselder
NUSSELDER, ook NUTSELAER, NUTZELER
enz.
NUT (cf. "NIET")
NUTSELAER 4
NUTTERDEN
Nuwenhui-, Nuwhuy-: zie Nieuwenhuis
Nuy, Nuyen, Nuyens: zie Nooi
Nuys: zie Nues
NYBOER, ook NYEBOER, NYENBOER enz.
NYBORG, ook NYEBORG enz.
NYBROEK
NYELINK: zie Nylink
Nyeman, Nyemans: zie Nyman
NYENBERG
Nyenboer: zie Nyboer
NYENES, ook NYEN ES, NYENESCH enz.
(vergelijk ook ES)
Nyen Es, Nyenesch: zie Nyenes
Nyenhuis, Nyenhuys: zie Nieuwenhuis
Nyenkamp: zie Nykamp
Nyenman: zie Nyman
NYEVEEN
NYHOF, ook NEUWHOF, NEYHOFF,
NIEHOVEN, NIEUWHOF, NYENHOFF,
NYHOFF enz.
Nyhoff: zie Nyhof
Nyhuis: zie Dunnink Nyhuis, Nieuwenhuis; zie
ook Meerdinknyhuis
NYKAMP, ook NYENKAMP enz.
Nykerck: zie Nykerk
NYKERK
Nykerken: zie Nykerk
NYLAND, ook NEYLAND, NIEUWLAND enz.
NYLINK, ook NIELINK, NYELINK enz.
NYMAAL
NYMAN, ook NIEMAN, NIEMAND,
NYEMAN enz.
Nijmeegs ...
NYMEEGSEBAAN
NYMEGEN, ook NIMWEGEN, NYMMEEGEN
enz.
Nymmeegen: zie Nymegen
Nymeegs wagenveer
NYPELS
NYPOORT
NYRAAD
Nyreems-: zie Nieuw Reemst
NYS, ook NEYS, NEYSCH, NIES enz.
Nysink: zie Niesink
Nyspen: zie Nispen
Nyssink: zie Niesink
Nystad: zie Nieuwstad
NYSTEGGER
Nyten: zie Nieten
NYVERDAL
nijverheid
NYVERHEIDSWEG
NYWEIDE
Nyzink: zie Niesink
officier van de burgerlijke stand
officier van gezondheid
officier van justitie
officier bij de rechtbank
officiersvrouw
Oghten: zie Ochten
Ohler, O"hler: zie Euler
Ohrhui-, Ohrhuy-: zie Aarhuis
Oildrik: zie Aalderink
Oir: zie Clouten Oir (Kloeten Oer)
Oirschot, Oirschott: zie Oorschot
Oisterwyk: zie Oosterwyk
OKHORST, ook OCKHORST enz.
OKKENBURG (2 items)
OKKERS, ook OCKERS, OCKERSE, OKKER
enz.
Okkerse: zie Okkers
OL
Olafsen: zie Alofsen
Olborgen, Olburgen: zie Oldenburg
Oldborgen, Oldburgen: zie Oldenburg
Oldeboom: zie Oldenboom
OLDEBROEK, ook OLDENBROEK enz.
Olde Koelaak: zie Koelaak
OLDEMAAT
Oldemaet: zie Oldemaat
OLDEMAN, ook OLDMANS, OLTMANS enz.
Oldemenger, OLDEMENGER: zie Mengers
OLDEN
Oldenampsen: zie Oudenampsen
OLDENBOOM, ook OLDEBOOM enz.
Oldenbroek: zie Oldebroek
OLDENBURG, ook AALDENBURG,
OLBORGEN, OLBURGEN, OLDBORGEN
enz.
Oldendorp: zie Oudendorp
OLDENHAVE, ook OLDENHOF enz.
Oldenhof, Oldenhoff, Oldenhove: zie Oldenhave
Oldenmenger, OLDENMENGER, OLDEN
MENGER: zie Menger
OLDENZAAL
Olderman: zie Holleman
Oldman-: zie Oldeman
OLDPAS
Oldtman-: zie Oldeman
Olefzen: zie Alofsen
OLFEN, ook OLFFEN enz.
Olffen: zie Olfen
OLIE
oliemolen
oliemolenaar
OAT
OBBES
OBBINK (vergelijk ook UBBINK)
OBELINK, ook EUBELINK, OBERINK,
OBLINK, OBRINK enz.
Oberink: zie Obelink
ober-kriegsrath
OBERHAUSEN
OBERINK
obermeisterflechtenmacher: zie Brieg en
mandenmaker
obermeisterkorbmacher: zie Brieg en
mandenmaker
Obersalsbach, Ober Salsbach: zie Obersalzbach
OBERSALZBACH, ook OBERSALSBACH enz.
obligatie
Obling, Oblink: zie Obelink
OBRIEN
OBRUIN
Obruyn: zie Obruin
obstetrix
OCHTEN, ook OGHTEN, OGTEN enz.
OCK
Ockenburg: zie Okkenburg
Ockers, Ockerse: zie Okkers
Ockhorst: zie Okhorst
octrooi
ODENDAAL
ODENWALD
ODERINO
ODINK, ook OEDINK enz.
Odorino: zie Oderino
Odrino: zie Oderino
oeconom, oeconoom: zie econoom
OEDENRODE, ook ST. OEDENRODE enz.
Oedink: zie Odink
oefening
Oegelin-: zie Agelink
OEGSTGEEST
Oehler: zie Euler
Oelderik, Oelderink, Oelerink: zie Aalderink
Oelent: zie Udalrica
OELEWYK, ook OELEWYCK enz.
OEMKES
Oen: zie Oene
Oenck: zie Uenk
OENE, ook OEN enz.
OENEMA
Oenk: zie Uenk
OER, ook OUR, UHR enz.
OERBRUGGE
Oerbrugh: zie Oerbrugge
OERSEVELD
OESE
Oestendarp, Oestenderp: zie Oostendorp
Oestervelt: zie Westerveld
OEVELGUNNE
OEVELGUNSE WEIDE
OEVER, ook HOEVER, HOEVERS enz.
OEVERSTRAAT
Offenbarg: zie Offenberg
OFFENBERG, ook OFFENBARG enz.
OFFEREN
OFFERHAUS
OFFERMAN
officianten
officier
officier van administratie
OLIEMOLENSTEEG
OLIEPAS, ook OLIPAS, OLYPAS enz.
Olieslag: zie Olieslager
olieslager
OLIESLAGER, ook OLIESLAG, OLISLAGER,
OLYSLAG, OLYSLAGER enz.
olieslagersknecht
Olislagers: zie Olieslager
OLIVIER
OLLENKAMP
OLMINKHOF
OLMIUS
OLTE
OLTHOF
OLTHUIS, ook OUDHUIS, OUDHUISEN,
OUDHUIZEN enz.
Oltman, Oltmans: zie Oldeman
Oltwater, OLTWATER: zie Oudewater
Olverdingen: zie Nypoort
Olyslaeger, Olyslag, Olyslager: zie Olieslager
omgang
Omme: zie Ommen en Ommeren
OMMEN, ook OMME enz.
OMMEREN
omroeper
OMSTEEG
omzetting
omzien
omzwervend leven: zie bedelaar, landloper,
zwerfster, zwerver enz.
onafhankelijkheid
onbekend
onbekwaamheid
onbepaald verlof
onbetamelyck gedragh
onbetamelycke exorbitantien
onbevoegd
onbewoond hokje
onbewoond huis
onbezoldigd jachtopziener
onbruikbaarheid
ONDERBERG
ondergeschikte betrekking
onderhandeling
onderhandse akte
onderhandse boedelscheiding
onderhandse verkoop
onderhandse volmacht
onderhevig aan toevallen: zie toeval
onderhoud
onderhoudsplicht
onder insectair: zie onderinspecteur
onderinspecteur
onderkapelmeester
onderknecht
ondermarktmeester
ondermeester
onderneming: zie begrafenisonderneming
onderofficier
onderscheiding
onderscholt: zie onderschout
onderschout, ook onderscholt, onderscholten enz.
ONDERSTAL
onderstand
ondersteuning
ondertekening
ondertrouw
onderwerping
onderwijs
onderwijzer
onderwijzeres
onderzoek
ONEKINK
ongedorst
ongehoorzame pastoren
ongehuwd
ongeletterdheid
ongeluk
ongemaakt
ongemak, ongemakken
ONGENA
ongeregeld papier
ongeval
ongezaagd hout
ongezond
onheuglijke jaren
ONINK
Onis: zie Onys
onkruid: zie pachtcontract
ONLAND
onmisbaarheid
onmondigheid
ONNA, ook UNNA enz.
Onnekin-: zie Onekink
ONNINK
onopgebrande koe
onroerend goed, onroerende goederen
Onsenoorth: zie Onzenoord
Onsteen, Onstein, Onsteink, Onstek, Onsteng: zie
Onstenk
oorkonde
oorlog
oorlogsbodem
oorlogsgeweld
oorlogskorvet
oorlogsschip: zie oorlogsbodem, oorlogskorvet,
oorlogstransportschip
oorlogstransportschip
oorlogszaken
Oorschort: zie Oorschot
OORSCHOT
OORSPRONG
Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel
OORT, ook OORD, ORT enz.
Oortgiese, Oortgiesen: zie Oortgiezen
OORTGIEZEN, ook OORTGIESE,
OORTGIJSEN enz.
Oortgyse, Oortgysen, Oortgyze, Oortgyzen: zie
Oortgiezen
OORTHUIS, ook OORDHUIS enz.
OORTMAN
Oortschot: zie Oorschot
Oortwyk: zie Noordyk
OORTWYN
Ooseld, Ooselt: zie Oosseld
OOSSELD, ook OOSELD, OOSELT, OOSSELT
enz.
Oosselt: zie Oosseld
OOSSENBEEK
OOST
Oostbourg: zie Oostburg
OOSTBURG, ook OOSTBOURG enz.
Oostcapelle: zie Oostkapelle
OOSTEN
OOSTENBERG
OOSTEN BRUIN
Oosten Bruyn: zie Oosten Bruin
Oostendarps, Oostenderps: zie Oostendorp
OOSTENDORP, ook OOSTENDARPS,
OOSTENDERPS, OSTENDORFF enz.
Oostenreik: zie Oostenryk
OOSTENRYK, ook OOSTENREIK enz.
OOSTER
OOSTERBEEK
OOSTERBROEK
Oosterbroeksche Maat: zie Oosterbroekse Maat
OOSTERBROEKSE MAAT
OOSTERDYK
OOSTEREIND, ook OOSTEREND enz.
Oosterhart (:?): zie Oosterman
OOSTERHOF
ONSTENK, ook ONSTEEN, ONSTEIN, ONSTEINK, ONSTEK, ONSTENG, ONSTINK,
ONSTYN enz.
onstightigh leven
ontbrekende archivalia
ontploffing: zie bomontploffing en mijnscherf
ontslag
ontsteking
ontstentenis
onttrekking
ontvanger
ontvanger der registratie: zie ontvanger
ontvluchting
ontzegeling
ontzegging
onverenigbaarheid
onvermogen, ook attest van onvermogen,
certificaat van onvermogen enz.
onvrijheid
onwillige borgers: zie brandspuit
onwijs
ONYS, ook ONIS enz.
onzedelijk gedrag
ONZENOORD, ook ONSENOORTH,
ONZENOORT, ONZENOORTH enz.
Onzenoort: zie Onzenoord
Onze Vader
oog, ongemak aan de ogen, oogaandoeningen,
oogongemak, oogzeer, oogziekte, zere ogen
enz.
oogst
oogsten
oogstmaand
oogst vernielen
OOI, ook OOY, OOYEN, OYEN enz.
OOIMAN, ook OOYMAN enz.
OOIPOORTSTRAAT, ook
OOYPOORTSTRAAT enz.
(plaats-nummer-datum):
OOIPOORTWAL, ook OOYPOORTWAL enz.
OOLDE
Oolte-: zie Aalten
oom
Oonck-, Oonk, OONK: zie Uenk
Oopen: zie Eupen
OORBAND
Oord: zie Oort
oordeel
oordeeldrager: zie ordeldrager
Oordick, Oordik, Oordwyk, Oordyk: zie Noordyk
Oorhuis: zie Aarhuis
Oosterholt: zie Oosterhout
OOSTERHOUT
OOSTERINK
OOSTERKAMP
oosterlengte (OL): zie breedtegraad
Oosterling: zie Oosterlink
OOSTERLINK, ook OOSTERLING enz.
OOSTERMAN, ook OSTERMAN enz.
Oostermeen: zie Oostermeent
OOSTERMEENT
OOSTEROM
OOSTERSON
OOSTERSTRAAT
Oosterveld
OOSTERWOLDE
OOSTERWYK, ook OISTERWYK enz.
OOSTFRIESLAND, ook OOSTVRIESLAND
enz.
OOSTINDIE
Oostindisch ambtenaar
Oostindisch leger
OOSTKAPELLE, ook OOSTCAPELLE enz.
Oostnederlandse kerken
OOST SOUBURG
OOSTVLAANDEREN
OOSTVLIELAND
Oostvriesland, Oost Vriesland: zie Oostfriesland
OOST WECHEL
Ooswolt, Ooswolts, Ooswoltz: zie Oswalds
OOTMARSUM
Ooy, Ooyen: zie Ooi
OOYINK, ook OYINK enz.
Ooyman: zie Ooiman
Ooypoort: zie Ooipoort
opbranding
opbrengst
opdrift
OPDUIN
Open, OPEN, O"pen: zie Eupen
open arm
openbaar ambtenaar
openbare belijdenis
openbare godsdienst: zie document 829ab
openbaar ministerie, Openbaar Ministerie
openbaar notaris
openbare straat
openbare veiling
openbare verkoop
openbare verpachting
openbare weg
open brandende lamp
open lamp
open veld
open vuur
operateur
opgave
OPGENENT
Opgenoort: zie Noord
Opgen Rhein: zie Ryn
opgraving
Ophaagen, Ophaegen, Ophaegh: zie Ophagen
OPHAGEN
ophanging
opheffing
OPHEUSDEN
Ophogebuunk: zie Hoge Buunk
OPHORST
Ophuis: zie ’t Huis (in Baak) en Ophuizen
OPHUIZEN, ook OPHUIS enz.
op Huys-, Ophuys-: zie Ophuizen
opkamer
opladen
opleiding van predikanten
oplevering van werk
OPMEER
opmeten van het koren van het Asbroek; zie
document 8591220a
opname
oppassen
oppasser
OPPEN
OPPENHEIMER
opperchirurgijn-majoor
OPPEREIS, ook OPREIS, OPREYS enz.
opperknecht
opperman
OPPERMAN
Oppermann: zie Opperman
oppervlakte
opperwachtmeester
oppositie, opponeren enz.
Opreis, Opreys: zie Oppereis
oprichting
oproep
opslag
opsluiting
OPSTEEN
Optennoord, Optenoord, Optenoort: zie Noord
OPVELD
opvissing
opvolging
OPWYK, ook UPWICH, UPWYK enz.
OSNABROEK, ook OSNABRUCK,
OSNABRUEK, OSNABRUGGE enz.
Osnabruck, Osnabruek, Osnabrugge: zie
Osnabroek
OSS
OSSE
OSSELAAR
Osselaer, Osseler: zie Osselaar
OSSEMANSSLAG, ook OSSEMANS SLAGEN
enz.
OSSEWEI, ook OSSEWEYER enz.
Osseweyer: zie Ossewei
Ostendarps, Ostendorps: zie Oostendorp
Osterman, Ostermann: zie Oosterman
OSTYZER
Oswald: zie Oswalds en Oswaldus
OSWALDS, ook OZEWOLDS enz.
OSWALDUS, ook OSWALD, OSWALDT enz.
OSWALDUSKERK
OTEMAN, ook HOTEMAN, OTEMANN,
HOITEMAN enz.
Otemann: zie Oteman
Ott, Otte: zie Otten
OTTEN, ook OTTE, OTTO enz.
Otter: zie Otters
Otterbeen: zie Otterbein
OTTERBEIN, ook OTTERBEEN enz.
OTTERLO
OTTERS, ook OTTER enz.
OTTEVANGER
Ottin-: zie Otten
OTTO
OTTOWEG
Oud Erf, OUD ERF: zie OUDERF
OUDEJAN, ook OUWE JAN, OUWEJAN enz.
Oude Koelaak: zie Koelaak
Oude Kraan: zie Kraan
OUDEMARKT
OUDENAARDEN
OUDENAMPSEN
OUDENDORP
OUDENHOORN
Oudennaaden: zie Oudenaarden
ouderdom
OUD ERF, eventueel ook OUDERF
ouderling
ouderlijke boedel
ouders
oude schuur
oude vader
oud goed
opzegging
opzegtermijn
opzicht
opzichter, opziener
opzichter der jacht: zie jachtopzichter
opziender: zie opzichter en opziener
opziener der jacht: zie jachtopziener (ook
opzichter)
ORANJE
ORANJEKAZERNE
ORANJE-NASSAU
ORANJENASSAUSTRAAT, ook ORANJE
NASSAUSTRTAAT enz.
ORANJESINGEL
Ord: zie Oort
orde
ordeeldrager: zie ordeldrager
ordeldrager, ook ordeeldrager, oordeeldrager enz.
ORDELMAN
ordentelijk gedrag
order
ordinaire classis
ordinair rookhoen
ordinaire tribuut
ordinaire ziekte
ordo: zie ook orde
ordo carmelitorum: zie karmeliet
ordonnantie
organisatie
organist
orgel
orgelfabrikant
orgelmaker
orgeltrapper
ORLEBEKE
l’Orme: zie Lorme
ORMEL, ook ORMELDER enz.
Ormelder: zie Ormel
ORMSTOWN
ornamenten (inboedel van de Engelwijk); zie
document 8861119a
Orriens, Orriëns: zie Adriaans
ORSMAAL
Orsmael: zie Orsmaal (vergelijk ook "Rosmalen")
Ort: zie Oort
ORTVAN
os
OS, ook OSCH, OSS enz.
Osch: zie Os
OSERO
Osewold, Osewolt: zie Oswalds
Oudheidkundige Vereniging Gemeente
Gendringen
Oudhoorn: zie Oudenhoorn
Oudhuis, Oudhuisen, Oudhuizen: zie Olthuis
Oud Keppel: zie Keppel
oud-kolonel
oud-minister
oudoom
oud-pastoor
oud-plaatsmajoor
oud-rector: zie rector
OUD REEMST
oud-rentmeester
OUD SLYKERVEER
OUDE TONGE
oude wagen
OUD WAGENINGEN
OUDEWATER, ook OLTWATER,
OUTWATER enz.
OUD WILLIGEN
OUDE WINDSLAAN
OUDE YSSEL
OUDZEVENAAR, OUD ZEVENAAR
Ouerkamp: zie Overkamp
OUEST
OULTREMONT
Our: zie Oer
Ourte: zie Ourthe
OURTHE
Outwater: zie Oudewater
Ouwejan, Ouwe Jan: zie Oudejan
OUWENS
Ouwerk: zie Ouwerkerk
OUWERKERK
OUWERSCHUUR
OUWERSLOOT
Ovelgoor: zie Overgoor
oven
Ovendaal: zie Overdaal
oventemperatuur
OVERBEEK, ook AVERBEEK enz.
OVERBEKKINK
OVERBETUWE
OVERBIEL
OVERDAAL, ook OVENDAAL enz.
OVERDONK, ook AVERDONK enz.
OVERDORP
overdracht
OVERDREEF
Overdyck: zie Overdyk
OVERDYK, ook OVERDYKINK enz.
Overdykinck, Overdykink: zie Overdyk
OVEREEM, ook OVERREEM enz.
overeenkomst
OVERENK
overgang
overgeld
Overgoer, Over Goer: zie Overgoor
OVERGOOR
Over Gor: zie Overgoor
overgrootmoeder
OVERHAGEN
overheid
overjagermeester
Overkam: zie Overkamp
OVERKAMP, ook AVERCAMP, AVERKAMP,
AVESKAMP enz.
Overkamps, Overkemp: zie Overkamp
Overkemping: zie Overkempink
OVERKEMPINK
overkomst
OVERLAAK
OVERLANGBROEK, ook OVER
LANGBROEK enz.
overleg
Overling: zie Overlink
OVERLINK, ook OVERLING enz.
overlijdensakte
overlijdensregister
OVERMAAT
OVERMAN
OVERMEER
overpad
Overpeld: zie Overpelt
OVERPELT
Overreem: zie Overeem
overschrijving
overspel
overste
OVERSTEEG
Overstege: zie Oversteeg
overstroming
overtreding
overtuiging
OVERVELD
OVERVELUWE
overweg
overweging
overweiding
Overwennekink: zie Overwennink
OVERWENNINK
OVERWETZ
pachtgoed
pachtgrond
pacht van kerkbanken
pachtoverdracht
pachtovereenkomst
pachtprijs
pachtschuld
Packe, Packen: zie Paken
PADANG
PADERBORN, ook PATERBORN enz.
Padevoort: zie Pavert
PADOWSKY, ook PARDOSKIE, PODOWSKY
enz.
Padua: zie Antoniuskerk
Paeke: zie Paken
Pael, Paelen, Paell: zie Paal
Paes: zie Pas
PAETS
Paeverd, Paevers, Paevert, Paevoort: zie Pavert
Page: zie Pagen
PAGEN, ook PAGE enz.
PAGO
Pahling, Pähling: zie Pellink
Paidvort: zie Pavert
PAKEN, ook PAEKE, PAEKEN enz.
pakhuis
pakhuisknecht
Pakkebier: zie Bakkebier
Palairet: zie Palieret
Paler: zie Paalder
PALIERET, ook PALAIRET enz.
PALLAND
PALM, ook PALMEN enz.
PALMBOOM
Palmen: zie Palm
PALMENHUIZEN
Palsenbarg: zie Palsenberg
PALSENBERG, ook PALSENBARG enz.
Palsenborg, Palsenburg: zie Palsenberg
PALTS
paltsgraaf
PALUDANUS
PALYCK
pamflet
PAMPEL
Pampelse kamer: zie Pampel
Pampiermole, Pampiermolen: zie Papiermolen
pan, pannen
PANCRATIUSKERK
Panderen: zie Pannerden
Panenkamp: zie Pennekamp
OVERWOUD, ook OVERWOUT enz.
Overwout: zie Overwoud
OVERWYN
Overysel: zie Overyssel
OVERYSSEL, ook OVERYSEL enz.
Overijsselse Almanak
Overijsselse kerken
Overysselse schutterij
overzetting
OVINK, ook HEUVINK enz. (vergelijk ook
AVINK)
Owergoer, Owergoers: zie Overgoor
OXENDORP
Oy: zie Ooi
Oyen: zie Ooi
Oyink: zie Ooyink
Ozewolds: zie Oswalds
OZOLINS
PAAL, ook POOL enz.
PAALDER, ook PAELDER, PALER enz.
PAALMAN
PAAPKE
paapse concessies
paapse custos
paaps examen
paapse goederen
paapse pastoren
paapse reliquieën
paapse school
paapse smid
paapse stoutigheden
paard, paard afdekken, paard brandmerken, paard
drijven, paarden, paard opbranden, paarden
vorderen enz.
paardebonen, paardenbonen
PAARDEKOT
paardengereedschap
PAARDENMARKT, ook PAARDEMARKT enz.
paardentuig
paasclassis
Paavers: zie van de Pavert
Pabs: zie Pabst
PABST, ook PABS enz.
PACH
pacht
pachtakte
pachtboekje
pachtcontract
pachter
pachtgelden
PANHUIS
PANMARE
Pannebacker: zie Pannebakker
PANNEBAKKER
Pannekamp: zie Pennekamp
PANNEKOEK
pannen: zie pan
pannenbakker
Pannenbakker: zie Pannebakker
pannenfabrikant
PANNERDEN, ook PANDEREN enz.
Pannersen Wardt, Pannersen Wartsen Goet: zie
Pannerden en waard
PANSIER
Pantalion (voornaam): zie Hajenius
pantalon
PAPAVERSTRAAT
papen
Papenborg: zie Papenburg
PAPENBURG, ook PAPENBORG enz.
PAPENDAL
PAPENSCHOT, ook PAPENSCHUT enz.
Papenschut: zie Papenschot
papier, papieren enz.
PAPIERMOLEN, ook PAMPIERMOLE,
PAMPIERMOLEN enz.
papisten
PARAMARIBO
paranormale verschijnselen
Pardoskie: zie Padowsky
PARDYS
Paré: zie Paree
PAREE
parish: zie parochie
PARKZICHT
PARMA
PARMESAND
parochia: zie parochie
parochiale kerk
parochie
parochiekerk
parochiekerkhof
particulier
particuliere, ook particulieres
particuliere bejaardenzorg
particulier secretaris
particuliere stukken
PARYS
PAS, ook GROOT PASKE, GROOT PASSE,
KLEIN PASKE, KLEIN PASSE, KLEIN-
PASTE, KLEIN PASTE, KLEINPASTEN,
PASCH, PASKE, PASTE enz.
PASCAL, ook PASCHAL enz.
Pasch, Paske: zie Pas
PASMAN, ook PASSMANN enz.
Pasmanbank
Pasmans: zie Pasman
Pasop (onder Megchelen)
paspoort
Pass: zie Pas
passant
Passche, Passe: zie Pas
passementwerker
passementwerkersknecht
Passmann: zie Pasman
Passmannbank: zie Pasmanbank
Passop: zie Pasop
PASSTRAAT
Paste, Groot Paste, Klein Paste: zie Pas
PASTERNAKWEG
pastoor, ook pastor enz.
PASTOORS, ook PASTOOR, PASTORS enz.
pastor: zie pastoor
pastoraal werk
pastorie
pastoriegoederen
pastoriehuis
pastorieland
pastorietuin
pater
PATER
Paterborn: zie Paderborn
PATHUIS, ook PATHUIS CREMERS enz.
Pathuis Cremers: zie Pathuis
PATON
patronaatsrecht
patroon
PATTERA
Paul, Pauls, Pauluse: zie Pauwels
PAULUS VI
PAULUSKERK
pauper
paus en PAUS
pausdom
PAUW, ook PAUWEN, POUW enz.
PAUWELS, ook PAUL, PAULISSEN, PAULS,
PAUWELSEN, PAUWLSEN, POUWELS,
POUWLSEN enz.
Pauwen: zie Pauw
Pauwerdt: zie Pavert
PAUWKENS
Pellegrims: zie Pelgrim
Pellenbarg: zie Pellenberg
PELLENBERG, ook PELLENBARG,
PELLENBORG, PELLENBURG enz.
Pellenborg, Pellenburg: zie Pellenberg
PELLINK, ook PäHLING, PöHLING enz.
PELSKAMP
PELT
PELTENBURG
peluw
pénal (code pénal, C.P.): zie Wetboek van
Strafrecht
pendule
PENEN, PEENEN enz.
PENNARD, ook PENNARDS enz.
Pennards: zie Pennard
PENNEKAMP, ook PANNEKAMP enz.
penning: zie veertigste penning
PENNINK, ook KLEINPENNINK, PENNING
enz.
PENNO
pensioen
PENTERMAN
Pepelman: zie Peppelman
PEPERKAMP, ook PEEPERKAMP enz.
Pepfenhauser: zie Peppinkhuis
PEPPEL
Peppeleman: zie Peppelman
PEPPELMAN
PEPPELMAN KAMPEN
PEPPINK, ook POPPINK, PöPPINK enz.
PEPPINKHUIS, PEPFENHAUSER,
PEPTENHAUSER (?), PöPPINGHAUS enz.
Peptenhauser: zie Peppinkhuis
perceel, percelen
percepteur: zie ontvanger
PERDON
PERDUIN, ook PERDUYN enz.
Perduyn: zie Perduin
PEREBOLT, ook PEERBOLTE, PERENBOLTE
enz.
Perebolte: zie Perebolt
PEREBOOM, ook PEEREBOOM,
PEERENBOOM, PERENBOOM enz.
PERELBERG
Perenboom: zie Pereboom
PERFORS
PERLSTEIN
permissie
Pernards: zie Pennard
PERNIS
Paverd, Paverds: zie Pavert
Paverkamp: zie Pavertkamp
Pavers: zie Pavert
PAVERT, ook PADEVOORT, PAVERD, PAVORDT enz.
PAVERTKAMP
PAVIA, ook PAVIA STAVERMAN enz.
Pavord, Pavordt, Pavordts: zie Pavert
PEACOCK
peage, péage
Peckel: zie Pekkel
Peeck: zie Peek
PEEK, ook PEECK, PECK, PEK, PIECK, PIEK,
PIK enz.
Peeke: zie Peek
Peekers: zie Pekers
peel, ook peelen enz.
PEELAARD, ook PEELAERT enz.
Peelaert: zie Peelaard
Peele, Peelen: zie Pelen
Peeperkamp: zie Peperkamp
PEER
Peerbolt: zie Perebolt
Peerdecate: zie Paardekot
Peerebold, Peerebolt: zie Perebolt
Peereboom, Peerenboom: zie Pereboom
Peerlenberg: zie Perelberg
Peeske: zie Pas
Peeters: zie Peters
peetoom en peettante
PEGGENHOF
PEGMAN
PEIL
PEIMAN
Peinin-: zie Pennink
Pek: zie Peek
Pekel, Pekels: zie Pekkel
PEKERS, ook PEEKERS enz.
PEKKEL, ook PECKEL, PEKEL, PEKELS,
PEKKELS enz.
Pele: zie Pelen
PELEN, ook PEELE, PEELEN, PELLEN,
PILLEN, PYLEN enz.
PELGRIM, ook PELGROM, PELGRUM,
PELLEGRIMS, PILLEGER enz.
PELGRIM EVERS
PELGRIMSHOF
Pelgrom, Pelgrum: zie Pelgrim
PELKMAN
PELKWYK
Pelle, Pellen: zie Pelen
perpetreren
PERQUIN
PERSENAIZE
PERSINGEN
personeel, personele ...
personeelsbestand
personele belasting, personele lasten enz.
PERSOON
perzik, perziken
PESTERS
PET
peter
PETERS, ook PEETERS, PETERSEN, PETERSSEN, PIETERS, PIETERSE, PIETERSEN
enz.
PETERSBURG
PETERSDAG, ook SINTEPETEREDAG enz.
PETERSOM, ook PETERSOM RAMRING enz.
Petersom Ramring: zie Petersom
PETERSPLAATS, ook SINTPETERSPLAATS
enz.
Petid: zie Petit
PETIT, ook PETID, PETITS enz.
Petits: zie Petit
petitie
PETRI
PETRIOETTA
PETROLANEN
PETRUS
PETRUSKERK
PETRUS EN PAULUSKERK
Petrus en Paulusparochie: zie Petrus en
Pauluskerk
Peursem: zie Peursen
PEURSEN, ook PEURSEM enz.
PEUT
PEYENBROEK
Peymans: zie Peiman
pfarramt
pfarrei
pfarrer
PFISTER
PH-CMD
Pheiffer: zie Pypers
PHILADELPHIA
Philip: zie Philips
PHILIPPUS
PHILIPS, ook FILIPSEN, FLIPS, FLIPSE,
FLIPSEN, FLIPSSEN, PHILIPSEN enz.
Philipsen: zie Philips
Phlipsen: zie Philips
PHOENIX
photografist
Phylips, Phylipsen: zie Philips
PIBORN
Picaoo (?): zie Picard
Picaso (?): zie Picard
PICARD, ook PIKAAR, PICARD (de la)
CARRIERE enz.
Piccards: zie Picard
PICHOT
Pick: zie Peek
Pickard, Pickart: zie Picard
Pickart, Pickers, Pickkers: zie Pikker
PIECHT
Pieck: zie Peek
Piegt: zie Piecht
Piejaer: zie Pier
Piek, PIEK: zie Peek
PIEL
Pieper, Piepers: zie Pypers
PIEPMEYER
PIER, PIJAER enz.
PIERARD
PIERE
Pierick: zie Pierik
PIERIK, ook PERICK, PIERICK, PYRIK enz.
Pierin-, Pierk, Pierkes: zie Pierik
PIERLINK
Pierre: zie Suint Pierre
PIERRET
Pieters, Pieterse, Pietersen: zie Peters
Pijaer: zie Pier
Pik: zie Peek
Pikaar: zie Picard
pikeur
PIKKER
Pikkers: zie Picard (en Pikker)
Pilleger: zie Pelgrim
Pillen: zie Pelen
pin, pinnen enz.
PINKERT
pionier
Piper, Pipers: zie Pypers
Pirick: zie Pierik
pissel
pistool
pistoolschot
PITHAAN
Pithaen-, Pithan-: zie Pithaan
PITLO
PITS
Pletinckx: zie Plettink
Pletten: zie Hermina Plettenborg-Keuper
(2-8-1764)
Plettenborch, van Plettenborch: zie Plettenborg
PLETTENBORG, ook PLATTENBERG,
PLATTENBORG, PLATTENBURG,
PLETTENBERG, PLETTENBURG enz.
Plettenborgh, Plettenborgs, Plettenburg: zie
Plettenborg
PLETTINK, ook PLETINCKX enz.
PLEUNS, ook PLUENES enz.
Pleur, Pleuren: zie Pluren
Pleyte: zie Pleit
plichtsverzaking
PLINS
Plister: zie Pliester
PLIESTER
ploeg, ploegen enz.
PLOEG
ploegen: zie ploeg
ploegendienst
PLOEGSMAAT
Ploekemaat: zie Ploegsmaat
plooierij
PLOOR AMBE
plotseling overlijden:
Pluenes: zie Pleuns
Pluer, Plueren: zie Pluren
PLUIM, ook PLUIMERS, PLUMERS,
PLUYMERS enz.
PLUIMENBERG, ook PLUIMENBURG,
PLUYMENBURG enz.
Pluimenburg: zie Pluimenberg
Pluimer, Pluimers: zie Pluim
PLUIMERSKAMP
Pluimes: zie Pluim
Pluiren: zie Pluren
plukken
PLUMIN
plundering, plundertochten enz.
