Marco Antonio Campos
Transcripción
Marco Antonio Campos
Marco Antonio Campos Vertaling: Stefaan van den Bremt Declaración de Inicio Ca da uno de mis poemas pretendió ser un instr umento ú t i l de trabajo. ( Estocolmo, 1971) Pablo Neruda 34 Las páginas no sirven. La poesía no cambia sino la forma de una página, la emoción, una meditación ya tan gastada. Pero en concreto, señores, nadia cambia. En concreto, cristianos, no cambia una cruz a nuevos montes, no arranca, alemanes, la vergüenza de un tiempo y de su crisis, no le quita, marxistas, el pan de la boca al millonario. La poesía no hace nada. Y yo escribo estas páginas sabiéndolo. 1972 Uit: Poesía Reunida (1970-1996), Ediciones El Tucán de Virginia, Ciudad de México, 1997. V e r k l a r i n g va n A a n va n g Elk gedicht van mij had de pretentie een nuttig werkinstr ument te zijn. (Stockholm, 1971) Pablo Neruda Papier helpt niet. Poëzie verandert slechts de aanblik van papier, de emotie, een kaal gesleten gedachte. Maar in concreto, heren, verandert ze niets. In concreto, christenen, verandert ze geen kruis op nog een berg, roeit ze, Duitsers, geen schaamte uit om een tijdperk of zijn crisis, stoot ze, marxisten, geen bete brood uit de mond van de miljonair. Poëzie brengt niets teweeg. En in dat besef beschrijf ik dit papier. 1972 35 E l Pa í s ( 1 ) a Gastón García Cantú 36 Ya pueden decir lo que quieran, me dirán lo que quieran pero yo siempre he amado a México. Cuando estuve lejos bajaba repentinamente un delgado mas intenso manantial de imágenes y una triste voz era triste cuerda en la cítara del corazón enamorado. Podía o pudo ser acaso una noche de lluvia innumerable en un parque neoyorquino, o en la aspirable terraza de un café parisiense, o bajo el crepúsculo en lo alto de una plaza de Gotemburgo. Podrán escarnecerme el mañana del triste que fui ayer por gloriarme en público de ser «un italiano desplazado» o «un hombre del Duecento florentino en pleno siglo XX». Pero yo siempre he amado a México. Lo he reconocido –lo he amado– en mi casa destruida, en mi familia destruida, en el trato con amigos y también con enemigos, en mujeres que amé y me enterraron bajo la fosa más honda y más oscura, en paisajes que al hacerlos míos con una distancia íntima me emocionan por su belleza que me creo o me invento, en ciudades que delineó la memoria como líneas simétricas en una piedra, en iglesias que se caían de proporción y luz, en actos dignos de hombres que no morirán del todo. Y aunque sé que a este país lo ha gobernado el diablo, que los mexicanos no hemos estado a la altura del gran país, ustedes dirán lo que quieran, pensarán lo que quieran, pero yo siempre he amado a México, siempre. 1982 Uit: Poesía Reunida (1970-1996), Ediciones El Tucán de Virginia, Ciudad de México, 1997. Het land (1) voor Gastón García Cantú Jullie kunnen zeggen wat je wilt, jullie mogen me zeggen wat je wilt maar altijd had ik Mexico lief. Toen ik ver weg was spatte opeens een dunne maar heftige opwelling van beelden neer en een treurende stem was een treurende snaar op de citer van het verliefde hart. Het was, het moet zijn geweest een nacht van onstelpbare regen in een New Yorks park, of op het luchtige terras van een Parijs café, of bij avondschemer hoog op een stadsplein in Göteborg. Jullie mogen me weghonen de dag na die treurige ik van gisteren die zich publiekelijk erop beroemde ‘een ontheemde Italiaan’ te zijn of ‘een man uit het Florentijnse Duecento in volle twintigste eeuw’. Maar altijd had ik Mexico lief. Ik herkende het – ik had het lief – in mijn verwoeste huis, in mijn verwoeste familie, in de omgang met vrienden en ook met vijanden, in vrouwen die ik liefhad en die me hebben begraven in de diepste en donkerste kuil, in landschappen die als ik ze me vanuit intieme verte eigen maak me ontroeren door hun schoonheid die ik me indenk of me uitvind, in steden gegrift in het geheugen als een symmetrisch lijnenspel in steen, in kerken die kantelden door proportie en licht, in daden mensen waardig die niet helemaal zullen sterven. En hoewel ik weet dat de duivel dit land heeft geregeerd, dat wij Mexicanen niet opgewassen waren tegen dit grote land, jullie mogen zeggen wat je wilt, denken wat je wilt, maar altijd had ik Mexico lief, altijd. 1982 37