PLUREN, ook PLEUREN, PLUER, PLUEREN,
PLUUR, PLUUREN enz.
PLUSKER
Pluueren, Pluuren: zie Pluren
Pluym: zie Pluim
Pluymenburg: zie Pluimenberg
Pluymer, Pluymers: zie Pluim
Pluyren: zie Pluren
Podowsky: zie Padowsky
POEDERBACH
POEDEROYEN, ook POUDEROOYEN enz.
PLAAT, ook PLATE enz.
plaats
plaatselijk bestuur
plaatsing
plaatsje
plaatsmajoor, ook plaats-major enz.
plaats-major: zie plaatsmajoor
plaatsvervanger
plaatvormer
placaat
PLAGGEMAN
plaggen, plaggen maaien, plaggenmaaien,
plaggen opslaan enz.
plakken maaien, plakkenmaaien
PLAKSCHE STRAAT in Azewijn: zie document
8200516b
plan
Planckman: zie Plankman
PLANKMAN, ook PLANCKMAN enz.
PLANQUE
plantagemeester
Plante: zie Planten
PLANTEN, ook PLANTE enz.
PLANTINGA
plantsoen
PLAPPERT
PLAS
PLASBEEK, ook PLASBEEKE enz.
Plasbeeke: zie Plasbeek
PLASMAN
Plate, Platen: zie Plaat
platteland
Plattenbergs, Plattenborgs, Plattenburgs: zie
Plettenborg
Plattera: zie Plantinga (17-7-1818)
plattrappen
PLATVOET
PLECHELMUSKERK
plechtige dankdag
PLEIT, ook PLEITE, PLEYTE, PLEITER enz.
Pleite, Pleiter: zie Pleit
Plekenpoel, Plekenpol, Plekepol, Plekkenpoel: zie
Plekkenpol
PLEKKENPOL, ook PLEKEPOL, PLEKENPOL
enz.
Plencker: zie Plenker
PLENK
PLENKER, ook PLENCKER enz.
PLENTZ
PLESBRINK
PLET
POEL, ook POELE enz.
POELAKKER
Poelders: zie Polder
POELDYK
Poele: zie Poel
Poeleman: zie Poelman
Poeles: zie Poelhuis
Poelhek, Poelhekke: zie Poelhekken
POELHEKKEN
POELHUIS
Poelhuy-: zie Poelhuis
poelier
Poell: zie Poel
POELMAN, ook POELEMAN, POLLMAN,
POLMAN, POLMANS enz.
POEPERT
Poesen, Poessen: zie Possen
POFFER
pog, poggen enz.
poging
Pohling, Pöhling: zie Pellink
POISSONNIER
POITEVIN
POL, ook POLL, POLLEN enz.
POLAK
POLDER, ook POELDERS, POLDERT enz.
POLDERMAN
polderschout, ook schout van polder enz.
polderwerker
POLEN
POLET
polis
politie
politiecommissaris
politiedienaar
politiek commissaris
politieke voorslag
politieke zaken
politieschout
POLKAMP
POLKO
Poll, Pollen: zie Pol
Polletje: zie het Groene Polletje; zie ook
AHA-document 8560711a
POLLINK, ook PUHLING enz.
Pollmans: zie Poelman
polluit (Lat.)
Polman, Polmans: zie Poelman
POLS
POLVRIMAN
POMINI
pomp
POMPE
POMPEI
pompenmaker
PONEKAMP
PONNE
PONSEN
pont
PONT
Poodt: zie Poot
Pool: zie Paal en te Poel
Pools: zie Paal
POOLSUM
POOR, ook POOREN, POREN enz.
Pooren: zie Poor
poort: zie Bergpoort, Bleksepoort, Didamsepoort,
Doelenpoort, Grietsepoort, Koepoort-,
Meipoort-, Ooipoort-, Rynpoort, Sintjanspoort,
Valepoort, Velperpoort (enz.)
POORT, ook POORTEN enz.
Poorte, Poorten: zie Poort
POORTENAAR, ook POORTNAARS enz.
poortgeld
poortier: zie portier
POORTMAN, ook PORTMAN enz.
poortontvanger
POOT, ook POODT enz.
pootgoed
pootwilg, ook pootwilgen, willigen pooten enz.
POP
Pöppink, Poppink, POPPINK: zie Peppink
Pöppinghaus: zie Peppinkhuis
POPTA
Poren: zie Poor
porselein
portaal
PORTHSMOUTH
portier, poortier
Portman, Portmann: zie Poortman
POSSEN, ook POESSEN enz.
possessie
possessoire actie
post, post verlaten enz.
POST
postbode
POSTEL
posterij, posterijen
POSTHUIS
Posthumus: zie Hesselder, Horst
postiljon, postillon
postillon: zie postiljon
predikantsopleiding
predikantspensioen
predikantstractement
predikantsvacature
predikbeurt
prediking
PREE
preek-: zie predikprefect
Pregterop: zie Vrachtrup
Preier: zie Preyer
premie
president
president-burgemeester
president-kerkvoogd
pretre, prêtre: zie priester
PREUTER
PREYER
PRIELE
PRIEMS
priester
PRIESTER
PRIESTERINK
PRIK
PRIL
principaal schoolmeester
prins
Prins: zie Mozes Prins en Prinsen
PRINSEN, ook PRINS, PRINZEN enz.
PRINSENHAGE
PRINSENHOF
PRINSENSTRAAT
prinses
Prinzen: zie Prinsen
PRIOR
PRIS
Prissink: zie Brissink
privévliegtuig
procedure
proces
proceskosten
proces-verbaal van:
- afhoring
- beëdiging
- conciliatie
- diefstal
- eedsaflegging
- familieraad
- inventarisatie
- lijkschouwing
- ontzegeling
postkantoor
POSTMA
postmeester
postuum
pot, potten
POT, ook POTT enz.
Poten: zie Poort
POTHAAR
POTHOF, ook POTHOFF, POTHOOVEN,
POTHOVEN enz.
Pothoff, Pothofs, Pothoven: zie Pothof
POTHUIS
Pothuysen: zie Pothuis
POTJER
POTKEN
Pott: zie Pot
POTTEN, ook POTTENS enz.
potten-: zie ook pot
pottenbakker
pottenbakkersknecht
pottenfabriek
pottenkoopman
pottenkramer
Pottens: zie Potten
POTTER
Potters: zie Potter
Poulhuis, Poulhus, Poulhuys, Poulis: zie Poelhuis
Pouw: zie Pauw
Pouwel (voornaam) = Paulus (zie Roos)
Pouwels, Pouwlsen: zie Pauwels
PRAAG
PRAAST, ook PRAEST, PROST enz.
PRAASTERINK
PRAASTINK, ook PRASTINCKS enz.
practizijn, ook praktizijn enz.
Praebstink: zie Praabstink, Praasterink en
Praastink
praeceptor
Praest: zie Praast
praetor
praktizijn: zie practizijn
PRANG, ook PRANGEN, PRANGER enz.
Prangen, Pranger: zie Prang
Prast: zie Praast
Prastincks: zie Praastink
praxis medica
Pre: zie Pree
predecesseur
predicatie: zie prediking
predikant
predikantsbenoeming
- openbare veiling
- openbare verpachting
- overtreding
- stemming
- tussenkomst
- veiling:
- vereniging
- verkiezing
- verklaring
- verkoop, verkoping
- verpachting
- verstek
- verzegeling
proclamatie
procuratie
procureur
procureur imperial: zie procureur
PRODESSE CONAMUR
Proevee: zie Prove
programma
promotie
PRONK
PRONSWEIDE
PROOT
propeller(boot)
PROPER, ook PROPERS enz.
Propers: zie Proper
proponent
proponeren
Prost: zie Praast
protest
Protestantenbond: zie Nederlandse
Protestantenbond
protestantisme
PROVE, ook PROEVEE, PROVEE enz.
Provee: zie Prove
provinciaal ..., provinciale ...
provinciale acta
provinciaal college
provinciaal gouvernement
provinciaal kerkbestuur
provinciale staten
provinciale synode
provinciaal tuchthuis
provincie
provisie
provisioneel burgemeester
provisioneel vrederechter
provisor
provisorie
provoost
provoost-geweldige
proza
PRUEM
pruikenmaker
PRUIS
Pruisen: zie Pruissen
Pruisisch(e) ...: zie Pruissisch(e) ...
PRUISSEN, ook PRUISEN, PRUISSCHEN enz.
Pruissisch(e) ..., Pruisisch(e)
Pruys: zie Pruis
Pruyssen: zie Pruissen
prijs pachtgrond
prijsopgave
PUBBEN
publiek, publieke ...
publieke godsdienst
publiek onderwijs
publieke schuld
publieke straat
publieke weg
publikatie
Puella (als voornaam): zie Puella Helena Jans
Puerveen: zie Puurveen
Puhling: zie Pollink
PUIK, ook PUYK enz.
PUIMAN, ook PUYMAN enz.
PULLE
PULSER
Pulsers: zie Pulser
PUNT
pupil
purschen: zie Brieg en Henschel
PUT
PUTLINGEN
PUTMAN, ook PUTTMAN enz.
PUTS
Putte: zie Putten
PUTTEN, ook PUTTE enz.
PUTTER
PUTTERSHOEK
Puttlingen, Püttlingen: zie Putlingen
PUURVEEN, ook PUERVEEN enz.
Puyk: zie Puik
PUYLERS
Puyman: zie Puiman
Puys: zie Buis
Pyaer: zie Pier
PYKEREN
PYL
Pylen: zie Pelen
PYLMAN
Raaiman: zie Raayman
RAALTE, ook RAALTEN enz.
Raalten: zie Raalte
raam, ook raamvenster e.d.
RAAM, ook RAAMS enz.
Raamaker: zie Ramaker
Raams: zie Raam
Raamsdonck: zie Raamsdonk
RAAMSDONK
raamvenster: zie raam
RAANVELD
Raap: zie Rap
Raas, Raasch: zie Ras
Raasink, Raassink: zie Reusink
RAASVELD, ook RAESVELT enz.
Raat, Raats, Raatser: zie Raad
RAAY, ook RAEY, ROOYEN, TERAY,
TROOY enz.
RAAYMAN, ook RAAIMANS enz.
Raaymann, Raaymans: zie Raayman
Rab: zie (Raben en) Rap
rabbonij: zie rabbijn
rabbijn
RABBYN, REBYN enz.
Rabe: zie Driehuis
RABELINK, ook RABELING, RAEBELINCK,
ROBELINK enz.
Rabelinks, Rablink: zie Rabelink
RABEN
rabonij: zie rabbijn
RACHEL
rademaker: zie radmaker
RADEMAKER, ook RADERMACHER,
RADMAKER enz.
Rademakers: zie Rademaker
radiokerkdienst
RADIO-UNIE
radmaker, ook rademaker
Radmakers: zie Rademaker
radmakersknecht
Radstaat, Radstaak: zie Radstake
RADSTAKE, ook RADSTAAT, RADSTAAK,
RASTAK, RATSTACK enz.
RADYS
Raebelinck: zie Rabelink
Raedemaker: zie Rademaker
Raed, Raedt: zie Raad
Raef, Raeff: zie Raaf
Raesfeld Meyer: zie Raasveld
Raesfeldt, Raesvelt: zie Raasveld
Raet: zie Raad
pijn
Pynacker: zie Pynakker
PYNAKKER, ook PYNACKER enz.
PYNAPPEL
pijp, pijpen
pijpenroer
Pyper: zie Pypers
PYPERS, ook PHEIFFER, PIEPERS, PIPER,
PYPER enz.
PYPERY
Pyrick, Pyrik, Pyrkes: zie Pierik
Quack: zie Kwak
QUADRAT
quaestor
quaet comportement
Quak: zie Kwak
QUARLES UFFORD
QUARREVELD, ook KWERFELD,
QUERREVELD, QWERREVELD enz.
quartier
QUEBEC
QUERMANN
QUERO
QUINT
Quinte: zie Quint
QUIRENS, ook KWIERINGS enz.
Quringen: zie Guringen
quijtslagh: zie kwijtschelding
RAA, ook RHA enz.
Raab: zie Rap
Raabelink, Raablin: zie Rabelink
raad
raadsadvocaat
raadsheer
raad van justitie
raad van naastbestaanden
raad van state: zie hieronder
RAAD, ook RAADT, RAATS, RAATZER,
RAET enz.
raadhuis
RAADHUISSTRAAT
RAADMAN
raadpleging
raadslid
Raadt: zie Raad
RAAD VAN STATE
RAAF, ook RAEF, RAVE, RAVEN enz.
Raaff: zie Raaf
Raai: zie Raay
Raetelbant: zie Ratelband
Raeterink: zie Raterink en Ratink
Raets: zie Raad
Raevelder: zie Rafelder
Raeymaeckers, Raeymakers: zie Rademaker
Raeyman: zie Raaiman
RAFELDER, ook RAEFELDER, RAEVELDER,
RAFELER enz.
Rafeler: zie Rafelder
Raffenberch: zie Raffenberg
RAFFENBERG, ook RAFFENBERCH enz.
RAGAS
RAGAY
Ragge: zie Roggen
RAGHUIS, ook RAGHUYS enz.
Raisfeldt, van Raisfeldt: zie Raasveld
Rajman: zie Raaiman
Ramaker, Ramakers: zie Rademaker
RAMAN
RAMDOHR
RAMP, ook RAMPE enz.
Rampe: zie Ramp
rampjaar
RAMPSELAAR
Ramring: zie Petersom Ramring
RAND, ook RANT enz.
Randewyk: zie Randwyk
RANDWYK
RANK
ransel
RAP, ook RAAB, RAAP, RAB enz.
RAPENBURG
RAPPARD, ook RAPPART, RAPPERT enz.
Rappart, Rapperd: zie Rappard
RAS, ook RAASCH, RASCH enz.
Rasch: zie Ras
Rasink, RASINK: zie Reusink
RATELBAND, ook RATELBANT enz.
Ratelbands, Ratelbandt, Ratelbans, Ratelbant,
Ratelbond: zie Ratelband
Raterdink, Raterinck, Ratering: zie Raterink
RATERINK, ook RATERING, REUTERINK,
REUTRINK, ROETERINK, RUETERINK,
RUTERINK enz.
Rathmer: zie Ratum
Rathrine: zie Kathrine
Ratibur: zie Hof
ratihabitie
RATINK
Ratstaak, Ratstack, Ratstake: zie Radstake
Rattelband: zie Ratelband
Rattink: zie Ratink
RATUM, ook RATHMER enz.
RAUBER
Raubroek: zie Rouwbroek
RAUSE
Rauwerdink: zie Roerink
RAUWERS
Rave, Raven: zie Raaf
RAVENHORST, ook RAVENSHORST enz.
RAVENSBERG
Ravenshorst: zie Ravenhorst
RAVENSWAAY, ook RABENZWAAY,
RABEZWAAY, RAVEZWAAY enz.
RAVESLOOT
RAVESTEIN
Ray, Raye: zie Raay
Raymaecker-: zie Rademaker
Rayman-: zie Raaiman
R(o)bben, R(o)bber: zie Robben
RBS
reactie
Rebergen: zie Reebergen
Rebyn: zie Rabbyn
recensies
recepten
reces
recherche
recht
recht van appel
recht van begraven
recht van bepoting
recht van beroeping
recht op eigen bank
recht op erfpacht
recht ~ huwelijk, huwelijksrecht
recht op lidmaatschap
recht van de meester
recht van opdrift
recht van overweg
recht van successie
recht op een tiend, tiendrecht
recht van uitdrift
RECHT
rechtbank
rechtbank van eerste aanleg: zie rechtbank
rechtbank van koophandel
rechten
rechter
rechterbeen: zie been, beenlengte
RECHTEREN HEMERT
RECHTEREN WESTERVELD
Reesinck, Reessinck: zie Reusink
Reesserweerd, Reesseweerd: zie Rees
Reetraa: zie Retra
reettemaker: zie rietmaker
Reewinkel: zie Rexwinkel
Refel: zie Riefel
referendaris
reformatie
REGEL
regeling
REGELINK, ook GROOT REGELINK, KLEIN
REGELINK, KLEYN REGELINK, KLEYNE
REGELINK, REEGELINK, RIGGELINK enz.
REGELMAN
Regelmans: zie Regelman
REGENAAR
Regeniter, Regenitter: zie Regniet
regent
regente, ook regentes, regentesse enz.
regentes, regentesse: zie regente
regering
regeringsbezirk
regestenlijsten
regiment
regimentskleermaker
regimentskwartiermeester
regionale omroep
register
registrateur
registratie
registratiekantoor
registratiekosten
registrum bonorum
reglement
REGNIET, ook REGNIETER, REGNITTER,
RENGENITTER enz.
Regnieter, Regnit-: zie Regniet
Regorius: zie Rougoor
Regt: zie Recht
Reharst: zie Reehorst
Rehman-: zie Reeman
Rehorst: zie Reehorst
REHR
Reidel, Reidels: zie Riedel
Reiden: zie Rheden
Reiderman, Reidermans: zie Regelman
Reier, Reiers: zie Reyers
Reiersvoort: zie Reyersvoort
REIGENBACH
Reigerman, Reigermans: zie Regelman
REIGERS
rechterhand
rechterlijke ambtenaren
rechterlijk archief
rechterlijke indeling
rechterlijke politie
rechteroog
rechter-plaatsvervanger
rechtsboek
rechtspraak te Nijmegen: zie AHB (varia nr. 16)
rechtsvervolging
rechtsvordering
rechtzinnigheid
Recklinghausen: zie Reklinghausen
recognitie
rectificatie
rector
redding
REDDINGIUS
redelijke welstand
redemptorist
REDELE
Reden: zie Rheden
REDER, ook RHEEDER
redres
Ree, REE: zie Rheden
REEBERGEN, ook REBERGEN enz.
Reed, REED: zie Rheden
reedemaker: zie rietmaker
Reeden: zie Rheden
Reeder: zie Reder
Reedstap: zie Rietstap
Reefel: zie Riefel
Reegelink: zie Regelink
Reegelman: zie Regelman
Reeharst: zie Reehorst
REEHORST, ook REEHARST, REHORST enz.
REEHORSTLAAN, ook REEHORSTERLAAN
Reeken: zie Reken
REELAND
REEM, ook REEMEN, REMEN enz.
REEMAN, REHMANN enz.
Reemen: zie Reem
Reemkes: zie Maat
Reems: zie Reemst
REEMSBULTE, ook REEMS BULTE enz.
REEMST, ook REEMS enz.
Reen, Reën: zie Rheden
REEN
Reeneman: zie Reneman
Reerink: zie Rerink
REES
REIL
Reilingerus: zie Reilink
REILINK, ook REILINGERUS enz.
REIMER, ook KLEIN REYMES, REIMERS,
REIMES, REYMERS, REYMES, RYMER
enz.
Reimers, Reimert, Reimes, Reimus: zie Reimer
REIN, ook REINS, REINE enz.
REINBERG
Hogen Reinder
REINDERHOF, ook REYNDERHOFF enz.
REINDERINK, ook REYNERINK,
RYNDERINK enz.
Reinders: zie Reyers
Reindershof: zie Reinderhof
Reindsen: zie Reyers
Reine: zie Rein
REINEMAN
Reinen: zie Reyers
Reinerink: zie Reinderink
Reiners: zie Reyers
REINEVAAN, ook REYNVAAN enz.
Reinhards: zie Reinhart
REINHART, ook REINHARD enz.
Reinhold: zie Reinholt
REINHOLT, ook REINHOLD, REYNHOLT
enz.
Reinholts: zie Reinholt
REINHORST
reiniging
REININK
Reinnolts, Reinolds: zie Reinholt
Reinsen: zie Reyers
REINTJES, ook RENTJES, RIENTJES,
RYNTJES enz.
Reintsen, Reintzen, Reinzen: zie Reyers
reisbediende
reiskosten
REISTENBERG
reiziger
REKEN, ook REEKEN
rekening
Rekhemseweg: zie Rekkemseweg
rekje
REKKEMSEWEG, ook REKHEMSEWEG
REKKEN, ook RECKEN enz.
REKLINGHAUSEN, ook RYKKLINGHUYSEN
enz.
Rekswinkel: zie Rexwinkel
rekwerk
relaas
relaas van calange
Religionsfriede
reliquieën
RELLINK
Reman: zie Reeman
REMEKER, ook REMINK enz.
Remen: zie Reem
REMERS, ook REMERY enz.
Remery: zie Remers
REMHS
REMIGIUSKERK
Remink, REMINK: zie Remeker
remissie
Remme: zie Remmen
REMMELINK
Remmelinks: zie Remmelink
REMMEN, ook REMME, VEREMMEN,
VERREMME, VERREMMEN enz.
remonstranterij
remonstratie
remplaçant, ook remplacant enz.
REMY, ook SINT REMY enz.
RENAUD
Renckens: zie Renkens
RENEMAN, ook REENEMAN enz.
RENES, ook RENESSE, RENNES enz.
Rengelenck: zie Rengelink
RENGELINK, ook RENGERINK, RINGELINK
enz.
Rengenitter: zie Regniet
Renger: zie Reyers
Rengerink: zie Rengelink
Rengers, Rengersen, Rengerssen, Rengertsen: zie
Reyers
RENIER, ook RENIERS
Reniers: zie Renier
Renink: zie Reinink
RENKEMA
RENKENS, ook RENCKENS enz.
RENKINK
RENKUM
RENNE
Rennen: zie Rennink
RENNER, ook RINNER enz.
Rennes: zie Renes
RENNINK
Renntink: zie Rentink
Renschers: zie Renskers
Rensen, Rensink: zie Rentink
RENSKERS, ook RENSCHERS enz.
Renssen, Renssink, Renssink: zie Rentink
RETRANCHEMENT
Retrenchement: zie Retranchement
retroacta
RETSAY
REUGEBRINK, ook REUGENBRINK,
RUGENBRINK enz.
Reugenbrink: zie Reugebrink
REUKEN
REUKERS, ook ROKERS enz.
REULER
REULINK, ook REULINGHS, REULINGS enz.
Reullink: zie Reulink
REUMER, ook REUMERS, ROEMER,
ROEMERS, ROMER, ROMERS, RöMER,
RöMERS, ROOMER, ROOMERS enz.
Reumers: zie Reumer
Reuneboom: zie Runneboom
REUNINK
Reunneboom: zie Runneboom
Reunnebooms hof: zie Runneboom
REUPKES
Reurink: zie Roerink
Reurlo, Reurloo: zie Ruurlo
Reurterink: zie Raterink en Roeterink
REUS, ook REUSEN, REUZEN enz. (cf. ROOS)
REUSENER
REUSER
REUSINK, ook GROOT REUSINK, GROOT
ROESINK, GROOT ROESSINK, KLEINREESINK, KLEIN REUSINK, RAASINK,
RAASSINK, RASINK, REESINK, RESINK,
REUSSINK, ROESINK, ROESSINK, ROOSINK, ROOSSINK, ROSINK, RUESINK,
RUSINK, RUSSINK enz.
Reusinks, Reussink: zie Reusink
REUSTERMAN
REUTER
Reuterink: zie Raterink
Reutgers: zie Rutgers
REUTINK
REUVEKAMP
REUVEKAMPLAAN
REUVERS, zie ROVER
REVELMAN
REVEN
REVERDINK
Rewinkel: zie Rexwinkel
REXWINKEL, ook REKSWINKEL,
REWINKEL enz.
Reydel, Reydels: zie Riedel
Reyderman, Reydermans: zie Regelman
Renswou: zie Renswoude
RENSWOUDE, ook RENSWOU, RENSWOUW
enz.
Renswoudt, Renswouw: zie Renswoude
Rensynck: zie Rentink
rente
renteibode
rentenier
rentenierster, rentenierse
RENTENIERSTRAAT
renteschuld
RENTFORT
Rentigs, Rentinck, Renting: zie Rentink
RENTINK, ook RENSEN, RENSINK,
RENTIGS, RENTINCK, RENTING enz.
rentmeester
RENTMEESTERSDREEFKEN
rentmeesterse
rentmeestersse: zie rentmeesterse
Rentsink, Renttink, Rentzink, Renzink: zie
Rentink
reorganisatie
reparatie
repertoir, repertoire: zie repertorium
repertorium, ook repertoir, repertoire enz.
REPPELBEEK, ook REPPELENBEECK enz.
Reppelenbeeck: zie Reppelbeek
republiek
republikeinse kalender
request
requisitie
RERINK, ook REERINK enz.
rescinderen
rescriptie
reservebataillon
Reserweerd, Reseweerd: zie Rees
resident: zie ook assistent-resident
residentie
Resink: zie Reusink
RESMAN
RESSEN
RESSENAAR
Ressink: zie Reusink
ressort
Restap: zie Rietstap
restaurant
restauratie
restitutie
RETRA, ook REETRAA, RETRAEDT, RIETRA
enz.
Retraedt: zie Retra
Reyer: zie Reyers
Reyerink: zie Reinderink
REYERS, ook REIER, REINDERS, REINEN,
REINTSEN, RENGERS, RENGERSEN,
RENGERTSEN, REYERSEN, REYNDERS,
REYNIER, REYNIERS, REYYERSEN,
RINDERS enz.
Reyersen: zie Reyers
REYERSVOORT
REYFF
Reygers: zie Reigers
Reyjers: zie Reier
Reyk: zie Ryken
Reymers, Reymes: zie Reimer
Reyn: zie Rein en Reyers
Reynderhof, Reynderhoff: zie Reinderhof
Reynders, Reynen, Reyners, Reynerts, Reynes:
zie Reyers
Reynevaan: zie Reinevaan
Reynhols, Reynholts, Reynolds, Reynolts: zie
Reinholt
Reynier, Reyniers: zie Reyers
Reyntjes: zie Reintjes
Reynvaan: zie Reinevaan
Reyseweyk, Reyswyk: zie Ryswyk
Reyyers: zie Reyers
REZAAR, ook REZAER enz.
Rezaer: zie Rezaar
Rha, Rhaa: zie Raa
Rhe, Rhede: zie Rheden
RHEDEN, ook REDE, REDEN, REE, REED,
RHEE, RHEEDE, RHEEDEN enz.
Rhee, Rheeden, Rheen, Rhëen, Rheën: zie
Rheden
Rheenen: zie Rhenen
RHEIDT
Rhein: zie Ryn
Rheinholt: zie Reinholt
RHENEN, ook RHEENEN enz.
RHENOY
Rhode, Rhooden: zie Roden
Rhyn: zie Ryn
Rhynbrug: zie Rynbrug
Rhynholt: zie Reinholt
RIBBEKAMP
RIBBERS, ook RIBBES, RIBENS enz.
Ribbes: zie Ribbers
RIBBIUS
Ribens: zie Ribbers
RICHARDS, ook RIGHARD, RYGHARD enz.
Richartz: zie Ruchards
Richen: zie Hendriksen
RICHSTEIN
richter
richterambt
richtlijnen
Ricken, Ricks: zie Hendriksen
ridder
RIDDER, ook RIDDERS enz.
Ridder (Schueren): zie Ridder Schuren
RIDDERKERK
Ridderlijke Duitse Orde
Ridders: zie Ridder
ridderschap (ook: ridderschapslid)
RIDDER SCHUREN
RIE
Riebens: zie Ruben
Riecken: zie Ryken
RIEDEL, ook REIDEL, REIDELS, REYDEL,
REYDELS, RIEDELS enz.
RIEDSMA
Rief: zie Riefel
RIEFEL, ook REEFFEL, RIEFF, RIEFFEL enz.
Rieff, Rieffel, Rieffels: zie Riefel
Riegelman, Riegelmans: zie Regelman
RIEGNAT
Rieken, Rieks, Rieksen: zie Hendriksen
Rieman: zie Riman
RIEMERS
RIEMSDYK
RIEMSDYKSTRAAT
RIEMT
RIEN
RIENDEREN
RIENEN
Rienholt: zie Reinholt
Ries: zie Rys
Riesaar: zie Riezaar
RIESEN
RIESENBEEK
Riesing: zie Reusink
Riestap: zie Rietstap
Rieswyk: zie Ryswyk
RIET
RIETAKKER
Rietbag, Rietbarg: zie Rietberg
RIETBERG, ook RIETBAG, RIETBARG,
RIETBERGEN enz.
Rietbergen: zie Rietberg
rietdekker
Rieten: zie Riet
RIETHORST
RITMEESTER
Ritmeister-: zie Ritmeester
Ritter-: zie Ridder
rivier, riviertje
RIVIER, ook REVIERE enz.
riviertje: zie rivier
Rixen: zie Hendriksen
Rob, Robb, Robbe: zie Robben
ROBBEN, ook ROBBE enz.
Robbers, Robbertsen: zie Roberts
Robelink: zie Rabelink
Roben, Rober: zie Robben en Roberts
ROBERTS, ook ROBBERS, ROBBERSEN,
ROBBERTS, ROBBERTSEN, ROEBERS
enz.
ROBERTUS
ROCHEFORT
Rochlingius: zie Rochlink
ROCHLINK, ook BOHTLINGK,
ROCHLINGIUS enz.
Rochlingh, Rochlingius: zie Rochlink
rode koe
RODE KRUIS
RODE LEEUW
RODEN, ook RHODEN, RHOODE (de Rhoode
van Heeckeren), ROODEN enz.
RODENBURG, ook RODENBERG enz.
RODENHUIS
Rodenhus: zie Rodenhuis
Rode Spiker-, Rodespikker-: zie Rodespyker
RODESPYKER
RODINK, ook ROEDINK, ROODING,
ROODINK enz. (cf. ROERINK)
RODRIGO
Rodriguez: zie Lopez (en Rodrigo)
RODYK
Roebben: zie Robben
Roebelink: zie Rabelink
Roeben: zie Robben
Roebers, Roeberts: zie Roberts
Roebroek: zie Rouwbroek
Roeckel, Roeckelt: zie Roekel
roede
Roeden: zie Roden
ROEDER
Roeding, Roedink: zie Rodink
roeier: zie sloeproeier
ROEKAMP
ROEKEL, ook ROECKEL, ROEKELT enz.
ROEKEVIS, ook ROEKEVISCH enz.
Roekevisch: zie Roekevis
rietmaker, ook: reedemaker, reettemaker
RIETMAN
Rietmans: zie Metman en Rietman
rietmeubelfabriek
rietmeubelfabrikant
rietmeubelmaker
RIETMEYER
Rietmole: zie Rietmolen
RIETMOLEN, ook RIETMOLE enz.
Rietra: zie Retra
RIETSCHOTEN
RIETSTAP
Riettstap: zie Rietstap
RIETVELD
Rietveldt, Rietvelt: zie Rietveld
RIEZAAR, ook RIESAAR enz.
RIGAL
Rigerman: zie Regelman
Riggeling, Riggelink: zie Regelink
Righard: zie Richards
Riken, Rikken: zie Hendriksen
Rikkenberg: zie Rykenberg
Rikkers, Rikkerse, Riksen, RIKSEN: zie
Hendriksen
Riman, Rimen: zie Reeman
Rinck, Rincke: zie Rink
Rinckeroey: zie Rinkerooy
Rinckveld: zie Erinkveld
Rinderen: zie Rienderen
Rinders: zie Reyers
ring
Ring, RING: zie Rink
RINGELENBERG
Ringelink: zie Rengelink
RINGENBERG
Ringlink: zie Rengelink
RINGOLS
RINK, ook RING, RINKE enz.
Rinke: zie Rink
RINKEROOY, ook RINCKEROEY enz.
Rinner: zie Renner
RINSUM
RIO BERBICE
RIPKENS
RIPPERBANT, ook RIPPERBAND,
RYPPERBANDT enz.
RIPPERDA, ook RYPPERDA enz.
RISSEEUW
RISSINK
Ritberg: zie Rietberg
ritmeester
ROEKHORST
ROEL
ROELAND, ook ROELANT, RUHLAND,
RULANDS, RULLANDS enz.
Roelant, Roelants: zie Roeland
Roele: zie Ruler
Roelefsen: zie Roelofsen
Roeler: zie Ruler
Roelevink: zie Roelvink
Roelfsen: zie Roelofsen
Roelink: zie Reulink
Roelofs, Roelofse: zie Roelofsen
ROELOFSEN, ook ROELOFS, ROELOFSE,
RUDOLPH, RUELOFFS enz.
Roelofzen: zie Roelofsen
Roels, Röels: zie Roel
ROELVINK, ook ROELEVINCK enz.
Roemaat: zie Rouwmaat
Roemer, Roemers: zie Reumer
Roemp, Roemps, Roems: zie Romp
Roenhorst: zie Rouwenhorst
ROER, ook RUHR enz.
Roerdink, Roerdinkholder, Roerdinkveldboom,
Roerdink Veltboom: zie Roerink
roerende eigendom
ROERINK, ook RAUWERDINK, ROERDINK,
ROERDINKHOLDER,
ROERDINKVELDBOOM, ROERDINK
VELDBOOM, ROERDINK VELTBOOM,
ROERING, ROHRING, RöHRING,
ROORDINK, RURINK enz.
ROERMOND
ROES, ook ROESSEN, ROEST, ROS, ROSSEN
enz.
Roesier, Roesiers: zie Rosier
Roesink: zie Reusink
Roesse, Roessen: zie Roes
Roessink: zie Reusink
Roest: zie Roes
Roete: zie Roette
Roeterdink, Roeterink: zie Raterink
Roeters, Roetersen, Roetert, Roeterts: zie Rutgers
ROETTE
rogge
Rogge: zie Roggen
roggemijt
ROGGEN, ook ROGGE enz.
Roggenstraat: zie Roggestraat
ROGGESTRAAT, ook ROGGENSTRAAT enz.
ROGHAIR
ROGMAN
ROHDE
Röhmer: zie Romer
Rohring, Rohrink, Röhrink: zie Roerink
Roir: zie Roer
rok
Rokers, Rokes: zie Rook
Rokken: zie Hoge Rokken; zie ook document
8560516a
Roks: zie Rook
ROL
Rolink, Rölink: zie Reulink
Rollen, Roller: zie Ruler
ROLLER
ROMBERG
ROMBOUTS
ROME
ROMEINENDAL, ook ROMIENENDAL enz.
ROMEINENDYK, ook ROMIENENDIEK enz.
Romeinse munten
Romeinse stempels
ROMEN
Romer, Römer, Romers, Römers: zie Reumer
Romienen: zie Romeinen
Romienendal: zie Romeinendal
Romienendiek: zie Romeinendyk
ROMMELER, ook ROMMELERS enz.
Rommelers: zie Rommeler
ROMP, ook ROMSCH, RUMPHIUS, RUMPII,
RUMPIJ, RUMPIUS, RUMPS enz.
ROMPELMAN
ROMPMOND
Romps, Roms, Romsch: zie Romp
ROMVIEL
RONDE
RONDEEL
rondemorgengelden
rondreizen
RONGEN
Ronkens: zie Roukens
Ronneboom: zie Runneboom
RONO
Ronps: zie Romp
ROO
rood, rode, roode enz.
Roodakker: zie Rooyakker
ROODBEEN, ook ROOTBEEN enz.
roodbonte eenwinter
Roode, Rooden: zie Roden
Roode Leeuw: zie Rode Leeuw
Roodespyker: zie Rodespyker
rood haar: zie Johanna te Boekhorst
Rootbeen: zie Roodbeen
Rooveen: zie Rouwveen
Rooy: zie Raay
ROOYAARD, ROYAARD enz.
ROOYAKKER
ROOYEN, zie ook Raay
Roozegaar, Roozegaarde: zie Rozegaar
Roozen: zie Roos
Rop: zie Rap; Vregte Rop: zie Vrachtrup
ROPERS
ROS: zie Roes
Rosa: zie Roza
Rosary: zie Lady of the Rosary
Roscam: zie Roskam
Rosch: zie Roes
Roschman: zie Rosman
Rose: zie Roos
Roseboom: zie Rozeboom
Roseer: zie Rosier
Rosegaar, Rosegaarde: zie Rozegaar
Rosekemer: zie Rosevemer
Rosen: zie Roos
Rosenberg: zie Rozenberg
Rosenboom: zie Rozeboom
Rosendaal, Rosendael: zie Rozendaal
Rosengaar, Rosengaarde: zie Rozegaar
Rosenhuis: zie Rozenhuis
ROSEVEMER
Rosie, Rosien: zie Rozyn
ROSIER, ook ROSEER, ROZIER enz.
Rosiers: zie Rosier
Rosink: zie Reusink en Rozyn
Roskaem: zie Roskam
ROSKAM, ook ROSCAM, ROSKAEM enz.
Roskens, Röskens: zie Roskes
ROSKES, ook ROSKENS enz.
ROSMALEN
ROSMAN
ROSMULDER
Rosmulders: zie Rosmulder
ROSORUM
Ross: zie Bos
ROSSEL
Rossem: zie Rossum
Rossemulders: zie Rosmulder
Rossen: zie Roes
Rossin: zie Hof
Rossmeullen, Rossmülder, Rossmullen,
Rossmulder, Rossmüller: zie Rosmulder
ROSSUM, ook ROSSEM enz.
ROST
ROODHART
ROODHEUVEL
ROODKAMP
roodkoper
ROODZAND, ook ROODSANT enz.
Rooiakker: zie Rooyakker
Rooiwinkel: zie Rouwinkel
ROOK, ook ROKERS, ROKES, ROKS, ROOKS
enz.
rookhoen
ROOKMAKER
Rooks: zie Rook
Roolevink: zie Roelvink
Roolfsen: zie Roelofsen
Roolvink: zie Roelvink
ROOMBERG, ook ROOMBERGEN enz.
Roombergen: zie Roomberg
roomboterfabriek
Roomen: zie Romen
Roomer, Roomers: zie Reumer
roompot
rooms-katholiek
rooms-katholieke aanspraken
rooms-katholiek armenhuis
rooms-katholieke diaconie
rooms-katholieke gemeente
rooms-katholieke godsdienst
rooms-katholieke hiërarchie
rooms-katholieke kerk
rooms-katholiek kerkbestuur
rooms-katholiek kerklidmaatschap
rooms-katholiek pastoor
rooms-katholieke pastorie
rooms-katholiek priester
rooms pastoor
rooms priester
roomton
ROONSHUIS
ROORDA
ROORDAHUIZUM
Roordink: zie Roerink
ROOS, ook REUSE, ROOSE, ROOSEN,
ROOZEN enz.
Roose: zie Roos
Rooseboom: zie Rozeboom
Roosegaarde: zie Rozegaar
Roosen: zie Roes en Roos
Roosendael: zie Rozendaal
Roosier: zie Rosier
Roosink, Roossink: zie Reusink
rooster
ROST TONNINGEN
Rosyn: zie Rozyn
rot: zie ook rotmeester en rotten
Rotgers, Rötjes: zie Rutgers
ROTHUIS
ROTKOP, ook ROTTKOP enz.
ROTMAN, ook ROTMANS enz.
Rotmans: zie Rotman
rotmeester
rotneus
ROTS
rott: zie rot en rotmeester
ROTTE
rotten
ROTTERDAM
Rottkop: zie Rotkop
Roubroek: zie Rouwbroek
Rouen: zie Rouwen
Rouendaal: zie Rouwendaal
Rouenoord, Rouenoort: zie Rouwenoord
ROUGOOR, ook GREGOOR, GREGORIUS,
REGORIUS enz.
Rouhorst: zie Rouwenhorst
Roukamp: zie Rouwkamp
ROUKENS, ook RONKENS enz.
ROUKHORST
Roumaat: zie Rouwmaat
Rounhorst: zie Rouwenhorst
Rous: zie Roes
ROUWBROEK, ook ROUBROEK enz.
rouwbeklag
rouwcentrum
ROUWEN
ROUWENDAAL, ook ROUENDAAL,
ROUWENDAL enz.
ROUWENHOF, ook RUWHOF enz.
Rouwenhoffstraat: zie Rouwenhofstraat
ROUWENHOFSTRAAT, ook
ROUWENHOFFSTRAAT enz.
ROUWENHORST, ook ROENHORST,
ROUWHORST enz.
ROUWENOORD, ook ROUENOORT,
ROUWENOORT enz.
Rouwenoort: zie Rouwenoord
Rouwhorst: zie Rouwenhorst
ROUWINKEL, ook ROOIWINKEL enz.
ROUWKAMP, ook ROUKAMP enz.
ROUWMAAT, ook ROEMAAT, ROUMAAT
enz.
ROUWVEEN, ook ROOVEEN, ROVEEN enz.
ROUX
Roveen: zie Rouwveen
ROVER, ook REUVER, REUVERS, ROVERS
enz.
Roy: zie Raay
Royaar-: zie Rooyaard
Royakker: zie Rooyakker
royement
ROZA
ROZEBOOM, ook ROOZEBOOM,
ROSEBOOM, ROSENBOOM,
ROZENBOOM enz.
ROZEGAAR, ook ROOSEGAAR,
ROSEGAERD enz.
Rozegracht: zie Rozengracht
ROZENBERG, ook ROSENBERG enz.
ROZENDAAL, ook ROOSENDAAL,
ROOZENDAAL, ROSENDAAL,
ROSENDAL enz.
ROZENDAALSEWEG, ook
ROSENDAALSEWEG enz.
Rozengaar: zie Rozegaar
ROZENGRACHT
ROZENHUIS, ook ROSENHUIS enz.
ROZYN, ook ROSIE, ROSYN, ROZIE enz.
RUA
RUBEL
RUBEN, ook RIEBENS, RUBENS enz.
Rubens: zie Ruben
RUBRECHT
Rubregts: zie Rubrecht
RUCHTIE, ook RUGTIE enz.
Rucus: zie Snelting
Ruderaet: zie Houderath
Rudolphs: zie Roelofsen
RUDT
RUEBES
Ruelink: zie Reulink
Ruempol: zie Ruumpol
Ruerrink: zie Reulink
Ruesenck, Ruesink: zie Reusink
Ruesse, Ruessen: zie Roes
Ruessink: zie Reusink
Rueterink: zie Raterink
Rugebrink, Rugenbrink: zie Reugebrink
RUGERS
RUGGERS
ruggestuk
rugstuk
RUHENBEEK
RUHL
Ruhland: zie Roeland
Rus: zie Roes
Rusink: zie Reusink
RUSKENKAMP
RUSLAND
Russ, Russe: zie Roes
RUSSEMAN
Russen: zie Roes
RUSSER
Russink: zie Reusink
Russische kerk
RUST
rustend predikant
rustende schutterij
RUSTENHOVEN
rustverstorende bewegingen
rustverstoring
RUTEL
Ruterink: zie Raterink
Rutger: zie Rutgers (als voornaam: zie Rutgerus)
RUTGERS, ook REUTGERS, ROETERS,
ROETERSEN, ROTTERS, RUTHERS,
RUTJENS, RUTJES, RUTTE, RUTTEN,
RUTTERS, RUTTGERS, RUTTJES enz.
RUTH
Ruther, Ruthers, Rutjes: zie Rutgers
Rutman: zie Rietman
RUTS
RUTSCHEID, ook RUTSCHEIDT enz.
Rutscheidt: zie Rutscheid
Rutten, RUTTEN: zie Rutgers
Ruttenberg: zie Ruitenberg
Rutter, Rutters: zie Ruiter
Rutterink, Rütterink: zie Raterink
Rutters: zie Rutter
Ruttgers, Ruttjes: zie Rutgers
Rutz: zie Roes
RUUMPOL, ook RUEMPOL enz.
RUURLO, ook ROERLOO, RUERLOO enz.
RUURSE
Ruussink: zie Reusink
Ruwhof: zie Rouwenhof
ruw woordgebruik
Ruygrok: zie Ruigrok
Ruyken: zie Ruiken
Ruyler: zie Ruler
RUYLINK, ook RUYLING enz.
Ruys, Ruysch, Ruysch Coeverden, Ruyssen,
Ruysschen: zie Roes
Ruytenbeek: zie Ruitenbeek
Ruyter, Ruytier, Ruytter: zie Ruiter
Ruyterkamp: zie Ruiterkamp
RUHRORT, ook RUHRORTH enz.
Ruhrort: zie Ruhrort
Ruiessienck: zie Reusink
Ruifrok, Ruyfrok: zie Ruigrok
RUIG, ook RUYGH enz.
RUIGROK
RUIKEN, ook RUIKES enz.
Ruikes: zie Ruiken
ruiling
ruimen
RUIMERMAN
RUIMZICHT
Ruirloo: zie Ruurlo
Ruis, Ruisen, Ruis Koevorden, Ruissen: zie Roes
Ruissink: zie Reusink
Ruiswyk: zie Ryswyk
RUIT, ook RUYT enz.
RUITENBEEK, ook RUYTENBEEK enz.
RUITENBERG, ook RUTTENBERG enz.
ruiter
RUITER, ook RUYTER enz.
RUITERKAMP
RUITERKWARTIER
Ruiters, Ruitters: zie Ruiter
RUITERSTRAAT
Ruks: zie Hendriks
Rulands: zie Roeland
Rule: zie Ruler
RULER, ook ROELE, ROELER, ROLLER,
RULE, RULERT, RULLER, RUYLER enz.
Ruloffsen, Rulofsen, Rulofzen: zie Roelofsen
Rultermam: zie Bulterman
RUMATSCH...
Rump, Rumphius, Rumpius, Rumps: zie Romp
RUNDEREN
RUNDERKAMP
rundvee: zie veepest
rundveeschatter
Rungen: zie Rongen
runmolenaarsknecht
RUNNEBOOM, ook REUNEBOOM,
REUNNEBOOM, RONNEBOOM,
RUNNEBOOMS enz.
Runneboomshof: zie Runneboom
RUNNEN
RUPH
RUPPERD, ook RUPPERT enz.
Ruppert: zie Rupperd
RURIENS
Rurink: zie Roerink
Rurus: zie Snelting
Ruyttink: zie Reusink
Rycken: zie Hendriksen
Rycklinghausen: zie Reklinghausen
Ryckman: zie Rykman
Rycks: zie Hendriksen
rijden
rijdende artillerie
rijdend commies
Ryers: zie Reiers
Ryestaep: zie Rietstap
Ryfel: zie Riefel
Ryghards: zie Richards
Ryk, RYK, Ryke, Ryken: zie Hendriks
RYKENBERG, ook RIKKENBARGS,
RYKENBARG, RYKKENBARG,
RYKENBORG, RYKENBURG enz.
Rykers: zie Hendriks
Ryklinghausen: zie Reklinghausen
RYKMAN
RYKOM
RYKS
rijksambtenaar
rijksarchief
rijksbelastingen
rijksbelastingontvanger: zie rijksbelastingen
rijksdienst
Ryksen: zie Hendriks
rijksfortificatiën
rijksgevangenis
rijkshospitaal
rijksklerk
rijkslasten
rijksontvanger
rijksveldwachter
RYKSWEG
Rymer: zie Reimer
RYN, ook RHYN enz.
RYNBENDE
RYNBRUG
Rynderink: zie Reinderink
Rynders: zie Reyers
RYNDYK
Rynen: zie Reyers
RYNENBURG
RYNHOF
Rynhoff: zie Rynhof
Rynholt: zie Reinholt
RYNPOORT
RYNPOORTSWAL
RYNSBERGEN
RYNSE VEEN, ook RHYNSCHE VEEN enz.
Rynspoorweg
RYNSTRAAT
Ryntjens, Ryntjes: zie Reintjes
RYNWEG
RYP
RYPER
Rypperda: zie Ripperda
RYS, ook RIES enz.
Rysel: zie Ryssel
Rysen: zie Ryssen
Rysewyk: zie Ryswyk
RYSSEL, ook RYSEL enz.
RYSSEN
Rystap: zie Rietstap
rijswaard
rijsweerd: zie rijswaard
RYSWYK, ook RIESWYK, RUISWYK,
RYSEWEYK, RYSEWYK enz.
rijwielhandelaar
rijwielhersteller
rijzadel
Ryzewyk: zie Ryswyk
Santbuld, Santbult, Santbulte, Santbulten: zie
Zandbulten
sapeur: zie sappeur
sappeur
SARA
Sarbelink: zie Sarpelink
Sardam: zie Zaandam
SAREN, ook SAAR, SAAREN enz.
Sarink: zie Zarink
SARK, ook ZARK enz.
SARPELINK, ook SAALBRINK, SARBELINK
enz.
sarren
Sartoris: zie Meiland
SARZANA
SAS, ook SAS (van) GENT, SASSE, SASSEN
enz.
Sas (van) Gent, Sasse, Sassen: zie Sas
SASSENHEIM
Sas van Gent, SAS VAN GENT: zie Sas
Sauel: zie Sauer
SAUER, ook SAUEL, SAUERET (!), SAUL,
SOUWEL, SOUWER enz.
Saul, Sauls: zie Sauer
SAUVEUR
Savekoel-, Savekoul-: zie Savelkoel
SAVELKOEL
Savelkoels, Savelkoul-: zie Savelkoel
Saxen: zie Saksen
Saxen Gotha: zie Saksen Gotha
SAXS
scabieus kwartier
schaaf, schaven
schaafbank
Schaaimans: zie Scheiman
schaal
schaamte
SCHAAP
schaapherder, ook schaapsherder, schapeherder
enz. (cf. herder)
SCHAAPHUIS
Schaaphuisen, Schaaphuijsen, Schaaphuizen: zie
Schaaphuis
SCHAAPMANSTRAAT, ook
SCHAEPMANSTRAAT enz.
schaapsdrift
schaapsherder: zie schaapherder
Schaapsveld: zie Schaapveld
SCHAAPVELD, ook SCHAAPSVELD enz.
Schaapveldt: zie Schaapveld
SCHAAR
Saal: zie Zaal
Saalbrink: zie Sarpelink
Saales: zie Sales
Saalingen: zie Zalingen
SAALMERINK
Saalmink: zie Salemink
Saals: zie Sales
Saar: zie Saren
Saaren: zie Saren
Saarink: zie Zarink
Saathoff: zie Zoethof
sabbath
SABEL, ook ZABEL enz.
SABELSPOORT
sacellanus
sacellum
SACHS
Sachtleven: zie Zachtleven
Sack: zie Zak
Saelemin-, Saelmin-: zie Salemink
Saerin-: zie Zarink
SAFFIERLAAN
SAGELS
Sagleeven, Sagleven, Sagtleder, Sagtleven: zie
Zachtleven
Saint Clair Massiah: zie Massiah
SAINT PIERRE: zie kaarsysteem
Saint Piezze: zie Saint Pierre
sajetfabrikant
sajetfabrikantster
SAKKERS
SAKSEN
SAKSEN GOTHA
Sal: zie Zaal
salaris
SALDE
SALEMINK, ook SAALMINK, SALLEMINCK,
ZALEMINK enz.
Salemont: zie Salemink en Salomons
SALES, ook SAALS enz.
Salingen: zie Zalingen
SALLAND
Salleminck: zie Salemink
SALM
Salmens: zie Salomons
Salmink: zie Salemink
Salm-Salm: zie Salm
Salomon: zie Salomons
SALOMONS
Salsbach, Salzbach: zie Obersalzbach
Saltzburg: zie Salzburg
Saltzman, Saltzmann: zie Zoutman
SALZBURG
Salzman, Salzmann: zie Zoutman
Sambeeck: zie Sambeek
SAMBEEK, ook SAMBEECK enz.
samenvoeging
samenwoning
SAMPER
Sampers: zie Samper
SAMUELS
SANCTORUM
Sand: zie Zand
Sandbargen, Sandberg, Sandbergen: zie
Zandbergen
Sandbergstraat: zie Zandbergstraat
Sandbult, Sandbulte: zie Zandbulten
Sande, Sanden: zie Zand
Sander: zie Sanders
SANDERMAN
SANDERS, ook SANDERSEN, SANDERSON,
SONDER, SONDEREN, SONDERN,
SONDERS, SONDERSEN, ZANDERS enz.
Sandersen, Sanderson, Sanderts: zie Sanders
Sandsteeg: zie Zandsteeg
Sandtbult, Sandtbulten: zie Zandbulten
SANETTEN
Santbelte: zie Zandbulten
Santbergen: zie Zandbergen
SCHAARHOLT
SCHAARLINK
SCHAARS, ook SCHEERS enz.
SCHAARSBERGEN
SCHAATS
Schacht: zie Gooyschacht
schade
SCHADEL
schadevergoeding
schadeverzekering
Schadewyck: zie Schadewyk
SCHADEWYK
SCHADRON, ook SCHEREDON enz.
SCHAFFELAAR, ook SCHAFFELAER enz.
SCHAGEN
SCHAIK, ook SCHAYCK, SCHAYINK,
SCHAYK enz.
SCHAKEL
SCHALK
SCHALLENBERG
Schanetta (voornaam) = Johanna (zie Meyer)
SCHANS, ook SCHANSEN enz.
Schansen: zie Schans
Schaorpaol: zie Schoorpaal
Schap: zie Schaap
schapeherder, schapenherder: zie schaapherder
schapen schutten
schapen weiden
Schapers, Schappers: zie Schepers
scharenslijper, schareslijper
schareslijper: zie scharenslijper
Scharf: zie Scharff
SCHARFF, ook SCHARF, SCHERF, SCHERFF,
SCHERFS enz.
Scharpenborg, Scharpenburg, Scharrenberg,
Scharrenburg: zie Scherpenborg
Scharrenburgersteeg, Scharrenburgsteeg: zie
Scherpenborgsteeg
scharrelvarken
schater
SCHATMAN
Schatmans: zie Schatman
Schattekerk: zie Schattenkerk
SCHATTEN
SCHATTENKERK, ook SCHATTEKERK enz.
schatter
Schauburg: zie Snouckaert Schauburg
SCHAVENBERG
schavenmaker
Schayink: zie Schaik
SCHEBEN
scheef been
SCHEEL, ook: SCHEELE
Scheele: zie Scheel
Scheepen: zie Schepers
Scheephorst, Scheepshorst: zie Schiphorst
scheepsdoctor: zie scheepsdokter
scheepsdokter
scheepsramp
scheepstimmerhout
scheepstimmerman
scheepstimmermansknecht
Scheer: zie Schaar
SCHEERDER, ook SCHEERDERS enz.
Scheerders: zie Scheerder
Scheerenbeek: zie Schermbeek
Scheerenberg: zie Schermbeek (Marcus,
13-2-1830)
scheerkwast
SCHEERLINK, ook SCHIERLING enz.
scheermes
Scheers, SCHEERS: zie Schaars
SCHEFFEL
Scheffer, Scheffers: zie Schepers
SCHEGGERT, ook SCHEGGET enz.
SCHEID, ook SCHEIDT enz.
Scheideweg: zie Scheidweg (en Gemene
Scheidweg)
scheiding
SCHEIDIUS
scheidsmannen
Scheidt: zie Scheid
SCHEIDWEG, ook SCHEIDEWEG enz.
SCHEIMAN
Scheimans: zie Scheiman
schein: zie taufschein
scheipalen, scheistenen
SCHEL
SCHELDE
Schelderink: zie Schilderink
scheldwoord, scheldwoorden
SCHELFERS
SCHELLEKENS
SCHELLINGER
SCHELO
SCHELTEMA
SCHELWALD
Schemming, Schemmink: zie Schennink
SCHEMKES
schending
SCHENK
Schenkenboom: zie Schinkenboom
scheuren
SCHEURKES
SCHEURLEER
Scheut: zie Schut
scheuter
SCHEUTER
Scheuters: zie Scheuter
scheve knie, scheef in de knieën enz.
SCHEVENINGEN
SCHEVERKAS
scheve schouder
SCHEVIKHAVEN
Scheye: zie Falkenheim
Scheyrig: zie Scherig
Schickhart: zie Schikhart
SCHIE
SCHIEDAM
Schief: zie Schieven
Schiemel: zie Schimmel
SCHIERBOOM
Schierling: zie Scheerlink
schieten
schietgat
SCHIEVEKAMP, ook SCHIEVELKAMP enz.
Schievelkamp: zie Schievekamp
SCHIEVEN, ook SCHIEF, SCHYVEN enz.
SCHIFKIS
SCHIKHART, ook SCHICKHART enz.
schikking
SCHIL
schilder
SCHILDERINK
schilderij
Schildrink, Schilken: zie Schilderink
SCHILLER, ook SCHILLERS enz.
Schillers: zie Schiller
SCHILLINK
SCHIMMEL, ook SCHIEMELS enz.
SCHIMMELPENNINK, ook
SCHIMMELPENNINCK (VAN DER) OOY
enz.
Schimmelpennink van der Ooy: zie
Schimmelpennink
SCHIMMELSTUK
Schinck, Schink: zie Schenk
Schinkeboom: zie Schinkenboom
SCHINKENBOOM, ook SCHENKENBOOM,
SCHINKEBOOM enz.
Schinnink: zie Schennink
SCHINS, ook SCHINTZ enz.
Schintz: zie Schins
SCHENKENSCHANS, ook SCHENKESCHANS
enz.
Schenkeschans: zie Schenkenschans
schenking
SCHENNINK, ook SCHEMMING,
SCHEMMINK enz.
schepel
schepen
SCHEPENDOM, ook schependom enz.
schepenstoel
scheper
Scheper: zie Schepers
SCHEPERHEIN
SCHEPERS, ook SCHAPERS, SCHAPPERS,
SCHEEPER, SCHEEPERS, SCHEFFER,
SCHEFFERS, SCHEPER, SCHEPPER,
SCHEPPERS, SCHOPPERS enz. (cf.
"Schipper", "Schippers" e.d.)
Schephorst: zie Schiphorst
Schepmans: zie Schipman
Schepper, Scheppers: zie Schepers
Scheredon: zie Schadron
scherf, scherven
Scherf, Scherff, Scherfs: zie Scharff
SCHERIG, ook SCHEYRIG enz.
Schermbeck: zie Schermbeek
SCHERMBEEK, ook SCHERMBECK enz.
SCHERMERHORN
SCHEROOR
SCHERPENBORG, ook KLEYN
SCHERRENBURG, SCHARRENBORG,
SCHARRENBURG, SCHERRENBORG,
SCHERRENBURG enz.
SCHERPENBORGSTEEG, ook
SCHARRENBURGERSTEEG,
SCHARRENBURGSTEEG,
SCHERRENBORGSTEEG,
SCHERRENBURGERSTEEG enz.
SCHERPENHUIS, ook SCHERPENHUIZE,
SCHERPENHUIZEN, SCHERPHUIS,
SCHERPHUIZEN enz.
SCHERPENISSE
Scherpenseel: zie Scherpenzeel
SCHERPENZEEL, ook SCHERPENSEEL enz.
Scherphuis, Scherphuizen: zie Scherpenhuis
scherprechter
Scherrenberg, Scherrenborg: zie Scherpenborg
Scherrenborgersteeg: zie Scherpenborgersteeg
Scherrenburg: zie Scherpenborg
scherven: zie scherf
Scheryant: zie Sergeant
schip
schipbreuk
SCHIPHORST, ook SCHEEPHORST enz.
SCHIPMAN
Schipmans: zie Schipman
schipper
SCHIPPER, ook SCHIPPERS enz.
SCHIPPEREIN
Schippers: zie Schipper
schippersknecht
Schivelcamp, Schivelkamp: zie Schievekamp
Schlaghekken: zie Slaghekken
SCHLATTER
Schledoorn, Schleedoorn: zie Sleedoorn
SCHLEYER
Schliekstraat: zie Sliekstraat
Schlimmer: zie Slimmer
SCHLOSSER
Schlosshauer, Schlosshauers: zie Slothouwer
Schlotjes: zie Sloetjes
Schluiter, Schluiters: zie Sluiter
Schlus: zie Schluss
Schlusemann: zie Sluizeman
SCHLUSS
Schluter, Schluters, Schlutter, Schlutters: zie
Sluiter
Schluys: zie Sluis
Schluyter, Schluyters, Schluytter, Schluytters: zie
Sluiter
Schluzemann: zie Sluizeman
SCHMAEL
Schmaelhorst, Schmalhorst: zie Smalhorst
SCHMALTZ
Schmeelenberg, Schmeelenbergs: zie
Smellenberg
Schmeenk: zie Smeenk
Schmelenberg-: zie Smellenberg
SCHMELZER
Schmenk: zie Smeenk
Schmetten: zie Smits
Schmeyink: zie Smeenk
Schmid, Schmids, Schmidt, Schmiet, Schmiets,
Schmit, Schmits, Schmitz: zie Smits
Schmitz-Wickermann: zie Smits-Wiekerman
Schmuellenberg: zie Smellenberg
Schmüggerouw: zie Hof
Schne, Schnee: zie Snee
Schneemann: zie Sneeman
Schneerman: zie Sneerman
Schneider, Schneiders: zie Snyder
Schneller: zie Snelder
Schneltink: zie Sneltink
Schniet: zie Snee
SCHNITZLER
Schnyder: zie Snyder
Schodre: zie Schadron
Schoeg: zie Schoey
schoegespelen: zie schoengesp
schoelmuetien
Schoelte: zie Scholten
Schoemaaker, Schoemaakers, Schoemaecker,
Schoemaeker, Schoemaekers, Schoemaker,
Schoemakers: zie Schoenmaker
SCHOEMAN, ook SCHOMAN, SCHUMANN
enz.
Schortse (voornaam): zie Gerink
schot: zie schot hagel en pistoolschot
Schot, SCHOT: zie Schut
SCHOTANUS, ook SCHOLTANUS
schot hagel
schotel
schoteltje
SCHOTEN, ook SCHOOTEN enz.
SCHOTERLAND
SCHOTHORST
SCHOTMAN
Schotte, Schotté: zie Schut
SCHOTTINK
schout
schoutambt
schout van polder, zie ook polderschout enz.
schout van politie
Schoute, Schouten: zie Scholten
schoutvrijheid
SCHOUW
schouwbare staat: zie schouwen
Schouwburg: zie Schouwenburg
schouwen
schouwcommissie
SCHOUWENBURG
schouwgraaf
schouwing: zie lijkschouwing
schouwplicht
schouwreglement
Schrader, Schraders: zie Schreur
SCHRAGEN
SCHRAKAMP, ook SCHRANEKAMP
SCHRAM
Schranekamp: zie Schrakamp
schrapping
SCHRAS
SCHRASSERT
SCHRATTENBACH
SCHRAUW
SCHRAVEN
SCHREIBELD, ook SCHREYBELT enz.
Schreider, Schreier: zie Schreur
SCHREINER
Schrek: zie Schriek
Schreners, Schreuder, Schreuers: zie Schreur
SCHREUR, ook SCHRADER, SCHREIDER,
SCHREUDER, SCHREUERS, SCHREURS,
SCHRöDER, SCHROEDER, SCHRöEDER,
SCHROER, SCHRUER enz.
Schreurs: zie Schreur
SCHREVEN
Schoemmker: zie Schoenmaker
schoen, schoenen
Schoenaker: zie Schoenakker
SCHOENAKKER (= SCHOENMAKER?)
schoengesp
schoenlapper
schoenlepel
Schoenmaaker, Schoenmacker, Schoenmaeker,
Schoenmaekers: zie Schoenmaker
schoenmaker
SCHOENMAKER, ook SCHOEMAKER enz.
Schoenmakers: zie Schoenmaker
schoenmakersgezel
schoenmakersknecht
SCHOER
SCHOEY
SCHOEZETTER
SCHOL
Schols: zie Scholten
scholtambt
Scholte: zie Scholten
SCHOLTEN, ook SCHOUTEN, SCHULTZ enz.
SCHOLTENLO
SCHOLTMAAT, ook SCHOLTEMAAT,
SCHOLTENMAAT, SCHOLTMATE enz.
scholtus
Schomaker: zie Schoenmaker
Schoman: zie Schoeman
Schönbächler: zie Schonebeek
SCHONEBEEK
Schoneman, Schonemans: zie Schoonman
SCHONEN, ook SCHOONEN enz.
SCHONEVELD
SCHONINK
SCHONK, ook SCHUNCK enz.
SCHOOK
school
schoolcompagnie
schooldienaar
schooldienst
schoolgebouw
schoolgeld
schoolhoofd, hoofd der school enz.
schoolhouder
schoolhouderse
schoolmeester
schoolmeestershuis
schoolmeesterskamer
schoolmuetien
schoolonderwijzer
schoolorder
SCHOOLPLAATS
schoolpolitiek
SCHOOLTINK
Schoonbeek: zie Schoonderbeek
schoonbroeder, schoonzuster
SCHOONDERBEEK, ook SCHOONBEEK enz.
SCHOONDERBERG
SCHOONDERWOERD
Schoonderwoert: zie Schoonderwoerd
schoondochter
Schoonen: zie Schonen
Schoonheden: zie Schoonheten
SCHOONHETEN
Schoonhof: zie Schoonhoven
SCHOONHOVEN, ook SCHOONHOF enz.
schoonmaak
schoonmaakster
schoonmaker
SCHOONMAN
schoonmoeder
schoonvader
schoonzoon
schoonzuster
Schoor: zie Schaar
SCHOORL, ook SCHOREL enz.
SCHOORPAAL: zie SCHAORPAOL
schoorsteen
schoorsteenveger
SCHOOT
Schoots: zie Schoot
schop
Schopen: zie Schoppen
SCHOPPEN
Schoppers: zie Schepers
schorsing
SCHORST
Schrever (als voornaam): zie (Schrever) Konink
Schrevers: zie Schreur
Schreybelt: zie Schreibeld
Schreyer: zie Schreier
Schrieck: zie Schriek en bron 330aa
SCHRIEK, ook SCHRIECK enz.
SCHRIER
Schrik, Schriks: zie Schriek
Schroder, Schroeder, Schröeder, Schroer,
Schröer, Schröers: zie Schreur
SCHROOTMAN, ook SCHROTMANS enz.
Schrotmans: zie Schrootman
SCHROUS
Schruer, Schruers: zie Schreur
SCHRY
Schryber: zie Schryver
Schryck: zie Schriek
schrijfwijze
schrijnwerker
schrijnwerkersknecht
schrijven
schrijver
SCHRYVER, ook SCHRIEVER, SCHRYVERS
enz.
SCHRYVERSHOF
Schryvershoff: zie Schryvershof
Schuelder: zie Schuilen
Schuerman, Schuermans: zie Schuurman
Schuet: zie Schut
schuifraam
Schuil: zie Schuilen
SCHUILEN
SCHUILENBURG, ook SCHULENBORCH,
SCHULENBORG enz.
SCHUILINK, ook SCHULINCK, SCHULINK,
SCHUYLINK enz.
SCHUIT, ook SCHUYT enz.
SCHUIZEMAN
schuld
schuldbekentenis
schuldbewijs
schuldsplitsing
schuldvordering
Schulenborch: zie Schuilenburg
Schulink: zie Schuilink
SCHULLER
Schuls, Schulte, Schulten, Schultingh, Schults,
Schultz: zie Scholten
Schuman, Schumann: zie Schoeman
SCHUMMELKETEL
Schunck, Schunk: zie Schonk
SCHUPPEN
SCHURINK, ook SCHUERINK, SCHUURINK
enz.
schut
SCHUT, ook SCHOT, SCHOTTE, SCHOTTé,
SCHOTTEN, SCHUTTE, SCHUTTEN enz.
schutbladteksten
schutspatroon
Schutt, Schutte: zie Schut
SCHUTTEMAN
Schutten: zie Schut
schuttenbierdrinker
schutter
SCHUTTER, ook SCHUTTERS enz.
Schutterie: zie Schuttery
Schutters: zie Schutter
SCHUTTERSWEG
schutterij
SCHUTTERY, ook SCHUTTERIE enz.
schuur, schuren
SCHUUR
SCHUURBREIDE
SCHUURHOF
Schuurink: zie Baumhauer Schurink en Schurink
SCHUURMAN, ook SCHEURMAN, SCHUERMAN enz.
Schuurmans: zie Schuurman
Schuurstuk
schuurtje
Schuy-: zie SchuiSchuyt: zie Schuit
Schwalbach: zie Burg Schwalbach
Schwarts, Schwartz: zie Zwart
Schwartzenburg: zie Zwartenburg
SCHWENJES
Schminjes: zie Schwenjes
Schwekhorst: zie Zweekhorst
Schwerdt: zie Zwaard
SCHWING
Schwininck: zie Zwynink
schijf
SCHYNDEL
schijven: zie vier schijven
Schyven: zie Schieven
SCIARONI
Sclollten: zie Scholten
Sclotboon: zie Slotboom
Scolten: zie Scholten
Scrieck: zie Schriek
Scruer: zie Schreur
SEBASTIANUS
ZELLE, SEEL, SELLE, SELLINK, SELS,
SELSEN, SELSER, ZELLEN enz.
SELLENRAAD, ook SELRAAD,
ZELLENRAAD enz.
SELLER, ook ZELLER enz.
Selles, Sellies, Sellink: zie Sellen
Selms: zie Zelhem
Selraad: zie Sellenraad
Sels, Selsen, Selser: zie Sellen
Selsen, Selser: zie Sellen
Semelienck, Semelink: zie Semmelink
seminarium
SEMMELINK, ook SEMELINK, SIMMELINK,
ZEMMELINK enz.
Semmelinks, Semmelyn-: zie Semmelink
SEMYN
SENEL
Senhorst, Senors: zie Seinhorst
Sent: zie Centen
SEPPENVELD
SEPTER
sergeant
sergeant-grensjager
sergeant-majoor
sergeant-majoor grensjager
SERRURIER
SERVAASKERK
servet
servies
Seshuisen, Seshuysen: zie Zeshuizen
SESINK, ook CESINK, KLEIN SESINK,
KLEIN SESSINK, KLEIN ZESINK, KLEYN
SESSINK, SEESINK, SEESSINK, SESSINK,
ZESINK enz.
Sesinks: zie Sesink
sessie
Sessink: zie Sesink
SETEUR
Setten: zie Zetten
Seuchtelen: zie Suchtelen
Sevalkink: zie Zeevalkink
Sevecoten: zie Sevekoten
SEVEKER
Sevekooten: zie Sevekoten
Sevenster, Sevenstern: zie Zevenster
Severin: zie Severyn
SEVERT
SEVERYN, ook SEVERIN enz.
SEVINK, ook ZEEUVINK, ZEEVERINK,
ZEVERINK enz.
Seydel: zie Seidel
SEBUS
secretair: zie secretaris
secretarie
secretaris
secretaris-generaal
sectariër: zie sectaris
sectaris, sectariër
sectio caesarea
SEDDEMAN
sedentair militair hospitaal
See: zie Zee
Seebink: zie Hebink
Seegers: zie Zegers
Seelink: zie Selink
Seemelink: zie Semmelink
Seesink, Seessink: zie Sesink
Seeven, Seevens: zie Zeben
Seeverink, Seevink: zie Sevink
Sefree: zie Siegfried
Segers: zie Zegers
segge
Seggelaar: zie Zeggelaar
Seggelink: zie Zeggelink
Segveld, Segvelt: zie Zegveld
Segvree, Segvri: zie Siegfried
Sehllen: zie Sellen
SEIBERSBACH
SEIDEL
seigneurie
Seienhorst: zie Seinhorst
SEINHORST, ook SEIENHORST, SENHORST,
SENORS, ZEINHORST enz.
seinwachter
SEIVELD
Seivelt: zie Seiveld
seizoenarbeid
Sel: zie Sellen
Selewalds: zie Silvolde
Selfhout: zie Silvolde
SELHORST, ook SIELHORST, ZIELHORST
enz.
SELIE
Selig (voornaam): zie Falkenheim
SELIGMANN
SELINK, ook SEELING enz.
SELKER
Selle: zie Sellen
Sellem: zie Zelhem
SELLEN, ook CEEL, CEELEN, CELLE,
GROOT SELLEN, KLEIN SELLEN, KLEIN
Seyenhorst: zie Seinhorst
SEYER
Seyfkes: zie Sypkens
Seynhorst: zie Seinhorst
SHARON
SHEPHERD
’s Huis: zie Thus
SIABEL
Sibelink: zie Siebelink
Sibenheller: zie Siebenheller
Sibers: zie Sieberts
Sibersgoed: zie Siebertsgoed
Sibilink: zie Siebelink
SIBILLE
Siblynck: zie Siebelink
SIDER
SIDERIUS
Sidinck: zie Hiddink
SIDNEY
SIEBELDER
SIEBELINK, ook SIBBINK, SIEBINK,
SIEVERDINK, SIEVERINK, SIEVINK,
ZIEVERINK enz.
Siebelynck, Sieberink: zie Siebelink
SIEBENGEWALD
SIEBENHELLER
Siebers: zie Sieberts
Siebersgoed: zie Siebertsgoed
SIEBERTS, ook SIEBERS, SIEBES enz.
SIEBERTSGOED
Siebes: zie Sieberts
Siebink: zie Siebelink
SIEBRANDS, ook SYBRANDS enz.
SIEDERS
SIEGEN
SIEGER
SIEGFRIED, ook SEFREE, SEGVREE, SEGVRI
enz.
SIEGMEYER, ook ZIEGEMEIER enz.
Sielewietz, Sielewis: zie Sillevis
Sielhorst: zie Selhorst
Sielig, Sieligh, Sielik: zie Zielig
Siellhorst: zie Selhorst
Sielwits, Sielwitz: zie Sillevis
Siemers, Siemes, SIEMES, Siemessen, Siemkes,
Siemon, Siemons, Siems: zie Simons
SIEP, ook SIP, SUP enz.
SIEPESTEIN, ook SYPESTEYN enz.
SIEPMAN, ook SIEPMANS enz.
Siepmans: zie Siepman
sier-: zie kunst-
SIERDSMA
SIERINK
Sieronde: zie Sironde
SIERSTHAL
SIES, ook SIS enz.
SIETERS
Siethoff: zie Zythof
Sieverd, Sievert: zie Severt
Sieverdink, Sievink: zie Siebelink
sigarenhandelaar
sigarenmaker
Sigfree: zie Siegfried
SIGMARINGEN
signeren: zie naamtekenen
SIGNITZ
SIGTENBARG
Sigvri, Sigvry: zie Siegfried
SIK
SIKKINK, ook KLEIN SIKKINK enz.
SILEZIE, ook SILESIEN enz.
Silevis, Silewis: zie Sillevis
Silfhout: zie Silvolde
Silich: zie Zielig
SILLEVIS, ook SIELEWIS, SIELWIS,
SIELWITS, SIELWITZ enz.
Sillevold, Sillevoldt, Sillevolt, Sillevolts, Silvold:
zie Silvolde
SILVOLDE, ook SILFHOUT, SILLEVOLD enz.
SILVOLDSE BUURT
Simelink: zie Semmelink
Simens, Simes: zie Siemes
SIMMEL
Simmelink: zie Semmelink
Simmeman: zie Timmerman
SIMMEREN
Simmers, Simmes, Simon, Simonis: zie Simons
SIMONS, ook CYMES, SIEMENS, SIEMERS,
SIEMES, SIEMKES, SIEMON, SIEMS,
SIMIS, SIMMERS, SIMMES, SIMON,
SIMONIS, SIMONT, SYMES enz.
Simonts: zie Simons
SIMPELVELD
Sinck: zie Zink
Sinderdinck: zie Sinderink
SINDEREN, ook SINDERHOEK,
ZINDERHOEK enz.
SINDERHOEK
SINDERINK, ook SINDERDINCK enz.
Singeldonk: zie Singendonk
Singelshoek: zie Lelyveld
SINGELWEG
Slagers: zie Slager
slagersknecht
Slagheckken: zie Slaghekken
SLAGHEKKEN
SLAGLAND
SLAGMAN, ook SLEGMAN enz.
SLAGTSTEEG (onder Bennekom)
SLAMAN
Slamans: zie Slaman
SLANGEN
Slangenberg, Slangenborg: zie Slangenburg
SLANGENBURG, ook SLANGENBERG,
SLANGENBORG enz.
SLANGENWAL
SLAPERDYK
Slatbooms: zie Slotboom
Slaties: zie Sloetjes
Slebos: zie Slebus
SLEBUS, ook SLEBOS enz.
Slechte, Slechten: zie Slicht
slecht zicht, slechtziendheid enz.
slede, slee enz.
SLEDENHORST
Sledoorn: zie Sleedoorn
slee: zie slede
SLEEDOORN, ook SCHLEDOORN,
SCHLEEDOORN enz.
Sleeking: zie Slekink
Sleeperhorst: zie Sleperhorst
Sleesen, Sleezen: zie Slezen
Slegers: zie Slagers
Slegmans: zie Slagman
Slegte, Slechten: zie Slicht
SLEIDINGE, SLEYDINGE enz.
SLEISTER
Slek: zie Hek
SLEKINK, ook SLEEKING enz.
SLEPERHORST
Slees, Slesen: zie Slezen
SLETTERINK
sleutel
sleutelgat
Sleutes, Sleutis, Sleutjes: zie Sloetjes
Sleydinge: zie Sleidinge
Sleyster: zie Sleister
SLEZEN, ook SCHLES, SLEESEN enz.
SLICHER, ook SLICHER LANKALTER,
SLIGGERS enz.
Slicher Lankalter: zie Slicher
SLICHT, ook SLECHT, SLECHTE,
SLECHTEN, SLEGT, SLEGTE, SLEGTEN,
SINGENDONK, ook SINGELDONK enz.
SINGINK
Sinhorst: zie Seinhorst
Sink: zie Zink
SINKELAAR
Sintannastraat, Sint Annastraat, Sint Anna Straat:
zie Annastraat
Sint Anthonis: zie Anthonis
sinterklaasgedichtjes
Sintjansplaats, Sintjohansplaats: zie Jansplaats
Sintjanspoort: zie Janspoort
Sintjanspoortsmuur: zie Janspoortsmuur
Sintjansstraat: zie Jansstraat
SINT KRUIS
SINT NICOLAAS
Sintpeters-: zie PetersSINT TRUIDEN, ook SINT TRUYEN enz.
Sint Truyen: zie Sint Truiden
Sint Remy: zie Remy
Sint Walburg: zie Walburg en WalburgisSintwalburgsteeg: zie Walburgsteeg
SION
SIONSHOF
Sip: zie Siep
SIPKEMA
SIRONDE, ook SIERONDE, SYRONDEN enz.
Sis: zie Sies
SISMAN
Sissink: zie Sesink
Siters: zie Sieters
SITSEE
SITTARD
Sitters: zie Sieters
Siverdink: zie Siebelink
SJEEZO
SJOERDS
SJOLLEMA, ook ZYOLLEMA enz.
Sjongen, S’jongen: zie Jong
Sla: zie Slaa
SLAA, ook SLA enz.
slaapkamer
slaapstedehouder
SLAAR
Slaatjes, Slaatjus, Slaetjes, Slaëtjes: zie Sloetjes
slachter: zie slager
slachtvee: zie schatter van slachtvee
slachtveeschatter
slag
SLAG
slager, ook slachter
SLAGER
SLICHTE, SLICHTEN, SLIGTE, SLIGTEN
enz.
Slichte, Slichten: zie Slicht
Slickstraat: zie Sliekstraat
SLIEKER
SLIEKSTRAAT, ook SLYKSTRAAT enz.
SLIEPENBEEK, ook SLYPENBEEK enz.
sliet
Sligger: zie Slicher
Sligt, Sligte, Sligten: zie Slicht
SLIK
SLIMMER, ook SCHLIMMER enz.
SLINGELAND
Slingelant: zie Slingeland
SLIP
slobkous, slobkousen
SLOCHTEREN
Slodboom: zie Slotboom
Sloedjes, Sloejtjes: zie Sloetjes
sloeproeier
Sloesemans: zie Sluizeman
SLOET
SLOETJES, ook SLAATJES, SLEUTJES enz.
Slöetjes, Sloetjus: zie Sloetjes
SLOETLAAN
Slogteren: zie Slochteren
Sloitjes: zie Sloetjes
SLOK
SLOOSEN
sloot, sloot uitdiepen enz.
SLOOT
Slootboom: zie Slotboom
Slooten: zie Sloten
slopkousen: zie slobkous
Slosser: zie Schlosser
Slosshauer: zie Slothouwer
slot
SLOT
SLOTBOOM, ook SLODBOOM,
SCHLODBOOMS enz.
Slotbooms, Slottboom-: zie Slotboom
SLOTEMAKER, ook SLOOTEMAKER enz.
SLOTEN, ook SLOOTEN enz.
sloten delven
sloten kanten
SLOTHOUWER
Sluemer: zie Sluimers
Sluetis: zie Sloetjes
SLUIMERS, ook SLUEMER enz.
SLUIS, ook SLUYS, TERSCHLUZE enz.
Sluiseman, Sluisemans: zie Sluizeman
Sluisken, Sluiskens: zie Sluiskes
SLUISKES
SLUITER, ook SCHLUTTER, SLUITERS,
SLUTTER enz.
Sluiters: zie Sluiter
sluiting, (begraafplaats, café enz.)
sluitingstijd: zie sluiting
SLUIZEKAMP, ook SLUISKAMP,
SLUYSENKEMPE enz.
SLUIZEMAN, ook SCHLUSEMANN,
SLOESEMANS, SLUZEMAN enz.
SLUNT
Slusenburch
Sluters, Slutter, Slutters, Sluysters, Sluyter,
Sluyters: zie Sluiter
Sluytjes: zie Sloetjes
sluitsteen
Sluytter, Sluytters: zie Sluiter
SLYGER
Slykerveer: zie Oud Slykerveer
SLYKHUIS
Slykstraat: zie Sliekstraat
SLYPA
slijpen
slijper
SLYPER
slijter
Smaalhorst, Smaalhost: zie Smalhorst
SMABERS
SMACHT, ook SMAGT enz.
SMACHTENBURG
Smaelhorst: zie Smalhorst
SMAGGE
Smagt: zie Smacht
Smagtenburg: zie Smachtenburg
SMAL, ook SMALE, SMALEN, SMALS enz.
Smalbraak: zie Smalbroek
SMALBROEK, ook SMALBRAAK enz.
Smale: zie Smal
Smale Eynde: zie Smalle einde
Smalen: zie Smal
SMALHORST, ook SCHMALHORST enz.
Smallebroek: zie Smalbroek
SMALLE DAM, ook SMALLEN DAM enz.
SMALLE EINDE, ook SMALE EYNDE enz.
SMALLENBERG
Smallenbroek: zie Smalbroek
Smallenburg: zie Smallenberg
Smallen Dam: zie Smalle Dam
Smallers: zie Smalhorst
smalle tiend
SMITS-WIEKERMAN, ook
SCHMITZ-WICKERMANN enz.
Smitt, Smitz, Smts: zie Smits
Smol, Smols: zie Smool
SMOOKS
SMOOL, ook SMOL enz.
smoren, gesmoord enz.
SMULDERS
Smullenberg, Smullenbergh: zie Smellenberg
SMYS: zie Smits
Smyt, Smyter: zie Smits
Smytink: zie Smeitink
SNABELIUS
SNBS
SNEE, ook SCHNEE enz.
SNEEMAN
SNEERMAN, ook SCHNEERMAN enz.
SNEETERS
sneeuwbal
Sneider, Sneiders: zie Snyder
SNEL
SNELDER, ook SCHNELLER enz.
Snellenbarg, Snellenberg, Snellenborg: zie
Snellenburg
SNELLENBURG, ook SNELLENBARG,
SNELLENBERG, SNELLENBORG enz.
Sneller: zie Snelder
SNELLINK
SNELTINK, ook SMELTINK enz.
SNETHLAGE
SNETSELAAR, ook SNITSELAAR enz.
Sney: zie Mey
Sneyder: zie Snyder
Snieder, Snieders: zie Snyder
SNIPPE
SNITFINK
Snitlaken: zie Snethlage
Snitselaar: zie Snetselaar
SNOEIENBOS, ook SNOEYENBOS enz.
SNOEISLAG, ook SNOEYSLEGE enz.
SNOEK, ook SNOECK, SNOUCK enz.
Snoekeveld: zie Snoekveld
SNOEKVELD, ook SNOEKEVELD enz.
Snoeyenbos: zie Snoeienbos
Snoeysleege, Snoeyslege: zie Snoeislag
SNORN
SNOUCKAERT
snijbak
snijden
SNYDER, ook SCHNEIDER, SNIEDER,
SNYDERS enz.
Smals: zie Smal
SMATINGDE
Smedink: zie Smeitink
Smedt: zie Smits
Smeeckink: zie Smekink
Smeeik, Smeeink, Smeek: zie Smeenk
Smeekink: zie Smekink
Smeelenberg, Smeelenbergs: zie Smellenberg
SMEENK, ook KLEYNE SMEENK, SCHMINK,
SMEDINK, SMEINK, SMEYNK enz.
Smees, Smeets: zie Smits
Smeink: zie Smeenk
Smeis: zie Smits
SMEITINK, ook SMEDINK, SMEYTINK,
SMYTINK enz.
SMEKINK
Smellenbargs: zie Smellenberg
SMELLENBERG, ook SMULLENBERGH enz.
Smellenbergs, Smellings: zie Smellenberg
Smelster: zie Schmelzer
Smeltink: zie Sneltink
Smenk: zie Smeenk
Smet, Smeth, de Smeth, Smeths, Smets: zie Smits
Smeynk: zie Smeenk
Smeytink: zie Smeitink
smid, ook smidt, smit enz.
Smids: zie Smits
smidsbaas
smidsknecht
smidszoon
Smidt, Smidts: zie Smits
Smieink, Smienk: zie Smeenk
Smies: zie Smits
Smiest: zie Bussink
Smiest, Smiets, Smils: zie Smits
Smilster: zie Schmelzer
Sminck: zie Smeenk
SMINIA
Smink: zie Smeenk
smit: zie smid
Smit: zie Smits
SMITGER
Smith: zie Smits
SMITHUIS, ook SCHMITHUIS, SMITHUUS
enz.
SMITS, ook DESMETH, SMEES, SMETH,
SMIDT, SMIETS, SMIT, SMYS, SMYT,
SMYTER enz.
SMITSKAMP
SMITSMAN, ook SMISMAN enz.
Snyders, Snyers: zie Snyder
SNYKUILTJE
SOBBE
sober tractement
SOBLET
socialisme
SOEDLER, ook SOETLER, SöDLER enz.
Soelen, Soelens: zie Zoelen
SOENEKEN, ook SONNEKEN, SöNNEKEN,
SONNEKES enz.
Soenekes: zie Soeneken
soeplepel
SOERABAJA, ook SOERABAYA enz.
Soerabaya: zie Soerabaja
Soeren, Soerens: zie Zoeren (zowel familie- als
plaatsnaam)
Soerman, Soermans: zie Zoerman
SOEST, ook ZOEST enz.
Soetekouw: zie Zoetekouw
SOETER, ook SOETERS, SUTEN, SUTER,
SUTTER, ZOETER enz.
Soethoeff, Soethof-: zie Zoethof
Soetler: zie Soedler
SOHIER
sok, sokken
soldaat
SOLDAAT
soldatenbrief
SOLINGEN, ook ZOLINGEN enz.; zie ook
ZALINGEN
SOLKENS, ook SOLKERS, SOLKES enz.
Solkers: zie Solkens
sollicitatie
Soltboom: zie Slotboom
SOMBEEK: zie SAMBEEK
Somer: zie Zomers
SOMEREN, zie ook ZOMERS
Someren-Eind: zie Someren
Somers, Sommer, Sommers: zie Zomers
SOMS, ook SOMSEN, SONS enz.
Somsen: zie Soms
Son: zie Zon
Son Tengnagel: zie Zon Tengnagel
Sonder, Sonderen, Sondern, Sonders: zie Sanders
(en Sonder...)
Sonder Kampke: zie Sonderkempken
Sondervan: zie Zondervan
SONDERKEMPKEN, ook SONDER KAMPKE
enz.
SONDERWYK
Sonhof, Sonhoven: zie Zonhoven
Sonneken, Sönneken, Sonnekes, Sönnekes: zie
Soeneken
Sonnenberg: zie Zonnenberg
Sonneveld: zie Zonneveld
SONNEVILLE, ook SONNEVYLLE enz.
Sonnevylle: zie Sonneville
Sons: zie Soms
SONSBEEK
SONST
Son Tengnagel-: zie Zon Tengnagel
Sonven-: zie Zonneven
Soomer, Soomers, Soommer, Soommers: zie
Zomers
SOPHIAPLEIN
SOPPE
SORENS
SORIE
SORMANI
soror
SORVAL
Sotthoeff: zie Zoethof
Souel, Souer: zie Sauer
SOURIE
sousprefect
souvereiniteit
Souwel, Souwer, SOUWER: zie Sauer
Spaaks, Spaan: zie Span
spaanders: zie dode houtstukjes en houtstukjes
Spaans
spaarboekje
SPAARBOOM
Spaarbooms: zie Spaarboom
SPAARMAKERINK, ook SPARMAN,
SPOORMAKERINK enz.
Spael: zie Spal
Spaen, Spaens: zie Span
Spaerck: zie Spork
Spakelaar: zie Sprakelaar
SPAL, ook SPAEL, SPALL, SPALLEN enz.
Spall, Spallen: zie Spal
SPAN, ook SPAAN, SPAEN enz.
Spanjaar, Spanjaard: zie Spanjer
SPANJE
SPANJER, ook SPANJAAR, SPANJAARD enz.
Spanjerd: zie Spanjer
SPANKER
SPANKEREN
Sparemackeringh, Sparemakering, Sparman: zie
Spaarmakerink
SPATZ
SPAUR
SPITHOLT
Spits: zie Spit
Splethof, Splethoff, Spliethof: zie Splithof
SPLINTER
Splinters: zie Splinter
SPLITHOF, ook SPLETHOFF, SPLIETHOF,
SPLITTHOF enz.
splitsing
Splitthof: zie Splithof
SPOEL
spolie
SPOLLE
SPONK, ook SPONKE enz.
Sponke: zie Sponk
SPOOR
SPOORSTRAAT
Spoormakering, Spoormaekering: zie
Spaarmakerink
spoorweg
spoorwegarbeider
Sporck: zie Spork
Sporemakerink, Sporemaekerink: zie
Spaarmakerink
SPORK, ook SPORCK, SPORCKS enz.
Sporks: zie Spork
Sporlaar: zie Sporler
SPORLER, ook SPORLAAR enz.
SPORON
Sporrick: zie Spork
sportelen
spraakbelemmering
SPRAAKMAN
Sprakel: zie Sprakelaar
SPRAKELAAR, ook SPRAKEL, SPRAKELL
enz.
Sprakell: zie Sprakelaar
SPRANG, ook SPRANGES enz.
Spranges: zie Sprang
Sprankelder, Sprenckelaar: zie Sprenkelaar
SPRENKELAAR, ook SPRANKELDER,
SPRENKELDER enz.
Sprenkelders: zie Sprenkelaar
Spreukelhorst, Spreukkelhorst: zie Sprokkelhorst
SPRINGMAN
SPRINGSTUBE
Sprock: zie Spork
SPROKHOLT
SPROKKELHORST, ook SPREUKKELHORST,
SPRUKKELHORST enz.
sprokkelhout
sprokkelmaand
Speckinck: zie Spekkink
SPEE
SPEELBERG, ook SPIELBERG,
SPOELBERGH enz.
Speelbergh: zie Speelberg
speelman
SPEELMAN
SPEELZIEK
SPEET
spek
Spekeslager: zie Spekslager
Spekgoor: zie Spekschoor
SPEKHORST
SPEKKINK
SPEKSCHOOR, ook SPEKGOOR,
SPEKSGOOR, SPEXGOOR enz.
SPEKSLAGER, ook SPEKESLAGER enz.
speldegeld: zie document 8501210a, 8501228a
SPELDROP
spelen
spelling
SPELTIE
SPENGLER
SPENKE
Sperlboom, Sperleboom: zie Spaarboom
Speyar-: zie Speyer (vergelijk ook Spier)
SPEYER
Speyers: zie Speyer (vergelijk ook Spier)
spiegel
SPIEGELHOF, ook SPIEGELHOFF enz.
Spiegelhoffs: zie Spiegelhof
SPIEGELSTRAAT
spiegeltje
Spieck: zie Spyk
Spiecker: zie Spieker
Spiek: zie Spyk
SPIEKER, ook SPIECKER, SPIEKERS,
SPIKERS, SPIKKERS, SPYKERS enz.
Spiekers: zie Spieker
Spielberg: zie Speelberg
SPIER
Spiertz: zie Spier
SPIES
Spiker, Spikers: zie Spieker
Rode Spikers: zie Rodespyker
SPIN
spinder: zie spinner
spinner
spinnewiel
spinster
SPIT, ook SPITS enz.
SPROKKEREEF, ook SPROKREEF enz.
Sprokreef: zie Sprokkereef
SPRONG, ook SPRONK enz.
Spronk: zie Sprong
SPRUIT
Sprukkelhorst: zie Sprokkelhorst
Spruyt: zie Spruit
SPUI, ook SPUY
SPUIBROEK
Spuy: zie Spui
Spyck: zie Spyk
SPYK, ook SPIEK, SPYCK enz.
Spyker, SPYKER, Spykers: zie Spieker
SPYKERMAN
SPYKERSKAMP
Spykker: zie Spieker
St.: zie Sint ...
STAA
Staaien: zie Stayen
staak
STAAK
STAAL
STAALHOUWER
Staarink: zie Starink
staat
STAAT, ook STAATS enz.
staatjunffer, staat junffer: zie hofdame
Staats: zie Staat
staatsarchief
staatsbosbeheer
staatsdienst
staatse macht
staatse politiek
Staatsraad, staatsraad
staatsschuld
staatssecretaris, ook secretaris van staat enz.
staatse troepen, staatstroepen
Staay, Staayen: zie Stayen
Stabelbroek: zie Stapelbroek
stad, ook ville (Fr.) enz.
stadhouder
STADHOUDER
STADLOON, ook STADTLOON enz.
stadsafslager
stadsarchitect
stadsbestuur
stadsbode
stadsbuitenvroedvrouw
stadschirurg
stadscommandant
stadsdoctor
stads Frans kostschoolhouder
stadsgeneesheer
stadskazerne
stadskostschoolhouder
stadslantaarnopsteker
stads medicinae doctor
stadsmedicus
stadsomroeper
stadsontvanger
stadsrechten
stadsschool
stadssecretaris
stadsstal
stadstimmermagazijn
stadsvroedmeester
stadsvroedvrouw
stadswaag
stadswaagmeester
stadswerkbaas
Stadtlohn: zie Stadloon
Stadtien: zie Stettin
Staeckenborg-, Staekenborg-, Staekenburg-: zie
Stakenborg
Stael: zie Staal
Staelbergh
Staelhouwer
Staeres
Staerink: zie Starink
STAF
stafmuzikant
Stakebrand, Stakebrant: zie Stokebrand
Stakenborg: zie Stakenburg
STAKENBURG, ook STAKENBORG,
STAKENBURGH enz.
Stakenburgs: zie Stakenburg
staking
stal
STALBERG
stalhouder
stalhouderse
STALKAARS
stalknecht
Stalman, Stalmans: zie Stelman
STAM
stamboek
STAMLINCK
Stampraet: zie Stampert
STANDER, ook STANS enz.
standpunt
standvastigheid
Stans: zie Stander
Steenberg: zie Steenbergen
STEENBERGEN, ook STEENBERG enz.
STEENBLIK
STEENBREKER
STEENDAM
STEENDEREN, ook STEENRE enz.
Steenenbrug: zie Stenen Brug
steenfabrikant
STEENHOEK
STEENHOF
steenhouwer
STEENHOUWER
Steenis: zie Steen
STEENKAMP
steenkoolwerker
Steenlack: zie Steenlak
STEENLAK, ook STEENLACK enz.
STEENLER
STEENMAN
steenoven
STEENOVEN
Steens: zie Steen
STEENSEL
STEENSTRAAT
STEENTJES, ook STEINTJES, STIENTJES,
STYNTJES enz.
steenvormer
STEENWEG
STEENWYKERWOLD
Steerneberg: zie Sterrenborg (en Sternberg)
STEETS, ook STEEDS enz.
Steevens, Steffenn: zie Stevens
Stege: zie Steeg
STEGEMAN, ook STEEGEMAN enz.
Stegemann, Stegemans: zie Stegeman
Stegen, Steger: zie Steeg
STEGERHOF, ook STEEGERHOF,
STEGERHOFF enz.
Stegers, Stegge, Steghe, Stegher, Steghers: zie
Steeg
Steggemans: zie Heggeman (27-9-1831)
Steiger
Stein, Steinen: zie Steen
STEINFURT, ook BORG STEINFURT, BURG
STEINFURT, GRAAFSCHAP STEINFURT
STEINGAS
Steinhorst: zie Seinhorst
Steinkamp: zie Steenkamp
STEINMARK
Steins: zie Steen
Steintjes: zie Steentjes
STAPELBROEK, ook STABELBROEK enz.
STAPELKAMP
STAPHORST
Starck: zie Sterk
STARINGINSTITUUT
STARINK, ook GROOT STARINK, KLEIN
STARINK, STARINCK enz.
Starinks: zie Starink
Stark, Starke, Starken: zie Sterk
STARTMAN
STASSEN
STATDORP
staten, Staten
STATEN
statenlid
stationchef, stationschef
Stauffenberg: zie Stuivenberg
STAUKEN
STAVAST
STAVEREN
STAVERMAN
STAYEN, ook STAAY, STAAYEN enz.
Stedehouder: zie Stadhouder
stedelijke belastingen
stedelijke middelen
stedelijk ontvanger
stedelijke raad
Stedman, Stedmans: zie Stelman
Steedehouder, Steedehouwer: zie Stadhouder
STEEDEN
Steeds: zie Steets
steeg
STEEG, ook STEEGE, STEEGEN, STEEGERS,
STEGE, STEGEN, STEGERS, STEGGE,
TERSTEEG, TERSTEEGEN, TERSTEGEN
enz.
Steege: zie Steeg
Steegeman: zie Stegeman
Steegen, Steeger, Steegers: zie Steeg
steegje
Steegmans: zie Stegeman
Steehouwers: zie Stadhouder
STEELKAMP
STEELTJES
Steemans: zie Stegeman
STEEN, ook STEIN, STEYNS, STYNS enz.
STEENAKKER
steenbakker
steenbakkersbaas
steenbakkersgezel
STEENBEEK, ook GROOT STEENBEEK enz.
STEKVELD
Stel, Stelle: zie Staal
STELBERGEN
stelen
STELMAN, ook STALMAN enz.
STEMERDINK, ook STEEMERDINK,
STEMMERDING enz.
STEMERS
Stemfoort: zie Stempvoort
stemgerechtigde lidmaten
STEMMAN
STEMMIGHOLT
stemming
stempels
Stempfoord, Stempfoort: zie Stempvoort
STEMPVOORT, ook STEMPFOORT,
STEMFOORT, STEMPVOORD enz.
stemrecht
STENDER
STENDERINK, ook KLEIN STENDERINK enz.
stenen
STENEN BRUG
STENFERT
STENINK
Stephens: zie Stevens
Sterck: zie Sterk
Sterenborg: zie Sterrenborg
sterfgeval
sterfte
sterk: zie sterke arbeider, sterke drank enz.
STERK, ook STARK, STERCK enz.
sterke arbeider
sterke drank
Sterkeraad: zie Sterkrade
sterke werklieden
STERKRADE
STERKSEL
STERLINK
STERN, ook STERREN enz.
Sternberg, Sterrenberg: zie Sterrenborg en
Ungern Sternberg
Sterren: zie Stern
STERRENBORG, ook STEERNEBERG,
STERNBERG, STERRENBERG enz.
Sterrenburg: zie Sterrenborg
Stertwyck: zie Startwyk
Stettien: zie Stettin
STETTIN, ook STETTIEN enz.
Steuk: zie Stuik
STEUERWALD
Steutjes: zie Sloetjes
Steuvenberg: zie Stuivenberg
Stevening: zie Steverink
STEVENS, ook STEEVENS, STEVENSEN enz.
Stevenswaard: zie Stevensweerd
STEVENSWEERD
Steverdin-: zie Steverink
STEVERINK, ook STEVENINK,
STOEVERINK enz.
Steves: zie Stevens
STEVINK
STEYAARD
Steyger: zie Steiger
Steyn, Steyns: zie Steen (en Stein)
Steyntjes: zie Steentjes
STICHT
stichting
stichtingsakte
stichting gemeente
stichting kerkgenootschap
Sticker: zie Stikker
STIEBER
stiefdochter
stiefmoeder
stiefvader
stiefzoon
Stieltjen: zie Stieltjes
STIELTJES, ook STIELTJEN enz.
Stienesen, Stienessen, Stieneszen, Stienezen: zie
Stienissen
STIENISSEN, ook STIENESEN, STIENEZEN,
STINEZEN, STINISSEN, STINNESSEN enz.
Stientjes: zie Steentjes
Stifft: zie Stift
STIFT
stigmatisme
STIKKELMAN
stikken: zie smoren
Stikken: zie Stikker
STIKKER, ook GROOT STIKKER, STICKER
enz.
Stikkers: zie Stikker
STIL
stilte
Stinesen, Stinezen, Stinisen, Stinissen, Stinizen:
zie Stienissen
STIP
STIPMOSTERT
Stirn: zie Stern
Stockhorst: zie Stokhorst
Stockman: zie Stokman
Stockum: zie Stokkum
Stommen: zie Stom
STOMP, ook STOMPES, STOMPS, STUMPH,
STUMPIUS enz.
Stompes: zie Stomp
STOMPHORST
Stomps: zie Stomp
STOMPWYK
stoms doof: zie doofstom en doofstomheid
stoof
Stooker: zie Stoker
stoomvaartmaatschappij
stoppelbloot
Storch: zie Stork
STORK, ook STORCH, STURK enz.
STORKHORST
STORM
STORMBROEK
STORMINK
STORTELAAR, ook STORTELER,
STOTTELAAR, STOTTELDER,
STOTTELDERS, STOTTELER,
STOTTELERS enz.
Stortelder, Storteler, Stortelers: zie Stortelaar
stortkar
Stottelaar, Stottelder, Stottelders, Stotteler,
Stottelers: zie Stortelaar
Stoutenbergs: zie Stoltenburg
Stoverink: zie Steverink
STRAALMAN, ook STREELMAN enz.
straat, ook straten enz.
Straat: zie Stroet
straatgerucht
straatje, straatjen
STRAATMAN, ook STRAATEMAN,
STRAATSMAN, STRATEMAN,
STROEKMAN, STROETEMANS,
STROETMAN, STROETSMANS,
STRUETMAN enz.
Straatmans, Straatsman, Straetman-: zie
Straatman
strafgevangenis
strafrecht
strafvordering
STRAKE, ook STRAKTS enz.
STRAKS
Strakts: zie Strake
Strang: zie Strank
STRANK, ook STRANG enz.
Strate: zie Stroet
STRATEKORT, ook STRATEKOT,
STROTTKöTTER enz.
Stoek: zie Stuik
stoel, stoelen
stoeldraaier: zie stoelendraaier
stoelendraaier
STOELENDRAAIER, ook
STOELENDRAAYER enz.
Stoelendraayer: zie Stoelendraaier
stoelenmaker
stoelenmatter
stoelenwinder, stoelwinder
stoelmaker: zie stoelenmaker
stoelmatter: zie stoelenmatter
stoelwinder: zie stoelenwinder
stoeterij
Stoetjes: zie Sloetjes
Stoevenn Stroiff (Steffenn Stroiff); zie Struif en
document 564aa
Stoeverin-: zie Steverink
stof
Stoffel: zie Stoffels; als voornaam: zie
Christophorus
STOFFELS, ook STOFFEL, STOFFER,
STOFFERS enz.
Stoffer, Stoffers: zie Stoffels
Stok: zie Stuik; zie ook Hak
STOKDYK
STOKEBRAND, ook STAKEBRAND enz.
STOKER
STOKHEURNE, ook STOKHUURNE enz.
STOKHORST
Stokhuurne: zie Stokheurne
STOKKINK
STOKKUM, ook STOCKEM, STOCKUM enz.
STOKMAN
Stokmans: zie Stokman
STOKVIS
STOL, ook STOLL enz.
Stolk (atlas Van Stolk)
Stoll: zie Stol
STOLLEKES, ook STöLLEKES enz.
Stoltenbarg, Stoltenberg, Stoltenborg: zie
Stoltenburg
STOLTENBURG, ook STOLTENBARG,
STOLTENBERG, STOLTENBORG,
STOUTENBERG enz.
STOLTENHOF
Stoltenhoff: zie Stoltenhof
stom: zie doofstom en doofstomheid
STOM, ook STOMMEN enz.
STOMMELEN, ook STOMMELN enz.
Stommeln: zie Stommelen
Stratem: zie Straatman
stratemaker, stratenmaker
STRATEMAKER, ook STRAATMAKER,
STRATENMAKER enz.
Strateman: zie Straatman
Straten: zie Stroet
Stratmans: zie Straatman
STRAUB, ook STREUB enz.
STRAVEN
STREEFKERK
STREEFLAND
STREEK
streekarchivariaat
Streelman: zie Straalman
STREMMELAAR
STRENG, ook STRENGER, STREUGER enz.
Streub: zie Straub
Streuger: zie Streng
Stricker, Strickers: zie Strieker
Strickhoud, Strickwold: zie Striekwold
Striders: zie Stryders
STRIEKER, ook STRICKER, STRICKERS,
STRIKKER, STRYKER, STRYKERS enz.
STRIEKWOLD, ook STRICKWOLD,
STRYDHOLT enz.
STRIEN
strikken zetten
Strikker: zie Strikker
Strikwaeld, Strikwald, Strikwolts: zie Striekwold
stro, ook strooi enz.
STROBANTH
Strock, Strockes, Strocks: zie Struik
strodakdekker
strodekker
Stroeb: zie Straub
Stroeck, Stroeckes, Ströeckes, Stroecks: zie
Struik
Stroed: zie Stroet
Stroekman: zie Straatman
STROET, ook STRAAT, STRAATEN, STRATEN, STROETE, STROOT, STROS, STROTE, STRUETE, TERSTROET, TESTROET,
TESTRUT enz.
Stroete, Ströete: zie Stroet
Stroeteman, Stroetmans: zie Straatman
Stroets: zie Stroet
Stroetsman: zie Straatman
STROKORF
STROMAN
Stronk, STRONK: zie Stronks
STRONKHORST
STRONKMAN, ook STRUNKMAN enz.
STRONKS, ook STRONK enz.
STROOM
STROOMBERG
Strooten: zie Stroet
Strootmans: zie Straatman
stropen
Stros, Strote, Stroten: zie Stroet
Strotmans, Struckman, Struetman: zie Straatman
STRUBEN
Struet, Struete: zie Stroet
STRUIF
STRUIK, ook STROCK, STROCKES,
STROECK, STROECKES, STROEK,
STRUYK enz.
STRUIS
STRUISLINK
STRUKER
STRUMPER
Strunckede: zie Strunkede
STRUNKEDE
Strutemann, Strutman: zie Straatman
STRUWER
Struys: zie Struis
Struytmans: zie Straatman
strijdbijl
STRYDERS
Strydholt: zie Striekwold
Stryker, Strykers: zie Strieker
strijkijzer
STRYLAND
STRYP
STUART, zie ook Zeist Stuart
stucadoor
student, ook étudian(s), studiosus enz.
studeren
studie
studiefinanciering: zie studie, subsidie, vicarie
studiosus: zie student, studie
Stueck: zie Stuik
STUIK, ook STEUK enz.
stuiting
STUIVENBERG, ook STEUVENBERG,
STUYVENBERG enz.
STUIVINK
stuk
stukloon
STUMMEL
Stumps, Stumpfius, Stomps: zie Stomp
STUNNENBERG
STUP
suppleant: zie suppliant
suppletiezegel
suppletoirzegel
suppliant
suppliant vrederechter
suppliantin, ook suppliantinne enz.
SURHUISTERVEEN
SURINAME
Surlink: zie Zuurlink
SURMOND
surnumerair
surnumerair controleur
surtaxe
SUSELBEEK, ook SUSEBEEK,
SUSSELBEEKS enz.
Susselbeek, Susselbeeks: zie Suselbeek
Suter: zie Soeter
Sutfen, Sutfene: zie Zutphen
SUTHERLAND, ook SUDDERLAND enz.
Sutter: zie Soeter
Suylen, Suylinck, Suyllinck: zie Zoelen
Swaan: zie Zwaan
Swaay: zie Zwaay
Swambach, Swambacht, Swambag, Swambags:
zie Zwambacht
Swanenborch: zie Zwanenburg
Swart: zie Zwart
SWARTENKOT
Swartjes: zie Zwartjes
Swartz, Swats: zie Zwart
SWAVINK, ook SWAVING, ZWAVINK enz.
Sweckhorst, Sweeckhorst, Sweekhorst: zie
Zweekhorst
Sweenen: zie Zwynink
Sweerink: zie Zwerink
Sweers: zie Zweers
Sweersen: zie Zweers
Sweesery, Sweeseryn: zie Zwezery
Sweetselaar: zie Zwetselaar
Swekers, Swekhorst: zie Zweekhorst
SWEP
Swerenck, Swering: zie Zwerink
Swesery, Sweseryn: zie Zwezery
SWETS, ook ZWETS enz.
Swetselaar: zie Zwetselaar
Swiderinck: zie Swieterink
SWIEBEL, ook SWIFELS enz.
Swiebertus (als voornaam): zie (Gerhardus
Antonius Swiebertus) Derks
Swiederin-: zie Swieterink
Swienen, Swienin-: zie Zwynink
Sturk: zie Stork
STURRIS
Stuss: zie Stup
STUSSEN
STUTEN
Stutgardt, Stutgart: zie Stuttgart
STUTTGART, ook STUTGARDT, STUTGART
enz.
STUTTGARTER PLATZ
stutkar: zie stortkar
stuurman
STUURMAN
Stuyvink: zie Stuivink
Stygerman: zie Stegeman
stijve arm
stijve nek
stijve vinger
subbas
subentreren
subintreren: zie subentreren
subontvanger, ook sub-ontvanger
subrogé tuteur: zie toeziend voogd
subsidie
subsistentie
substituut-landschrijver
substituut-officier
successie
successierecht
SUCHTELEN
Suctelen: zie Suchtelen
Sudderland: zie Sutherland
SUDERWICK, ook SUDERWYK,
ZUIDERWYK enz.
Suderwyk: zie Suderwick
Sudlohn, Südlohn: zie Zuidloon
Suerick, Suerinck: zie Zurink
Suerus: zie Zweers
Sueselbeek: zie Suselbeek
Suethoff: zie Zoethof
SUIK
suikerbieten
Suint Pierre: zie Saint Pierre
SUITBERTUSKERK
SUKKEL
sukkelen
Sulinck: zie Zoelen
SULLEKER
Sult: zie Scholten
SUMATRA
SUMEYER
superstitieus
Swierin-: zie Swieterink
Swiers: zie Zweers
SWIETERINK, ZWIETERINK enz.
Swietink: zie Zwietink
Swievels, Swievelinck, Swifels: zie Swiebel
SWINDEREN
Swinink: zie Zwynink
Switerink: zie Swieterink
Switink: zie Zwietink
Switterink, Switrink, Switterink: zie Swieterink
Swoegink: zie Swavink
Sworminksweg: zie Zworminkweg
SWURST
Swynink: zie Zwynink
Swytink: zie Zwietink
Sybelink: zie Siebelink
Sybers: zie Siebers
Sybink: zie Sevink en Siebelink
Sybrands: zie Siebrands
SYDEHEM
Syebelynck: zie Siebelink
Syfkens: zie Sypkens
Sylbach
Sylewolts: zie Silvolde
SYLL
Symes: zie Siemes
Symons: zie Siemes, Simons
sympathie voor doleantie
synagoge
Synhorst: zie Seinhorst
synodaal
synode
synodus provincialis
synopsis
Sypesteyn: zie Siepestein
SYPKENS
Syronde, Syronden: zie Sironde
SYS
taak
Taak, Taake, Taaken: zie Takken
taal
Taalens: zie Talens
taalonderwijs
tabakker
tabakshandelaar
tabakskerver
tabaksmagazijn
tabaksplanter
tabaksplanterse
TABOR
TACHEL
tachtigjarige oorlog
Tack, Tacke, Tacken, Tackes: zie Takken
Taelens: zie Talens
Taempel, Taempels: zie Tempel
tafel
tafel des Heren
tafelgoed
tafellaken
tafelmes, tafelmessen
TAFYN
TAGANROG
TAIF
TAILLEUR
Tak, Take, Taken, Takke: zie Takken
TAKKEN, ook TACK, TACKE, TACKEN,
TACKES, TAKEN, TAKKE enz.
TAKKENKAMP
Takkinkkamp: zie Takkenkamp
taks: zie tax
TALENS
TALINK
TALMOET
TALSMA
tamboer
tambour-maitre
TAMELINK
TAMILAKERK
Tammel, Tamnel, Tampel, Tampels, Tamper,
Tampers: zie Tempel
Tancking: zie Tenkink
tand..., tanden...
tang
TANG, ook TANGE
Tange: zie Tang
Tangelar: zie Tangelder
TANGELDER
Tangeler: zie Tangelder
TANJA
Tank: zie Tenk
Tankink: zie Tenkink
Tannamaat: zie Tannemaat
TANNEMAAT
Tannemaet: zie Tannemaat
TAP
tapper
TAPPERS
tappie
tapster
tardten
TAREE
tekenmeester
Tekkelenborg: zie Tecklenburg
TEL
Tel: zie Tiel
telegrafist
TELEN, ook TEELEN enz.
TELGEN
TELGER
TELINK, ook TEELINK enz.
Teljer: zie Telger
Tellemans: zie Tielman
TELLICHT, ook TILLICH, TILLICHT,
TILLIGT enz.
Tellingen: zie Teilingen
TELLON
TEMMINK
tempel
TEMPEL, ook TAMBEL, TAMMEL, TAMPEL,
TAMPER, TEMPELS enz.
TEMPELAAR
Tempels: zie Tempel
temperatuur
Tenbensel: zie Bensel
Tenbercken, Tenberken: zie Berken
Tenboes: zie Bos
Tenbrink, Tenbrinke: zie Brinke
Tenbroeck, Tenbrück: zie Broek
Tenbult, Tenbült: zie Bult
Tenck: zie Tenk
Tenckinck: zie Tenkink
TENCY, ook TERCY (?)
TENGBERGEN, ook BRUIN TENGBERGEN,
TENGHBERGEN enz.
TENGNAGEL
Tenhaef, Tenhaeff, Tenhage, Tenhoeffen: zie
Have
Tenholder, Tenholter: zie Holder
Teniet: zie Nieten
TENK, ook KLEIN TANK, TANK, TENKS enz.
TENKINK, ook TANKINK enz.
Tenkinks: zie Tenkink
TENT, ook TENTEN enz.
Tenten: zie Tent
Tepperjan-: zie Topperiaan
Teppers, Teppes: zie Tieben
Teppria: zie Topperiaan
TERANG
Teray: zie Raay
Terbeest: zie Beest
TERBORG, ook BORGH, TERBORGH, (baron)
VAN DER BORCH enz.
tarief
tarten
TARTHORST
tarwe
tassen
taufschein
tauxatie: zie taxatie
TAVAN
tax, ook taks
taxateur
taxatie, ook tauxatie enz.
taxatie personeel: zie personele belasting
taxiteur: zie taxateur
Tebbe, Tebben: zie Tieben
Tebeest: zie te Beest
Teben: zie Tieben
Tebenfell, Tebensel, Tebensell: zie ten Bensel
Tebes: zie Tieben
technicus
techniek
TECKLENBURG, ook TECKELENBURG,
TEKKELENBORG, TEKKELENBURG enz.
TEDENBURG, ook TEEDENBORG enz.
TEDINK BERKHOUT, ook TEDING
BERKHOUT enz.
Teebes, TEEBES: zie Tieben
Teebink: zie Hebink
Teedenborg: zie Tedenburg
Teedink: zie Tedink
Teelen: zie Telen
Teelink: zie Telink en Tydink
TEEMS
teer, ook getardt, tardten, teren enz.
Teering, Teerink: zie Terink
teerkosten
Teeseling, Teeselink, Teesslink: zie Tyselink
Teetink: zie Tydink
Teeuwissen: zie Teeuws
TEEUWS, ook DEEUWISSEN, TEEUWISSEN,
TEEUWSEN, TEUWISSEN, THEEUWSEN,
THEUWSEN enz.
TEGELAAR
TEGELMAN
Tegelmans: zie Tegelman
TEGER
TEILINGEN, ook TELLINGEN, TEYLINGEN,
TYLINGEN enz.
Teisen, Teissen: zie Thyssen
Teitink: zie Tydink
Tekamp, Tekamt: zie Kamp
tekening
TERBORGSEWEG
Terburg, Ter Burg: zie Terborg
Tercy (?): zie Tency
terechtstelling
tergen: zie uittergen
Tergou: zie Tergouw
TERGOUW
Terheyde, Terheyden: zie Hei
Terhoorst, Terhorst: zie Horst
tering, teringziekte
Terings: zie Terink
TERINK, ook TEERING, TEERINK, TERINGS
enz.
Terlaek: zie Laak
TERLET
Terleth, Terlett: zie Terlet
Terlinde, Terlinden: zie Linden
Termaat, Termaet, Termaten: zie Maat
Termesch: zie Mes
Termeulen: zie Molen
Ternaat: zie Maat
TERNEUZEN, ook TER NEUZEN enz.
Terray: zie Raai
terrein
territoir
Terschluze: zie Sluis
Terschnee, Tersnee: zie Snee
TERSTAPPEN
Terstege, Terstegen: zie Steeg
Terstraaten, Terstraten, Terstroet, Terstruek: zie
Straat
Terthegen: zie Steeg
teruggave
terugroepen
Terveer: zie Veer
Terviel,Tervile, Terville: zie Ville
Tervoert, Tervoirt: zie Voert
Tervrugt: zie Vrochten
Tervyle: zie Ville
Terweeg, Terweege: zie Terwege
TERWEGE, ook TERWEEG, TERWEEGE,
WEEGE enz.
Terwiel, Terwielen, Terwyel, Terwyhl: zie Wiel
Terwindt: zie Wind
TERWOLDE
TERWYN
Teselink, TESELINK: zie Tyselink
TESINK, THESINK enz.
TESSEL, ook TEXEL enz.
TESSEMAKER
testament
Testroet, Testrut: zie Stroet
Tetink: zie Tydink
TETMAN
Teub: zie Tebbe
Teube: zie Oostendorp
Teuben: zie Tebbe
Teubenbroek: zie Toebenbroek
TEUBNER
TEULEN
TEULS
Teunesen, Teunessen: zie Teunis
TEUNIS, ook ANTHONISSEN, ANTONISSEN,
TEUNESEN, TEUNISE, TEUNISSE, TEUNISSEN, TEUNNISSEN, THEUNISSEN,
TöNISSEN enz.
TEUNISBLOEMLAAN
Teunisse, Teunissen, Teunnessen, Teunnissen: zie
Teunis
Teunter: zie Tuenter
Teusse, Teussen: zie Teeuws
Teut: zie Tuit
TEUTELINK
Teuwesen, Teuwissen, Teuwsen: zie Teeuws
Tewald, Tewalt: zie Thewalt
tewerkstelling
Tewes: zie Teeuws
Tewiel: zie Wiel
Tewygen: zie Terwege en Wiel
Texel: zie Tessel
Teylingen: zie Teilingen
Teys, Teyse: zie Thys
Teyselink: zie Tyselink
Teysen: zie Thys
Thagen
THAL
THAY, ook DUTHAY enz.
Theben, THEBEN, Thebes: zie Tieben
Thedink: zie Tydink
theekoper
theestoof
Theeuwsen: zie Teeuws
Theis: zie Thus
Theisen, Theissen: zie Thyssen
THELOSEN
THEMIS
THEMMEN
Thenbroeck: zie Broek
Thenhaef: zie Have
Thenholder: zie Holder
Thenhoove: zie Have
theologiestudent
MATTHYSSE, MATTHYSSEN, THYS,
THYSEN, THYSSE, THYSSEN, TIESSEN,
TYSEN, TYSSEN enz.
Thysen, Thyskens, Thysse, Thyssen: zie Thys
Tibe: zie Tibi
TIBI
Tichelavend, Tichelavond, Tichelhoven: zie
Ticheloven
TICHELMAN, ook TICHELMANS,
TIGGELMANS, TYGGELMANS enz.
TICHELOVEN, ook TIGCHELOVEN, TIGGELAVONDT, TIGGELOVEN enz.
Tichelovend, Tichelovent, Tichilavent: zie
Ticheloven
Ticken: zie Tieken
Tidden: zie Tydink
TIEBEN, ook TEBBE, TEBBEN, TEBEN,
TEEBEN, TEEBES, TEPPERS, TEUB,
THEBEN, THEBES, THIEBEN enz. (cf.
THOBEN)
Tiegeloven, Tiegelovens, Tieggelavond: zie
Ticheloven
TIEKEN, ook TIECKEN, TYKEN enz.
Tiekken: zie Tieken
TIEL, ook TEL, THIEL, THILL, TIL, TILL,
TILLER enz.
TIELBAARD
Tielekamp: zie Tielkamp
TIELEKINK
Tieleman, Tielemans: zie Tielman
Tielens: zie Telink
TIELERWAARD
Tielink: zie Telink
Tieljes: zie Tieltjes
TIELKAMP, ook TIELEKAMPS enz.
TIELMAN, ook THIELEMANS, TIELEMAN,
TIELEMANS, TILLEMAN, TYLLEMAN
enz.
Tieltjens: zie Tieltjes
TIELTJES
Tiemen, Tiemens, Tiemers: zie Tiemes
TIEMES, ook THIEMESSEN, THYMESSEN,
TIEMENS, TIEMERS, TIEMESEN, TIEMESSEN, TIEMENS, TIMISSEN, TYMAN,
TYMENS, TYMENSEN enz.
Tiemesen, Tiemessen, Tiemezen, Tiemissen: zie
Tiemes
TIEN, ook THIEN, THIENEN, THYN, TYN enz.
tiend, ook tiende, tiendt, tienden enz.
tiendaagse veldtocht
tiende, tienden: zie tiend
Thesink: zie Tydink
THEUNISHOF
Theunissen: zie Teunis
Theusen: zie Theodora Thyssen
Theussen, Theuwsen: zie Teeuws
THEUWERSHUISJE, ook THEUWENSHUISJE
enz.
THEWALT
Thewyhll: zie Wiel
Theyssen: zie Thyssen
THIEBOUT ZUYDAM
Thieben: zie Tieben
Thiel: zie Tiel
Thielemans: zie Tielman
Thielen: zie Tiel
THIEME, ook TIEME enz.
Thiemessen: zie Tiemes
Thien, Thienen: zie Tien
Thienhoven: zie Tienhoven
THIERS
Thill: zie Tiel
Thiskens: zie Thyskens
Thissen, Thissens: zie Thyssen
Thobe, Thoben: zie Toben
Thoenissen, Thoennissen: zie Teunis
Thoewaeter, Thoe Waeter, Thoewater, Thoe
Water: zie Water
Thoma: zie Thomas
THOMAS, ook THOMA, THOMASSE, THOMASSEN, THOMESSEN, THOMISSEN, TOMASSEN enz.
THOMASHOVE
THOMAS A KEMPISWEG
THOMASKERK
Thomasse, Thomassen, Thomessen, Thomissen:
zie Thomas
THOMS
THONE
Thoofd, Thooft: zie Hoofd
Thues, Thuis: zie Thus
THUILOT
thuishoren
THUISMAN
THUS, ook THUIS, THUYS enz.
Thuss, Thusse, Thussen: zie Thus
Thuve: zie Venderbosch
THUVINE
Thuys: zie Thus
Thyl, Thyl Hannes: zie Tyl
THYS, ook MATTHEEUWSEN,
MATTHEUSSEN, MATTHYS,
tiendgewas
tiendpacht
tiendrecht
tiendzaad
Tien Geboden, TIEN GEBODEN
TIENHOVEN
TIERNIGO
Tieselink: zie Teselink
Tiesen, Tiesink: zie Thyssen
Tiesselink: zie Teselink
Tiessen, Tiessink: zie Thyssen
TIETJEN
Tievrink (?): zie Vieberink
Tigelhoven, Tigellavendt, Tigeloven, Tigelovens,
Tiggelaven, Tiggelavendt, Tiggelavent, Tiggelavondt, Tiggelavons, Tiggelavont, Tiggeloffen,
Tiggelooven, Tiggeloovens, Tiggeloven, Tiggelovendt, Tiggelovens, Tiggelovent, Tiggheloven, Tigheloven: zie Ticheloven
TIK
Tikken: zie Tieken
Til: zie Tiel
TILANUS
Tilborg: zie Tilburg
TILBURG, ook TILBORG enz.
TILDERS
Tileman, Tilemans: zie Tielman
Tilger: zie Telger
Till: zie Tiel
Tillich, Tillicht, Tilligt: zie Tellicht
TILLART
Tilleman, Tillemans: zie Tielman
Tiller: zie Tiel
TILLOU
TILS PLAATS
Tiltjes: zie Tieltjes
Timam: zie Timan
TIMAN
Timberg: zie Tombergen
Timermans: zie Timmerman
Times, Timesz, Timis, Timisz: zie Tiemes
Timman: zie Timan
TIMMER, ook TIMMERS enz.
timmerage
timmeren
timmerman
TIMMERMAN, ook TIMMERMANS enz.
Timmermanns: zie Timmerman
timmermansgezel
timmermansknecht
Timmers, TIMMERS: zie Timmer
TIMMERY, ook TIMMERYE enz.
timpje
tin
TINES
tingieter, ook tinnegieter enz.
tingietersknecht, ook tinnegietersknecht enz.
Tinnefeld: zie Tinneveld
tinnegieter: zie tingieter
tinnegietersknecht: zie tingietersknecht
tinnen ...
TINNEVELD
Tionk, Tioonk: zie Tjooitink
Tiselink: zie Tyselink
TISSCHENGAARD
Tissen: zie Thijssen
TISSER
TITS
Tittman: zie Tetman
titulair
TJALKSCHIP
TJASSEN
Tjassens: zie Tjassen
Tjeenk Willing: zie Tjeenk Willink
TJEENK WILLINK
TJIMAHI
TJOOITINK, ook JOITINK, KLEIN JOOITINK,
KLEYN JOITINK, TIONK, TIOOITINK,
TJOONK, T’JOYKINCK enz.
Tjoonk: zie Tjooitink
Tob: zie Top
Tobe: zie Toben
TOBEN, ook THOBEN enz.
TOBI
tocht, ook toght enz.
tochtgraaf, ook tochtgraven enz.
TOEBEN, ook TOEBES, TOEBS enz.
Toebenbroeck: zie Toebenbroek
TOEBENBROEK, ook TEUBENBROEK,
TOUENBROEK enz.
Toebers, Toebes: zie Toeben
toegebrachte wonden
TOEKOMSTWEG
toelage
toenaam
Toenisen, Toenissen: zie Teunis
toestand
toestemming
TOETA
toeval, toevallen
TOEVANK
TOOROP
TOP, ook TOB enz.
TOPPERIAAN
TOPPINK
Torck, Torcks: zie Turk
toren
Toren: zie Toorn
TORENSLAG, ook TOORNSLAG enz.
TORENSTEEG
torenuurwerk
torenwachter
Tork, TORK, Torks: zie Turk
Törntjes: zie Vorentjes
TORONTO
torpedomaker
TORRINGA
TORSINK
Touenbroek: zie Toebenbroek
Tounis: zie Teunis
TOUSSAINT
touw
touwslager
TOUWSLAGERSBAAN
touwslagersknecht
TRAANBOER
TRACHTER, ook TRAGTER enz.
tractement
tractementsverhoging
Tragter: zie Trachter
traktement...: zie tractement...
tramlijn
tramwegarbeider
transport, ook transportacte, transportakte enz.
transportacte, transportakte: zie transport
transporteren: zie dennenloof (wegvoeren)
transportschip
Traugott: zie (Traugott Librecht) Wei
Trauthig: zie Trautig
TRAUTIG
Treep: zie Trip
Trefenna (als voornaam): zie Ingeziel
TREIEN
trein
treinongeluk
trekpot
TRELKER
TRENNINK
Trepp, Treub: zie Trip
TREURNIET
TREVILLE
tribunaal, tribunal
Toewaeter, Toe Waeter, Toewater, Toe Water:
zie Water
toewijzing
toezicht
toeziend voogd
Toffer: zie Poffer
Tofs: zie Thus
tol
TOL, ook TOLL enz.
tolboom
TOLDYK
tolgaarder
tolgaarderswoning
TOLHUIS, ook TOLHUYSEN enz.
Tolhuys-, Tolhuyz-: zie Tolhuis
TOLKAMER
TOLKAMP
Toll: zie Tol
TOLLENAAR, ook TOLLENDER,
TöLLENDER, TULNER enz.
Tollenaars: zie Tollenaar
Tollender, Töllender: zie Tollenaar
TOLMAN
TOLSTEEG
Tomas, Tomase, Tomasen, Tomasse, Tomassen,
Tomassin: zie Thomassen
Tombe, d’el Tombe: zie Deltombe
TOMBERGEN, ook TIMBERG, TOMBERGS
enz.
Tombergen: zie Tomberg
Tomesen, Tomezen: zie Thomassen
ton, tonnen
Toncaman: zie (Hendrica) Vonkeman
Tonck, Toncks: zie Tonk
toneelkijker
TONEN, ook TOONE, TOONEN enz.
TONGEREN
TONGERLO
Tönissen: zie Teunis
TONK
Tonkaman: zie (Hendrica) Vonkeman
Tonnesen: zie Teunis
Tonningen: zie Rost Tonningen
Tonnissen: zie Teunis
toon
Toone, Toonen: zie Tonen (vergelijk ook Teunis)
TOONK
Toor, Tooren: zie Toorn
TOORENENBERGEN
TOORN, ook TOOR, TOOREN, TOREN enz.
Toornslag: zie Torenslag
tribuut
TRICHT, ook BOKKEL TRICHT enz.
TRIELINK, ook TRIELING enz.
TRIER
TRILSBEEK
TRIP, ook TREEP, TREPP, TREUB, TRUBE,
TRüBE enz.
triplexfabriek
TRIPSTEDE, ook TRIPSTEEDE enz.
Tripsteede: zie Tripstede
troebelen
troep, ook: troepen
TROMP
TROMPETSTEEG
trompetter
Trompi: zie Tromp
TROOST
TROOSTENBURG, ook BRUIN
TROOSTENBURG, TROOSTENBURG
BRUIN, TROOSTENBURG BRUYN enz.
trooster
Trooy: zie Raay
TROTZ
Trougoth: zie (Traugott Librecht) Wei
trouw: zie eed (van trouw)
trouwboek
trouwen
trouwplannen
Trube, Trübe, Truebe: zie Trip
Trump, Trumpi, Trumpius: zie Tromp
TRUSFELD
Tryber: zie Tryper
TRYPER, ook TRYBER enz.
Tsander-: zie Sanders
TSJECHIE
TUAM
TUBBERGEN
TUBBINK
Tuben: zie Venderbosch
Tubenbroeck, Tubenbroecks: zie Toebenbroek
tucht
tuchthuis
Tucker: zie Tukker
Tueben: zie Venderbosch
Tuelen, Tuellen: zie Teulen
Tuender, Tuente: zie Tuenter
TUENTER, ook KLEINTUNTE, TEUNTER,
TUENDER, TUENTE, TUNTE, TUUNDER,
TUUNDERT, TUUNTE, TUUNTER enz.
Tuenters: zie Tuenter
Tues, Tuies, Tuiess: zie Thus
TUIL, ook TUYLL enz.
Tuilen: zie Teulen en Tuil
TUILENWEIDE
Tuil Serooskerken: zie Serooskerk en Tuil
tuin, ook tuinen enz.
TUINDORP
tuingrond
tuinier
tuinman
tuinmansknecht
tuinzaden
Tuis, Tuisch, Tuisen, Tuissen: zie Thus
TUIT, ook TEUT, TUYT, TUYTER enz.
TUKKER
Tulen: zie Teulen
Tulens (?): zie Talens
Tul en ’t Waal: zie Tul Waal
TULKS
Tulle (als voornaam): zie Tulle Jans
TULLEKEN
Tulner: zie Tollenaar
TULPSTRAAT
TUL WAAL, ook TUL EN ’T WAAL enz.
Tunder, Tunders: zie Tuenter
Tunesen: zie Teunis
TUNESIE, ook TUNESIë enz.
Tunessen, Tunnesen, Tunnessen, Tunnisen,
Tunnissen: zie Teunis
TUNIS
Tunte: zie Tuenter
Turen, TUREN: zie Vuren
turf
turfhok
turfschipper
TURFSTRAAT
turftonner
TURK, ook TORCK, TORK, TURX enz.
TURKYE
TURNBULL
TURNER
Turx: zie Turk
Tus, Tuschen: zie Thus
TUSETAN
TUSHUIS, ook TUSHUIZEN,
TUSSENHUYSEN enz.
Tushuysen, Tushuyzen: zie Tushuis
Tuss, Tusse: zie Thus
Tussen: zie Teeuwsen en Thus
Tussenhuysen: zie Tushuis
tussenkomst
tuteur
UBBINK
UCHELEN, ook UCHGELEN, UGCHELEN,
UGGELEN enz.
Uchgelen: zie Uchelen
UDEN
UDENHOUT
UDO, ook YDOO enz.
Uem: zie Uhm
UENK, ook EUNK, EUNKS, HEUINK, OENK,
ONCK, OONCK, OONK, UINK, UUNCK,
UUNK, UYNCK enz.
UFFELI
Uffelie: zie Uffeli
Uffen: zie Uffink
UFFINK
Ugchelen: zie Uchelen
Uggelen: zie Uchelen
Uhlenbruch: zie Uilenbroek
UHM, ook UEDEM, UEM, UUM enz.
UILENBROEK, ook UHLENBRUCH enz.
UILENPAS, ook ULENPAS enz.
Uinck, Uink: zie Uenk
uitbesteding
uitbetaling
uitbreiding
uitdiepen
uitdrager
uitdrift
uitdrukkingen
uiten van scheldwoorden
uiterste wil
UITENBOGAARD
UITENHOUT
UITERWAAL, ook UYTERWAAL,
UYTERWAEL, UYTTERWAEL,
UYTTEWAAL enz.
Uiterwaard: zie Weerd
UITERWYK, ook UYTERWYK enz.
Uitewaal: zie Uiterwaal
uitgaande rechten
uitgaansleven
uitgang
uitgaven
Uitien: zie Uitink
UITINK, ook UITING, UYTINK enz.
uitkering
uitkoop
uitnodiging
uitoefening
uitreiding
uitschrijven
TUUK
Tuunders, Tuundert, Tuunte, Tuunter: zie Tuenter
Tuuren: zie Vuren
Tuyll Serooskerken: zie Tuil Serooskerken
Tuys: zie Thus
twaalfde afdeling
tweede ambtenaar
tweede assessor
tweede classis
Tweede Kamer
Tweede Keizerrijk
tweede klasse
tweede klerk
tweede luitenant
tweede predikant
Tweede Republiek
tweeling
tweernen
TWELLO, ook T’WELLO enz.
twernen: zie tweernen
Twinckel: zie Winkel
twintigste predikant
TWIST
TYAAN
Tychalavin, Tychalovin, Tycheloven,
Tychgelaeven: zie Ticheloven
tijdelijk ambtenaar
TYDINK, ook TEDINK, TEITINK, TETINK,
THESINGH, TYDENS enz.
tijdschriftartikelen
tyfus: zie typhus
Tygelooven, Tygeloven, Tyglavent: zie
Ticheloven
Tyken, Tykken: zie Tieken
TYL
Tylingen: zie Teilingen
Tyman, Tymens, Tymensen, Tymes, Tymesen:
zie Tiemes
tijns, ook tinst enz.
typhus, ook tyfus enz.
TYSELINK, ook TEESELINK, TESELINK,
TEYSELINK, TISSELINK, TYSELING,
TYSSELINK enz.
Tysen: zie Thyssen
Tysselink: zie Tyselink
Tyssen, Tyssens, Tyssinck, Tyszenck: zie
Thyssen
Tzanders: zie Sanders
Uarwik: zie Varwyk
UBBERGEN
uitsluiting van kerkleden
uitspraak
uitstaan
Uittenbogaard: zie Uitenbogaard
uittergen
Uitterwaal: zie Uiterwaal
Uittien: zie Uitink
uittreksel
uitvaartcentrum
uitvaartvereniging
uitventer
uitweg
uitwisseling
uitzet
uitzicht
Ulenbroek: zie Uilenbroek
Ulenpas: zie Uilenpas
ULFT, ook ULFFT enz.
Ulft II: zie Ulft
Ulftsche Ysselweide: zie Ulft
Ullenbroeck: zie Uilenbroek
ULM
ULRICH
ULSEN
Ultrajectensis: zie Utrecht
UMBACH
Umbgroeve: zie Umbgrove
UMBGROVE, ook UMBGROEVE enz.
UNDERSANDER
UNGER
Ungeren Sternberg: zie Ungern Sternberg
UNGERN STERNBERG
United States: zie Verenigde Staten
UNTERHALLAU
Uppink: zie Ubbink
Upwich, Upwyk: zie Opwyk
URANUSSTRAAT
Urbaan: zie Urbanus
URBANUS, ook URBAAN, UURBANUS enz.
urinoir
URK
urnenvondst
urologische klachten
USSELERWEG
UTRECHT, ook UTREGT, UTRICHT,
UYTREGT enz.
UTRECHTSEWEG
Utregt: zie Utrecht
Uuldriks: zie Ulrich
Uum: zie Uhm
Uunck, Uunk: zie Uenk
Uurbanus: zie Urbanus
uurwerk
uurwerkmaker: zie horlogemaker en klokkemaker
Uytenweerde, Uyten Weerde: zie Weerd
Uyterwaal, Uyterwael: zie Uiterwaal
Uyterwyk: zie Uiterwyk
Uytink: zie Uitink
Uytrecht, Uytregt: zie Utrecht
Uyttenweerde, Uytten Weerde: zie Weerd
Uytterwaal, Uytterwael (enz.): zie Uiterwaal
VARSSEVELD, ook VARSEVELD enz.
VARSSEVELDSESTRAATWEG
varver: zie verver
Varver: zie Verver
varwer: zie verver
Varwer: zie Verver
VARWYK
Varzelder: zie Varsselder
Varzeveld: zie Varsseveld
VASBINDER
Vasen: zie Vaassen
Vassele: zie Varssel en Varsselder
VASSII, ook VASSY enz.
vast
vastenavondbieren
vastenavondspelen
vaststelling
VAT
vat, vaten
Vawiskamp: zie Wiskamp
VAYERS
VAYNES
VECHT
VECHTENHOFSTEDE
VEDDER
VEDDERINK
Vedders: zie Vedder
vee
veearts
veebrandijzer
Veecken: zie Veken
veedrijven
Veegens: zie Vegens
veehandelaar
veehouder
VEEKATEN
VEEKMAN, ook VEEKMANS enz.
Veekmans: zie Veekman
Veelckers, Veelders, Veelen, Veelens, Veelers:
zie Veleker
veelvraat
VEEN, ook KLEINE VEEN, VHEEN enz.
VEENBRINK
Veenderiks: zie Vaandrig
veenderij
Veendrigs: zie Vaandrig
Veeneman, Veenemans: zie Venneman
Veenendaal, VEENENDAAL: zie Venendaal
VEENHOF
Veenhorst: zie Venhorst
VAAGS
Vaalepoort: zie Valepoort
Vaalverdink: zie Valewink
VAANDRAGER
VAANDRIG, ook FEENDRICK, FENDERICH,
FENDRICKS enz.
VAANHOLT
VAARKAMP, ook VANEKAMP, VARECAMP,
VAREKAMP enz.
vaart
VAART
vaartuig
vaarweg, VAARWEG
VAARWERK
VAASSEN, ook FAAS, FAASEN, FAASSEN,
FAASSEN HEER, FASEN, VASEN enz.
VAASSEN HEER, ook FAASSEN HEER enz.
vacante plaats
vacatie
vacatiegelden
vacatiekosten
vacature
Vader: zie Voorst Vader
vaderlijk erfdeel
vaderschap
Vaelewink: zie Valewink
Vaendriks: zie Vaandrig
vaginale doop
VAHALIS
VAIL
VAILLANT
vaisseau l’Auguste
VAITOWN
VAL
VALBURG
Valck: zie Valk
VALEPOORT
VALEWINK
VALK, ook FALCK, VALCK enz.
Valke, Valken: zie Valk
VALKENBURG, ook KLEIN VALKENBURG
enz.
Valkenburgs: zie Valkenburg
VALKENHOF
Valkenhoff: zie Valkenhof
VALKENHUIZEN
VALKENSTEIN
VALKENSWAARD
Valle: zie Vallee
VALLEE, ook VALLE, VALLES enz.
vallende ziekte
Valles: zie Vallee
VALLEYFIELD
valsemunter, ook valsemunters, valsemunterij
enz.
vals geld
Valsters: zie Falter
Valuelynck, Valvelink: zie Valewink
VANAUBEL
Vanbuchelen: zie Buchelen
Vandelo, Vandeloo: zie Loo
Vandenberg: zie Berg
VANDENOKELALLENTE
VANDERS (?)
Vandesande: zie Zand
Vandeville: zie Vendeville
Vanecamp, Vanekamp: zie Vaarkamp
VANEVELD, ook KLEYN VANEVELD enz.
(cf. Vaarkamp, Varekamp, Vanekamp)
Varekamp: zie Vaarkamp
varen
Varenkamp: zie Vaarkamp
varia
VARIK
varken, varkens
varkenskop
VARKENSSTRAAT, ook VARKENSTRAAT
enz.
Varkenstraat: zie Varkensstraat
VARMAN
VAROA (ook: FARO enz.)
Varsel: zie Varssel
Varselder: zie Varsselder
Varsele: zie Varssel
Varseveld: zie Varsseveld
VARSSEL, ook VARSELE, VERSELE,
VERSSELE enz.
VARSSELDER, ook VARSELDER,
VARZELDER enz.
Varssele: zie Varssel
Varsseler: zie Varsselder
VEENHUIS, ook VEENES, VEENHUIZEN,
VENHUYS, VEENHUYZEN enz.
Veenink: zie Venink
Veenman, VEENMAN: zie Venneman
Veens, zie Kleine Veens; zie document 8190829a
VEENSCHOTEN
veepest, ook veeziekte enz.
veer, ook vheer
VEER
VEERBEEK, ook VERBEECK, VERBEEK,
VER BEEK enz.
VEERE
VEEREN
veerman
VEERMAN
VEERPOORTSTRAAT
veerschepen: zie sub veerschip
veerschip, veerschepen
Veersen: zie Viersen
VEERST
Veert: zie Voert
veertiende predikant
veertigste penning
Veertje: zie Kleine Veertje
Veesen: zie Veessen
veeslager
VEESSEN, ook VEESEN enz.
Veest: zie Voert
veestapel
veesterfte
VEGEN, ook VEEGENS enz.
Vegens: zie Vegen
VEGERS
Veggelaars, Veggelers: zie Vogelaar
Vegt: zie Vecht
Vehlingen: zie Velingen
veiling
Veitelink: zie Wisselink
VEKEN, ook VEECKEN enz.
veld
VELD, ook FELDEN, VELDE, VELDEN,
VERVELDE enz.
Man in ’t Veld: zie (Man) Veld
veldafdeling: zie afdeling te velde
VELDAKKER, ook VELTACKER enz.
veldartillerie
Veldboom: zie sub Roerink (Roerdinkveldboom,
Roerdink Veltboom e.d.)
Velde, Velden: zie Veld
VELDER, ook VEELCKERS, VEELDER,
VEELER, VEELERS, VELDERS, VELEKER,
VELEN, VELER, VELLER enz. (cf. "VELD")
VELDERHOF, ook VELLERHOFF enz.
VELDERMAN
Velders: zie Velder; zie ook Veleker
veldgewas
VELDHOEK
VELDHOEN
VELDHOF, ook VELDHOVEN enz.
VELDHOMMEL
VELDHORST, ook VELTHORST enz.
Veldhoven: zie Veldhof
Veldhuis, Veldhuisen, Veldhuisje: zie Veldhuizen
VELDHUIZEN, ook VELDHUIS, VELDHUYZEN, VELTHUYSEN enz.
VELDHUNTEN, ook HUNTEN enz.
Veldhuyzen, Veldhuzen: zie Veldhuizen
VELDINK, ook KLEIN VELDINK, VELTINK
enz.
VELDKAMP, ook VELSKAMP, VELTKAMP
enz.
veldmaarschalk: zie generaal-veldmaarschalk
VELDMAAT
VELDMAN, ook FELDMANN, VELDTMAN,
VELTMAN enz.
veldpolitie
Velds: zie Vels
veldschuur
Veldthorst: zie Veldhorst
Veldtmans: zie Veldman
veldtocht
veldvruchten
veldwacht: zie rijksveldwacht
veldwachter
VELDWEG
Veldwiek: zie Veldwyk
VELDWYK, ook VELDWIEK enz.
Veleker, Velekers, Velen, Veler, Velers: zie
Velder
Velholt: zie Hartger Verholt (25-6-1753)
Velhorst: zie Veldhorst
VELINGEN, ook FEHLINGEN, VEHLINGEN
enz.
Velkaemps, Velkamp: zie Veldkamp
Vellegas: zie Villegas
Veller: zie Velder
Vellerhof, Vellerhoff: zie Velderhof
VELP
VELPERPOORT
VELPERPOORTSMUUR
VENHOVEN, ook VENHOEVEN enz.
Venhuis, VENHUIS, Venhuys: zie Veenhuis
VENINK, ook VEENINK enz.
VENINKBRINK, ook FENINKBRINK,
VEENINKBRINK enz.
VENLO, ook VENLOO enz.
Venmans: zie Venneman
VENNEBOER, ook JANSEN VENNEBOER
enz.
VENNEMAN, ook FENNEMAN,
VEENEMANS, VEENMAN, VENEMANS,
VINNEMAN enz.
Vennemans, Vennenans: zie Venneman
Vennerbos: zie Venderbosch
Vennhorst: zie Venhorst
Venraai, Venraay: zie Venray
VENRAY
Venrickboes: zie Venderbosch
venster
VENTE
VENTENHORST
venter
VENUS, ook VENES, VENIS enz.
verandering
verantwoording
VERBAAS
Verbeeck, Verbeek: zie sub Veerbeek
Verbensel: zie Bensel
VERBERG
VERBERKMOES
verbetering
verbeurdverklaring
verblijfkosten: zie teerkosten; zie ook document
593ai
verbod
Verboom: zie Verboon
VERBOON
Verborg: zie Verburg
verbouwing, ook verbouw enz.
VERBRAAK
verbrand huis
VERBRANDE STRAAT, ook
VERBRANDESTRAAT
verbranding
VERBRUGGEN
verbrijzeling
VERBUCHELEN, ook BUGCHELEN,
VERBUCHELN, VERBUCHLEN,
VERBUGCHELEN, VERBUGGELEN enz.
Verbucheln, Verbuchlen, Verbugchelen,
Verbuggelen: zie Verbuchelen
VELPERWEG, ook VELPSCHE WEG enz.
Velphen: zie Velp
Velpscheweg, Velpsche Weg, Velpseweg: zie
Velperweg
VELS, ook FELS, VELTS, VEYLS, WELS enz.
Velsen: zie Velzen
Velskamp, VELSKAMP: zie Veldkamp
VELSWYK
Velt: zie Veld
Koninghs Velt: zie Koningsveld
Veltharst: zie Veldhorst
Veltacker, Veltakker: zie Veldakker
Velthorst: zie Veldhorst
Velthuis, Veldhuisen: zie Veldhuizen
Velthunten, Velthuynten: zie Veldhunten
Velthuys, Velthuysen: zie Veldhuizen
Veltink: zie Veldink
Veltkamp, Veltkamps, Veltkamt: zie Veldkamp
Veltman: zie Veldman
VELUWE, ook VELOUW, VELUWEN enz.
VELUWEZAAL
VELZEN, ook VELSEN (zie ook sub VELS)
VEN
VENDEE, ook VENDéE enz.
Venderboes, Venderbos: zie Venderbosch
VENDERBOSCH, ook VENDERBOS enz.
Venderboss, Venderboz, Venderbus,
Venderbusch, Venderichbos: zie Venderbosch
Venderick: zie Vaandrig
Venderick Boes, Venderickbosch,
Venderickboss: zie Venderbosch
Venderigh, Venderik: zie Vaandrig
VENDERINK
VENDEVILLE, ook VANDEVILLE enz.
Vendrich Boes: zie Venderbosch
Vendrick: zie Vaandrig
Vendrickboes, Vendrigboes, Vendrigh Bosch: zie
Venderbosch
VENEMA
Veneman, Venemans: zie Venneman
VENENDAAL, ook VEENENDAAL enz.
VENENDAAL, ook GELDERSCH
VEENENDAAL, GELDERSCH
VENENDAAL, GELDERS VEENENDAAL,
STICHTS VENENDAAL, VEENENDAAL
enz.Venes: zie Venus
Venhoeve, Venhoeven: zie Venhoven
VENHORST, ook KLEIN VENHORST, KLEIN
VENHORSTINK, VEENHORST enz.
Venhorstink: zie Venhorst
Venhof: zie Venhoven
VERBURG, ook VERBORG enz.
Verdauw, Verdauwe: zie Verdouw
Verde Hölling: zie Hollink
verdeling
Verdick: zie Verdyk
verdiend loon
verdiensten
verdiept begraven
VERDIER
VERDOUW, VERDAUW, VERDAUWE enz.
verdrinking
verdrukking
VERDUIN, ook VERDUYN enz.
VERDUN
VERDYK
Ver Emme: zie van Remmen
VERENIGDE STATEN, ook UNITED STATES,
VEREENIGDE STATEN enz.
vereniging
verenigingsgebouw
vergadering
VERGEER
vergemakkelijking
vergeten
vergoeding
VERGOUWE, VERGOUW enz.
VERGROESEN
vergunning
VERHAAF, ook VERHAAVEN, VERHAVEN
enz. (cf. HAVE)
Verhaag, Verhaagen: zie Verhagen
VERHAAR, ook VERHAER enz.
Verhaer: zie Verhaar
Verhage: zie Verhagen
VERHAGEN, ook VERHAAG, VERHAAGEN,
VERHAGE enz.
Verhal, Verhall: zie Hal
verhandelbaarheid
VERHEF
verheffing van leen
Verhei, Verheien: zie Verhey
VERHEUL, ook VER HEUL, VERHEULL,
VERHUELL, VER HUELL enz.
Verheull: zie Verheul
VERHEY, ook VERHEYEN enz.
Verheyen: zie Verhey
verhindering
Verhoef: zie Verhoeven
VERHOEK
VERHOEVEN, ook VERHOEF, VERHOEFF
enz.
verhoging
Verholdt: zie Verholt
VERHOLT, ook VERHOLTE enz.
Verholte, Verholten: zie Verholt
VERHOOG
verhoor
VERHORST
Verhudt: zie Verhuet
Verhuel, Verhuell, Ver Huell: zie Verheul
VERHUET
verhuisbericht
verhuizing
Verhut, Verhutem: zie Verhuet
verhuur
Verhuut, Verhuuten: zie Verhuet
Verhy: zie Verhey
verificateur
verjaardag: zie geboortedag
VERKAMP
verkering
VERKERK
verkiezing
verklaring
verkondiging
verkoop, ook verkoping
verkoper
verkorting
VERKROOST
VERKRUIS, ook VERKRUISSE enz.
Verkruisse: zie Verkruis
VERKUIL, ook VERKUYL enz.
Verkuyl: zie Verkuil
verlaten
verlegging
VERLENG
VERLENGDE HOFLAAN
verlenging
verlies
verlof
verlofganger
verloren
verloskundige
verloting
VERMAAS
VERMAAT, ook VERMATEN enz.
vermaning
Vermaten: zie Vermaat
VERMEER
vermeerdering
VERMEULEN
VERMYN
vervening
verver, ook verwer enz.
VERVER
verversbedrijf
verversknecht
Verveuren: zie Vervoort
vervoer, ook vervoeren enz.
vervolgonderwijs
Vervoord, Vervooren: zie Vervoort
VERVOORT, ook VERVEUREN, VERVOORD,
VERVOOREN, VERVOREN enz.
Vervoren: zie Vervoort
VERVUHOEN
vervulling vacature
Verwaai, Verwaaien, Verwaajen: zie Verwaay
VERWAAY, ook VERWAAI, VERWAAJEN,
VERWAAYEN, VERWAJEN enz.
VERWACHTING
Verway: zie Verwaay
verweerschrift
verwekken
verwer: zie verver
Verwer: zie Verver
VERWEY
VERWILLIGEN
VERWILST
Verwoerk: zie Verwoerd
VERWOERD, ook VERWOERT enz.
Verwoert: zie Verwoerd
VERWOLDE
verzaking van plichten
verzegeling
verzekering, ook verseeckeringhe enz.
verzekeringsagent
verzekeringspolis
verzekeringsmaatschappij
verzet
VERZET
verzetting
verzoek
verzoekschrift
verzoendag, ook Grote Verzoendag enz.
verzorging
verzorgingscentrum
verzorgingshuis
verzuim
verzuimde aangifte
VERZYL
Veskamp: zie Wiskamp
vesper
Vessevelt: zie Varsseveld
vernielen, ook vernieling enz.
vernietiging
vernieuwing
VERNOC
VERNOOY
verongelukken, ook ongeluk, verongelukt enz.
veroordeling
veroveringen
verpachte haver
verpachte landerijen
verpachting
VERPLANKE
verpleeghuis
verplichting
verponding
VERPOORT
Verpoorten: zie Verpoort
VERSAILLES
Verschaag, Verschage: zie Verschagen
VERSCHAGEN, GILLISSEN VERSCHAGEN
enz.
VERSCHOOR
VERSCHUUR
verschijnen, verschijning
Versel, Versele: zie Varssel
verslag
verslaggever, ook verslaggevers, verslaggeving
enz.
Verspiek: zie Verspyk
VERSPRILLE
VERSPYK, ook BAERDT VERSPYCK, BAERT
VERSPYCK, VERSPIEK, VERSPYCK enz.
Verssel, Verssele: zie Varssel
Versseveld: zie Varsseveld
verstandhouding
VERSTEEG, ook VERSTEEGH, VERSTEGEN
enz.
Versteege, Versteegen, Versteegh, Verstege,
Verstegen: zie Versteeg
verstek
VERSTELLE
VERSTRATEN
verstrekking
Vert: zie Voert
vertegenwoordiger
vertignis
Vertkamp: zie Veldkamp
vertraging
vertrappen
vertrek
VERVAT
vest
VESTEL
Vestering: zie Westerink
Vestervelt: zie Westerveld
vestiging
vesting
vestingartillerie
vestingwerken
VET
veteraan
vetgehalte
VETHUIZEN
Vethusen: zie Vethuizen
Vetkamp: zie Veldkamp
VETTEN, ook VETTER enz.
VETTE NETTERDEN
Vetter, VETTER: zie Vetten
vette varkens
Veugelink: zie Vogelink
VEUGEN
veulen
Veurentjes, Veurntjes: zie Vorentjes
VEURNE, ook VUURNE enz.
VEUST
VEY
Veyls: zie Vels
Vheen: zie Veen
vheer: zie veer en wagenveer
VIAANSE DYK
VIANEN
VIANEN OP HET VEER
vicarie
vicariegoederen
vicaris
VICARISWEG
vice-admiraal
viceburgemeester, ook vice-burgemeester enz.
vicekoster
VICEM
VICENTE FERRER
VICTOR EMANUEL
VICTORIA
victualiemeester
VIDAL
VIEBAHN
VIEBERINK, ook FIEBERINK, FIEVERINK
enz.
Viechrich: zie Vaandrig
viefschacht, viefschagt: zie vijfschacht
VIEL, ook VIELE enz.
Viele: zie Viel
Vienes: zie Venus
VIERAKKER
VIERBOOM
Vierbooms: zie Vierboom
vierde bataillon
VIER GEBROEDERS
Vierhoud: zie Vierhout
VIERHOUT
VIERHUIS
Vierhuiss, Vierhuys: zie Vierhuis
viering
VIERINK, ook VIERING enz.
VIERMORGEN
vier schijven
VIERSEN, ook VEERSEN enz.
Vierssen: zie Viersen
VIERVANT
VIERVOET
Viessers: zie Visser
VIETOR
Vieverink: zie Vieberink
Vige: zie Vyg
Vilanova: zie sub Thomaskerk
Vileer: zie Vilier
VILIER, ook VILEER enz.
Villa Louise: zie sub Grotenhuis
Villanova: zie sub Thomaskerk
ville (Fr.): zie stad
VILLE
Villeg: zie Ville
VILLEGAS
Villeget: zie Ville
vim
vim gerst: zie sub vim
Vinckefloe, Vinckenvleugel: zie Vinkenvleugel
Vinckers: zie Vinkers
vinger...
VINK, ook VINKE, VINKEN enz.
Vinke, Vinken: zie Vink
Vinkenbarg, Vinkenberg: zie Vinkenborg
VINKENBORG, ook VINKENBARG,
VINKENBERG, VINKENBURG enz.
Vinkenburg: zie Vinkenborg
VINKENOOG
VINKENVLEUGEL, ook FINKEFLUGEL,
FINKENVLöGEL, VINKEVLEUGEL enz.
VINKERS, ook BECKERING VINCKERS enz.
Vinkevleugel: zie Vinkenvleugel
Vinkop: zie Vinkwyk
VINKWYK, ook VINKOP enz.
Vlasvinkel, Vlaswinckel: zie Vlaswinkel
VLASWINKEL
Vlaswynckel: zie Vlaswinkel
VLEDDER
Vleemink: zie Vlamink
vlees
vleeshouwer
vleesslagersknecht
vlegel, vlegels
Vlemingh, Vlemink: zie Vlamink
Vles: zie Fles
VLEUTEN, ook VLOTEN enz.
VLIE
VLIEGEN
vliegtuig
VLIELAND
Vlier, Vliert: zie Fliert
VLIERHAAR
VLIET
VLISSINGEN, ook FLUSHING, VLASSINGEN
enz.
vloeken
vloer
Vloten: zie Vleuten
vlucht
VLUCHT
Vlugt: zie Vlucht
vlijt
vocatie
VOCHRAAT
Vockingh: zie Fokkink
VOCKS
VODDERMAN
Voed: zie Voet
voederdeel
Voegel, Voegels: zie Vogel
VOERENPAS
Voerentjes: zie Vorentjes
voergat: zie document 8201104a
VOERMAEG
voerman
VOERMAN
Voermans: zie Voerman
voermansknecht
Voerntjes: zie Vorentjes
VOERT, ook KLEYNE VOORT, TERVOERT,
VOORT enz.
Voerthuis: zie Voorthuizen
Voertmans: zie Voortman
voet, ook voetkwaal, voetongemak enz.
VOET, ook VOEDT, VOETH enz.
Vinman, Vinmans, Vinneman, Vinnemans: zie
Venneman
Viraker, Virakker: zie Vierakker
VIRULY
vis, ook vissen enz.
VISEE
viseren
visitatie: zie kerkvisitatie
visiteren
visiteur
visiteur-commies
VISMARKT, ook VISCHMARKT enz.
visrecht
Visscher, Visschers: zie Visser
vissen
visser
VISSER, ook FISCHER, VISSCHER, VISSCHERS, VISSERS enz.
VISSER NIEUWKERK
Vissers: zie Visser
visserij
visserijopziener
visserijwet, Visserijwet
vistuig
visvangst
VITRIARIUS
VITRINGA
Vitsch: zie Fiets
vitsel: zie fistel
VITUSKERK
Viverink: zie Vieberink
Vlaamse uitspraak
VLAANDEREN
VLAARDINGEN, ook VLARINGE enz.
Vlachtwedde: zie Vlagtwedde
vlag
VLAGTWEDDE
VLAM
VLAMERTINGHE
VLAMINK, ook FLEMING, FLEMINK,
VLEMING, VLEMINK, VLEEMINK enz.
Vlaringe, Vlaringen: zie Vlaardingen
vlas
VLAS
VLASBLOM
VLASKAMP
Vlaskamps: zie Vlaskamp
vlasserij
Vlassingen: zie Vlissingen
VLASTUIN, ook VLASTUYN enz.
VLASVELD
voetbode
Voeth, Voetius: zie Voet
voetkwaal: zie sub voet
Voetman: zie Voortman
voetongemak: zie sub voet
voetvolk
VOGEL, ook VOOGEL enz.
VOGELAAR, ook VEGGELAARS,
VEGGELERS enz.
VOGELINK
Vögelink: zie Vogelink
Vogell: zie Vogel
VOGELPOEL
Vogels: zie Vogel
Vogelsanck: zie Vogelzang
vogelschieten: zie papegaaischieten
VOGELSTRAAT
VOGELZANG
VOIGTER
voirzegge: zie voorzegging
VOL
VOLBERGEN, ook VOLBERGEN KIERS enz.
VOLBRINK
VOLENDAMSTRAAT
Volgens, Volgers: zie Volkers
volgnummers
VOLHABER
Völkers: zie Volkers en Brink Volgers
VOLKEN
VOLKERS, ook FOLGERS, FOLKER,
FOLKERS, VOLGERS, VöLKERS,
VOLLEKERS, VULKER, VULKERS,
VULLEKERS enz.
Volksalmanak: zie Geldersche Volksalmanak
Volksuniversiteit Wageningen
volksvertegenwoordiging
volksvlijt
VOLLAND
VOLLENHOVE, ook AMBT-VOLLENHOVE,
VOLLENHOVEN enz.
Vollenhoven: zie Vollenhove
volle nicht
VOLLEWENS, ook VOLLENWENS enz.
volmacht
VOLMAN
Volmans: zie Volman
Volmer: zie Volmerink
VOLMERINK, ook FOLMER, FOLMERS,
FOLMERT, VOLMER, VOLMERS,
VOLMIG enz.
Volmers, Volmig-, Volmin-: zie Volmerink
VOLMULDER
VOLRAT
VOLRIET
VOLTELEN
VOLTE SIBITA
Voltinck: zie Vultink
VOLTI SEBUTO (cf. Volte Sibita)
Vonck: zie Vonk
vondeling
Vonderhorst: zie Horst
Vongers: zie Fongers
VONHOF, ook FONHOF enz.
VONK, ook FONCK, FONCKE, FUNCKE,
VONCK, VONK BOTH enz.
VONKEMAN
vonnis
Vontein, Vontyn: zie Fontein
voogd
VOOGD, ook VOOGT enz.
voogdes, voogdesse
voogdesse: zie voogdes
voogdschap
voogdij
voogdijraad
voogdijschap
Voogels: zie Vogel
Voogt: zie Voogd
vooravondviering
VOORBRAAK
VOORBROEK
VOORBURG
Voord, Voorde, Voorden: zie Vorden
VOORDES
voordracht
voorechtelijk geslachtsverkeer
voorgang
VOORGANG
voorganger
Voorgank, Voorganks: zie Voorgang
voorgeschoten geld
voorgeschreven preek
voorhuis
VOORKAMP
voorkind, ook voorkinderen enz.
voorlezen
voorlezer
voorlopige boedelscheiding
voorlopige begrafenis
voorlopige organisatie
voorlopige verkoop
voormalig diaken
Vornjes: zie Vorentjes
Vornn: zie Vorden
Vorntjes: zie Vorentjes
Vorren: zie Vorden
VORRINK
Vorsselaar: zie Vosselaar
Vorssers: zie Vossers
vorst
VORST
VORSTEN
VORSTENBERG
vorstendom
VORSTENGELAAR
Vorster, Vorsters: zie Vossers
vorstin
Vorthusen: zie Voorthuis
VOS, ook VOSCH, VOSCH AVESAET, VOSS,
VOSSEN enz.
Vos Avesaat: zie Avezaat en Vos
Vosch: zie Vos
Vosch Avesaat: zie Avezaat en Vos
Voschen: zie Vos
VOSHEURNE
VOSKUIL, ook VOSKUILEN, VOSKUYLE
enz.
Voskuilen, Voskuyle: zie Voskuil
VOSMAN
Voss: zie Vos
VOSSEGAT
VOSSEKUILTJE
VOSSELAAR, ook VORSSELAAR enz.
VOSSELMAN
Vossem, Vossen: zie Vos
VOSSERS, ook FORSTERS, VORSTERS,
VOSTERS enz.
Vosters: zie Vossers
VOT
VOTHEM
VOTKAMP
Vourt: zie Voert
Vphaúes: zie Ophoven
vraat
VRACHTRUP, ook FRENTEROP,
VRIENTERHOF enz.
vrachtrijder
VRAGE
VRAGENDER
VRAKKINK, ook FRAKKINK, WRAKKINK
enz.
vrang, vrange: zie Konynenvrang
Vranken: zie Franken
voormalig ouderling
Voorn: zie Voren
voornaam, voornamen
Voorntjen: zie Vorentjes
voorouders
Voors: zie Voorst
VOORSCHOTEN
voorslag
VOORST
voorstel
voorstelling
VOORSTONDEN
Voorstunden: zie Voorstonden
VOORST VADER
Voort, VOORT: zie Voert
VOORTENBURG
Voorthuis: zie Voorthuizen
VOORTHUIZEN, ook VOORTHUIS,
VOORTHUISEN, VOORTHUYS,
VOORTHUYSEN, VOORTHUYZEN enz.
Voorthuys, Voorthuyzen: zie Voorthuizen
Voortjes: zie Vorentjes
VOORTMAN, ook VOERTMAN enz.
Voortmans: zie Voortman
Voorts: zie Voorst
voortverpachten
VOORTWIS
voorwaarde
voorwendsel
voorzaat, ook voorzaten enz.
voorzanger
voorzaten: zie sub voorzaat
voorzegging
voorziening
voorzitter
Voothuizen: zie Voorthuizen
Vorde: zie Vorden
VORDEN
Vorder: zie Vorden
vordering
VOREN
Vorentjen, Vörentjen, Vörentjes: zie Vorentjes
VORENTJES, ook VEURENTJES,
VEURNTJES, VOORNTJES enz.
VORKINK, ook FORKINK enz.
Vorm, Vorme: zie Former
vormer
VORMER
vormerij
VORMSTERY
Vorn: zie Vorden
Vransen, Vransenen: zie Fransen
Vrasseld: zie Vrasselt
VRASSELT
Vrechtrup: zie Vrachtrup
vrechting
vrechtwerk
vrede
Vrede: zie Vreden
vredegerecht, ook vredegericht enz.
vredegericht: zie vredegerecht
VREDEGOMS
VREDEN, ook FREDE, FREEDE, VREDE,
VREE, VREEDE enz.
Vredenberg, Vredenborg: zie Vredenburg
VREDENBURG, ook VREDENBERG,
VREDENBORG enz.
Vredenvoort: zie Vredevoort
vrederechter, ook vrederichter enz.
VREDERYK
VREDEVOORT, ook VREDENVOORT enz.
Vree, Vreede: zie Vreden
VREEM
VREEMAN, ook FREEMAN, VREEMANS,
VREMAN, VRYMANS enz.
Vreemans: zie Vreman
VREEMD
vreemdeling
vreemde nationaliteit
vreemde troepen
vreemde vrouw
Vreenegoor: zie Vrenegoor
Vreeriks: zie Freriks
Vrees: zie Vriezen
VREESMAN
VREESWYK
Vreezen: zie Vriezen
Vregte Rop, Vregterop: zie Vrachtrup
Vremans: zie Vreeman
Vrendenberg: zie Vrendenborg
VRENDENBORG
VRENDOP
Vrendt: zie Vriend
VRENEGOOR, ook VREENEGOOR enz.
Vreriks, Vrers: zie Freriks
Vreugdenryck: zie Vreugdenryk
VREUGDENRYK
Vreugderyk: zie Vreugdenryk
Vreul: zie Verheul
Vreuriks: zie Freriks
vriend
VRIEND, ook VRENDT, VRIND enz.
Vriendt: zie Vriend
Vrienterhof: zie Vrachtrup
Vries, Vriese, zie Vriezen
Vrieselaar, Vrieselaars, Vrieselaer, Vrieselaers,
Vrieselar, Vrieselder, Vrieseler, Vrieselers: zie
Vriezelaar
Vriesen: zie Vriezen
Vriesenaar, Vriesenhaan: zie Vriezenhaan
Vriesland: zie Friesland
Vriesseler, Vriesselers: zie Vriezelaar
Vriessen, Vrieze: zie Vriezen
VRIEZEKOLK
VRIEZELAAR, ook FRISELER,
VRIESELAAR, VRIESELDER,
VRIEZELDER enz.
VRIEZEN, ook FRIESE, VRIES, VRIESEN enz.
Vriezenaar: zie Vriezenhaan
Vriezens: zie Vriezen
VRIEZENHAAN
VRIEZENVEEN
Vriezeveen: zie Vriezenveen
Vrind, Vrindt, Vrint: zie Vriend
Vris: zie Vriezen
Vriselaar, Vriselaars, Vriseler, Vriseloo: zie
Vriezelaar
Vrisen: zie Vriezen
Vrizelaar, Vrizelaars: zie Vriezelaar
VROCHTEN, ook TERVRUGT, VROGTEN,
VRUGT, VRUGTEN enz.
VROCHTMAN, ook VRUCHTERMAN,
VRUCHTMAN, VRUGTMAN,
VRUGTERMAN enz.
vroedkunde
VROEDMAN
vroedmeester
vroedvrouw
Vroemes: zie Vroom
Vroetmans: zie Vroedman
Vroggink: zie Vruggink
Vrogten: zie Vrochten
VROLYK, ook FROELIX enz.
VROOM, ook VROEMES enz.
VROONIK
VROS
vrouw, ook vrouwen enz.
VROUW JENTJE
VROUW JOHANNA
vrouwenmoeder
vrouwspersoon
Vrugt, Vrught: zie Vrochten
vruchtbomen snoeien
vuurstoven: zie vuurstoof
vuurtoren
vuurwapen
vuurwerk
vijfde compagnie
vijfde kiesdistrict
vijfschacht
vijf schepel
vijftiende predikant
VYG
Vygh: zie Vyg
VYLEN
Vytelink: zie Wisselink
VYVER
vijzel
VYZELAAR, ook VYSELAAR enz.
VYZELSTRAAT
vruchten
Vruchterman, Vruchtman: zie Vrochtman
VRUGGINK, ook VROGGINK enz.
Vrugt: zie Vrucht
Vrugterman, Vrugtman: zie Vrochtman
VRUISSINK
VRUWINK
VRY
VRYDAG, ook FREYTAG, FRYTAG,
VRYDAGH enz.
vrije heerlijkheid
vrije kunsten
vrije school, ook vrije scholen enz.
vrijgeleide
vrijgezel
vrijheid
VRYHEID
vrijhouden
VRYLAND
vrijlating
Vryman, Vrymans: zie Vreeman
VRYMOED, ook FREYMUTH enz.
vrijspraak
vrijstelling
vrijwilliger, vrijwilligers
VUCHT, ook VUGHT, VUGT enz.
Vuck: zie sub Vink
Vugt: zie Vucht
Vuhling: zie Pollink
VULCAANSOORD
VULDER
Vullekers: zie Völkers
VULPEN
VULTINK
VUNDERINK
VUREN, ook FUREN, FUUREN, TUUREN (!?),
VUURDEN, VUUREN enz.
Vuriens: zie Ruriens
Vurstenauw: zie Furstenau
Vurytjes: zie Vorentjes
VUSTYN
vuur
Vuurden: zie Vuren
VUURDERSGOED, ook VUURDERS GOED
enz.
vuurlepel
Vuurne: zie Veurne
VUURREVE
Vuursche: zie Vuurse
VUURSE
vuurstoof, vuurstoven
Waabroek: zie Waarbroek
waag
waagmeester
WAAGSTRAAT
waaier, ook waaijer enz.
WAAL, ook WAARLE, WAERLE, WAARLO,
WARLE enz.
Waalbroek: zie Waarbroek
Waalburg: zie Walburg
WAALDER
WAALDERBOS
Waalders: zie Waalder
Waale: zie Waal
Waal en Maas: zie Maas-Waal
WAALRE
Waals: zie Wals
WAALWYK
Waanders: zie Wanders
waanzinnigheid
WAARBROEK
waard, ook ward, wardt, wart enz.
WAARD
Waardbroeck: zie Waarbroek
waarde: zie eigenwaarde
WAARDEN
WAARDENBURG, ook WEERDENBURG enz.
waardering
waardgraaf, ook wardgraaf, wartgreeff enz.
waardje, ook wardje, wardtje, wartjen enz.
Waarendorp: zie Wachtendorp
Waarle, Waarlé, Waarlo, Waarloo: zie Waal
waarnemen
waarnemend deurwaarder
waarsenmaker: zie kaarsenmaker
Waart: zie Waard
Waasen, Waasman, Waasum: zie Wasum
WAAYENBERG
Waazen, Waazum: zie Wasum
Wabroek: zie Waarbroek
wacht
Wachtdorpt: zie Wachtendorp
WACHTENDONK
WACHTENDORP
Wachtendorps, Wachtendorpt: zie Wachtendorp
wachtmeester
WACHTMEESTER, ook WAGTMEESTER enz.
WADDINXVEEN
Waecker: zie Waker
Wael, Waell: zie Waal
Waerbroeck, Waerbroek: zie Waarbroek
Waerl, Waerle: zie Waal
Waesing: zie Wassink
Waeter: zie Water
wafelijzer
WAGEMAN
Wagemans: zie Wageman
wagen, wagens enz.
WAGENAAR, ook WAGENER enz.
Wagener: zie Wagenaar
WAGENHUVER, ook WAGENHüVER enz.
WAGENINGEN
wagenmaker
wagenmakersknecht
Wagensveld(t/s): zie Wagenveld
wagenveer, wagenveren
WAGENVELD, ook WAGENSVELD enz.
WAGENVOORT
WAGGELAAR
Waggelaers: zie Waggelaar
WAGGELINK
Wagner: zie Wagenaar
Wagtena: zie Wartena
Wagtendorp: zie Wachtendorp
Wahlburg: zie Walburg
WAHRENDORF
Wajenborg: zie Weyenberg
WAKEREN
WAKKER, ook WACKER enz.
wal
WAL, ook WALLE enz.
WALBEEK
WALBURG, ook WAALBURG enz.
WALBURGISKERK
WALBURGSTEEG
WALCHEREN
Walcricus: zie Struif
WALDECK
Waldenburg: zie Hohenloh Waldenburg
WALDER
WALDERVEEN
WALDERVEENSE MOLEN
Waldhilbersheim: zie Dikkenscheid
WALDHUIS
WALDMAN
Waldorff: zie Waldorp
WALDORP, ook WALDORFF, WOLDORFF
enz.
Waldorff: zie Waldorp
Wale, Walen: zie Waal
WALENKAMP
WALES
WALFARS
WALGEMOED, ook WALGEMOET enz.
Walgemoet: zie Walgemoed
WALHOF
WALKENBACH
Walle-: zie Wal
Wallyn
WALRAMUS
WALRAVEN
Walre, Walré: zie Walree
WALREE
WALS, ook VAHALIS, WAALS, WALSCH,
WALZ enz.
WALSCHEID
Walscher: zie Welscher
WALSEWEG
WALSUM
WALTENBURG
WALTER
WALTERFANG
Walters: zie Walter en Wolters
WALTERSLAG
Walthuis, Walthuys, Walthuysen, Walthuyzen:
zie Waldhuis
Waltmans: zie Waldman
Walvaert: zie Walvoort
WALVERS
Walvoord: zie Walvoort
WALVOORT, ook WALVOORD enz.
Walz: zie Wals; zie ook document 8990210a
WAMBEEK, ook WAMBEKE enz.
Wambeke: zie Wambeek
WAMEL
WAMELINK, ook WAMELING enz.
WARNERS
WARNINK
WARNSHUIS
Warnsink, WARNSINK: zie Wensink
WARNSVELD, ook WARNSFELT,
WARNSVELT, WERNSVELD enz.
wart: zie waard
Wart: zie Ward
WARTENA
wartgreeff: zie waardgraaf
Warth: zie Wart
Warthuis, Warthuisen: zie Warthuizen
WARTHUIZEN, ook WARTHUIS,
WARTHUISEN, WARTHUYSEN enz.
Warthuyzen: zie Warthuizen
wartjen: zie waardje
WARTMAN
Wasbeek: zie Waspik
Wasen: zie Wasum
WASHINGTON
washuis
waskaars
waskamer
waskuip
wasmachine
Wasmouth: zie Wasmuth
WASMUTH, ook WASMOUTH enz.
WASPIK, ook WASBEEK enz.
WASSENAAR
WASSENBERG, ook WASSENBERGH enz.
Wassin: zie Wassink
WASSINK, ook GROOT WASSINK, GROOTE
WASSINK, KLEIN WASSINK, WOSSINK,
WOSSINK HUTTE enz.
WASSINKBRINK
WASSINKMAAT
WASUM, ook WAASEN, WAASMAN,
WAAZEN, WASEN enz.
wasvrouw
water
WATER, ook TE WATER, THOEWAETER,
THOE WAETER, TOEWAETER, TOE
WAETER, TOEWATER, TOE WATER,
VAN DE WATER, WATERS enz.
waterafvoer
waterbak
WATERBERG
WATERBERGSEWEG
WATERBOER
waterfles
WATERGRAAFSMEER
WAMS
wan, wannen
wanbetaling
wandelstok, ook wandelstokken enz.
WANDERS, ook WAANDERS, WANDRES
enz.
Wandersen, Wandres, Wanners: zie Wanders
WANETIE
wangedrag
wanmolen, ook wannemolen enz.
wannemolen: zie wanmolen
wannen: zie wan
WANNEPERVEEN
WANNINK
WANNINKHAGEN
Wanraaij, Wanrooi: zie Wanrooy
WANROOY, ook WANRAAY, WANROOI enz.
Wanroy: zie Wanrooi
Wansink, WANSINK: zie Wensink
WANTES
WANTIA
Wantink: zie Wentink
WANTSCHEERDER
Wantsink: zie Wensink
wapen
WAPENVELD
Wapenvelde: zie Wapenveld
Warbei, Warbeien, Warbey: zie Warby
WARBY, ook WARBEI, WARBEIEN,
WARBEY, WARBEYEN enz.
Warbyen: zie Warby
Warbroeck: zie Waarbroek
Ward: zie sub Rees (Reesserweerd)
WARD, ook WARDT, WART enz.
wardgraaf, wardgreeff: zie waardgraaf
Wardt: zie Ward; zie ook sub Pannersen Wardt en
waard
wardtgreeff: zie waardgraaf
waren
WARENDORP
WARFFUM
Warfman, WARFMAN: zie Arfman
Warfum: zie Warffum
WARKEN
Warle: zie Waal
WARM
Warmen
warmoezenier, ook warmoezier
WARMOND
WARMSEVELD
Warneke: zie Wernink
WATERHOLT, ook WATERHORST,
WATERHOUT enz.
Waterhorst, Waterhout: zie Waterholt
waterketel
WATERLAATS
WATERLAND
WATERLANDKERKJE
waterleiding, waterleidingen
Waterloos, Waterloots: zie Waterlaats
waterlopen
watermolen
Waterpoort: zie sub Gorinchem
waterrecht
Waters: zie Water
waterschapsbelasting
watersnood
waterstaat
waterstand, ook waterstanden enz.
waterstoomgemaal
WATERSTRAAT, ook WATERSTRAET enz.
watertol
WATERVLIET
waterzucht
Wayenberg: zie Waayenberg
WEATHERLEY
Weber, Webers: zie Wever
Wechel: zie Oost Wechel
Wechhorst, Wechorst: zie Wichers
Weck: zie Week
WEDAEUS
WEDDEN
Weddinck, WEDDINK: zie Wetink
WEDERHOUT, ook WEEDERHOLD,
WIEDERHOLD enz.
wederingebruikneming
wederopbouw
Wedies, Wedjes: zie Witjes
wedome: zie weem (te Bergh)
Wedtjes: zie Witjes
weduwe
weduwenbeurs
weduwenhuis
WEE
Weeck: zie Week
Weeckinck: zie Wekink
Weederhold: zie Wederhout
weefriet: zie sub rietmaker
Weege: zie Terwege
Weegen: zie Wegen
WEEK, ook WECK, WEECK enz.
weekblad
weekhout
WEEKHOUT
Weekink: zie Wekink
Weekrom, Weekrum: zie Wekerom
Weekzyn: zie Welkzyn
Weel: zie Wehl
WEELDEN
Weele: zie Wehl
Weelink: zie Wellink
weem
WEEM, ook WEEME, WEME, WHEME enz.
Weeme: zie Weem
Weenen: zie Wenen
Weenink, Weenk, Weenks: zie Wenink
weer
WEER
WEERBEEK
weerberichten
WEERD, ook UYTTENWEERDE,UYTTEN
WEERDE, WEERDE, WEERDS, WEERDT,
WEERT, WEERTS, WERDT, WERTH enz.
Weerde, WEERDE: zie Weerd
Weerdebroek: zie Weerderbroek
Weerden: zie Huener en Weerd
Weerdenburg: zie Waardenburg
WEERDERBROEK, ook WEERDEBROEK,
WERTHERBRUCK enz.
WEERDHOF, ook WEERTHOF enz.
WEERDJE
WEERDJESHOVEN
Weerds: zie Weerd
WEERGANG, ook WEERGANK enz.
Weergank: zie Weergang
WEERKAMP, ook WIERKAMP enz.
weerkleed
Weernink: zie Wernink
WEERSELO
weersverwachting
Weert, Weerts: zie Weerd
Weeser: zie Wezer
Weesenhagen: zie Wezenhagen
wees: zie sub weeskind
weeshuis
weeskind, weeskinderen
WEESP
Weesskamp: zie Wiskamp
Weesthoff: zie Westhoven
Weetin-: zie Weddink
Weett: zie Wit
Weever-: zie Wever
Weezenhagen: zie Wezenhagen
Weimans: zie Weiman
Weimer: zie Wemer
Weinand, Weinands, Weinandts: zie Winolts
Weinep: zie Wenep
weinig bekomen
Weintjes: zie Wintjes
Weis: zie Wit
Weisbrood: zie Witbrood
weit: zie tarwe
Weitjens, Weitjes: zie Witjes
wekelijkse uitbetaling
WEKEROM, ook WEECKROM, WEEKEROM,
WEKRUM enz.
Wekrum: zie Wekerom
WEL, ook WELL enz.
Welbers: zie Wilbers
welboom (inventaris van de Engelwijk); zie
document 8861119a
Welckenaer: zie Wilkes
weldadigheid
weledelgeboren
Welffers: zie Wolf
WELGERS
Welgrave: zie Welgraven
WELGRAVEN, ook WELGRAVE enz.
WELGROOT
Welh: zie Wehl
Welheuzen: zie Welhuizen
WELHUIZEN, ook WELHEUZEN,
WEYLHUISEN enz.
Welhuysen, Welhuyzen: zie Welhuizen
Welie: zie Wely
Welink, WELINK: zie Wellink
Welken, Welkenaar, Welker, Welkers, Welkink:
zie Wilkes
WELKZYN
Wellekes: zie Wilkes
WELLEN
WELLINK, ook WEELINK, WELINK enz.
Wellinks: zie Wellink
Wellman: zie Welman
WELMAN
Welmans: zie Welman
WELMERS
WELP
Wels, WELS: zie sub Vels
WELSCHER, ook WELSKER enz.
Welsenck: zie Welsink
WELSINK, ook WELSSINK enz.
Welsinks, Welssink, Welssinks, Welsijng: zie
Welsink
Weezer: zie Wezer
Wefers: zie Wever
weg, ook wegen enz.
WEG, ook WEGGE, WEGGHE enz.
wegberm
Wege: zie Terwege
WEGEMAN
wegen: zie sub weg
WEGEN, ook WEEGEN enz.
WEGENAAR
WEGEREEF
Wegge, Wegghe: zie Weg; zie ook Weeg
WEGGELAAR, ook WEGGELAR,
WEGGELDER, WEGGELER enz.
Weggelar: zie Weggelaar
weggelder
Weggelder, Weggeler: zie Weggelaar
WEGGELHORST
Weggers, Weghorst, WEGHORST: zie Wichers
WEGIMONT
WEGINK, ook WIEGINK enz.
Wegman: zie Wichman
wegonderhoud
wegreglement
wegvoeren
wegwerker
WEHL, ook WEEL, WELH enz.
Wehm, Wehme: zie Weem
wei: zie weide, weiland enz.
WEI, ook WEIDE, WEYDE enz.
Weicherdink, Weicherink: zie Wikkerink
weide, ook wei
Weide, Weiden: zie Wei
weidegeld
weideland: zie weiland
Weideman, Weidemans: zie Weiman
weiden
weidepacht
weiderecht
WEIDOM
Weier, Weiers: zie Wyers
WEIGAND, WEYGANDT enz.
weigering
WEIKAMP, ook WEYKAMP, WYKAMP enz.
WEIKEN
weiland, ook wei, weideland enz.
WEILAND, ook WEYLAND, WIELAND,
WYLAND enz.
WEILER
WEIMAN, ook WEIDEMAN, WEIDEMANS,
WEYMAN, WYMAN, WEYTEMA enz.
welstand
WELT
WELTHOUWER
Weltink: zie Wiltink
Weltsink, Welzink: zie Welsink
WELY, ook WELIE enz.
Weme: zie Weem
WEMER, ook WEIMER, WEYMER, WYMER
enz.
WEMERMAN, ook JANSEN WEMERMAN
enz.
WEMMERS
Wendelaar: zie Bonga
WENDERINK
Wendrinck: zie Wenderink
WENEN, ook WEENEN, WIEN enz.
WENEP
WENER, ook WEHNER enz.
WENGERMAN
WENINK, ook WEENINCK, WEENINK,
WEENINKS, WENNINK, WIENINK,
WININK enz.
Weninks: zie Wenink
WENKELAAR
WENNEKENDONK
WENNEKER, ook WENNEKUS,
WUNNEKERS enz.
Wennekes: zie Wenneker
WENNEKINK
Wennekus: zie Wenneker
WENNINK, (zie ook WENNEKINK)
WENS
Wenschent: zie Wensink
WENSEL
WENSINK, ook WANSINK, WARNSINCK,
WARNSINK, WENSINCK, WENSING,
WENTSING, WENTZING enz.
Wenssinck: zie Wensink
Went: zie Wind
Wentersdorf: zie Wintersdorf
Wenterswyk: zie Winterswyk
WENTHOLT
WENTINK, ook WANTINK, WENTING enz.
(vgl. WENSINK)
Wentsinck, Wentzinck: zie Wensink
WEPPELINK
WEPPELMAN
WERB
Werde: zie Weerd
WERDENIER
Werderbroek, Werderbruck: zie Weerderbroek
Werdt: zie Weerd
WERF, ook WERFFT enz.
Werfft: zie Werf
WERFHUIZEN
Werft: zie Werf
Werht: zie Weerd
werkbaas
werkbode
WERKEN
WERKENDAM
WERKHOVEN
werkhuis
werkknecht
werklieden
werkman
WERKMAN
werkmeid
werknemer
werkplaats
werkstaking
werkster
werktijd
werkverschaffing
werkvolk
werkvrouw
werkzaam
werkzaamheden
WERMESKERKEN
Wernekers: zie Wenneker (bron 1673 nr. 205)
Werner: zie Haasloop
Wernicke, Wernik, Wernike: zie Wernink
WERNINK, ook WARNEKE, WEERNINK,
WERNICKE, WERNIK enz.
Wernsveld: zie Warnsveld
werpen
Werterman: zie Johanna Westerman (29-8-1833)
Werth: zie Weerd
WERTHEIM
Wertherbruck: zie Weerderbroek
WERVELDE
Werven: zie Werf
werving
Wesel: zie Wezel
Wesendonk: zie Wezendonk
Wesenhagen: zie Wezenhagen
Wesenthorst: zie Wezenthorst
Wesenthorsterkamp: zie Wezenthorsterkamp
WESEPE
Weshoven: zie Westhof
Wesker: zie Wilkes
Weslerveld: zie Westerveld
WESTFALEN
WEST-FRIESLAND, ook WESTFRIESLAND,
WESTVRIESLAND enz.
Westhauen, Westhaven, Westhoeverden: zie
Westhof
WESTHOF, ook WESTHAVEN,
WESTHOEFEN, WESTHOEVEN,
WESTHOEVERDEN, WESTHOVEN enz.
Westhoven: zie Westhof (en eventueel
Westerhof)
Westhuis, Westhuyzen: zie Westerhuis
WEST-INDIE
WESTKAPELLE
WESTLAND
WESTMOLENSTRAAT
Westorps: zie Westendorp
Westphalen: zie Westfalen
Westrink: zie Westerink
Westrop, Westrops: zie Westendorp
West-Vlaander, Westvlaanderen: zie Vlaanderen
wet
wetboek
wetenschap: zie medische wetenschap
Weter: zie sub (Alewinus) Wever
wetering, ook weteringen enz.
WETERINK, ook WETERING enz.
WETERINKWEG
WETHMAR
Wethors: zie Wethorst
WETHORST, ook WETHORS enz.
wethouder
WETINK, ook WEDDINK, WIDDINK enz.
Wetjes: zie Witjes
WETTERS
Wetterveld: zie Westerveld
wettiging
Wevelinckhoven, Wevelinghoven: zie
Wevelinkhoven
WEVELINKHOVEN
wever
WEVER, ook WEBERS, WEEVERS,
WEVERINK, WEVERS enz.
Weverink, WEVERINK, Wevers: zie Wever
WEVERSBORG
weversgezel
WEVERSHUIS
weversknecht
WEVERSTRAAT, ook WEVERSTRAATJE enz.
Weverstraatje: zie Weverstraat
weverij
Wevink: zie Wever
Wessel: zie Wessels
WESSELDYK, ook GROOT WESSELDYK enz.
WESSELHUIS, ook WESSELSHUIS enz.
WESSELINK, ook KLEIN WESSELINK,
WESSELING enz.
WESSELS, ook WESSEL, WISSELS enz.
WESSELS BOER
Wesselshuis: zie Wesselhuis
WESSELSSTEE, ook WESSELS STEE
Wessendorf: zie Westendorp
Wessink: zie Welsink en Wissink
West: zie Woest
WESTBROEK
WESTENBERG
Westendarp: zie Westendorp
WESTENDORP, ook WESTENDARP,
WESTEROP, WESTROP enz.
WESTENEIND
WESTENENG, ook WESTENENGH,
WESTENENK, WESTERNENG enz.
Westenenk: zie Westeneng
WESTER, ook WESTERS enz.
Westerend, Wester End, Westereng, Wester Eng:
zie Westeneng
Westerfeld: zie Westerveld
WESTERHOF
Westerhof Sels: zie voorlopig sub Westerhof
Dibbes Westerhoudt, Westerhoudt: zie Dibbets
WESTERHUIS
Westerhus, Westerhuys: zie Westerhuis
Westerik: zie Westerink
WESTERINK, ook FESTERINK, VESTERINK
enz.
WESTERLAKEN
westerlengte
WESTERLO
WESTERMAN
WESTERMARKT
western ranche
Westerop: zie Westendorp
Westers: zie Wester
Westeruyt: zie Westerhuis
Westerveels: zie Westerveld
WESTERVELD, ook WESTERVELT enz.
Westerveldt, Westervelt, Westervelts: zie
Westerveld
WESTERVOORT
Westervorth: zie Westervoort
Dibbets Wester Woud, Westerwout, Dibbes
Westerwout, Dibbetz Westerwout, Dibbez
Westerwout: zie Dibbets
Wewelink: zie Wevelink en Wevelinkhoven
Wey, Weyde, Weyden: zie Wei (en Wyhe)
Weydom: zie Weidom
WEYENBERG
Weyenborg: zie Weyenberg
Weyer: zie Weyers
WEYERGANG
WEYERMAN
Weyeroks: zie Wynrok
WEYERS, ook WEYER, WIER, WIERS,
WYERS enz.
Weygandt: zie Weigand
Weygergang: zie Weyergang
Weykamp: zie Weikamp
Weyland: zie Weiland
Weylhuisen: zie Welhuizen
Weyman, Weymans: zie Weiman
Weymer: zie Wemer
Weympje: zie Wilhelmina (voornaam)
Weympjes: zie Willems
Weynandt: zie Winolts
Weyskamp: zie Wiskamp
Weytema: zie Weiman
Weze: zie (voorlopig) Wezel
WEZEL, ook WESEL, WEZE enz.
wezen
WEZENBERG
WEZENDONK
WEZENHAGEN, ook WEESENHAGEN,
WESENHAGEN enz.
WEZENLAND
WEZENTHORST, ook WESENTHORST enz.
WEZENTHORSTERKAMP
WEZER
Wheel: zie Wehl
Wheem, Wheeme: zie Weem
Whel: zie Wehl
Wheme: zie Weem
WIBBELINK
WIBBERS
Wichelhaus, Wichelhausz: zie Wichelhuis
WICHELHUIS
Wichen: zie Wychen
WICHEREN
Wicherink: zie Wikkerink
WICHERS, ook WEGGERS, WEGHORST,
WICHHART, WIEGERS, WIEGGERS,
WIGCHERS, WIGGERS, WIGGERTS enz.
Wichgerink: zie Wikkerink
Wichgers, Wichhart: zie Wichers
WICHMAN, ook WIEGMAN, WIEGMANS,
WIGMAN, WIGMANS, WYGMAN enz.
WICHMOND, ook WICHMONT, WYCHMONT
enz.
Wichmont: zie Wichmond
Wickel: zie Wikkel
Wickeraatsberg: zie Wiekeraatsberg
Wickermann: zie Schmitz-Wickermann
(Smits-Wiekerman)
Wickkeling: zie Wikkerink
Widdink: zie Weddink
WIDLIG
Widt: zie Wit
WIEBERDINK
Wiechelinck: zie Wikkerink
WIED
WIEDEMAN
Wiedenbrock: zie Wiedenbroek
WIEDENBROEK
Wiederhold: zie Wederhout
WIEGERTJE
Wiegink: zie Wegink
Wieggers: zie Wichers
Wiegmans: zie Wichman
Wiejers: zie Weyers
WIEK
WIEKE
WIEKEN, ook WIKKE, WYCKEN enz.
Wiekensestraat: zie Wiekenseweg
WIEKENSE VELD
WIEKENSEWEG
WIEKERAATSBERG, ook
WICKERAATSBERG enz.
WIEKEREN
Wiekering: zie Wikkerink
WIEKERMAN
Wiekermans: zie Wiekerman
WIEL, ook WIELEN enz.
WIELAARS, ook WIELEERST enz.
Wielacker...: zie Wielakker...
WIELAKKERSTEEG, ook
WIELACKERSTEEG enz.
Wieland: zie Weiland
wieldraaier: zie wielendraaier
Wiele: zie Wiel
Wieleerst: zie Wielaars
WIELEMAKER
Wieleman: zie Kempen(-Wieleman) (sub
Zevenaar)
Wielen: zie Wiel
wielendraaier, ook wieldraaier enz.
WIKKEL, ook WICKEL enz.
WIKKERINK, ook WICHERINK,
WIECHELINK, WIEGERINK,
WIGCHERINK enz.
Wikkerman, Wikkermans: zie Wiekerman
wil: zie uiterste wil
Wil: zie Wiel
Wilberink: zie Wilbrink
WILBERS, ook WELBERS enz.
WILBRENNINK
WILBRINK, ook WILBERINK, WILLEBRINK,
WILLEMBRINKS enz.
WILBRINKHOF, WOLBRINGHOF enz.
Wilckink: zie Wilkes
WILD, ook BOSBOOM WILDT, WILDE,
WILDT, WILTEN enz.
Wilde: zie Wild
wild
wilde appel
WILDEKAMP
WILDEMAN
WILDENBEEST, ook WILDENBEST enz.
WILDENBERG, ook WILDENBORG,
WILTENBERG, WILTENBURG enz.
Wildenbest: zie Wildenbeest
Wildenburg: zie Wildenberg
Wildervanck: zie Wildervank
WILDERVANK, ook WILDERVANCK enz.
WILDRIK
Wildson: zie Wilson
Wildt: zie Wiel en Wild
WILDSCHUT
Wilemsen: zie Willems
wilg: zie ook sub willig
WILGEN, ook WILLIGEN enz.
WILGENHOF
WILGENMAAT
WILGJES, ook WILLIGSKENS enz.
Wilhelmi: zie Willems
WILHELMINA
WILHELMINAZIEKENHUIS
Wilhelms: zie Willems
WILHELMUS
WILHELMUS IV
WILHELMUS FREDERICUS
WILHELMUS FREDERICUS HENDRICUS
Wilkers: zie Wilkes
WILKES, ook WELCKENAER, WILKINK,
WILLEKES, WYLKE enz.
Wilkink, Wilkis: zie Wilkes
Will: zie Wiel
WIELENS
WIELER
Wielheesen, Wielheezen: zie Wielhezen
WIELHEZEN
WIELIK, ook WYLICK, WYLIK enz.
Wielt: zie Wild
WIEMELINK, ook WYMELINK enz.
WIEMER, WIEMERS, WYMERS
Wiemers: zie Wiemer
Wien: zie Wenen en Wynen
Wienand, Wienands: zie Winolts
WIENDELS, ook WINDELS enz.
Wien: zie Wenen
Wienen: zie Wynen
Wienep: zie Wenep
Wiener Musikverein: zie sub muziekvereniging
en Wenen
Wienfeld: zie Wynveld
Wienholdt, Wienholts: zie Winolts
Wienink: zie Wenink
Wiennolds, Wiennolts, Wienolds, Wienolts: zie
Winolts
Wienop: zie Wenep
Wientjes: zie Wintjes
Wienveld, Wienvelt: zie Wynveld
Wier: zie Weyers
WIERDEN
WIERINGERWERF
Wierkamp: zie Weerkamp
WIERKS
Wiers: zie Weyers
WIERSE
WIERSMA
Wierum: zie Nes Wierum
WIES
Wieser: zie Wezer
Wieskamp, Wieskamps: zie Wiskamp
WIESKE
WIESMAN
Wiesmans: zie Wiesman
WIESSNER
WIESTERBOS
Wieten: zie Wit
Wietnjes (sic): zie Wintjes
Wiett, Wietten: zie Wit
Wigcherink: zie Wikkerink
Wigchers: zie Wichers
WIGES
Wiggerman, Wiggermans: zie Wiekerman
Wiggers: zie Wichers
Wighman, Wigman: zie Wichman
WILLE
Willebrink: zie Wilbrink
Willebrordus: zie Willibrordus
Willekes: zie Wilkes
Willekhuisen: zie Willikhuizen
Willem (als voornaam): zie Wilhelmus; zie voorts
sub Willems
WILLEMS, ook WILLEMSE, WILLEMSEN,
WILMS, WILMSE, WILMSEN enz.
Willemsorde
Willemssen: zie Willems
Willenk: zie Willink
WILLER
WILLIAMSBURG
WILLIBRORDUSKERK
Willick: zie Willink
willig: zie ook sub wilg
Willigen: zie Wilgen
willigenhaar
Willigen Maat: zie Wilgenmaat
willigen pooten
Willigskens: zie Wilgjes
WILLIKHUIZEN
WILLINK, ook GROOT WILLINK, KLEIN
WILLINK, KLEINWILLINK, LUTKE
WILLINK enz.
Willinkhuizen: zie Willikhuizen
WILLINK KETJEN
Willmssen: zie Willems
Willykhuizen: zie Willikhuizen
Wilmerdink: zie Wilmerink
WILMERINK, ook WILMERDINK enz.
Wilmsen-, Wilmssen-: zie Willems
WILP
wilsbeschikking
WILSENROTH
Wilsink: zie Welsink
WILSON
Wilt: zie (Meuleman, Vogel, Wiel,) Wild (en
Wit)
Wilten: zie Wild
Wiltenburg: zie Wildenberg
Wilterdink: zie Wilterink
WILTERINK
WILTINK, ook WELTINK enz.
WIMMELX
WIMMERS
Winalds, Winalts, Winands, Winants: zie Winolts
Winckel: zie Winkel
WIND, ook TERWINDT, WENT, WINT enz.
Windels: zie Wiendels
Windemolen: zie Windmuller
winder: zie stoelenwinder
WINDESHEIM
windmolen
Windmolen: zie Windmuller
WINDMOLENSTRAAT, ook
WINDEMOOLSTRAAT enz.
WINDMULLER
Winink: zie Wenink
WINK
winkel
WINKEL, ook KLEIN WINKEL, WINCKEL,
WINKELS enz.
winkelbediende
Winkeler: zie Winkel
WINKELHOEK, ook WINKELSHOEK enz.
WINKELHORST
winkelier
winkelierster
Winkelius: zie Winkel
WINKELMAN
Winkelre: zie Wintelre
Winkelshoek: zie Winkelhoek
WINKES
WINKINK
winnaar: zie broodwinner
WINNE
Winnink: zie Wenink
Winnols, Winolds: zie Winolts
WINOLTS, ook WEINHOLTS, WIENHOLDS,
WIENHOLST, WIENHOLTZ, WIENNOLS,
WIENOLDS, WINOLDS, WYNANDS,
WYNANTS, WYNHOLTS, WYNOLDI,
WINOLDS enz.
Winsemius: zie Windesheim
Winsen: zie Winsum
Winshemius: zie Windesheim
winst en verlies
WINSUM, ook WINSEN, WINSSEN, WINZEN
enz.
Wint: zie Wind
WINTELRE
winter
Winter: zie Winters
WINTERINK
winterprovisie
WINTERS, ook WINTER enz.
WINTERSDORF
WINTERSWYK
Wintink: zie Wentink
Wintjens: zie Wintjes
WITZAND, ook WITSAND enz.
WOELDEREN
WOENSDRECHT
Woerd: zie Woerts
WOERDEN
Woerdt, Woersts, Woert: zie Woerts
WOERT
WOERTS, ook WOERD, WOORDES,
WOORTS enz.
Woesink: zie Woessink
WOESSINK
WOEST, ook WEST, WUEST enz.
WOESTENBERG
WOESTENENK, ook WUESTENENK enz.
WOESTENES, ook WUESTENESCH enz.
WOESTHOF
WOESTINK
WOLBERDINK, ook WOLBRINK enz.
Wolberink: zie Wolberdink
WOLBERS, ook WOLBERTS, WOLBERTSEN
enz.
WOLBERSHEIM
Wolberts: zie Wolbers
Wolbrink: zie Wolberdink
Wolbrinckhof, Wolbringhoff: zie Wilbrinkhof
Woldenbarg, Woldenberg, Woldenborg,
Woldenburg: zie Woudenberg
Woldorff: zie Waldorp
WOLF, ook WELFFERS, WOLF BAKKER,
WOLFF, WOLFFS, WOLFS, WOLVE,
WOLVEN, WULF, WULFE, WULFEN,
WULFERDS, WULFEREN, WULFERS,
WULFERTS, WULFF, WULFFEN,
WULFFERS, WULFFS, WULFS, WULFSEN,
WULFVEN, WULLEF, WULLEFSEN,
WULVEN, WULVERS enz.
Wolferen, Wolfers: zie Wolf
WOLFERSHEIM
Wolffersheim: zie Wolfersheim
Wolffs, Wolfs: zie Wolf
WOLFSWINKEL, ook WOLLESWINKEL enz.
WOLFWAARDSE VEER
Wolfzen: zie Wolfs
WOLINK
wolkammer
wolkammersknecht
wolkamster
WOLKEN
WOLKENVELD
Wolleswinkel: zie Wolfswinkel
wollewever: zie wolwever
WINTJES, ook WIENTJES, WEINTJES,
WYNTJES enz.
Winvels, Winvelts: zie Wynveld
Winzen: zie Winsen
wipkar
Wisborden: zie Wisborn
WISBORN, WISBORDEN enz.
WISCH
Wisink: zie Wissink
WISKAMP
Wiskamps: zie Wiskamp
Wislink: zie Wisselink
WISMAN
wisselhandelaar
WISSELINK
WISSELO, ook WISSELOO enz.
Wisseloo: zie Wisselo
Wissels: zie Wessels
WISSINK
WISSINKPAS
WISTHOF
wit
WIT, ook WEIS, WIETEN, WITTE, WITTEN
enz.
WITAL
Witbergh: zie Wittenberg
WITBOOM
WITBROOD
WITHAGEN, ook WITHAGH enz.
Withagh: zie Withagen
WITHAK
WITHLAAR
Witjens: zie Witjes
WITJES, ook WEITJENS enz.
WITKAMP
Witsand: zie Witzand
Witt, Witte, Witten: zie Wit
witte bonen
WITTE KERK
witten
WITTENBERG, ook WITBERGH,
WITTENBERGHS enz.
Wittenberghs: zie Wittenberg
WITTENHORST
Wittevrongel: zie Wittewrongel
WITTEWRONGEL (ook: WITTEVRONGEL
enz.)
WITTGARD
WITTICH
Wittveld: zie Witveld
WITVELD, ook WITTVELD enz.
Wollewever: zie Wolwever
wolnaaister
WOLSENHUIS, ook WOLSENHUYS enz.
Wolsenhuys: zie Wolsenhuis
WOLSHEIMER
WOLSINK, ook WOLTSINK, WOLZINK enz.
WOLSLAGER
wolspinder: zie wolspinner
wolspinner
WOLSWYK
WOLTERBEEK
WOLTERHOF, ook WOLTERHOFF,
WULTHOFF, WüLTHOFF enz.
Wolterhoff: zie Wolterhof
WOLTERINK, ook KLEIN WOLTERINK,
WOLTERINCKS enz.
WOLTERS, ook WALTERS, WOLTERS WEY,
WOUTERS, WOUTERSEN, WOUTERSSEN
enz.
WOLTERSOM
Woltes: zie Wolters
Woltsink: zie Wolsink
Wolve, Wolven: zie Wolf
WOLVENSCHOT, ook WOOLSCHOT enz.
wolwever, ook wollewever enz.
WOLWEVER, ook WULLEWEVER enz.
WOLZAK
Wolzink: zie Wolsink
wond
wonder, ook wonderbaarlijk, wonderlijk enz.
WONDER, ook WUNDER enz.
WONDERINK
wondetekenen
wonen
woningbezit
woningonderhoud
WONNINK, ook WONNINCK, WUNNEKINK,
WUNNINK, WUNNINKS enz.
WOOLD, ook WOOLDE, WOOLDT, WOOLT
enz.
Wooldt: zie Woold
WOOLS
Woolschot: zie Wolvenschot
woonvergunning
woonwagen
Woopreis: zie Wopereis
Woordes: zie Woerts
woordgebruik
Woordhoff: zie Worthof
Woords: zie Woerts
Woorthoff: zie Worthof
Woorts: zie Woerts
WOPEREIS, ook WOOPREIS, WOPERYS,
WOPERIJS, WOPREYSE enz.
Woperys, Woppereis, Wopreis, Wopreys: zie
Wopereis
WORKUM
WORM, ook WORMS, WORMSHOEF,
WORMSHOES, WURMS enz.
WORMELINK
WORMGOOR
Wormlink: zie Wormelink
Worms, WORMS, Wormshoef, Wormshoes: zie
Worm
worst, worsten
WORST
wortels
WORTHOF
Wossink: zie Wassink
Wou: zie Wouw
WOUBRUGGE, ook WOUWBRUGGE enz.
WOUD, ook WOUT enz.
Woude, Wouden: zie Woud
WOUDENBERG
Wouders, Wouters, Wouterse, Woutersen,
Woutersze: zie Wolters
WOUW
Wouwbrugge: zie Woubrugge
Wrachtrup: zie Vrachtrup
Wrakkink: zie Vrakkink
wrange: zie Konynenvrang
wrevel
WUBBELINK
WUBBELS
WUBBEN
Wuest: zie Woest
Wuestenenk, Wuesten Enk: zie Woestenenk
Wulf, Wulfen, Wulferds, Wulferen, Wulfers,
Wulferts, Wulff, Wulffers, Wulffs, Wulfs,
Wulfsen, Wullef, Wullefsen: zie Wolf
WULLEN
Wulleschleger: zie Wolslager
Wullewever: zie Wollewever
WULLINK
WULTERKENS
Wülthoff, Wulthoff: zie Wolterhof
Wulven, Wulven Bakker: zie Wolf
Wulwefer: zie Wollewever
Wunder, Wunders: zie Wonder
Wunneker, Wunnekers: zie Wenneker
Wunnekink, WUNNEKINK, Wunnink: zie
Wonnink
WYNEN, ook WIEN, WIENEN enz.
(vergelijkbaar met WINOLTS)
Wynfeld: zie Wynveld
wijngaard
Wyngaard: zie Wyngaarden
WYNGAARDEN, ook WYNGAARD enz.
wijnhandel
wijnhandelaar
WYNHAVEN, ook wijnhaven enz.
Wynholds, Wynholst, Wynholt, Wynholts: zie
Winolts
Wynhuisen: zie Wynhuizen
WYNHUIZEN, ook WYNHUISEN enz.
Wynink: zie Wenink (en Wyninga)
WYNINGA
wijnkoper
wijnkopersknecht
Wynoldi, Wynolds, Wynolt-: zie Winolts
WYNPERS
Wynpersse: zie Wynpers
WYNROK, ook WEYEROK, WYNROKS enz.
Wynroks: zie Wynrok
WYNSCHENK
WYNSTOK
Wyntjes: zie Wintjes
WYNVEEN
WYNVELD, ook WIENFELD, WIENVELD,
WYNVELT enz.
WYS
Wysch, zie Wisch en Wys; zie document
5300917a
Wysink: zie Wissink
Wyskamp: zie Wiskamp
Wyssinck: zie Wissink
Wytenhorst, Wyttenhorst: zie Wittenhorst
wijziging
wurging, ook worging enz.
Wurms: zie Worms
Wurtenberg: zie Wurtemberg
WURTEMBERG, ook WURTENBERG,
WURTTEMBERG enz.
Wurtsburg, Wurtsburger Land, Wurtzburg: zie
Wurzburg
WURZBURG
Wusbroek: zie Busbroek
WUSSINK
Wustenenck: zie Woestenenk
Wybergen: zie Wynbergen
WYCHEN
Wychers, Wychgers: zie Wichers
Wyck: zie Wyk
WYCKEDE
WYDENBROEK
Wyell: zie Wiel
Wyen: zie Wynen
Wyers: zie Weyers
WYGERSMA
WYHE, ook WEY enz.
WYK
Wykamp, Wykamps: zie Weikamp
WYK DUURSTEDE, ook WYK BY
DUURSTEDE enz.
Wyken: zie Wieken
WYKEREN
Wykerman, Wykermans: zie Wiekerman
Wykervelde, zie Wiekense Veld; zie document
330aa
wijkgemeente
wijkindeling
wijkkerkeraad
WYKNIET
Wyland: zie Weiland
Wyle: zie Wiel
WYLER
Wylick: zie Wielik
Wylink: zie Nylink
Wylkes: zie Wilkes
Wyll: zie Wiel
Wyman, Wymans: zie Weiman
Wymer, Wymers: zie Wiemer
wijn: zie sub slijter
Wynald, Wynalds, Wynalts, Wynand, Wynands,
Wynandsen: zie Winolts
WYNBELT
Wynberg: zie Wynbergen
WYNBERGEN
wijnen: zie wijnhandelaar, slijter enz.
XANTEN
Yanckeknect: zie Janknecht
Yansen, Yanssen: zie Jans
Ydinck, Ydink: zie Idink
Ydoo: zie Udo
Yemmijck: zie Immink
Ykebulten, Ykenbulten: zie Eikenbulten
Ykink: zie Ikink
ijl, ook ijlen enz. (vis)
YLDYZKIOSQUE
Ymmies, Ymminks: zie Immink
YMUIDEN
YNTEMA
Yolien: zie Jolink
Yonhans: zie Jonkhans
Yonker: zie Jonkers
Yonkhans: zie Jonkhans
Ypenburg: zie Iepenburg
Yperen: zie Ieperen
Yperenburg: zie Iepenburg
ijs
YSBRAND, ook ISEBRANDS, YSEBRANDS
enz.
Ysebrands: zie Ysbrand
Ysel: zie Yssel
Yselstraat: zie Ysselstraat
YSENDAM
Ysendoorn: zie Yzendoorn
YSEREEF, ook ISEREEF, IZEREEF, YZEREEF
enz.
ijsgang
Ysinck: zie Eijsink
ijskarring
YSMAN, ook EISMAN enz.
YSSEL, ook GELDERSCHEN YSEL,
GEMEENE IJSSUL, IESSEL, OLDEN ISSEL,
OUDE YSSEL, OUDEN YSSEL, YSEL,
YSSELS, YSSUL enz.
Ysselborch: zie Ysselborg
YSSELBORG, ook ISSELBORCH,
YSSELBURG enz.
Ysselburg: zie Ysselborg
YSSELDYK
Ysselhonten: zie Ysselhunten
YSSELHUNTEN
YSSELHUNTENSE TIEND
Ysselhuynten: zie Ysselhunten
Yssellinie: zie ligne
YSSELMAN, ook EYSELMAN, ISSELMAN
enz.
YSSELMONDE
YSSELMUIDEN
Ysselmuyden: zie Ysselmuiden
YSSELSTRAAT, ook YSELSTRAAT enz.
YSSELSTROOM
YSSELSTUK
YSSELWEIDE, ook YSELWEIDEN enz.
Yssink: zie Eysink
YSVELD
YSVOGEL
YSZEE
Yszeevaart
Yvens, Yves: zie Ivens
YVINK
YZENBERG, ook YSENBERGH enz.
YZENDOORN, ook EYSENDOORN,
EISENDOORN, YSENDOORN enz.
Yzenvoorde: zie Yzevoorde
ijzer
ijzerdraaier
Yzereef: zie Ysereef
ijzeren ...
YZEREN, ook YSEREN
ijzeren hek
ijzeren kookpot
ijzeren krammen
ijzeren pin
ijzeren pot
ijzerfabrikant
ijzergieterij
YZERLO
ijzersmelter
ijzersmid
ijzersmidsknecht
YZEVOORDE, ook YZENVOORDE enz.
Zantfoort, Zantvoort: zie Zandvoort
ZARINK, ook SAARINK, SAARYNCKS,
SARINK enz.
Zark: zie Sark
ZATORET (?)
Zavekoels, Zavekouls, Zavelkoels, Zavelkouls:
zie Savelkoel
ZEBEN, ook SEEVENS, SEVENS, ZEVEN enz.
ZEDDAM, ook SEDEM, ZEDEM enz.
zedelijk gehalte
Zedem: zie Zeddam
zee
ZEE, ook SEE enz.
zeedienst
zeedijk
zeef: zie meelzeef
zeeftenmaker
ZEEL
Zeelts, van Zeelts: zie Sellen
ZEELAND, ook ZELAND enz.
ZEELANDIA
ZEEMAN, ook ZEEMANS, ZEMAN enz.
zeemijn
zeeofficier
zeep
ZEEPENNINK
zeer
zeer been
zeer oog, zere ogen
Zeesink: zie Sesink
Zeeuwent: zie Zieuwent
ZEEUWS-VLAANDEREN
zeevaart
Zeevalk: zie Zeevalkink
ZEEVALKINK, ook SEVALKINK,
ZEVALKINK enz.
zeewerken
ZEEWUSTER
zegel
zegelkantoor
zegelkosten
zegellak
zegelmagazijnmeester
zegelring
Zegelwet
ZEGERS, ook SEEGERS, SEGERS enz.
ZEGGELAAR, ook SEGGELAAR, ZEGGELAR, ZEGGELERS enz.
Zeggelers: zie Zeggelaar
ZEGGELINK, ook SEGGELINCK enz.
ZEGVELD, ook SEGVELT enz.
zaad, ook zaden enz.
zaaddiefstal, ook zaaddieverij enz.
zaadgewas
zaailand
zaaivat
zaakgelastigde
zaakvoerder
zaakwaarnemer
zaal, ook zalen, zalencentrum enz.
Zaal: zie Sales
ZAALBERINK
Zaales: zie Sales
Zaalmink: zie Salemink
Zaals: zie Sales
ZAANDAM, ook SAENREDAM, SARDAM
enz.
Zabel: zie Sabel
ZACHARIAS
ZACHTLEVEN, ook SACHTLEVEN, SAGLEEVEN, SAGTLEVEN enz.
ZADE
zadel
ZADELHOF, ook SADELHOFF, van ZADELHOF, ZADELHOFF, van ZADELHOFF enz.
Zadelhoff: zie Zadelhof
zadelmaker
zadelmakersgezel
zadelmakersknecht
Zaelemink: zie Salemink
Zaelingen: zie Zalingen
zager
zagerij: zie houtzagerij
zak, ook zakje, zakken enz.
ZAK, ook SACK enz.
zakelijke afspraken
zakelijke relatie
zaken
zakgeld
ZAKHORST
zakje, zakken: zie zak
zalencentrum
zaligheid
ZALINGEN, ook van SAELINGEN, SALINGEN, SOLINGEN, van ZALINGEN, ZOLINGEN enz.
ZALK
ZALM (cf. ZELM ~ ZELHEM)
zalmvisser
ZALTBOMMEL, ook BOMMEL enz.
Zalzman: zie Salzman
ZAND, ook van der GRIJN SANTEN, SANDE,
SANDT, SANT, SANTEN, ZANDE,
ZANDEN enz.
ZANDBERG, ook SANDBARGEN,
SANDBERG, SANDBERGEN, van
SANDENBURG SANTBARGEN,
SANTBERGEN, van ZANDBERGEN,
ZANDBARGEN, ZANDBERG enz.
Zandbergen, van Zandbergen: zie Zandberg
ZANDBERGSTRAAT, ook
SANDBERGSTRAAT enz.
Zandbult, Zantbulte: zie Zandbulten
ZANDBULTEN, ook SANDBULTE,
SANTBULTE, ZANDBULT, ZANDBULTE,
ZANTBULTEN enz.
Zande, Zanden: zie Zand
Zanders: zie Sanders
ZANDHEUVEL
ZANDIG
ZANDMAN, ook SANTMAN enz.
ZANDSCHULP, ook SANDSCHULP enz.
ZANDSTEEG, ook SANDSTEEG enz.
ZANDVLIET
ZANDVOORT, ook SANDTVOORT enz. (ook
bij Zelhem!)
zandvormer
Zandtfoort, Zandtvoort: zie Zandvoort
ZANEN, ook SANEN enz.
Zantbult, Zantbulte, Zantbulten: zie Zandbulten
Zanten: zie Xanten
Zegvrei, Zegvry: zie Siegfried
Zehlem: zie Zelhem
ZEILEMAKER
ZEILER
ZEILMAN, ook ZEYLMANS enz.
Zeinhorst: zie Seinhorst
ZEIST, ook van ZEIST, BLOEMENDAL ZYST,
ZEYST, ZYST enz.
ZEIST BLOEMENDAAL
ZEIST STUART
Zel: zie Grootsellen
zelfmoord
zelfstandige gemeente
ZELHEM, ook SELM, ZELLEM, ZELM enz.
ZELHEMSEWEG
Zelhorst: zie Selhorst
Zelle: zie Celle, Grootsellen en Sellen
Zellem: zie Zelhem
Zellen: zie Sellen
Zellenraad: zie Sellenraad
Zeller, Zellinger: zie Sellen
Zelm, Zelms: zie Zelhem
ZELST, ook van ZELST enz.
Zeman: zie Zeeman
Zemelink: zie Semmelink
zemer: zie honingzemer
Zemmelink: zie Semmelink
Zent, Zenten, Zents: zie Centen
ZENTVELD, ook van ZENTVELT enz.
zenuwen, ook zenuwtoeval, zenuwziekte enz.
Zerinck: zie Sevink
zerk
zes
zesde bataillon
ZESDE GEBOD
ZESGEHUCHTEN
ZESHUIZEN, ook SESHUYSEN enz.
zesjarige pacht
ZESSEN, ook van ZESSEN enz.
Zessink: zie (Klein) Sesink
zestiende predikant
ZESTIGER, ook SESTEGER enz.
ZETTEN, ook SETTEN, van SETTEN enz.
Zevalkink: zie Zeevalkink
Zeven, Zevens: zie Zeben
ZEVENAAR, ook SEVENAER enz.
zevende afdeling infanterie
zevende gebod, ook ZEVENDE GEBOD enz.
zevende regiment infanterie
ZEVENSTER, ook SEVENSTER,
SEVENSTERN enz.
zeventien
Zeverink, Zevink: zie Sevink
Zeyst: zie Zeist
Zezink: zie Sesink
Zibelink: zie Siebelink
Zibers: zie Siebers
zicht
Ziebelink: zie Siebelink
Ziebers: zie Siebers
Ziegemeier: zie Siegmeyer
Ziegeler: zie Ziegler
ZIEGLER, ook ZIEGELER enz.
Ziegmeyer: zie Siegmeyer
ziek: zie sub ziekelijkheid en ziekte
ZIEK, ook SYCK enz.
zieke eenwinter
zieke koe
ziekelijkheid
ziekenfonds
ziekenhuis
ziekenoppasser
ziekentrooster
ziekenvader
ziekenzaal
ziekte, ook ziekteoorzaken enz.
Ziektewet
ZIEL, ook ZIELS enz.
ZIELKENS
zielental
Zielhorst: zie Selhorst
ZIELIG, ook SIELIKS enz.
Ziels: zie Ziel
zielsvermogens
ZIENDERS
ZIEPSEWEG
ZIERE
ZIERIKZEE
ZIESENIS
ZIEUWENT, ook ZEEUWENT, ZIEUWEND
enz.
Zieverink: zie Siebelink
Zigmond: zie Wichmond
Zijallema. Zijollema: zie Sjollema
Zik: zie Ziek
Zikkelbein: zie Sikkelbeen
Zilfhout, Zillefholt, Zillevold: zie Silvolde
zilver
zilvergeld
zilveren schotels
zilversmid
zilverwerker
ZONNEVELD, ook SONNEVELD, SONNEVELT enz.
Zonneven: zie Zonhoven
Zon Tengnagel: zie sub Tengnagel en Zon
Zoomer, Zoomers: zie Zomers
zoonskinderen
zorg
ZORG
zorgcentrum
ZORN
ZOUAOUA
ZOUTMAN, ook SALZMANN enz.
zoutvat
ZUBLI
Zuethoff: zie Zoethof
ZUID-AFRIKA
ZUIDAM, ook THIEBOUT van ZUYDAM enz.
ZUIDERLAND
zuiderbreedte
Zuiderwyk: zie Suderwick
ZUIDERZEE
Zuiderwyk: zie Suderwick
Zuidhof, Zuidhoff: zie Zoethof
ZUID-HOLLAND, ook ZUIDHOLLAND enz.
ZUIDHORN
ZUIDLAND
ZUIDLAREN
ZUIDLOON, ook SUDLOHN, ZUYTLOON enz.
ZUIDZANDE
Zuilekom: zie Zuilichem
ZUILEN, ook SOELEN, ZOELEN, ZUYLEN
enz.
ZUILENS MAATJE, ook ZUIJLENS MAETJE
enz.
ZUILICHEM, ook ZUYLICHEM enz.
ZUINERT
zuivelfabriek
Zulen: zie Zoelen
ZULS
Zumkley, Zum Kley: zie Klei
ZUN
ZURICH, ook SURICH, ZüRICH enz.
ZURINK, ook SUERICKS, SURINK, ZURINGS
enz.
zuster
zusterskinderen
Zuth: zie Zuts
Zuthof: zie Zoethof
ZUTPHEN
Zutphense classis
Zuts: zie Zuls
Zilvold, Zilvolde, Zilwold, Zilwolde: zie Silvolde
Zimmel: zie Simmel
Zimmerman, Zimmermann: zie Timmerman
Zinderhoek: zie sub Sinderen
zingen
ZINK, ook SINCK, SINK enz.
zinneloosheid
ZINSMEESTER
zitplaats
Zjollema: zie Sjollema
Zlijpa: zie Slijpa
Zoelen: zie Zuilen
Zoeneken, Zoenekens: zie Soeneken
ZOENEN
ZOEREN, ook SOEREN, ZOERENS enz.
Zoerens: zie Zoeren
ZOERMAN, ook SOERMANS, ZUURMAN enz.
Zoest: zie Soest
ZOET, ook ZOETEN enz.
Zoeten: zie Zoet
ZOETENDAAL, ook ZOETENDALL enz.
ZOETENHORST, ook SOETENHORST enz.
ZOETEKOUW
ZOETHOF, ook SOETHOFF, ZUETHOFF,
ZUIDHOF, ZUITHOFF, ZUTHOF enz.
Zoethoff: zie Zoethof
zolder
Zolleren, Zollern: zie Hohenzollern
zomer
Zomer, Zomeren: zie Zomers
ZOMERS, ook SOMER, SOMEREN, SOMMER, ZOMER, ZOMEREN, ZOOMERS enz.
zon, ook sonne enz.
ZON, ook SON, van SON van TENGNAGEL
enz.
zondag
zondagsrust, Zondagsrust
Zondagswet, zondagswet
ZONDENBERG, ook SUNDENBERG enz.
Zonderen: zie Sanders
ZONDERGELD
Zonderlo, Zonderloo: zie Sanders
ZONDERVAN, ook SONDERVAN enz.
Zonhorst: zie Seinhorst
ZONHOVEN, ook SONHOVEN, van SONHOVEN, SONVEN, ZONNEVEN, van
ZUNHOVEN enz.
ZONNEBLOEMSTRAAT
Zonneken, Zönneken, Zonnekes, Zönnekes: zie
Soeneken
ZONNENBERG, ook van ZONNENBERG enz.
ZUUR
zuurkool
ZUURLINK, ook SURLINGS enz.
Zuurman, Zuurmans: zie Zoerman
ZUURMOND, ook SUURMOND enz.
zuurstof, ook zuurstofgebrek, zuurstofgehalte enz.
ZUURVELD
Zuydam, zie Zuidam
Zuydzande: zie Zuidzande
Zuylen: zie Zuilen
Zuylens Maetje: zie Zuilens Maatje
Zuytlohn, Zuytloon: zie Zuidloon
ZWAAG, ook ZWEEGEN enz.
Zwaai: zie Zwaay
ZWAAK
ZWAAN
Zwaantje (voornaam) = Suzanna (zie
bijvoorbeeld sub Derksen)
ZWAARD, ook SCHWERDT enz.
zwaardveger
ZWAAY, ook SWAAY, ZWAAI enz.
zwager
zwak gestel
zwak gezicht
zwakheid in het hoofd, zwak hoofd
Zwal: zie Zwolle
Zwalm: zie Zwelm
ZWALUW, ook SWALUE enz.
ZWAM, ook SWAM enz.
ZWAMBACHT, ook SWAMBACHT,
SWAMBAG enz.
ZWANENBURG, ook SWANENBURG,
ZWANENBERG, ZWANENBORG enz.
ZWANENHUIS, ook SWENENHUIS,
SWENNENHUIS, ZWENENHUIS enz.
ZWANENSTEEG
ZWANENVELD, ook ZWANEVELD enz.
Zwaneveld: zie Zwanenveld
zwarigheid, ook zwarigheden enz.
ZWART, ook SCHWARTZ, SWARTS,
ZWARTS, ZWARTZ enz.
zwart(e) ...
ZWARTENBURG, ook SCHWARTZENBURG
enz.
ZWARTENKOT, ook ZWARTEN KOT enz.
Zwartesluis: zie Zwartsluis
ZWARTHOF
ZWARTJES, ook SWARTIES enz.
Zwarts: zie Zwart
ZWARTSLUIS, ook SWARTSLUIS, ZWARTE
SLUIS, ZWARTESLUIS, ZWARTSLUYS
enz.
Zwavel: zie Zwavels
ZWAVELS
ZWAVINK
Zwede: zie Zweden
ZWEDEN, ook ZWEDE enz.
ZWEED, ook ZWEEDE enz.
Zweegen: zie Zwaag
ZWEEKHORST, ook ZWIEKHORST enz.
ZWEELO, ook ZWELO enz.
Zweer, Zweere, Zweeren: zie Zweers
Zweerink: zie Zwerink
ZWEERS, ook SWEERS, SWEEREN, ZWEER,
ZWEERE, ZWEEREN enz.
Zweetselaar: zie Zwetselaar
Zweezen: zie Zwysen
ZWELBROEK, ook SWILBROCK,
ZWILBROEK enz.
ZWELM, ook SWELM, ZWALM enz.
Zwelo: zie Zweelo
Zwenenhuis: zie Zwanenhuis
ZWEPS
zweren
Zweren: zie Zweers
zwerfster
ZWERINK, ook ZWEERINK, ZWIERINK enz.
Zwern: zie Zweers
zwerver
ZWETSELAAR, ook KLEIN SWEETSELAAR,
KLEYN SWETSELER, SWEETSELAAR,
SWEETSELER, SWETSELAAR,
ZWEETSELAAR enz.
ZWEVERINK, ook SWEVERINCK enz.
ZWEZERY, ook SWEESERY, SWESERY enz.
Zwichorst: zie Zweekhorst
Zwierink: zie Zwerink
Zwiers: zie Zweers
ZWIETEN, ook van SWIETEN, van ZWIETEN
enz.
ZWIETERINK, ook SWIEDERING,
SWITINCK, SWITINK, SWITTERING,
SWYTINK, ZWIETINK, ZWITERING,
ZWITTERINK enz.
Zwietink: zie Zwieterink
ZWIKKELAAR, ook ZWIKKELDER,
ZWIKKELER enz.
Zwikkeler: zie Zwikkelaar
Zwilbroek: zie Zwelbroek
ZWITSERLAND, ook ZWEITSCH,
ZWITZERLAND enz.
Zwol, Zwoll: zie Zwolle
ZWOLLE, ook SWOLLE, ZWOL, ZWOLL enz.
ZWORMINKWEG, ook SWORMINKSWEG
ZWUGERSWEIDE, ook ZWUGERS WEIDE
enz.
ZWYNDRECHT, ook GROTE LINDT,
SWYNDRECHT enz.
ZWYNINK, ook SCHWIENING,
SCHWIENINK, SCHWININK, SWEENEN,
SWIENINK enz.
ZWYNSHOOFD
ZWYSEN, ook ZWEEZEN enz.
zij (stofnaam, spek e.d.): zie zijde
Zyallema: zie Sjollema
Zyck: zie Ziek
zijde, ook zij, zijden enz.
zijden (meervoud): zie zijde
zijden doek
zijden halsdoek: zie sub halsdoek
ZYDERVELD
ZYL, ook van ZYL enz.
ZYLHOF, ook ZIJLOF, ZYLOF enz.
Zijlof, Zylof: zie Zylhof
ZYLSTRA
Zymons: zie Simons
Zijne Majesteit
Zynhorst: zie Seinhorst
ZYNS
Zyntepeteredag: zie Sintpeterdag
Zyollema: zie Sjollema
ZYP
ZYPE
Zyst: zie Zeist
ZYTHOF, ook ten SIETHOFF enz.
zijvenster
***
Overzicht van alle AHA-publicaties
A = www.archieven.nl
G = www.genealogiedomein.nl
H = www.heemkunde.nl
– Angerlo (N.H. doopboek 1772) (G)
– Ankersmit (ook Anckersmith e.d.) (G)
– Barink (ook Baarink e.d.) (G)
– Beekman (ook Baakman e.d.) (G)
– Bergh (akten van de burgerlijke stand e.d.) (H)
– Bergh: Inventaris van het archief van Huis Bergh (supplement 1957) (H)
– Bergh: Minutenboek van Huis Bergh (1723-1735) (H)
– Bergh: Verkoop van Berghse goederen in 1838 (G)
– Boesveld (ook Bosveld e.d.) (G)
– Borkes (ook Borkens e.d.) (G)
– Bos te Angerlo (ook ten Bosch e.d.) (G)
– Bosman (ook Boschman e.d.) (G)
– Branderhorst (ook Branthorst e.d.) (G)
– Brus (ook Brusse e.d.) (G)
– Cent (ook Senten e.d.) (G)
– Dieters (ook Ditters e.d.) (G)
– Dillen (ook van Dillen, van Dielen e.d.) (G)
– Doesburg (kwartierlijst 1810, lijst van 596 huizen en bewoners) (G)
– Doetinchem (lidmaten 1738-1777) (G)
– Doetinchem: Paspoorten Doetinchem (1811) (G)
– Donkers (ook Donker e.d.) (G)
– Doornink (ook Deurnink e.d.) (G)
– Etten: Oorlogsschade in Gendringen en Etten in 1672 (G)
– Freriks (ook Frederiks e.d.) (G)
– Gemmink (ook Gimmink e.d.) (G)
– Gendringen: Notulen van de Gendringse kerkeraad (1752-1769) (A)
– Gendringen: Oorlogsschade in Gendringen en Etten in 1672 (G)
– Gendringen: Registre Civique van de Gemeente Gendringen (1811) (G)
– Gesink (ook Geessink e.d.) (G)
– Gielink (ook Gelink, Gielen e.d.) (G)
– Gildeboek van Netterden (1719-1853) (Walburgisgilde) (H)
– Gilsink (ook Gilsing e.d.) (G)
– Gosselink (ook Gosseling e.d.) (G)
– Hakvoort (ook Hackfort e.d.) (G)
– Heister (ook Heyster e.d.) (H)
– Heinen (ook Heynen e.d.) (G)
– Hesselink (ook Esselink, Hesling, Klein Hesseling, Klynhesseling e.d.) (G)
– Hiddink (ook Hidding e.d.) (G)
– Inventaris van het archief van Huis Bergh (supplement 1957) (H)
– Jolink (ook Joolink e.d.) (G)
– Kamp (ook van der Kamp e.d.) (G)
– Kelderman (ook Kellerman e.d.) (G)
– Kok (ook Kock e.d.) (G)
– Koldewei (ook Coldewei e.d.) (G)
– Konink (ook Keuning e.d.) (G)
– Kraaienbrink (ook Kreyenbrink e.d.) (G)
– Kroes (ook Croesen e.d.) (G)
– Leusink (ook Luessink e.d.) (G)
– Leuverink (ook Loverink e.d.) (G)
– Loor (ook Lohr e.d.) (G)
– Lovink (ook Loevink e.d.) (G)
– Lucassen (ook Lukassen e.d.) (G)
– Maandag (familiedossier) (G)
– Mentink (ook Klein Mentink e.d.) (G)
– Mentjot (familiedossier) (G)
– Minutenboek van Huis Bergh (1723-1735) (H)
– Nakken (familiedossier) (G)
– Netterden: Gildeboek van Netterden (1719-1853) (Walburgisgilde) (H)
– Netterden: Registre Civique van de Gemeente Netterden (1813) (G)
– Notulen van de Gendringse kerkeraad (1752-1769) (A)
– Oorlogsschade in Gendringen en Etten in 1672 (G)
– Overbeek (ook Averbeek e.d.) (G)
– Pas (ook te Pas, Paske e.d.) (G)
– Paspoorten Doetinchem (1811) (G)
– Pennekamp (ook Pannekamp e.d.) (G)
– Pluren (ook van Pluren, Plueren e.d.) (G)
– Rademaker (ook Ramaker e.d.) (G)
– Raterink (ook Roeterdink e.d.) (G)
– Registre Civique van de gemeente Gendringen (1811) (G)
– Registre Civique van de gemeente Netterden (1813) (G)
– Reusink (ook Ruesink e.d.) (G)
– Rexwinkel (ook Reewinkel e.d.) (G)
– Rodespijker (ook Rodespikker e.d.) (G)
– Schilderink (ook Schildrings e.d.) (G)
– Schut (ook Schutte e.d.) (G)
– Semmelink (ook Semelink e.d.) (G)
– Sesink (ook Seesing e.d.) (G)
– Stapelbroek (ook Stekkelbroek e.d.) (G)
– Starink (ook Staring e.d.) (G)
– Temmink (ook Temming e.d.) (G)
– Terink (ook Teering e.d.) (G)
– Thomassen (ook Tomassen e.d.) (G)
– Ulft (akten van de burgerlijke stand e.d.) (G)
– Varsseveld (akten van de burgerlijke stand e.d.) (G)
– Veldhorst (ook Velthorst e.d.) (G)
– Vels (ook Fels e.d.) (G)
– Verkoop van Berghse goederen in 1838 (G)
– Vlaswinkel (ook Flusswinkel e.d.) (G)
– Vriezelaar (ook Friselder e.d.) (G)
– Wageningen (akten van de burgerlijke stand e.d.) (G)
– Weyers (ook Weijers e.d.) (G)
– Wildenbeest (ook Wildebeest e.d.) (G)
– Zoutelande (overlijdensakten 1811, 1815-1819, 1830) (G)
– Zweers (ook Sweers e.d.) (G)
Stand per 15 maart 2009, J.H.G. te Boekhorst

Algemeen Historisch Archief (AHA)

Transcripción

Documentos relacionados

vijfde nieuwsbrief

Versa Flame

MT VCC 01

KD-X230 / KD-X130